Afscheid nemen van getijden-Biesbosch ISRAËL vrij., uit gsmaterialen De Brabantse Biesboseh veran dert. Nog deze maand wordt doo de sluiting van het Haringvliet de macht van het getij denwater aan banden gelegd. En daarmee ook het avontuurlijke van dit doolhof van biezen, riet en wilgen. Wat blijft er over Voorwaarde voor vrede in het Midden-Oosten Vrij spel Recreatie Waterbekkens Gered [mogelijkheden. Hoor elk interieur. I eceeceeeeoeeceeeet land voor direkt (om- j iiogelijkheden. fe vrijdagavond van J 'morgen van 10 tot J DLE TILBURG ROTTERDAM >8909906999899»» islaboratorium en erkingen. terialen en half- rit op het verloop n zalontwerpen, eine groep mede- >paratuur ten be- zal verlenen als medewerker met iktisch heeft ont- ïicus hebben voi- unctie kenbaar te burg. Url Avnery, lid van de Knesset (het Israëlische parlement) en oprichter van de partij Ha-olam Hazeh (Nieuwe Kracht) is van huis nit journalist. Hij is behalve parlementslid hoofdredacteur van het blad dat dezelfde naam draagt als zijn partij. Sinds jaar en dag is hij een vurig ijveraar voor een radicale wijziging van de manier waarop het officiële Israël zich opstelt tegenover de Palestijnen. In zijn zojuist verschenen boek „IsTaël zonder zionisten" lanceert hij zijn vredesplan „Pax Semitica": „het land is als geheel het tehuis van de Hebreeuwse en de Palestijnse natie". Hoewel Avnery's partij slechts twee zetels in het parlement bezit en derhalve een splinterpartij moet worden genoemd, is Avnery's invloed groeienden worden zijn ideeën in brede kring bediscussieerd met name door de jonge Israëli's. De gedachte wint veld dat de oude generatie van zionisten pioniers, die in Israël nog steeds in het zadel zit, te verstard is, te veel verstrikt in verouderde (zionistische) denkbeelden om de Palestijnen als volwaardige gesprekspartners te accep teren. De zaak zit muurvast, van beide zijden, en het is Israël, zo zeggen Avnery en de zijnen, dat daarin verandering moet aanbrengen. ZIONISTEN oen Theodor Herzl in 1896 zijn boek "De Jo denstaat" schreef waarin hij de stichting van een eigen staat voor het ver strooide Joodse volk be pleitte, stond hem aan vankelijk geen bepaald land duidelijk voor de geest. Het kon Oeganda zijn of Argentinië, dat deed er niet zo veel toe. Eerst kort voor de voltooi ing van zijn boek kwam hij op de gedachte dat PA LESTINA mogelijk het land kon zijn waar de Joodse staat gevestigd zou worden. Daarmede was in feite het Zionisme gebo ren. De zionisten die in 1897 te - Bazel bijeenkwamen voor het eerste zionistsche congres, beschouwden Herzls plan als een unieke mogelijkheid het jodendom in Palestina te doen herleven. Op een enke le uitzondering na kende ech ter geen hunner het land. Dientengevolge kwam het zionisme, toen het 'voet aan wal zette in Palestina, in bot sing met de werkelijkheid. De werkelijkheid was dat het land bewoond werd door Arabieren. En daaraan had uien niet gedacht. Avnery, die in zijn boek 't zionisme een revolutie noemt, vraagt zich af wat er gebeurd zou zijn als de zio nisten zich hadden be schouwd als een oud Semi tisch volk, dat bezield met een broederlijke liefde voor het Semitische volk dat de streek bewoonde, de Pales tijnen, terugkeert naar zijn geboortegrond. Bij het begin van deze eeuw woonden on geveer 500.000 Arabieren in Palestina tegen 50.000 joden, van wie meer dan helft eerst sinds kort -na de eerste ehyah (emigratiegolf), 'Deze twee bevolkings groepen bezagen elkaar met gemengde gevoelens, niet wetend hoe met elkaar om te gaan en om elkaar heen- oraaiend als boksers tijdens een oefenpartij voor het gro- door HEN BOLLEN te gevecht" zegt Avnery die eraan toevoegt dat er inci denteel wel wat ruzies wa ren over grond, bronnen e.d. maar dat er tussen beide be volkingsgroepen geen open lijke vijandschap bestond. Men weet wat er sindsdien in Pa lestina is gebeurd: de ene emigratiegolf na de andere, eerst heimelijk, later nadat de staat Israël gepro clameerd was openlijk, kwam naar het land. De ver houdingen werden omge keerd: nu woonde er een Arabische minderheid te midden van ruim twee mil joen Israëli's. Voordat de staat Israël werd uitgeroepen kochten de joden grond van rijke Turkse landeigenaars en van dito Arabieren. Tijdens en na de bevrijdingsoorlog van 1948- '49 werden bezittingen lan derijen, huizen en zaken van honderdduizenden Pales tijnse Arabieren geconfis queerd. „Het feit dat de Ara bieren vluchtten", zo schrijft Avnery, "kwam Israël en de kolonistengeest van het zio nisme, goed van pas, omdat hierdoor duizenden huizen en honderdduizenden hectaren grond vrij kwamen, die kon den worden overgedragen aan de honderdduizenden immigranten, die na 1948 't land binnenstroomden". Ook uit dien hoofde verzette Is raël zich tegen repatriëring van de vluchtelingen. Maar Avnery is ervan overtuigd dat achter alle argumenten tegen repatriëring het funda mentele ideaal van het zio nisme schuil gaat: een homo geen Joodse staat, een staat "die even Joods is als Enge land Engels" zoals de zionis tische leiders zo vaak ver kondigden. Weliswaar heeft Israël de vluchtelingen com pensatie zonder repatriëring aangeboden, maar dit is voor de Arabieren onaanvaard baar. „Toch weten we, dat de op lossing van het vluchtelin genprobleem de sleutel tot de vrede is en een daad van verbroedering tussen Is raël en de Palestijns- Ara bische natie". Derhalve stel de Avnery twintig jaar gele den reeds een gedetailleerd plan op waarvan de kern uit een repatriëringsplan voor De Jonge Israëli's In de Slnal-woestijn. Palestijnen bestaat Sinds de oorlog van 1967 opnieuw dui zenden Palestijnen op de vlucht heeft gejaagd, groeit in Israël het gevoel van on behagen, het idee dat de Pa lestijnen de grote slachtof fers zijn van het conflict en dat het uitblijven van Israë lische voorstellen ter regeling van het vluchtelingenvraag stuk slechts leidt tot escala tie van de Palestijnse haat jegens Israël. Avery is van mening dat Israël de eerste stap op weg naar verzoening met de Palestijnen moet zet ten. Hij bepleit de stichting van een federatie tussen Is raël en een nieuwe Arabisch- Palestdjnse republiek en re geling van het huisvestings- vraagstuk van de vluchtelin gen, hetgeen door Israël in samenwerking met de Pales tijnse Arabieren onafhanke lijk van enig officieel contact tussen Israël en de Arabische staten kan worden verwezen lijkt. In de tweede fase ziet Avnery de totstandkoming van een Semitische Unie, 'n grote confederatie van alle staten in het gebied. Voor Is raël zou dat betekenen dat het een streep zou zetten on der het zionistische hoofdstuk van zijn geschiedenis en een nieuw hoofdstuk zou begin nen het hc.fdstuk van Is raël als een staat, geïnte greerd in het gebied, met 'n grote rol in de strijd van het gebied voor vooruitgang en eenheid. „Elk van onze da den zal in het begin argwaan wekken. Elk van onze daden zal worden uitgemaakt voor een nieuwe zionistische sa menzwering. Maar lang zaamaan, door weloverwo gen daden, zal de argwaan verdwijnen en plaatsmaken voor vertrouwen". Tot slot citeert hij het Boek Predi ker: „Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd". Nu moet de tijd van vrede aanbreken, zegt Avnery wiens gedachten en ideeën ook buiten Israël waard zijn gekend te wor den. ,Jsraël zonder Zionisten. Een pleidooi voor vrede in het Mid den-Oosten" door Vri Avnery, uitgave van Elsevier in de se rie Paperbacks voor de jaren '70. door CEES DE BEKKER In de Brabantse- Bies boseh is het deze zomer drukker dan ooit. Van mensen, die afscheid komen nemen van een zeldzaam stuk natuur vol rust en stilte. Zelfs zij, die wel veel gehoord en gelezen hebben van deze grootste zoetwater getijden-delta van West- Enropa maar er nog nooit toe gekomen zijn zelf eens te gaan kijken, staan nu in de rij voor de rondvaartboten van "De Zilvermeeuw" in Drimmelen en van Bies boseh Tours in Lage Zwaluwe. Velen hebben er spijt van, dait zij nooiit eerder de Bies boseh hebben bezocht. Heb ben zij zich af laten schrik ken door de soms overdre ven verhalen over de ge vaarlijke kreken in de dool hof van biezen, riet en wil gen? Duizenden watersporters en vissers hebben het avontuur juist gezocht. Voor hen is het afscheid van deze van uur tot uur veranderlijke Bies boseh bijzonder zwaar. Vijf en een halve eeuw heeft het water er nagenoeg vrij spel gehad, sinds in de nacht van 18 op 19 november 1421 een springvloed ongeveer 37.000 ha land tussen Dord recht, Werkendam, Geertrui- denberg en Lage Zwaluw ver anderde in een binnenzee. Bij deze stormramp, die als „St.-Elisabethsvloed" in de geschiedenisboeken vermeld staat, gingen zestien dorpen ten onder. Naar schatting 20 tot 30.000 mensen verdron ken of moesten vluchten. Alhoewel, vooral in de noor delijke Biesboseh in de loop der jaren vruchtbare land- bouwpolders, waar granen en suikerbieten verbouwd worden, ingedijkt konden worden, bleven eb- en vloed- stromen over grote gebieden heer en meester. De „open" Biesboseh werd het domein van talloze zangvogels, rei gers en ganzen, en verder van vissers, ri-etsnijders en griendhakkers. In de oorlogswinter 1944 1945 onderhielden line-cros- sers met hun kano's via de Biesboseh verbindingen tus sen het nog bezette noorden en reeds bevrijde zuiden. Na de oorlog nam de water recreatie een hoge vlucht. Er kwamen diverse jachtha vens. De nieuwe haven van Drimmelen, op korte afstand van de machtige Amercen- trales van de PNEM, die aan ongeveer duizend bnter ligplaats biedt, is verrewe- de grootste. Maar nog deze maand word' de macht van het getijdenwa ter aan banden gelegd door de sluiting van het Haring vliet tussen Goeree en Voor- Deze afdamming vormt een onderdeel van de serie kunst werken, waarmee de eeuwig door water bedreigde lage land-en aan de zee, die in de nacht van 1 op 2 februari 1953 opnieuw werden ver rast door een watersnood, de zee in het zuidwestelijke del tagebied voorgoed hopen te keren. Door het vervallen van de getijstromen zal de planten groei in de Biesboseh sterk gaan veranderen. Sommigen zijn bevreesd, dat in de Bies boseh een homogene brand netelvegetatie zal ontstaan tot twee meter hoog, zoals op afgedamde grienden is geschied. Anderen verwachten, dat er op de duur meer afzonderlij ke plantensoorten zullen te rugkeren. Het Instituut voor Systematische Plantkunde van de Rijksuniversiteit in Utrecht zal naar de vegeta tieve ontwikkelingen een on derzoek instellen. De studie staat onder leiding van de heer H. de Boois, die hierop te zijn-ertdjd wil promoveren. Maar het specifieke karak ter van de Biesboseh wordt door andere werken even eens rigoureus gewijzigd. Als schakel in het landelijke (zelfs internationale) 380 kV koppelnet werd dwars over de Biesboseh een hoogspan ningsleiding aangelegd van Geertruidenberg naar Krim pen aan d-e Lek. Het meest ingrijpend is ech ter de aanleg van vier reus achtige waterbekkens, die over enige tijd 500 miljoen kubieke meter water per jaar moeten leveren. Aller eerst voor Rotterdam-Rijn mond, binnen enkele jaren ook voor Zeeland en na 1980 tevens voor West-Brabant. In opdracht van de N.V. Wa- terwinningbedrijf Brabantse Biesboseh, waarin de stad Rotterdam en de provincie Noord-Brabant participeren, is gemeentewerken Rotter dam al sinds Kerstmis vorig jaar bezig met de aanleg van d<e zuiveringsbekkens „Petrusplaat" (105 ha) en „Honderd en Dertig" (219 ha). Wanneer deze bekkens ge reed zijn, begint men met de aanleg van twee nog grotere voorraadbekkens, nl. „De Gijster" (320 ha) en „Zui derklip" (402 ha). Dezer dagen begint op grote schaal de verscheping van in totaal 23 miljoen kubieke me ter zand, dat door enorme zuigers .gewonnen wordt in dë wBiesbosch-waterbekkens, naar het circa 16 km weste lijker gelegen Industrieter rein Moerdijk, dat meer dan 2000 ha groot wordt. Helaas zullen de waterbek kens niet gebruikt kunnen worden voor de watersport. Aanvankelijk leek het er zelfs op, dat door voornoem de technische werken de na tuur en de gehele waterre creatie van de Brabantse Biesboseh onder de voet zou worden gelopen. De gemeen te Made en Drimmelen, bin nen welks grenzen de Bies boseh ligt, is er evenwel met steun van een groot aantal nstanties in geslaagd een troots plan op te zetten, om tussen de spaarbekkens in de Tetijloze Biesboseh een na tionaal park op te richten. Misschien wordt er van de Biesboseh dus nog iéts ge red

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 27