Het recente drama in de prof- wielersport heeft uitgewezen dat bouwen op een basis van sponsor- financiën gelijk staat met leven op een vulkaan. Maar topsport zónder geldelijke steun wordt steeds meer een onmogelijkheid. Het maakt de vraag weer aktueel in hoeverre is sport en reclame te combineren? Russian look van naturel Cotona. Wasbare Mouton garnering. Maten 36 t/m 46 I Tegenstander I.O.C.: amateurstatus handhaven Voorstander K.N.V.B.: graag nog meer reclame Tegenstander K.N.S.B.: reclame gaf problemen Voorstander N.H.V.: toch wat huiverig Huiverig Vulkaan Tegenstander Voorzichtig Overleg Vooruitgang „Commercial" vrn uit door JEAN NELISSEN Is de reclame een weldaad of een groot gevaar voor de sport 0 v W Op een milde zomer avond op een terras er gens in het Italiaanse stadje Imola vertelde Ton Vissers in 1968 een anekdote. De ploeglei der van Willem II had in de week voorafgaan de, wandelend door het hoofdgebouw van de Valkenswaardse sigaren fabriek, de direkteur ontmoet. De man was blijven staan en had be leefd gevraagd „En, mijnheer Vissers, gaat het een beetje met de fietsers?". Na het be vestigend antwoord mompelde de direk teur: „Mooi zo" en liep door. De hele wieler ploeg was hem volko men vreemd. En toch betaalde het concern er jaarlijks 800.000, aan. Kennelijk was de sport- groep dus een geesteskind van de publiciteitsafdeling die in haar strijd om de si gaar aan de man te brengen, de waarde van reclame via sport had onderkend. Zegt twee jaar later publiciteits- chef Wim Oepts: „Als je al tijd gewerkt hebt met dooie en koude neonreclames op een dak en met spandoeken wÜ je wel eens wat anders. Een levende reclame. Als een sportman met je naam op zijn borst rijdt zit daar een beeld aan vast. De sym pathie die Rik van Looy had kon ook op ons overslaan. Maar er zit ook een risico in sportreclame. Wie Van Looy niet mocht zou ons ook niet mogen". De commercie in de sport. Een weldaad of een gevaar? Vooropgesteldindustriële concerns zijn geen charita tieve instellingen. Er wordt dus voordeel verwacht van de „sympathie" voor de sport. Slechts hier en daar is dat niet het geval, zoals bij het Philips-concern dat voor al sedert dit jaar de voet balclub PSV in een finan cieel innige omarming houdt. Publiciteitsdirecteur voor Nederland C. Wirtz: „PSV kun je wel rangschikken on der het hoofd passieve re creatie. Voor de streek waar zovele werknemers wonen wil Philips gewoon iets doen om er het leefklimaat een beetje aantrekkelijker te ma ken. En daartoe kan een voetbalclub bijdragen. Maar uit reclame-oogpunt? Nee. De bekendheid van ons merk is in Nederland immers erg groot. Wij zijn het meest ge adverteerde merk en daar om doen wij in de sport vrij wel niets. We hebben alleen in het Olympisch Stadion te Amsterdam en in het Feijen- oordstadion reclameborden. Maar dat komt omdat we daarmee onze buitenlandse vestigingen een plezier wil len doen als daar cupvoetbal wordt gespeeld en via de te levisie wordt uitgezonden". Voor het overige: door die sportreclame graag meer omzet,,graag meer winst. Het zijn vooral de fabrikan ten van impulsartikelen zo als sigaretten, drank en cho colade die als sponsors in de sport optreden. Bij dit soort artikelen komt het vooral er op aan frequent onder de aandacht van het publiek te komen. Men mikt daarbij op de supporters van de sport man, want de atleet zelf doet er immers goed aan niet te roken noch te drinken. Het behoeft geen betoog dat door de sponsors in de sport de mogelijkheden van perfectie zeer verruimd zijn. De gel delijke injecties van de con cerns hebben niet alleen de wijze van voorbereiding enorm verbeterd maar ook de welstand van de sportlie den omhoog gebracht. En toch is men bij vele nationa le bonden huiverig voor die zelfde sponsors. o Bouwen op een basis van financiële injecties van spon sors is immers leven op een vulkaan. Dat heeft het recen te drama in de profwieler sport bewezen. Met hetzelfde gemak als waarmee ze erin stappen keren de publici- teitsmensen, onrustig speu rend naar nóg betere moge lijkheden, zich van de sport af als ze niet meer aan het (reclame)-doel beantwoordt, als de kampioenen hun ge vecht tegen de tijd en de ja ren verliezen en goede opvol gers uitblijven. Dan is het „niet meer zo interessant", en dan kan. zoals in de wie lersport, in één week het fundament wegvallen. Ondanks dat grote gevaar zoekt de sport de sponsors de laatste jaren meer dan om gekeerd. Want wie aan sport doet, wordt immers vaak be heerst door een wedstrijd element, door een gevoel de prestatie, te moeten op schroeven. En die zucht zoekt een uitweg in het ver ruimen van de trainings- en andere mogelijkheden. Dus toch weer de sponsor. De commercie in de sport vindt nog altijd zijn grootste tegenstander in het vergrijs de Internationale Olympi sche Comité (IOC) dat nog onlangs tijdens het congres te Amsterdam de vinger waarschuwend heeft opge stoken tegen iedereen die het edele principe van de amateurstatus geweld wil aandoen. En voortvloeiend daaruit bestaat er juist bij de takken van sport die het innigst wortelen in de Olym pische Spelen de grootste „afkeer" van reclame en sponsors. Situatie in Neder land. Atletiekbond KNAU Geen enkele betaalde re clame is toegestaan. Alleen enige topatleten hebben schoenen gekregen van Pu- ma en Adidas. Maar dit heeft reeds de toorn opge wekt van de Internationale Atletiekfederatie die momen teel nog tobt over het zgn. „witte-schoenenplan". Men wil zelfs de witte banden, die een bepaald merk schoen zo herkenbaar maken, gaan verbieden. Zegt desondanks P. v. d. Meer, hoofd van het bondsbureau: „Wij zouden het wel toejuichen als de at leten op een beschaafde ma nier reclame konden maken en daardoor enige sponsors de atletieksport op een hoger plan konden brengen". Met dat „beschaafd" bedoelt de chef van het bondsbureau, dat men liever niet ziet dat atleten met een bier- of rook artikelenreclame zouden gaan lopen. Schaatsbond (KNSB): Geen enkele reclame is toegestaan. Bondsdirekteur W. G. Comello: „Vroeger verschenen onze topschaat- sers op de centrale trainin gen nog wel eens in een truitje met bier-reclame of sigarettenreclame. Daar werden dan foto's van ge maakt en dat bracht moei lijkheden. Vooral omdat wij met onze schaatsers zo aan de weg timmeren moeten we erg voorzichtig zijn. Hoge bomen vangen veel wind. Daarom hebben we het dra gen van welke reclame dan ook verboden, zelfs tijdens trainingen". Wat doet de voetbalbond (KNVB)? Het dragen van re clame op trainingspakken is toegestaan evenals o.a. het meevoeren van tassen met reclame. Het voetbal bekijkt de reclame met een wat rui mere blik al heeft de UEFA bepaald dat reclame op wed- strijdkleding verboden is. Slechts een rugnummer en clubembleem zijn toege staan. Maar ook hier neigt men naar „meer". Hoofd do cumentatie J. v. d. Gumster zegt: „Er wordt veel druk uitgeoefend om meer recla me toe ie staan, er zijn ook al verschillende voorstellen gedaan. Maar de UEFA gaat voorlopig nog niet overstag". Sponsors in de sport. Zelfs tot de zaalsporten zijn ze doorgedrongen. Het Neder landse zaalhandbalteam wordt gesponsord door de Duitse firma Hummel (o.a. Puma). Ook een tiental clubs heeft een sponsor. Zo verschijnt de nationale kam pioen bij de heren, Sittardia, vandaag voor het eerst in trainingspakken van Adidas. Secretaris - penningmees ter van het N.H.V. Van der Voordt: „Wij stimuleren dat sponsoren niet. Wij zijn er huiverig van. Welke tegen prestaties moeten er gele verd worden? Blijft het wel bij een foto in de krant? Zul len de clubs hun zelfstandig heid niet verliezen?" Deson danks staat het N.H.V. het dragen van reclame op trai ningspakken toe. Maar als er sprake is van een drank- of sigarettenreclame, dan wel graag eerst even over leg. Zegt de heer Van der Voordt: „Wij verbieden deze reclame niet per se, maar we vinden ze ook niet pas send". In de volleybalwereld heeft een veertigtal clubs en spon sors elkaar gevonden. Voor beelden o.a. Delta Lloyd - AMVJ Amsterdam, Eminent - Blokkeer en Mars - Dos Den Bosch. Ook hier echter alleen reclame op trainings pakken. De conservatieven in de sport mogen dan nog zo veelvuldig ach en wee roepen en wijzen op de ver commercialisering van de sport, het kan niet ontkend worden dat door de sponsors voora] in Nederland in be paalde takken van sport vooruitgang is geboekt. In een land waar de overheid nog steeds van mening is dat de sport voor het merendeel door particulier initief gefi nancierd behoort te worden en waardoor dus internatio naal licht een achterstand zal ontstaan, zijn de spon sors zelfs bijna onmisbaar waar het erom gaat toppres taties op internationaal ni veau te leveren. Voorbeeld. De nationale zaalhandbal kampioen bij de heren Sit tardia ontmoette eind vorig jaar het Russische Trud in de Europacup. Voorberei ding van Sittardia: één of twee keer per week om tien uur 's avonds (dan pas kon iedereen aanwezig zijn!) trainen. Was er een sponsor geweest die de loonderving had betaald dan zouden onze handballers overdag veel in tensiever hebben kunnen trainen dan 's avonds laat na een vermoeiende dag taak. Dan waren ze niet zo kansloos geweest tegen de Russische staatsamateurs. Reclame in de sport. Cok hier: overdaad schaadt. Re cent voorbeeld: Bols in Ar gentinië bij Estudiantes-Feij- enoord. De tv-camera's kon den geen hoek bestrijken of men „ontmoette" er, zeer opvallend Bols. Jonkheer M L. De Block van Scheltinga publiciteitsmanager bij Lu cas Bols: „Iedereen vond het een prachtige stunt. In Eu ropa is zoiets niet mogelijk door de afspraken met de Eurovisie voor reclames langs net voetbalveld. Maar in Argentinië gold die af spraak niet". Desondanks was „Bols" die nacht voor veel mensen ook hinderlijk. o Sinds de commercie en de sport elkaar gevonden heb ben is er veel veranderd. Ten goede en ten kwade. Aan de ene kant slopen a-sportie ve elementen binnen. Spon sors kunnen een weldaad zijn. Maar men moet er wel voor waken dat de tijd komt dat een scheidsrechter om de tien minuten een wedstrijd affluit met de mededeling: Tijd voor 'n „commercial!"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 23