DEZE
WEEK
wan jan
mix
grap
mens
kreet
plaat
■vr:
van de week
van de week
van de week
van de week
vande week
vande week
met medewerking van
Jos Ahlers
Jet Bruinsma
Jan Koesen
Boet Kokke
Jan van Leeuwen (foto)
Paul C. Pet (foto)
Lex van Voorst (illustraties)
BERGEN
SENTA
ZENUWEN
VERTALING
LIEFDE
Beetje rot
ZATERDAGBIJLAGE VAN DE STEM/5 SEPTEMBER 1970
Za,
.uiJLAtot
Basisonderwijs moet
misschien vooral om
schreven worden ais dat
onderwijs waarbij peda
gogische fouten de meest
blijvende schade kunnen
aanrichten.
Barend Wijtman
u Mooie Barend Biesheu
vel is niet onknap, aan
trekkelijk genoeg om een
meisje naar huis te kun
nen brengen, maar ook
met het image dat zulks
bijzonder veilig kan ge
beuren, al weet je dat na
tuurlijk nooit.
Gerard van den Boomen
m Om de zaak te kunnen
veranderen moet je de
baas zijn. Je moet eerst
een schouwburg hebben
om hem te kunnen afbre
ken.
LodevAjk de Boer, Toneel
schrijver-regisseur.
Het beeld van de kunste
naar die zich in de buurt
van de goden ophoudt met
zijn muze op zijn schou
der, dat gaat niet langer.
Of hij het wil of niet, hij
is geëngageerd. Je niet
willen engageren is ook
'n vorm van engagement.
Marek Halter, schilder.
Als er niets aan de
luchtverontreiniging ge
daan wordt is het niet zo
dat in do betrokken gebie
den dagelijks grote aan
tallen mensen dood zullen
gaan. Als er niets gedaan
wordt komen we terecht
in gebieden waar alles
grauw is, waar geen bloe
men meer te vinden zijn,
waar de blauwe hemel
nauwelijks meer zicht
baar is en waar de zin
van menselijk bestaan ei
genlijk verloren is ge
gaan.
dr. K. Biersteker.
m Wie geen vat heeft op
vrouwen, heeft geen vat
op de wereld: dit is een
wet want de wereld is een
vrouw. Maar wie de we
reld wil veranderen, moet
dat natuurlijk wel doen in
plaats van vrouwen te
veranderen.
Harry Mulisch
a Hé. Jansen, kerelHoe gaat
het er mee. Drink er eentje van mü,
zeg. Nog iteeds bü de politie
B Een pilsje graag. Verdomd,
zeg, dat is een lange tijd. Ja, we
hebben het druk de laatste tijd. Hoe
is het bij de marine
a o, ik mag niet mopperen. Een
beetje vroeg op, maar we hebben af
en toe toch onze ontspanning.
B Was jij ook bij die jongens uit
Den Helder?
A Natuurlijk. Als ik uit naam van
Oranje en Jan de Witt met mijn
koppel kan uithalen op ongewassen
rapalje-lijven. zal ik het niet laten.
B Dat we mekaar die avond niet
hebben gezien. Ik had ook dienst,
maar ja, als je met je zijspan over
tenen wil rijden moet je goed uit
kijken.
A Ja Jansen, ik zal die avond
nooit vergeten. Er was een vrouw,
zeg, zeker vijf maanden heen. En ik
met de maten erop af. Heerlijk man,
we knapten er van op na die taaie
kazernedienst. Er was een ouwe man
in een rolstoel die wou protesteren,
maar die knalden we gelijk tegen
de muur. Wat hebben we gelachen
die avond.
B Ja man, wij ook. Ik zit al heel
wat jaartjes in het vak, maar op zo'n
avond voel je pas waarom je in
dienst bent. Ik had een collega die
mocht steigeren met zijn paard op
voorhoofdshoogte. Had je die man
na afloop moeten zien. Zeker twintig
jaar jonger.
A He, Jansen, kijk es wie daar
binnenkomt. Rosse Henk. Hé kerel,
hoe is het met de ontucht Betaalt
die nog lekker
C Een piilsje graag. Ja jongens,
ik kom er effen bijzitten. Nu we toch
regelmatig samenwerkenkom
es langs als jullie Ijet moeilijk heb
ben. Collega's onder elkaar.
B Dat kan ik niet maken in
diensttijd. Maar ik wil je wel zeggen:
jullie hadden het goed voor elkaar.
Die honkbalknuppel was een vondst.
Ik heb collega's die mompelden: „Dat
we daar niet aan gedacht hadden."
A Weet je wat ik nou zo belazerd
vind. Kijk, je bazen vinden het stie
kem wel mooi wat je doet, maar ze
moeten je officieel een berisping ge
ven. En dat in deze tijd. Je veegt de
boel schoon, en dan liggen ze nog te
lamenteren.
B Ja, jongen. Dat
het ondankbare van
dienst.
s nou eenmaal
de overheids-
C Zeg jongens, nemen jullie er
eentje van mij. Ja, het was weer net
als vroeger, toen we die nozems te
gen de vlakten maaiden. Is dat al
vijf jaar geleden, vroeg ik mijn
vrouw. We worden oud. jongens,
voordat we het weten.
B Nou, ik stap eens op. Het was
leuk om jullie weer eens gezien te
hebben. Je vervreemdt anders zo
gauw. J. K.
Als U, dames, van plan
bent Zwitserland te bezoe
ken, dan doet U er goed
aan alléén aan bergen te
denken. Als ik tenminste
het damesblad „Elle"
mag geloven, dat de leze
ressen wilde vergasten op
foto's van de mooiste
mannen die er in het land
te vinden zijn. Dit was het
resultaat:
„Wekenlang liepen wij,
redactrices van Elle,
spiedend door de straten
op zoek naar mannelijke
schoonheid. Wij wilden ze
U presenteren: werkelijk
mooie, klassiek schone
Zwitsers, met Grieks pro
fiel, Romeinse neus, edel
figuur, stralende jeugd.
Wfj zochten en zochten
en toen we er ten langen
leste een vonden en aan
spraken, bleek het prompt
een gastarbeider te zijn".
En dan te bedenken dat
Zwitserse politici nog
steeds doende zijn om
vreemdelingen het land
uit te 1 jgen. Vrouwenha
ters ongetwijfeld.
Walter Scheel, de West-
duitse minister van Buiten
landse Zaken, wordt na
zijn succes in Moskou
door talloze Duitse perio
dieken beschreven als de
man met de onverwoest-
b e charme, die zelfs de
Russen deed smelten.
Scheel zelf bouwt ijverig
mee aan zijn image door
het doen van uitspraken
die niet alledaags zijn.
Door „Stern" gevraagd
of hij tijdens- de onderhan
delingen met Gromyko de
Rus op het punt van ster
ke zenuwen kon bijhou
den, antwoordt Scheel:
„Ja, Gromyko heeft uit
stekende zenuwen. Maar
ik ben tot n-u toe niemand
tegengekomen die sterke-
re zenuwen heeft dan ik".
Vrouwen zéggen natuur
lijk een heleboel, maar
wat bedóèlen ze met wat
ze zeggen? Esther Vilar
heeft de moeite genomen
in een boekje dat „De ge
dresseerde man" heet,
een aantal veelgehoorde
vrouwenuitspraken over
de man te vertalen. Dat
gaat dan z6: als een
vrouw zegt „ik wil me bij
mijn man geborgen voe
len", bedoelt ze: „hij
moet niet bij me aanko
men met geldzorgén."
Zegt een vrouw: „Je moet
tegen een man kun
nen opzien", dan versta
men: „mijn man moet in
telligenter, verantwoorde-
lijker, moediger, sterker
en ijveriger ziin dan ik
wat moet ik anders met
hem beginnen?". En zegt
ze liefjes: „Ik wil alle
kleine zorgen van hem af
nemen", dan betekent
dat: „Ik zal alles doen
om hem niet van zijn
werk af te houden."
Esther Vilar is, mag ik
aannemen, een vrouw.
Liefde is schitterend
maar in Bolzano woont
een tandarts tegen wie U
het woord voorlopig beter
niet in de mond kunt ne
men. Bij zijn terugkeer
van vakantie vond de
tandarts een telefoonreke
ning van achtendertig
luizend vierhonderd vijf
tig gulden. Blij dat hij de
overheid weer eens op 'n
blunder betrapte spoedde
de man zich ,ar het tele
foonkantoor, waar bleek,
dat de rekening klopte:
's man& dienstmeisje had
de acht en dertig mille
vertelefoneerd met een
naar Canada geëmigreer
de geliefde. De rekening
is door de tandarts vol
daan. <b.K.)
llc droomde dat ik
dood was. Ik kom
bij Petrus en die zegt
Ga maar naar het vagevuur. Ik
zeg tegen Petrus: dat had ik niet
verwacht, ik heb het op de aarde
ook al niet leuk gehad. Petrus
vraagt: wat hebt ge dan gedaan?
Ik was de butler van mevrouw
Mommersteeg in Vlijmen. O, zegt
Petrus, had dat eerder verteld.
Kom binnen, ge hoort thuis in de
afdeling martelaren.
Koffie? Ik zondig, ik pak een
pint. Als ge ook zin hebt in een
pilske? Ja, ik ben nu 25 jaar hier.
Vroeger was ik de huisknecht, dat
is later verzacht tot huisbediende.
Dat klinkt veel sympathieker. Als
er Engelsen over de vloer komen
ben ik de butler. Kent U die van de
Engelse graaf? Die had ook een
butler en op een avond had hij
James al twaalf keer geroepen.
James ligt net in bed of er wordt
voor de dertiende keer gebeld. Hij
staat op, kleedt zich weer aan en
gaat naar beneden. Hebt U ge
scheld heer baron? Ja James, hou
even je hand voor mijn mond, ik
moet geeuwen. Ik schrijf die mop
pen allemaal op in een boekje.
Een paar woorden en dan weet ik
het wel. Er komt een moeder met
haar kind bij de psychiater. Dok
ter, zegt ze, mijn kind denkt dat
ze een kip is. Is dat al lang zo,
vraagt de psychiater. Ja, zegt ze,
al een jaar of vier, vijf. Waarom
bent U dan in hemelsnaam niet
eerder gekomen, vraagt de psy
chiater. We konden de eieren zo
slecht missen dokter. Ik kan niet
serieus zijn, het leven is toch al
ernstig genoeg. Ik heb eigenlijk
schrijver willen worden. Ik heb
ooit een stukje naar een krant ge
stuurd, maar ik heb er nooit wat
op gehoord. Toen zeiden ze: Frans
ge moet maar pastoor worden,
maar dat zag ik niet. Ik heb nog
een tijdje in de bloemen gezeten
en toen kwam ik terecht op de ab
dij Mariënkroon. Voor één gulden
per week verzorgde ik daar in de
oorlog de priesterstudenten. Het
was er erg gezellig, maar toen ze
er over begonnen dat ik maar
broeder moest worden ben ik naar
dit huis gekomen. Ik kon toen nog
niks, ik was alleen expert in
schrobben. De laatste twaalf, der
tien jaar kook ik ook. Er moesten
steeds nieuwe meisjes voor de
keuken komen. Ik kook nou be
hoorlijk. Mijn lievelingskostje is
goulash en ik heb een grote he
kel aan koper- en zilverpoetsen.
Nee, trouwplannen heb ik nooit
gehad. Ik heb wel veel blauwtjes
gelopen. De meisjes zeiden altijd:
Frans je bemit een aardige knul,
maar hoe zit dat straks met de
centen? Nou en dan ging het weer
over, maar ik kan toch altijd nog
trouwen, ik ben nog maar 47.
Ken je die over het trouwen? De
zoon des huizes gaat trouwen en
zijn vader waarschuwt hem: Jan,
maak noodt een sleur van je hu
welijk. Heb ik ook niet gedaan.
Kom maar eens mee. Ze gaan
naar de ouderlijke slaapkamer en
vader klimt een trap op en boven
op een kast. Dan duikt hij zo op
het bed. Kijk, zegt hij, dat is de
hertensprong. Dat is eens een keer
wat anders dan altijd maar ge
woon in bed stappen. Moet je ook
doen. Zes dagen later komt er een
telegram van Jan uit Italië. Her
tensprong mislukt, gewei gebro
ken.
Ik ben erg aan Vlijmen gehecht.
Ik ben hier ook al dertig jaar Sin
terklaas. Maar nou gaat mevrouw
kleiner wonen en verhuizen we
naar Den Bosch. Hier ben ik ie
mand, in Den Bosch ben ik straks
een nul. Misschien dat de buren
daar straks wel eens genadig zul
len knikken. Dag meneer, dag
Frans. Hier, lusten jullie nu iets
pittigers? Ik zal even de bokaal-
tjes halen. Nee, dit is een cham
pagneglas en dit is een bourgog
neglas. Dit is gewoon wijnglas
voor rode wijn en dit is voor wit
te wijn. Witte wijn was vroeger
nogal eens troebel en daarom vat
ten ze daarvoor een gekleurd glas.
Als de familie vroeger met vakan
tie ging hing ik een bezem uit met
een stofdoek er aan. Vlijmen zei
dan: Frans heeft weer vrij hof.
Zeg brave ziel, laat je pils niet
koud worden. Ik hou van alles wat
Eppo Doeve maakt, ik hou van ou
de bidprentjes, van moppen en van
bier. Feessies vind ik zalig. Ze
zeggen wel eens: als Frans niet
elke week een feest heeft gaat ie
dood, maar zo erg is het niet. In
mijn branche moet je natuurlijk
formeel zijn, maar ik ging wel
eens buiten mijn boekie. Op een
groot diner vroeg mevrouw eens
om de pudding en toen zei ik: Het
spijt me, ik ben uitverkocht. Maar
meneer hield ook erg van mop
pen. Als hij op vakantie Was
schreef ik hem herderlijke brie
ven over het gedrag van de inboor
lingen hier. Dat vond meneer heer
lijk, daar genoot die mens van.
Ik heb hem op zijn sterfbed nog
moppen moeten vertellen. Ik ga
elk jaar met een bus naar Oosten
rijk. En dan grappen maken hè.
De laatste keer had ik een wek
ker meegenomen en die liet ik in
de bus aflopen. Ze gierden van het
lachen en een mevrouw zei: Ge
zou niet zeggen dat gij niet ge
trouwd bent.
En waarom kijkt een haan eerst
naar boven voordat hij op een kip
kruipt? Hij dankt dan Onze Lieve
Heer dat de kip geen broek aan
heeft. En dan die twee wormen die
boven het zand uitsteken. Zegt die
ene worm: ik hou van jou. Dat zal
best, zeg de ander, je bent mijn
achtereind. Eigenlijk zou ik al
mijn moppen op een bandrecorder
moeten zetten. Ik heb wel mate
riaal voor twee boeken. Ja, ook
nogal wat schuine. Ge kent die van
de tweeling Pietje en Jantje. Nee?
Mooi, mooi. Jantje zegt tegen Piet
je, ik geloof dat we iets nieuws
krijgen, een bloesje of een broek
je. Pa zei tegen moe: ik zal hem
vanavond wel eens van katoen ge
ven. O, dat is de telefoon. Even
luisteren welke inboorling ons nou
weer lastig valt. Mooi kastje hè?
Is duizenden waard. Als je aan
het slot komt gaat er een belletje.
Een voorzorgsmaatregel. Je weet
het nooit met dat personeel van
tegenwoordig. HieT, mijn onder
scheiding van de Nederlandse Ver
eniging van Huisvrouwen. Kijk er
wel even heel eerbiedig naar. Ik
ben de eerste man in Nederland
die deze onderscheiding kreeg. Ja,
dat is de bijbehorende oorkonde.
Niks bijzonders hoor, maar die
mensen hebben er hun best op ge
daan. Nog een pint? Dat spul is
wel lekker hè? Die dat uitgevon
den heeft moet een standbeeld
hebben. Een Indiaan rijdt met z'n
paard naar de city en gaat de apo
theek binnen. Mag ik voor vijftien
gulden hoestdrahk, vraagt hij. Is
de hele stam soms verkouden, in
formeert de apotheker. Nee, zegt
de Indiaan, we vinden het zo lek
ker op de pannekoeken. Valt er
een vent van de toren. Roept een
ander hem na. Sjef, blijf maar ge
lijk beneden, het is toch zo
schafttijd. Wat mankeert jou dan,
heb je last van aambeien? Nee, ik
ga morgen trouwen en nou heb ik
vast krulspelden gezet. Foei foei
Frans schaamde oe eigen niet?
Ik ben wel benieuwd wat ge hier
van gaat maken. Saai is het niet
geweest, dacht ik. De gids bij de
kabelbaan zegt: ziet U die rots
punt, het vorig jaar is daar een
meisje omlaag gesprongen. Uit
verdriet? Nee, uit Helmond. Ajuus,
blijf braaf.
(J.A.)
Het enige voordeel
van al die
Zuidamerikaanse
toestanden in
Nederland is dat
mensen die altijd
gedroomd hebben
van Copacabana
nou gewoon naar
het strand van
Wassenaar kunnen
Duitsland pleegt meer
showbusiness figuren te
ex- dan importeren.
Begrijpelijk dus de trots
over de geslaagde uit-
voer-artikelen, waaronder
zeker filmster Senta Ber
ger te rekenen valt. Neue
Revu citeert met voldoe
ning het volgende getuig
schrift van de hand van
Robert de Dief van
Washington Wagner:
„Ze straalt warmte uit.
Ze is temperamentvol en
vleierig, romantisch en
sexy tegelijk. Dat moet
mannen fascineren".
door WIM WENNEKES
Twee uur in de middag. Bij
de hoofdingang van het
Hilversumse VARA-com-
plex staat Koos Postema
al te wachten,: „Zo, ben jij
het? Ja, je bait het. Goed.
Nou, ik ben het' ook, du:
zijn we compleet. Zeg eh....
alleen één ding. Je had me
bij mij thuis willen pak
ken, maar dat lukt niet. Ik
moet zo weg. Sorry hoor,
het kan niet anders. Wat
dacht je: half uurtje, twin
tig minuten? Dan heb je
wel genoeg, hè? Weet je
wat? We duiken 'n VARA-
villa in en dan zien we
I wel".
De Vara-villa. Voor de
deur drie vereoi)gde-ar-
beiders-radio-meisjes, die
hun lunchuurtje gebruiken
om te zonnen. (Dag meisjes
dag Koos dat zijn onze
Vara-meisjes die moet je
goeie dag zeggen.)
Eerste etage. "Kom, gaan
we in de kamer van Hans
Jacobs zitten, de nieuwe
baas. Die is voorlopig toch
nog niet hier en het is lek
ker rustig daar."
Die rust valt tegen. Een
tiental telefoontjes 'Nee, I
die is er niet. Zal zo wel
komen' binnen rennende
secretaresses, vier hoofden J
die even om de deur kijken I
en een man die voor drie I
tientjes twee kaartjes van I
Koos voor FeijenoordEstu-
diantes overneemt, brengen
de dikbuikige Vara-presenta-
tor een beetje in verlegen
heid: "Je moet 't me maar
niet kwalijk nemen hoor,
maar het komt allemaal een
beetje rot uit vandaag."
Nestelt zich in een stoel
voeten op de zitting, armen j
om de knieën heen. Even te
rugblikken op het zomersei
zoen, waarin Koos Postema
Nederland verraste met een
fris actualiteiten-amuse
mentsprogramma: "Zo
maar een zomeravond'.' Af
gelopen zaterdag ging de
laatste aflevering de lucht
in. Tevreden?
Rij; "Ja. Zeer tevreden.
Waar dat kan ook bijna niet
anders. De formule was ge
woon ijzersterk. Beetje ac
tualiteiten, zangeresje,
zangertje, spelletje, top-
vedette, praatje. Dat is het
wel. Die mengvorm ligt me
®rg goed. En weet je wat
het is? Het publiek raakt er
wan z'n leven niet op uit ge
keken. De presentator gaat
ze misschien op een bepaald
moment vervelen, maar de
formule noodt of te nimmer.
We gaan er van de winter
sok mee door. Natuurlijk on
der een andere naam, maar
dat ligt voor de hand. Het
de bedoeling dat het nu op
tte woensdagavonden de
lucht in gaat. Via Nederland
U. Dat houdt in, dat we gaan
concurreren (sarcastische
glimlach) met de NOS-
"Joofdfilm en. het voet
bal. Een harde dobber, ik
Nou hèb ik
eindelijk voor een
boel geld een loge
bemachtigd waar
ik de hond óók nog
mag meenemen
en nou gebeurt
d'r geen barst meer
uit Paris Match