Laatste natuurmens
van de Peel
een
"Fabelt j esland"
in China
serieuze zaak
Nieuwe wetenschap: TOEGEPASTE TAALKUNDE
2
tl
rossenhut
een kwaje
woestenijen
polderjongens
hele rijkdom
geen fleske
Modernisering
Wat doe je?
ZON DA
Tribune
Staanplaat
Huiten
ï?38Üi£r*- Tho,™rt'"t
DE STEM
U'en bouwval waaraan werke-
lijk niets schilderachtigs te
ontdekken valt, verschaft hem
onderdak. Vijftien, vijfentwintig
hondjes huizen er eveneens.
Groot en klein, maar allemaal
buitengewoon brutaal. Hijzelf,
klein en tenger overblijfsel uit de
- tijd van streekromans, staat er
wat verloren bij.
De broek van ribbelstot zit met
touw om het middel vastgesnoerd.
Kapotte klompen ontbreken niet, net
zo min als de volmaakte wanorde in
de werkplaats annex huiskamer. Er
staan stoelen, fornuizen, machinerie
ën, kisten en kasten overal. Een
bende vette bromvliegen verzorgt
een eindeloos concert. Dat alles: de
leefwereld van een unieke zonder
ling.
Gerrit Kivits luidt officieel de
naam, .maar niemand kent hem zo.
„Grad-Sientje zeggen ze meestal
hier. Da's zoveul als Gerrit, zoon
van moeder Sientje".
De laatste natuurmens van de
Peel wordt hij verder wel genoemd,
verdreven naar het uiterste puntje
van Brabant, ergens op de grens
met Limburg. Alles is oud hier,
vervallen en vervuild. Maar geen
spoor van ontevredenheid, integen
deel.
„Dit huiske zou ik voor de
schoonste bungalow niet willen rui
len. Twee gulden veertig huur be
taal ik nu per week. En nog elek
trisch ook. Het is de eerste kBer van
mijn leven. We hebben vroeger op
de Halve Maan gewoond, aan gene
kant van het spoor. Toen zaten we
ook wel in een rossenhut. Heel ple
zierig, vader en moeder hebben er
altijd goede aard gehad. Wij ook
trouwens. Nog later zijn we uit die
plaggenhut gegaan. In de spoorgraaf
hebben we daarna een tijd gezeten.
Met een dek over ons heen. Dit hier
bevalt me best, de ouwelui hebben
het nooit zo getroffen. Ja waarach
tig, en nog nooit Hebben we ook
zoveel in de belangstelling gestaan
als net nu. Ze kennen me overal.
Zelfs kinderen al. Tot vijf kilometer
in de omtrek wel. Ik ben °r voort
aan gewend geraakt hoor. Als het
mooi weer is zondags komen ze hier
naar binnen loeren. En foto's maken.
Ouders met kinderen overal. Ze gie
chelen maar wat. Mensen als ik
worden een bezienswaardigheid. Ze
zijn al zeldzaam. Ik ben wel popu
lair ja. Maar ze brengen me toch
niet boven mijn paardje. Recht voor
de boeg ben ik. Tegen iedereen
moet ge kunnen praten zo ge wilt.
Flemen of flikflooien lijkt me niet.
Ik verschoon geen man, zo ben ik
altijd door het leven gegaan. Je
maakt er kwaaj vrienden mee, en
rijk wor je er ook niet van. Maar
daar geef ik niks om. Met geld heb
je ook niet alles. Tegen wit kan ik
nou eenmaal geen zwart zeggen. Zo
zit dat. De mensen hier zijn het
gewoon van me Die praten net alsof
er niks hapert. Ik ga ook ieder jaar
met de AOW'ers uit het dorp op
stap. Ja, we zijn er wel bij als er
wat te doen is. Of ze het niet gek
vinden zo'n oermens in him midden?
Neejje, neejje, neejje lang niet. Ik
hoor er toch bij".
In zijn armzalige stulp kitst Grad-
Sientje een tabaksrest op de ce-
mentvloer als om er zijn woorden
kracht mee bij te zetten. De bereid
heid krasse dingen te zeggen, de
monstreert hij aanhoudend haast.
„Die van de Kivit stonden nooit erg
hoog aangeschreven vroeger. We la
zen de Telegraaf, daar was je al een
kwaje door. Ook zagen ze niet graag
dat je naar de bioscoop in Helmond
ging. Ik zal het oe nog sterker
vertellen: Als ze van school kwamen
moesten de kerels vroeger gelijk
naar de Peel. Maar het vrouwvolk
mocht niks tegen de armoe doen.
Toen iemand het heeft doorgezet,
dat ook meisjes bij de Philips kon
den gaan werken is daar verschrik
kelijk scherp over gedaan vanaf de
preekstoel".
Gradje Kivits is met zijn 77 jaar
(„Ja, sinds 21 maart alweer") een
van de oudste peelkluizenaars, vol
komen vertrouwd met het vroegere
veengebied. „Voor eigen gebruik
steek ik nog wel eens. Maar de klot
zint me niet erg de laatste tijd. Veel
zit onder water bij al dat natte
weer. Vroeger ging het beter. Toen
was Deurne wel de rijkste gemeente
van Nederland door die turf. Een
miljoenenparadijs. Maar ze hadden
er meer uit kunnen halen. Het is
gelijk verknoeid. De natuur heeft
veel gelejen Ik betreur die jongelui
van nu. Dan hadden wij toch een
heel andere wildernis. Eenden, vo-
gelkes je zag ze overal. Wel
honderdduzend. Hele woestenijen
hier. We waren ermee opgegroeid.
Als ge graag gingt vissen, dan deed
ge dat. Het is gelijk veranderd alle
maal. Ik geleuf dat ik nog wel weet
dat Deurne 6.000 inwoners had.
Toen was het dorp nog niet zoveel.
Tussen de verschillende groepen
klopte het niet erg, ik spreek er
voor. Vechten en bierdrinken kon je
iedere dag. Een gemengd volkje hè.
Als dat onder mekaar kwam, gingen
ze meteen op de vuist. Altijd grote
criminatie. Zelfs op de fabrieken
vertikten de verschillende groepen
het om bij mekaar te gaan schaften.
Ik was zeven toen ik voor het eerst
naar school toe ging. Een uur lopen
van huis uit. De fraters moesten ons
begeleiden onderweg. Anders had je
best kans dat het tot vechten kwam.
Zal ik oe eens krek vertellen wan
neer ik weg kon? In de derde klas
was dat, toen ik dertien werd. Geen
tijd meer om met ons moeder en de
geiten te ravotten in de Peel".
Tot aan de eerste wereldoorlog
heb ik in het veen gezeten. Als
grondwerker m los arbeider. We zijn
wel naar fabrieken gegaan, maar dat
was meer voor de wintertijd. Zo
gauw de leeuwerik begon te komen,
dan trokken we weer naar buiten.
Omdat het hier slap werd ben ik
later weggegaan. De grootste lonen
liep ik na, eerlijk is eerlijk. Op de
mijn ben ik bijvoorbeeld geweest.
De Julia heb ik mee af helpen
diepen. Verder op de wegenbouw en
bij de Maaskanalisatie in Belfeld en
Boxmeer. Je sliep dan met de pol
derjongens in een keet. Ik pakte
altijd alles aan, maar het liefst had
ik toch wel een stukje gereedschap
in mijn hand. Ja, wij zijn misschien
niet zo groot van gestalte maar on
noemelijk taai. Ze hebben er ons nog
nooit ergens uitgewerkt. Ons vader
vooral. Een goeie werker. En een
fijne werker, daar gaat niks aan af.
Maar ik kan de schop ook nog heel
goed hanteren hoor. Het komt door
mijn vee. Mijn broers Driek, Sjef,
en Puntje zeggen het ook, net als
mijn zuster Ciska. Die dieren hou
den je in beweging. Zien ze er niet
goed uit, mijn hondjes? Zeven bro
den per week geef ik ze wel. Achter
heb ik nog twee sikkies. Eentje heet
er Mieme. Mijn honden kan ik geen
namen meer geven. Weet niet hoe
veel het er zijn. Nou roep ik zo
maar. Dan komen ze van eigens wel.
D'n dieje, dat is een gehaaide zeg.
Maar trouw en aan me gehecht als
geen ander. Als ik weg ben geweest
komen ze me op straat al tegen. Je
hebt er wei veel omkijken naar.
Laast lag ik in het ziekenhuis. Op
de scooter hadden ze me aangerejen.
Kop kapot, klomp kapot. Tegen de
dokter heb ik gezegd, dat ik niet
lang blijven kon vanwege mijn vee.
Ze hebben er kremkes in gezet en
na drie dagen was ik weer thuis. Op
het dorp zeiden ze al, dat ik be
diend was. Kom nou".
Afgezien van zijn veestapel, heeft
Grad-Sientje de zorg over 16 (kadu
ke) motoren. Ze vormen z'n kost
baarste bezit samen met een ooit
gekochte microscoop, een knots van
een verrekijker en de boekenserie
„wereld der wetenschap" waarvan
hij nu al dertien afleveringen bezit
zonder er ook maar een gelezen te
hebben. „Mijn eerste motor kocht ik
vijftig jaar terug voor drie gulden.
Nu heb ik een hele werkplaats, vol.
Er is er een bij waar ik vast mee
toeren ga. Ook als ik beuren moet
neem ik die mee. De twintigste van
elke maand krijg ik ouderdomsren
te. Vierhonderd gulden en twee cent
iedere keer. En dan beur ik nog
van de bouwvakkers. Niet eens een
tientje per maand, maar alla. Alles
bijeen toch een hele rijkdom. Vroe
ger hebben we toch verrekkes veel
armoe geleden. Maar we hadden er
geen erg in, zo hard moest er ge
werkt worden. Nu zijn ze nooit
meer tevreden. Die rotzooi begrijp
ik niet hè. Dat ze allemaal zo gauw
vergeten kunnen. De moderne tijd?
Ze menen er heel wat van, maar het
is niks tegenwoordig".
Voor zover de tijd het bij zijn
drukke werkzaamheden toelaat,
schildert Grad-Sientje dan nog wat.
's Avonds kijkt hij steevast naar tv.
„Tot de laatste berichten luister ik
alles af. De politiek die hou ik bij,
wat dacht je nou. Als je twee oorlo
gen hebt meegemaakt. Ook kranten
lees ik eiken dag. Alleen De Waar
heid heb ik laatst toch afbesteld.
Het werd me wat teveel allemaal".
De wonderlijke vrijgezel daar aan
de rand van de Peel zwijgt voor het
eerst sinds lange tijd. Is hij werke
lijk gelukkig met zijn primitief be
staan? „Ik zou niet anders willen.
Trouwen? Niks voor mij. Nooit tijd
voor gehad. Al mijn vrienden deden
het pas toen hun moeder stierf. De
mijne was twintig jaar geleden pas
aan de beurt. Dus ge ziet wel. Vanaf
toen woonde ik alleen. Verwaarlo
zing? Och, wat is dat? Gij onder-
komt, heeft de dokter eens voor
speld. Daar lach ik om. De oude
Wieger uit dat boek van Coolen, die
dokterde over ons. Krek of dat wij
mekaar trokken. Ik neem nooit de
moeite haast om te koken. Van huis
uit zijn we niet verwend. Wat moe
der verrig maakte, was ook maar
rauwe pot. Niks vervelend altijd
brood te moeten eten. Daar eet je je
ook niet te dik aan. Waarachtig, ik
ben nog weinig of nooit ziek ge
weest. Van de dokters hebben we
nooit iets gehad. Nog geen fleske
van een grarna. Bij de zusters kon ik
wel gaan eten, maar daar geef ik
totaal niks om. Dan moet ik op tijd
thuis zijn en dat is niks gedaan. Als
ik wegdoe, wil ik zelf uitmaken
wanneer ik terugkom".
Grad-Sientje lacht, een volle lach.
Twee kinderlijke ogen en een par
mantige snor doen mee. „Ik blijf
maar liever eigen baas" klinkt het
simpelweg. Dan sloft hij in de rich
ting van het fornuis, de laatste na
tuurmens uit de Peel. Zonder moeite
slurpt hij drie, vier bakken koffie
leeg. „Neejje, bang voor baksielen
ben ik niet". Gelukkig maar, want
het kopje is wel heel erg smerig.
(Door Norman Webster)
PEKING De meest populaire
en bekendste fabel in China is op
dit ogenblik die van „de oude man
die de bergen wilde afgreven". De
populariteit van deze fabel ligt niet
in het pittige, maar wel in het feit
dat Mao-Tse-Toeng hem heeft ge
bruikt in een van zijn artikelen.
Mao schreef dit artikel in 1945. Het
is één van de drie artikelen, die
door de Chinezen „trouw" worden
gelezen.
In deze drie artikelen vinden we
de „Oude man" in gezelschap van
twee helden, die hun leven gaven in
dienst van het Chinese communisme
tijdens de Japanse oorlog van 1937
tot 1945. Het zijn Chang Szu-teh van
het oude Achtste Route Legér, en
Norman Bethune, die Canadese dok
ter, die gedood werd bij het verzor
gen van communistische soldaten in
1939. De. term „trouw gelezen" is
geen loze kreet. Deze drie artikelen
zijn samen met Mao's rode boekje
het basis-leesmateriaal voor heel
China. Er zijn maar weinig geletter
de Chinezen, die deze verhalen niet
hebben gelezen. De anderen hebben
zo horen voorlezen via de radio of
publieke luidsprekers.
De Oude Man leefde heel lang
geleden ergens in het noorden van
China, in een huis dat uitkeek naar
het zuiden. Maar twee hoge bergen
verhinderden hem elke doorgaang.
Op een dag besliste de Oude Man
de berg af te graven. Hij greep de
schoffel en samen met zijn twee
zonen begon hij te graven. Een an
dere grijs-wijze ouderling spotte
met hem. Maar de „Oude Man"
repliceerde: „Graaf ik dan voeren
mijn zonen de grond weg, eens zul
len zij graven en hun zonen zullen
de aarde wegbrengen en redeneer
zo maar verder, tot in het oneindige.
Hoe hoog deze bergen ook zijn, zij
kunnen niet meer groeien en met
elke spade die wij afsteken worden
ze kleiner. Wie kan hier nu nog iets
op zeggen?" De Oude Man keerde
zich om en gröef verder. God was
hierdoor zo bewogen, dat hij twee
engelen naar de aarde zond om de
bergen weg te dragen. En de auteur
Mao gaat verder: „Ook vandaag lig
ger er twee lasten ais zware bergen
op het Chinese volk. Het imperialis
me en het leenstelsel. De Chinese
communistische partij is reeds lang
bezig deze bergen af te graven.
Willen wij ook het hart van God
raken dan moeten wij doorwerken,
onafgebroken. Onze God is niemand
anders dan het Chinese volk zelf.
Wanner alle Chinezen met ons gra
ven; kunnen we, deze bergen ver
plaatsen".
Sedert het communisme in 1949 in
China aan het bewind kwam is deze
fabel met de toepassing van Mao
niet meer up to date. Maar in een
ander vorm duikt de fabel weer op,
aangepast aan tijd en omstandighe
den. De Oude Man graaft nu geen
bergen meer,aj,. ze zijn geslecht. Hij
graaft nu een greppel om de bewo
ners van de streek te beschermen
voor vallende bergstenen. Ook nu
wordt de Oude Man uitgelachen.
„Hoe is het mogelijk, vraagt men,
om in een harde rotsgrond een grep
pel te graven?". Maar de Oude Man
laat zich niet in de war brengen, hij
gaat door en overwint. De Oude
Man heeft in de jongste verhalen
ook een preciese ouderdom. Hij is
96. Ook dokter Bethune is niet ver
geten. Nu heet hij Lo-Lao, die op
zoek gaat naar kruiden voor de zie
ke dochter- van een arme pachter.
Chang Szu-teh van het Achtste Rou
te Leger is nu de project-leider, die
met een groep arbeiders velden aan.
legt en waterreservoirs graaft. En de
„Oude Man" blijft „het" levende
bewijs.....
(Copyright De Stem - Globe and
Mail)
111 'W HI I 'II |W üjll'pi'l11 WH11' W11)11
l :r V ff. J..X i X f -
De Oude Man, overgenomen uit een Chinees
dagblad. Het Chinese onderschrift is van
de hand van Mao-Tse-Tung zelf.
„Ga en vecht voor de overwinning, met een
bepaald doel voor ogen, vol offergeest en
zonder je om de moeilijkheden te bekom
meren."
(Van onze onderwijsredacteur).
UTRECHT Wat doet iemand
die een vreemde taal leert precies?
Een vraag die nog niet zo heel lang
geleden in de onderwijswereld met
een wat laatdunkend schouderopha
len werd afgedaan. Als je immers
maar de oude beproefde methoden
volgde, kwam het allemaal best in
orde. En dat mensen met een weten
schappelijke opleiding zich serieus
zouden gaan bezighouden met het
bestuderen van het leerproces in de
studie van vreemde talen....! Een
lachertje.
Opa, oom, moeder en vader had
der ir. n.ers hun Frans geleerd door
meteen maar te beginnen met het
„je, tu, il" duchtig in het hoofd te
stampen. Nou. waarom zou dat voor
de jonge mensen van nu plotseling
niet meer de beste methode zijn?
„Er bestaat een karrevracht we
tenschappelijk ongefundeerde dog
ma's over de manier waarop mensen
die een vreemde taal leren hun ken
nis opdoen. Als we eerlijk zijn moe
ten we gewoon toegeven dat we er
niet zo heel veel van weten. Het
kan nog vele jaren duren voordat
onze kennis op dat gebied echt uit
puttend is. Een bekend Amerikaan
schreef onlangs dat wij met onze
kennis over het leren even ver zijn
als de natuurkunde voordat de mo
leculaire theorie ontwikkeld was.
Nergens dus!"
Dat zegt dr J. A. van Ek, direc
teur van het Instituut voor Toege
paste Taalkunde van de Utrechtse
universiteit. „Wij beoefenen een we
tenschap die nog in de kinderschoe
nen staat. Sinds 1965 zijn we bezig.
Kortgeleden kreeg ik de opdracht
aan onze universiteit toegepaste
taalkunde te gaan doceren voor het
onderwijs in moderne talen. Een er
kenning dus van de waarde van
deze nieuwe wetenschap. Een erken
ning ook van het feit dat we in die
paar jaar al opvallende resultaten
hebben geboekt."
Het is allemaal, in januari 1965,
heel praktisch begonnen. Onder lei
ding van professor Mossel. Men
moest een bijdrage gaan leveren aan
de modernisering van het talenon
derwijs aan de universiteit. Dus,
talen practica, inrichten, docenten
begeleiden bij het gebruiken van
nieuwe onderwijsmethoden, voor
lichten, banden met cursussen kopen
en alles goed administreren.
Er was aanvankelijk nogal wat
aarzeling bij de docenten over die
nieuwe aanpak. „Na een jaar waren
we daarover heen. Iedereen ervoer
toen dat het toch zo gek nog niet
was. En dat het beslist niet zo was
dat die oude aanpak gegarandeerd
niet verbeterd kon worden."
Kortom, de drie man van het
Utrechtse instituut wonnen het ver
trouwen van de mensen die zij weg
wijs moesten maken. Aan de neven
opdracht: begeleiding van het onder
wijs in praktische taalvaardigheid in
het kader van het wetenschappelijk
bestuderen van het taalonderwijs,
kwamen zij pas 3 jaar later eniger
mate toe. Toen ook was de basis
gelegd om dat onderzoek voor elke
sectie van het talenonderwijs van de
universiteit te coördineren.
Het onderzoek aan het instituut
beweegt zich langs drie hoofdlijnen.
Dr. van Ek en zijn medewerkers
nu een stuk of tien pogen toets-
technieken te ontwikkelen. Wat is
taalvaardigheid, hoe meet je voor
uitgang op dat gebied? „Een cen
traal probleem in dit stadium van
ons werk."
Nauw daarmee verbonden is het
onderzoek naar de methoden die
worden gebruikt om een taal te
leren. „We hebben op dat gebied
gewoon enkele opvallende ervarin
gen. Vroeger zwaaiden na 1 of 2
jaar heel wat studenten Duits af,
omdat hun uitspraak slecht was, of
omdat ze gewoon geen spreekvaar
digheid hadden.
Welnu, dat afzwaaien komt nu
vrijwel niet meer voor. Wij hebben
methoden ontwikkeld waarbij in het
eerste studiejaar veel nadruk komt
te liggen op het ontwikkelen van
taalvaardigheid. Later, als ze goed
Duits spreken, komt dan de histori
sche taalkennis. Bovendien is in het
begin het taalonderwijs veel inten
siever dan vroeger. We zijn nu zo
ver dat studenten Spaans in betrek
kelijk korte tijd colleges kunnen
volgen die in het Spaans worden
gegeven. Dat duurde vroeger heel
lang!"
Ons instituut poogt ook na te gaan
wat het rendement is van talen
onderwijs per televisie. Teleac be
gint het komende seizoen weer met
een cursus Frans. Wij gaan op grote
schaal onderzoeken hoe de mensen
die die cursus volgen het eraf bren
gen. Daarvan kunnen we veel le-
Ji
ren.
Het instituut, uniek in ons land,
beweegt zich duidelijk op het ge
bied van het vergaren van weten
schappelijke kennis over de manier
waarop basisvaardigheden worden
verkregen bij de studie van vreem
de talen.
„Wij verkeren daarbij in een be
voorrechte positie. Wij geven geen
les. Wij onderzoeken, ontwikkelen
methoden en laten het lesgeven aan
anderen over. Dat betekent dat wij.
ook internationaal, bij kunnen blij
ven. Met moeite, want zo langza
merhand begint op het gebied van
de toegepaste taalkunde de litera
tuur zeer omvangrijk te worden. U
kunt wastellen dat wij internatio
naal meespelen bij de studie over
methoden en didactieken."
Experimenten zijn nodig om ken
nis op te doen over het leerproces.
Daarom is dr. Van Ek dankbaar
voor het feit dat zijn instituut voor
experimenteel afwijkende eindexa
mens een methode heeft kunnen
ontwikkelen die het de examinato
ren mogelijk maakt het tekstbegrip
van de kandidaten te toetsen. „Voor
1971 en misschien ook 1972
proberen we luistertoetsen te ma
ken, opdat objectief de luistervaar
digheid van kandidaten kan worden
gemeten. Al met al zijn dat onder-
zoekprojekten die wel een jaar of 4
in beslag nemen."
Er is een tijd geweest dat Ieraren
vreemde talen meenden dat ze het
goed voor elkaar hadden als zii
beschikten over een bandrecorder
„Niets is minder waar. De audio
visuele hulpmiddelen zijn belang
rijk. Maar het blijven hulpmiddelen.
Het gaat er maar om, hoe je ze
geb, L ,Kt Het is duidelijk dat de pril
wikkeling van cursus-materiaal en
methodieken is achtergebleven bij
de mogelijkheden die de techniek
ons biedt.
En het is ndet anders met de
beroeps-opleiding van de talenlera-
ren. Het zijn vaak goede vakmen
sen, maar ze weten onvoldoende hoe
ze moeten onderwijzen, hoe z e ken
nis moeten overdragen, hoe de leer
processen in elkaar zitten. Didaktiek
is een apart vak geworden."
Dr. Van Ek stelt dan dat veel
meer bekend zou moeten zijn wat
zijn instituut doet en ontdekt. De
ontwikkeling is zonder meer revolu
tionair. Spreek-, luister- en lees
vaardigheid zijn voor de studenten
die nog maar kort bezig zijn, geen
illusies meer. Taalvaardigheid, ge
richt op een accentloze uitspraak,
met een goede intonatie en een juist
ritme, is mogelijk. „Als men maar
zoveel mogelijk oefenmateriaal aan
biedt in echte situaties. Bijvoorbeeld
in kleine hoorspelen waarin de stu
dent zijn rol speelt."
Communicatie met de docenten is
voor. het instituut en de vernieuwing
van het onderwijs in vreemde talen
heel belangrijk. De betrekkelijk be
scheiden bezetting van het instituut
kan er niet op uit trekken. Dat zou
te veel tijd kosten. Daarom gaan de
medewerkers hun ervaringen neer
leggen in een reeks studies over
taalkunde. „Daarmee willen we het
onderwijs van dienst zijn. Het eer
ste deeltje verschijnt dit najaar en
zal zijn gewijd agn de leerstof over
dracht. Ook komt er een studie over
taaivaardigheidstoetsen."
Het onderzoek krijgt steeds meer
een intertiatiomaal karakter. Enge
land, Duitsland, België en, natuur
lijk, de Verenigde Staten besteden
veel tijd en aandacht aan research
op dit gebied.
Nationaal is men bezig een cen
trum voor toegepaste taalkunde op
te riohten, een vereniging die we
tenschapsbeoefenaren helpt bij hun
studie Internationaal zijn er contac
ten die beogen het onafzienbare tér-
rein van onderzoek af te bakenen en
te inventariseren. Op die manier wil
men dubbel werk voorkomen en be
schikbare kennis snel beschikbaar
hebben voor ieder die er behoefte
aan heeft.
25
PARKEREN: C
parkeertecr
bussen, auto'
Cersoneel gevraago
Wilt o thuis geld verdienen?
Dat kan op onze supersnelle
DB automatische breimachine,
lessen gratis aan hulB, inlich
tingen I. Verwey, Jan v. Sco-
relstraat 43b, Utrecht. Tfl
030512003 of 0215915340.
Nette Jongen gevraagd om
mee te gaan In het kermis-
seizoen. H. A. Roels, Galgen-
baan 13, Bergen op Zoom. Ttl.
01640—36886.
TechQ. Bureau Brabant o.e.
vraagt met spoed A- en £-
lassers, bankwerkers, pijpfit-
ters, constructiewerkera, ijzer-
werkers elektromonteurs
Hoog loon, goede sociale voor
zieningen plus 0 pet. vakant.
toeslag. Binnenvest 2, Steen
bergen, tel 01070 4244
Molenschot. Fabriek van in
dustriële weegapparatuur. Op
onze afdeling Voorraadadmini
stratie is een funktie vakant
voor een jongen of meisje met
belangstelling voor een leuke
administratieve job. Inlichtin
gen: Teteringsedjjk 53, Breda.
Tel.: 01600-24450, (tussen
18.00—18.30 uur tel.
Molenschot fabriek van indus
triële weegapparatuur vraagt
voor haar konstruktie-afde,
ling: -plaatwerkers, -konstruk-
tie bankwerkers, -lakspuiters,
-bedienden intern transport, -
monteurs, hoog loon, pensioen
fonds, uitstekende arbeidsvoor
waarden. Inlichtingen: Tete
ringsedijk 53, Breda, tel.:
01600-24450, (tussen 18.00 -
18.30 uur tel.
Li
OU
Ro
sta
43.
Mi
ke
Prettig werk in een mpdern
atelier vindt elk meisje van 16
jaar of ouder in de elektron»
«che mowtace-afdellng van
Aviolanda NV te Woens-
drecht. Komt u eens praten of
vraag telefonische inlichtingen
01646-450. 's avonds 01641-18?
of 01040-626*
Welk meisje wil graag serieus
werk verrichten? Kom tijden*
de werkuren eens in onze mo
derne elektronische montage
afdeling kijken en u zulf en
thousiast zijn over het soprt
werk dat hier uitsluitend door
meisjes wordt vervaardigd
Aviolanda N V Woensdrecht
Geen massa, of lopende band
werk mao licht en schoon
werk wordt geboden aan meta
les van 10 jaar of ouder in de
elektronische montage-afdeling
bij Aviolanda NV. te Woens-
drecht. U kunt dageltjk* op
ons kantoor inlichtingen ver
krijgen maai ook telefonisch
O164S-450. 'g avond* 01641-18?
of 01640-6264
N.V. Fabriek voor plastiekpro-
dukten Van Niftrik vraagt
bankwerkers voor de afdeling
Onderhoud en Reparatie Ma
trijzen en voor de afdeling
Mechanisatie. Leeftijd tenmin
ste 22 jaar. Opleiding LTS én
ervaring. Goede arbeidsvoor
waarden. Afwisselend werk ln
sfeer Inl. Bosweg 2.
Putte-NB. tel. (016451-350.
toestel 147.
Gazan confectie vraagt voor
baar belde filialen hulpver-
Koopsters. voor de zaterdagen,
dagelijks gelegenheid voor
informatie in onze filialen Au-
to-Kama en Profimarkt. Breda.
ÏP icoon oflvragod
Verzamelaar zoekt oude voor-
^II?5Sc.oSp£c>rtreinen en ander
speelgoed, p. Coldewijn, Goor-
sestraat 12. 's-Heerenberg
Wij zoeken voor één van onze
ZljSi een Uitgebreide post-
zegel-verzameling om verder
;!L*.?en verzamelen. Brieven
met uitvoerige omschrijving en
SS?™8311, ®erste Zeeuwse Post-
-egelhandel, Firma Verboom
S. mk%nus s' v,issingen'
te koop aangeboden
Dames let op! Winst voor U!
en goedkoopste
SSS* van Nederland geeft
ona de maand septem-
Sr °,ct zomerprijzenkor-
kopen en ln de win-
*er betalen. Duizenden korte
tange bontmantels-bonthoe-
den. Bont kopen is een zaak
'vertrouwen. 'n 3-jarig ga-
wlï 5 ,ï,)s is dat vertrouwen
u Me«r waarborg voor
5? .esg "eeT soepel® kre-
dietservlce De Bontkoning
Hoogstraat 97. Rotterdam, tele
foon 010-117117. Als U van
uu ,en de stad komt. krijgt U
bij koop reisgeld terug.
Zeer zware nylon tapljttegrl
|?Si rtjbber rug 40 x 40. zeer
lange levensduur, vele mooie
r>=?Iu?.' SIecbt« 2J0 per stuk.
..van 9-13 en 30-23
Jje hele dag geopend.
Aanwas 39. Ossendrecht.
Te huur eanaeboden
Auto en caravan-stalling t 10,-
'2,aa"d- V. d. Maelstede-
Hulst VT' Hooseveltweg "7.
Nieuwbouw woningen te koop
F?»iJen Premle aan de
£atimastraat te Breda. A.
da Te"! 35509maStraat 8J' Bre"
Te
ove
scb
■e-jSiinwejjgj »n