V erolme-concern weer op eigen benen Kerk zonder de verontrusten ten dode opgeschreven SCI IEEEPSBOUWER - VRIJDAG A.S. 70 JAAR - ZEER OPTIMISTISCH \sgjjj3L Ook in sparen is er verschil, informeer eens bij de Nederlandse Credietbank, daar vindt u financiële deskundigen en een hogere rente... tot 8/4%. Nederlandse Credietbank Tijdelijk Onder het ijs NDSM Rijn-Schelde Gelukkig MGR. ROOYACKERS OP NKV STUDIEDAGEN: Niet passief Ontluisterend Bommetje in huis DE horeca-mensen gaan half sep tember feestvieren. Dan bestaat, als tic het goed begrepen heb, hun organisatie tachtig jaar, zodat, als ik het ook verder goed begrijp, hun vaders en grootvaders reeds in 1890 de noodzaak hebben gevoeld om hun belangen niet alleen ieder voor zich, maar ook samen te behartigen. En daarmee is hun organisatie er dus een van nog vóór de eerste wereld oorlog en dateert ze uit een tijd waarmee de onze nog maar in weinig opzichten te vergelijken valt. 13 j_ j DINSDAG 1 SEPTEMBER 1970 15 De Rotterdamse kunstenaar K. J. van Veen schildert een portret van Cornells Verolme ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag, die de scheepsbouwer op vrijdag a.s. hoopt te vieren. ROTTERDAM (ANP) Scheepsbouwer Cornells Ver olme verwacht dal zijn bedrijf spoedig weer op eigen benen zal kunnen staan en dat hij zijn schuld aait- de staat kan gaan afbetalen. Verolme, die zich begin dit jaar uit de leiding van zijn bedrijf terugtrok, is ook ten aanzien van de Nederlandse scheepsbouw in het algemeen optimistisch gestemd. In zjjn villa te Ridderkerk, verklaarde de heer Verolme: „De gang van zaken in het concern is op het ogenblik zeer goed. Het be drijf zal snel weer op eigen benen staan. We zullen dan geen hulp van de staat meer nodig hebben en bovendien onze schuld aan de staat gaan vereffenen". Over de scheepsbouw In het alge meen: „Ik ben erg optimistisch over de toekomst van de Nederland se scheepsbouw. We hebben heel wat magere jaren achter de rug, nu zullen er zonder twijfel vettere ko men. Nadat ik mij als president-di recteur had teruggetrokken kwam er opeens midden februari van dit jaar een enorme hausse in de scheepvaart. De markt voor tanker vrachten beleefde een opleving als nooit tevoren. Er ontstond een geweldige vraag naar schepen bo ven de 200.000 ton. We hebben van deze opleving in grote mate kunnen profiteren. Voor jaren zijn we, tegen zeer winstgevende prijzen, volge boekt. Niet alleen voor de bouw van tankers, maar ook voor die van bulkcarriers en gespecialiseerde schepen. De komende jaren zal blij ken dat er te weinig werven in de wereld zijn, ook in Nederland. We moeten geen werven gaan sluiten. Straks zal blijken dat we blij zijn dat we ze hebben". Verolme, die op 4 september aan- er tijdens het gesprek nog eens na- staande zeventig jaar wordt, wees slechts tijdelijk als president-direc- drukkelijk op dat hij zich destijds teur had teruggetrokken. „Ondanks alles wat er gebeurd is ben ik nog steeds enig aandeel houder in mijn concern. Mijn aan delenbezit fungeert tijdelijk als ga rantie voor de hulp die de regering ons heeft gegeven toen er moeilijk heden waren. Laat men goed beden ken dat ik me tijdelijk als president directeur heb teruggetrokken". „Als men mij vraagt om voor en kele jaren mijn ervaring in dienst van het bedrijf te stellen dan zal ik dat doen. Misschien kom ik ook te rug om mijn werkelijke opvolger in te werken". Volgens Verolme is er geen twij fel mogelijk dat de zaken, zeker in de eerstkomende jaren, goed zullen verlopen. „We hebben vier miljoen ton aan scheepsruimte in de order portefeuille: tweeëneenhalf miljard gulden aan opdrachten. We zijn nu uit de hoek van de klappen geko men. Het krijgen van orders is voor ons geen probleem. Wel voorzie ik moeilijkheden met de arbeidsmarkt. Zo ben ik tegen de vestiging van een Hoogovenbedrijf op de Maas vlakte. Niet vanwege de luchtver vuiling en zo dat gedoe van al die demonstranten laat me ook koud maar ik verwacht grote moeilijk heden voor mijn werf in Rozenburg als Hoogovens op de Maasvlakte de bom laat ontploffen. Voor Rozen burg kan dat funest zijn. We hebben daar nu al ernstig tekort aan perso neel, maar hoe zal de situatie wor den als Hoogovens ook nog eens op de arbeidsmarkt in het Rijnmond gebied verschijnt. Bovendie, wat moet de Hoogovens op de Maas vlakte zoeken. Ik vind dat ze best bij IJmuiden, buiten de pieren had den kunnen uitbreiden. Dat zou ook in het voordeel van de Amsterdam se havens zijn geweest". Verolme gelooft niet dat de tan kers in de toekomst nog veel groter zullen worden dan 300.000 of 35Ö.000 ton. „Wel zullen er veel grotere ertsschepen op zee verschijnen: mis schien ook wel 300.000-tonners. Ook de maten voor schepen voor het vervoer van vloeibaar gas zullen groter worden. Over een paar jaar zullen er gasschepen zijn van 250.000 ton. De ontwikkelingen in de Poolgebieden zullen voor veran deringen zorgen. Ik geloof in onder zeeërs van 250.000 ton, die onder het ijs naar de Polen varen". Terugkijkend op de gebeurtenis sen van de afgelopen tijd zegt Ver olme te geloven dat zijn beslissing om zich uit het bedrijf terug te trekken de juiste is geweest. „Men heeft mij gevraagd om het concern tijdelijk ais president-directeur te verlaten, omdat men kennelijk wil de voorkomen dat ik invloed zou uitoefenen op adviezen van de com- missie-Winsemius". „Uoizaak van alle problemen is de overneming van de N.D.S.M. in Amsterdam geweest, maar ik ben blij dat ik die werf indertijd heb gekocht. Het was een offer voor Amsterdam en het zou voor die stad desastreus zijn geweest als ik het niet had gedaan. Ik denk aan de po litieke onrust in Amsterdam als de werf van de N.D.S.M: gesloten had moeten worden. Maar door de over neming van de N.D.S.M. kwamen we te zitten met verliezen van 60 tot 8C miljoen op de mammoettan kers die daar toen in aanbouw of in portefeuille waren. We hebben die verliezen moeten nemen om de werf te kunnen redden. Hoewel ik vaak kritiek heb gehad op het beleid dat ,bij de N.D.S.M. voor de overneming werd gevoerd, moet ik zeggen dat ze daar met de rug tegen de muur hebben gestaan. Als ze toen de ver liesgevende orders niet hadden ge nomen was de werf al lang failliet geweest. Er is van alle kanten be weerd dat de liquiditeitsmogelijk heden, waarin wij in het afgelopen jaar zijn komen te verkeren, een Tevolg zijn geweest van calculatie fouten. Daar is geen sprake van ge weest. Dat geldt zowel voor Amster dam als voor Rozenburg. We heb ben destijds opdrachten voor grot; tankers moetèn aannemen voor we reldmarktprijzen. De calculatie was juist, we hebben alleen tegenvallers gehad met het aantal manuren. Door de orders toen tegen wereld marktprijzen te accepteren hebben we inderdaad grote verliezen gele den. Maar door mee te doen hebben we een enorme „know how" in de tankerbouw verworven. Daarvan profiteren we nu. De verliezen die we hebben gehad waren er nooit geweest als we de N.D.S.M. niet hadden overgenomen. Maar nog maals, ik ben blij dat ik die transac tie heb gedaan. Het gaat nu goed met deze werf en we zitten goed in het werk". opreKend over een mogelijke ta ste tussen Rijn-Schelde en het Ver- oime-conuern zei Verolme nooit een groot voorstanaer van grote fusies ie zjjn geweest. „Destijds ben ik min of meer betrokken geweest bij tiet samengaan van Stork en Werk spoor. Die fusies leiden vaak tot teleurstellingen. Dat is bij Stork en Werkspoor ook zo geweest. Een iu- sie tussen mijn bedrijf en Rijn- Schelde zou ik ook niet toejuichen. Maar als het zover komt zal ik me er niet tegen verzetten. Op het ogenblik worden de standpunten van beide partijen in het kader van het onderzoek-Winsemius duidelijk. Onze onderhandelingspositie is de laatste maanden door de gunstige gang van zaken zonder twijfel ver sterkt en daar zal Rijn-Schelde re kening mee moeten houden. Bij ons gaan de zaken goed, maar hoe zit dat bij Rijn-Schelde? Ze hebben daar wel veel opdrachten geboekt, maar het zal nog moeten blijken of deze financieel interessant zijn. Bo vendien zal men wel moeten beden ken dat wij tachtig procent van de Nederlandse nieuwbouwmarkt in handen hebben en zij tien procent. Als het tot een samenwerking komt dan moet dat zeer voorzichtig ge beuren. We moeten niet vergeten dat een fusie Rijn-Schelde-Verolme het gevolg heeft dat er in Neder land op het gebied van de „grote" scheepsbouw geen concurrentie meer is. Dat kan gevaarlijk zijn. Bovendien ben ik bang dat zo'n fusie zal leiden tot de vorming van een groot, onbestuurbaar, bedrijf. En verder, ik ben nu iemand van zeventig jaar en ik zou niet graag het grote vermogen van mijn wer ven ik heb al gezegd dat ik enig aandeelhouder ben op het spel zetten. Mijn vermogen, mijn con cern, zal ten goede komen aan de gemeenschap en aan mijn medewer kers". Verolme privé„Ik heb het nog drukker dan vroeger. Ik ben bezig met het schrijven van mijn memoi res", zegt hij, daar aan toevoegend dat die memoires tegen de eerstko mende verkiezingen zullen ver schijnen. Verder bezoek ik veel oude relaties. Laatst nog is een van de Storken uit Hengelo op mijn jacht geweest. We hebben uitge breid over vroeger zitten praten. In Zwitserland gaan wonen? Geen sprake van. Waarom zou ik gaan? Mijn vrouw en ik voelen ons hier gelukkig". (Van een onzer verslaggevers) GEMERT. „Voor een kerk waarin van verontrusting geen spra ke meer zou zijn, moet men vrezen. Ze is ten dode opgeschreven. Zolang er nog gereageerd wordt is er ieven en daarom is het ook een onzinnige en zelfs onzindelijke gedachte om de verontrusting hij de gelovigen weg te nemen: het is nodig dat de mensen ermee leven." Dit zei de vicaris van het bisdom Den Bosch, mgr. L. A. Th. Rooy- ackers, op de sociale studiedagen van het Nederlands Katholiek Vakverbond in Gemert. Mgr. Rooyackers len. „In deze beslissende fase heeft men wel eens het gevoel dat de ge lovigen teveel door hun herders in de steek zijn gelaten." Volgens mgr. Rooyackers zou een stuk verharding in de Nederlandse kerk wegvallen als men bereid was te erkennen dat de menselijke onmacht hier de groot ste rol heeft gespeeld. Hij stelde, dat de oudere mens niet per se conservatief is en dat de ver ontrusting geen kenmerk is van een bepaalde groep, maar alle groeperin gen doorsnijdt. Mgr Rooyackers zei, dat de door de absoluutheid van verschillende standpunten valse tegenstellingen worden geschapen die niet van een zijdigheid zijn vrij te pleiten. De kerk betekende in het aller laatste verleden nog zekerheid, vei ligheid, rust. „Daarom ook," aldus mgr. Rooyackers, „kon ze spreken met een taal die eeuwig leek en kon ze zien veroorloven zich te presen teren in een kleed dat onverslijtbaar scheen." Maar de kerk als mensen gemeenschap is meegesleurd in de veranderingen van deze tijd, ze is uit haar zelfverzekerdheid en schijn bare autoritaire rust en onaantast baarheid gerukt. Maar de kerk moet opnieuw en eigentijds leren spreken. Ze kan geen beelden en symbolen meer gebruiken die de hedendaagse mens niets meer zeggen. 'iet proces van tasten en zoeken, formuleren en herformuleren dat daarvoor nodig is, werkt volgens mgr. Rooyackers zuiverend omdat het doorstoot tot de kern van de zaak en die kern ontdoet van alles wat in de loop der eeuwen heeft bij gedragen tot de onverstaanbaarheid. In dit kritische proces worden het wezenlijke en bijkomstige, vorm en inhoud op hun juiste waarde geschat. „Op die manier is het ook een om hullend proces, omdat het ontmas kert hoeveel van wat goddelijk en eeuwig heet slechts menselijk en cultuurgebonden is, hoeveel van wat als geloof wordt gepresenteerd slechts culturele erfenis is, hoe vaak geloofsgehoorzaamheid in feite slechts een vlucht voor eigen ver antwoordelijkheid, infantiliteit en een ontstellend gebrek aan persoon lijke gewetenswroeging is, hoeveel persoonlijk geloof niets anders is dan een louter verstandelijk aanvaarden van een stel precies geformuleerde waarheden, hoeveel onvolwassenheid er in de geloofsbeleving bestaat zo dat men ontredderd is als er in de liturgie een gebaar vervalt en heel het geloof in diggels valt als een of andere devotie wordt afgeschaft, hoe veel onwaarachtigheid er in het ge loven schuilgaat doordat men tot in de kleinste details trouw is aan de wet maar de grote eisen van de naas tenliefde niet onderhoudt, hoeveel zelfkoestering in de kerk aanwezig is doordat ze voortdurend met zichzelf bezig is en geen oog heeft voor de grote taken in de wereld, en hoeveel liefdeloosheid er in feite in het kerk- zijn schuilt waar de persoonlijke vrijheid wordt onderdrukt maar de wet, het systeem, boven de mens pre valeert De kritische vernieuwing is een ontluisterend proces dat de kerk ontdoet van veel valse schijn en haar naakt in haar armoede presenteert. Daarom zal dit proces volgens mgr. Rooyackers wel met verontrusting gepaard moeten gaan, bij de een om dat het niet snel genoeg verloopt, bij de anaer omdat het te ondoordacht en onkritisch gaat. Maar, aldus mgr. Rooyackers, ver ontrusting prikkelt de mens om zich te bezinnen op wat hij gelooft, hoe hij gelooft en waarom hij gelooft. Voor vernieuwing is echter de be reidheid nodig tot een open houding zonder krampachtigheid. In dit ver band merkte de vicaris op, dat de kerk in het verleden tekort is ge schoten in opvoeding en pastorale begeleiding. De vernieuwing heeft veel gelovigen en priesters overval- In het opvoedingsproces zal de ge lovige duidelijk moeten worden ge maakt, dat de vernieuwing niet al leen naar hem overkomt, maar dat hij haar zelf mee voltrekt, dat hij hem van hogerhand wordt aange zegd, maar dat hij samen met zijn mede-gelovigen moet zoeken. Be langrijk hierbij is, dat iedereen de kans heeft om in de kerk zichzelf te zijn. „Niemand heeft het recht de ander te verketteren of te veroor delen," aldus mgr. Rooyackers, „we moeten minder verontrustend zijn over de ander en niet heel onze ener gie gebruiken om hem naar onze hand te zetten, maar we moeten het .scala van anders-zijn en anders- denken bundelen. Dat is heel wat zinniger dan elkaar te verketteren, te oelasteren, elkaar tot in het bui tenland toe na te lopen om te ont kennen wat de ander zegt." Mgr. Rooyackers zei, dat het nieu we permanente pastoraal beraad een forum zou kunnen zijn voor een goed geleed en geleid gesprek tussen allen die op een of andere manier ver ontrust zijn (Van onze redactie binnenland) DRIEBERGEN. In Driebergen, bij de familie A. E. Zuurbier, is gis teravond voor enkele duizenden gul dens schade aangericht door een „zwaar kaliber rotje" dat uit een rij dende auto naar het huis werd ge gooid. Een ruit brak en het kleuren televisietoestel werd volkomen ver nield. De daders verdwenen in de richting van Doorn. De politie, die een onderzoek instelt, vermoedt dat het bommetje bestemd was voor een snackbar naast het huis van de fa milie Zuurbier. De familie was tij dens het voorval niet thuis. (ADVERTENTIE) Deskundigen voor uw geldzaken. De Nederlandse Credietbank is al geruime tijd één van desnelst groeiende handels banken in Nederland (balanstotaal meer dan 1,3 miljard). Deskundigheid stelt de Nederlandse Credietbank graag tot uw beschikking: met goede adviezen, met uitstekende service. Zo kunt u bijv. met een rente-gevende inkomstenrekening thuis uw geldzaken regelen en u krijgt de beschikking overbetaalpas en betaal cheques. Bovendien geven wij op spaar rekeningen tot81/4% rente. Kom er eens over praten bij één van onze 85 vesti gingen. Of vraag onze brochures "Spaar Practisch" en "Inkomstenrekening". U zult dan al snel zelf kunnen zien, dat ook bankzaken beter kunnen zijn, als er een bank achter staat, die haar sporen heeft verdiend. spW«e®*G REKENING Tvvee jaren vast *1 iiM(„l Y. Bergen op Zoom, Antwerpsestraat 37, (01640) 76 50 Breda, Nieuwe Ginnekenstraat.3, (01600) 3 02 50 Goes, Wijngaardstraat 41, (01100) 52 0: Hulst, Grote Markt 18, (01140) 33 51 Oosterhout, Heuvel 14„(01620) 55 58 Oudenbosch, Markt 50, (01652) 21 16 Putte, Antwerpsestraat 22, (01645) 4 67 Sluiskil, Louisastraat 62, (01157) 4 01 Steenbergen, Markt 16, (01670) 34 63 Terneuzen, Nieuwstraat 54, (01150) 38 51 Roosendaal, Nieuwe Markt 79, (01650) 3 69 60 IJzendijke, Markt 11, (01176) 4 55 DOOR JOHAN WINKLER Ik heb het staartje van die tijd van vóór 1914 nog vrij bewust meege maakt: op horecagebied kenmerkte die tijd zich door de table d'höte en de stamtafel twee zaken waarvan de eerste nu toch wel definitief zal zijn uitgestorven, terwijl de laatste, tot vreugde van veel thuiszittende echtgenoten, ook al flink op apega pen ligt. Als eertijds nog veelbelovend knaapje heb ik, wanneer vader mij wel eens meenam naar Leeuwarden, waar hij eens per jaar met een nota- ris iets geheimzinnigs te verhapstuk ken had, nog wel aan zo'n table d'höte aangezeten. Dat was dan in een niet onaanzienlijk logement, dat inmiddels, zoals zoveel, van de aard bodem en speciaal van de „Fryske gfoun" is verdwenen. Ik zie het allemaal nog voor me: een langwerpige zaal achter het café, dat ze in het Fries de „jachtweide" noemen, waarschijnlijk omdat er in zo'n gelagkamer niet gejaagd wordt en er alles behalve groen gras te bespeuren valt, in die langwerpige achterzaal dan stond een ook al langwerpige eettafel voor wel veertig personen. En daar we hadden ons moeten haasten om pre cies om zes uur present te zijn, want dan werd. de soep onherroepelijk op geschept zaten we dan met wild vreemden naast elkaar: vader knor rig in gesprek met een buurman en ik verlegen en schutterig de rond gaande schotels doorgevend. Je at aan zo'n table d'höte letter lijk: de tafel van de gastheer, wat de pot schafte. Pas later zou de indivi duele bediening naar individuele keus aan het individuele tafeltje aanvankelijk slechts aan dure rijk aards voorbehouden over heel de horecalinie triomferen. >7AL dat toch maar een betrekkelijk korte triomf zijn geweest? En staat er een nieuw tijdperk\Voor de deur, waarin het met dat eertijds op de table d'höte veroverde culinaire individualisme weer gedaan zal zijn? Op dat congres, half september, van de tachtigjarige horeca gaan ze, lees ik, over convenient foods" spre ken. Wat er met die alwéér Ameri kaanse uitdrukking bedoeld wordt, weet ik niet, maar het schijnt iets te maken te hebben met het voedsel, dat men ons in de toekomst denkt voor te zetten en daarnaast vooral met het feit, dat het straks noodge dwongen uit zal zijn met dat kie zen uit een door z'n uitvoerigheid aanlokkelijke spijslijst. Dat kan dan niet meer. Econo mise h niet en vooral bedrijfsecono misch niet. En verder gaat men de „opmars van de diepvries" vieren. Geen indi vidueel gepruts meer aan individuele maaltijden. Geen eigen koks meer, diein eigen keuken de pollepel zwaaien. Inplaats daarvan want die kant gaat het natuurlijk uit massale fabrieken, waar ze de pla teaus die over een lopende band ko men aanschuiven pats-boem met een stuk geprefabriceerd vlees, een hap geprefabriceerde patatten en een kwak geprefabriceerde groente vol- meppen, en dan alles maar in de diepvries en vervolgens onder de plastic naar de restaurants, waar ze de zaak in één en dezelfde minuut ontdooien en opwarmen. En tenzij u menu A of Z zélf uit de keuken moet halen, want zover komt het ook nog wel, wordt het voedsel kant en klaar op zo'n plastic bord voor u neergezet, naast het biertje uit blik, en waarschijnlijk wéér zo'n langgerekte table d'liöte- tafel, die immers economischer is al die oneconomische tafeltjes-apart. Ja, en daarmee is dan de kring weer gesloten: allemaal alsjeblieft opschuiven en doorlopen aan die ene tafel, en niet al te lang blijven zit ten, en netjes op tijd zijn, en genoe gen nemen met de keus uit menu A of B en dankbaar zijn, dat althans die keus je nog gelaten is. Ik begin nu langzamerhand te be grijpen waarom ze ineens allemaal verdwenen zijn, die goede, oude, gastvrije herbergen zoals De Graaf in Enschede, Royal in Arnhem, Brinkman in Haarlem, De Wereld in Wageningen, de Doelen in Groningen en noem ze maar op. Ze zagen de opmars van de diepvries en de „con venient foods" aankomen, en daar mee ook op hun gebied de brave new world" van mijnheer Huxley. En coen gaven ze toch maar liever de voorkeur aan zelf gekozen ondergang J/ERGEEF me mijn obsessie: de toenemende vervuiling, niet al leen van lucht en water, maar ook en vooral van onze straten, pleinen, plantsoenen! Ik las ergens een ingezonden stuk van een naar Nieuw-Zeeland ge- emigreerde Nederlander die weer eens heel even in het oude va derland was geweest. „Wat ons op viel," schreef de man, „was dat de hooggeroemde Nederlandse proper heid ver te zoeken is. Straten zijn rommelig, de trottoirs en de winkel puien bevuild met uitwerpselen van honden en overal vindt men afval in de vorm van papier en resten van etenswaren." Nee, dan Nieuw-Zeeland! „In Nieuw-Zeeland," aldus de man, „wor den bedrijven en woningen, waarvan de eigenaren hun omgeving niet schoonhouden, gefotografeerd en in de pers te kijk gezet. Mogelijk zou dat voorbeeld navolging kunnen ver dienen." Mogelijk navolging denk daar eens over na, lieve eigen redac tie van me!

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 13