PIET KI VIT: „MEER SUBSIDIE OM TOP TE BEREIKEN JAN HEIN DONNER: „IK VOEL ME MEER ARTIEST Zuiden doorbrak hegemon ie westen Piederiet: „Trainer heeft mij gemaakt Korfbal: topper in het westen.... SPORT EXTRA .AY-OUT TEKST turnen en Hockey, zwemmen, korfbal, schaken en handbal Veelzijdig in systemen fob van Deursei Ton Koomen io Simons Hein Groothuis foter Heerkens hr. v.d. Bessebai REDACTIE fob van Deurse] Fon Koomen GEEN VAKKRACHTEN ESSEERD ALLEEN STUDENTEN N| EEMERS: HOCKEY OP LAGERE SCHOOL GELEEN Handbal is na de overschakeling van het veld naar de zaal, een jaar of tien geleden, in Nederland met een enorm tempo gegroeid tot een van de meest beoefende sporten. Meer dan 50.009 leden telt het Nederlandse Handbal Verbond (NHV). Inter nationaal telde Nederland tot voor kort nauwelijks mee. De hegemonie berustte bij de Oostbloklanden, en bij onze ooster- en noorderburen. In dat laatste is ook nu nog geen verandering gekomen, maar toen Oranje West-Duitsland vorig jaar een gelijk spel afdwong, was dit het meest sensationele gebeuren in de internationale handbalsportpers. En dat was geen toeval. „Voor mij is Mraz de grote man". International Piet Kivit (12 interlands) steekt zijn bewondering voor de Tsjechische coach, die Nederland in 1968 contracteer de niet onder stoelen of banken. De Gelener, die oorspronkelijk voor V en L handbalde, maar vorig seizoen overging naar landskampioen Sittardia, is een van de selectiegroep van zo'n twintig spelers, die de Tsjechische coach heeft geselecteerd met het oog op de Olympische Spelen van 1972 in München, waar handbal voor het eerst op het programma zal staan. Piet Kivit leeft daar helemaal naar toe. Hij is ei vol van en brengt dan ook duidelijk de problemen naar voren, die de snelle ontwikkeling in de handbal sport in Nederland met zich heeft meegebracht. In de eerste plaats heeft een topsporter zo veel tijd nodig voor training en concentratie, dat hij een werkmilieu moet hebben dat dit toelaat. Dit was voor Kivit zelfs de voornaamste reden dat lij van club verwisselde. „Daar wordt nu hard aan gewerkt", zegt Kivit. „Voor de voorbereiding op de O.S. heeft het NHV een bedrag van 180.000 gulden gekregen en een gedeelte van dit geld wordt besteedt voor loondervingskosten. Verder benaderen NHV-offi- cials de diverse werkgevers om voldoende trainings- moigelijkheden los te weken. Voor studenten wordt geprobeerd de tentamens uit te stellen. Enfin het N1HV werkt hard aan de O.S. en de topsport. De taak althans het doel is bij de 16 geplaatste clubs te komen. De eerste acht van het W.K. zijn automatisch geplaatst en wij zullen er via een poule in moeten komen. Mraz heeft ons tot een grote hoogte gebracht. Hij onderhoudt contact met alle toplanden, is een geweldige trainer en heeft een uitgebreid voorbereidingsplan uitgestippeld. Mraz maakt hand ballers. Neem nou Peter Muyres. Twee jaar geleden pikte Mraz hem van het veld en nu is-ie een van de beste handballers van West-Europa. Mraz ziet de specifieke kwaliteiten van een handballer en ontwik kelt die. Iedere handballer heeft een specialiteit. Guus Can- telberg is de man van de sprongworp, Ed Iiiensch van Niloc heeft als specialiteit een halve draai en keihar de worp, keeper Georg van Noessel van Swift Arn hem kan door zijn ervaring elke aanvaller tot wan hoop brengen. Zo heeft iedereen wat. Mraz haalt het er uit. Hij is ook veelzijdig in systemen. Hij heeft ons op Westeuropees niveau gebracht en werkt nog steeds verder: De trainingscentra, de medische verzorging, het is allemaal de laatste jaren opgebouwd". Piet Kivit is optimistisch wat betreft de handbal sport. Een „maar". „Als Marga Klompé echter zo doorgaat met subsidiëring zal het moeilijk zijn de wedloop met de toplanden vol te houden. Een miljoen voor voetbal en een habbekrats voor handbal, omdat zij wel „breedtesport" wil subsidiëren, maar geen topsport" is voor mij een ongezonde denkwijze. Im mers hoe hoger de topprestaties, hoe breder de groei in die sport. Er is geen topsport zonder breedtesport, maar ook geen breedtesport zonder topsport". Hein Donner: broodschaker AMSTERDAM Een sport, die zo'n twee miljoen mensen in Nederland tijd en wijle bezighoudt en boeit. Een sport, die naar volmaaktheid "vend, nagenoeg volledig is gericht op geestelijke ont- en inspanning miljoen mensen. Twintig procent. Meer dan voetballers. Veel meer ''«land over de hele wreeld vertegenwoordigt, de enige ook, die met jjjjtw, na oud-wereldkampioen Max Euwe de enige Grootmeester, die over de hele wereld vertegenwoordigd, de enige ook, die met sP°rt zijn brood verdient. Waardig maar begrijpelijk als diezelfde Jan Hein Donner verklaart: Ij1 Prof-schaker te worden moet je al vroeg een beslissing nemen J»J»gezien het schaken in Nederland, tenminste het beroepsschaken, noch ICr Seshmuleerd, noch gesubsidieerd, is het al moeilijk vroeg een I 'Wng te nemen. Bij mij lag dat heel anders. Tijdens mijn studie in de Ihf verdiende ik al geld met schaken. Hier in de cafés op het Leidse I »pi ka'er hen ik er mee door gegaan. Het is een mooi beroep. Het stelt I 1 Vaak hoge eisen aan je energie, maar je bent vrij. Je bent een "opoliet, je komt overal. Ik geef toe, dat de bedragen, die je verdient V rrg hoog zi^n' maar omdat ik als enige Nederlander samen met de p i Larsen veel uitnodigingen ontvang voor toernooien kom ik best rond 'aar werk ik zo'n zes tot tien toernooien af. toCro'k ben geen supervedette. Dat zijn er in de wereld een stuk of vijf, Seri i voel ik me soms meer artiest dan een sportman. Ik heb in uerland wel eens subsidie gevraagd. Per slot van rekening vertegenwoor- |]iln Nederland in het buitenland. Niet dat ik het nodig had, maar zo I ar, om een balletje op te werpen. Maar nee hoor, ik heb er nooit iets van oord. Kijk in andere landen vooral de Oostbloklanden waar de schakers jes zijn, daar wordt een goede schaker heus wel door de staat angen. zijn nog enkele schakers zoals Reshevsky en Fischer, die een l'ant- llehhen. Dat was vroger in West-Eeuropa ook wel aan de hoven (jen.™nngen en andere lieden van adel. Nu is dat vrijwel nergens meer. Jc I "oei ee' °P verdiensten in toernooien aangewezen en wat dat betreft Nede ?e maar afwachten of je genoeg uitnodigingen ontvangt. Voor een zal het daarom zo moeilijk worden de beslissing te nemen over- pr°f te worden. Ondanks de twee miljoen schakers, waarvan er voor eas slechts 20.000 in clubs zijn verenigd, zie ik niet vlug een opvolger I Wij. Nederland is rijk aan schakers, niet aan top-schakers". EINDHOVEN „Zolang er op de lagere scholen niet aan hockey wordt gedaan, komt deze sport nooit af van het imago, een sport te zijn voor de beter gesitueerden". Pieter Weemers, 24 jaar oud, aanvoerder van het Eindhovense HTCC en 22 wedstrijden voor het nationale team op zijn naam, gelooft dat velen niet de kans hebben met hockey kennis te maken. „Voetballen doe je gewoon op straat met je vriendjes, maar hockey moet getraind worden. Dat gebeurt alleen maar op de middelbare scholen", aldus Weemers. Vooral in het zuiden is het hockey op de middelbare scholen de laatste jaren enorm gepropageerd. Voor insiders was het dan ook niet verwonder lijk, dat de strijd om het Nederlands kampioenschap dit jaar betwist werd tussen Tilburg en HTCC. Weemers meent dat er meerdere factoren zijn die tot beter zuidelijk hockey hebben geleid. „Tactisch wordt hier meer bewust gespeeld. De begeleiding is doorgaans beter en dan is er nog de natuurlijke reactie tegen de jarenlange westelijke overheersing". Vooral door dit tactische bewustzijn, wordt er in het zuiden meer geëxperimenteerd. Ook Pieter Weemers is, wat dat betreft, er van overtuigd, dat de hockeysport nog veel kan leren van het voetballen. „Maar je moet natuurlijk niet vergeten dat hockey, technisch gezien veel moeilijker is. De lange en hoge pass is in het hockeyveld niet mogelijk bijvoorbeeld. Maar de manier, waarop de Brazilianen in Mexico voetbalden, daar kunnen ook wij hockeyers, iets van leren. Bij hockey ben je bovendien veel afhankelijkei van het veld. Op een slecht veld, kun je niets, al heb je nog zo'n goede techniek". De HTCC'-aanvoerder vindt vooral die techniek erg belangrijk. Zijn elftal werd dit jaar alom geroemd door een bijna perfecte techniek. Die techniek werd veel bijgeschaafd door in zalen te hockeyen. Maar er is nog meer Weemers: „Op 12-jarige leeftijd moet je al beginnen, met iedere dag een paar uur te trainen. Dat deed ik zelf ook. Nu komt dat er uit". Weemers, die volgend jaar zijn einddiploma aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Tilburg hoopt te behalen, heeft overigens niet altijd gehockeyd. Als junior voetbalde hij bij PSV, waar hem zelfs een jeugdcontract voorgelegd werd. Maar uiteindelijk verkoos hij het spel mei de stick. Als reden geeft de Eindhovenaar op: „Bij hockeyen ging het er veel gezelliger aan toe. Je ging niet alleen om het spel, maar ook voor de hele entourage daarom heen". Piet Kivit: „Meer subsidie". Hi- l Hans Piederiet: „Talent voldoende in het zuiden' ff nog niet afgedaan heeft. f en ik voel me moe. Na dat uur .pt. Het voetbal van tegenw 'amskracht en om die te ontw' die aan de top staat enorm de vijftien jaar dat hij Feijen links was slechts achttien n >t het Nederlands elftal. Voor am beslist weinig. Coen zelf til n". Ik ben veel geblesseerd ge jben we die affaire gehad toe dankten voor een wedstrijd I gehele elftal voor een jaar gesc dat ik wel tien keer gepasseerd nds elftal en dat ik wel vijftien n n ook", stelt Coen Moulijn met ien tegen Estudiantes staat ook >r een zware competitie en voor Europacup-wedstrijd, waarin ld zal worden beschouwd als Moulijn hoopt zijn ien voor dit seizoen. Het jaar n zal hij ook waarschijnlijk fde manier als Eddy Pieters en definitief BKEDA Wat de zwemsport betreft heeft het Nederlandse kikkerland ternationaal al veel roem en medailles vergaard. De laatste jaren vielen iter steeds meer topzw emmers en -zwemsters weg, waardoor er een imte is ontstaan en ons land niet meer bij de internationale top gerang- staat. De KNZB is dan ook vanuit een dieptepunt begunnen aan de bouw teneinde op de Olympische Spelen in '72 in München weer mee te unnen tellen. Ondanks het gemis aan topsporters is er vooral bij de jeugd in Nederland eel talent, zodat het internationaal niveau wel in het verschiet ligt. „Maar aarvoor moet je keihard trainen", zegt Hans Piederiet, 16 jaar en winnaar de 100 meter rugslag voor jongens tot zestien tijdens de Nederlandse pioenschappen. Op de 200 meter rugslag werd hij eervol tweede, vlak hter rivaal Jac. Verheul van PSV, die op de 100 meter tweede werd. je twaalfde jaar kun je nog op je talent zwemmen", zegt hij, „maar ana is het een kwestie van een goede trainer en een keiharde inzet." is Piederiet een van de weinige zwemmers uit het zuiden van j woont in Breda en is lid van zwemclub Baronie, die in de om de nationale titels meedingen. De Nederlandse zwemtop blijkt in het westen van het land te zijn samengedrongen. Piederiet een levend bewijs van het feit, dat ook in andere streken van Nederland aanwezig is. „Aanwezig zijn", zegt Piederiet, „is niet genoeg, et moet ook ontwikkeld worden. Mijn trainer heeft mij helemaal gemaakt, dat hij naar Hilversum is vertrokken. Maar ik krijg nog steeds van hem en daar houd ik me helemaal aan. Om iets te bereiken in ezwemsport moet je het vooral met je trainer treffen. Die moet je door door kennen, weten waar en hoe hij je kan verbeteren. Jac Verheul had een gevoel voor. Het ontwikkelen van een zwemtalent blijkt dus een zeer persoonlijke en is subtiele kwestie te zijn. Reden, waarom een concentratie van goede iners een streek naar de top kan brengen. „Och", zegt Piederiet, „in het sten is de concentratie van trainers inderdaad groter dan in de rest van t land. Maar dat wil niet zeggen dat er daar geen zijn. Ook daar kunnen ppers gevormd worden." Het feit, dat vooral de Nederlandse zwemsters internationaal steeds een aanstaande rol hebben gespeeld in tegenstelling tot de heren, verklaart (jeugdige Piederiet met- „In het buitenland krijgen topzwemmers allerlei iliteiten. Dat is de reden waarom de Nederlandse heren internationaal ien een onopvallend figuur slaan. Daar is nu langzaam maar zeker ver- iering in aan het komen. En in de toekomst zie ik daar dan ook heus wel li uit geboren worden. Maar wanneer kan ik niet zeggen. Want zoals ik zei. Tot je twaalfde jaar kun je zwemmen op je talent. Daarna moet je ei en keihard trainen om naar de top door te stoten. Je moet een goede ermeester treffen. Maar zelfs dan, als alles meezit en je alle faciliteiten ebt, is het nog een lange, heel lange weg. En om die af te leggen moet je elf heel wat ontzeggen Ook hij maakte op de middelbare school voor het eerst kennis met het hockeyspel. De rest volgde vanzelf. „Je vrienden gaan hockeyen en dan ga je zelf ook", verklaart hij nu. Voor de meeste kinderen komt daar nog bij", meent Weemers, „dat veel ouders hun kinderen liever bij een hockeylub zien, dan bij een voetbalvereniging. „Voetbal wordt door veel ouders als iets minderwaardigs beschouwd", meent Weemers. „De grote massa gaat niet hockeyen, ze komen er eenvoudigweg niet mee in aanraking. Dat zou alleen op de lagere sholen kunnen gebeuren". Weemers noemt echter enige oorzaken, die dit bemoeilijken: eerstens hebben de lagere scholen doorgaans niet de beschikking over sportvelden, de eerste aanschaf van hockeyspullen is duur, en verder zijn het geen vakkrachten die sport doceren op de lagere school". Voor wat betreft dat laatste zou er willicht enige verandering kunnen komen, als ClOS-afgestudeerden les gaan geven. Nederland is op hockeygebied altijd een toonaangevende natie geweest. Op de laatste Olympische Spelen in Mexico werd nog een eervolle vijfde plaats behaald. Om deze plaats te kunnen handhaven; zal er echter toch veel geld in gestopt moeten worden, vindt Weemers. „Duitsland, India en Pakistan doen financieel gezien veel meer dan Nederland, maar door een conservatieve beleidsvoering in de KNHB is dit in Nederland niet moge lijk", zegt hij. Terwijl in alle takken van sport al een zekere mate van sponsoring en onkostenvergoeding plaatsheeft, moet in de hockeywereld alles zelf door de spelers betaald worden. Weemers: „Zelfs de reizen naar Groningen en Den Haag moeten door de spelers zelf betaald worden. Dat is voor iemand met een krappe portemonnee toch onmogelijk?". „Er zijn echter maar vier landen, die de korfbalsport kennen", vertelt Hans Pauw, 28-jarige international, die voor de Haagse topclub Ons Eiber nest speelt. „Dat zijn België, Engeland en Duitsland en natuurlijk Nederland Er zijn wel eens pogingen gedaan om korfbal in te voeren in Denemarken in '53/'54, maar de sport heeft daar nooit vaste grond aan de voet gekregen Vorig jaar heeft men korfbal ook ingevoerd in Spanje en daar lijkt het ere goed te gaan." 6 Ook in Nederland echter is korfbal geen algemene verspreide sport. Het wordt hoofdzakelijk in het westen beoefend, waar ook de toonaangevende clubs zijn gevestigd. „Dat komt", volgens Hans Pauw, „omdat de sport in het westen, en wel oorspronkelijk in Amsterdam, is gaan groeien. Als je dan aan de top zit en je blijft dat een paar jaren, is de korfbalsport en de club gevestigd. Voor andere clubs, die later van start zijn gegaan, is het moei lijk de top te halen, want de reeds gevestigde toppers hebben een trainer, die betaald wordt. En wie kan zich dat permiteren als je nog niet aan de' top staat?" Wat betreft, de belangstelling voor de korfbalsport zegt Hans Pauw: „Er is doorgaans weinig publiek. Het zijn hoofdzakelijk insiders, die langs de lijn staan. Alleen bij de topclubs krijg je zo'n vijf-, zeshonderd man." Een oplossing voor deze financiële moeilijkheden zou gevonden kunnen worden door bij de thuiswedstrijden entree te heffen. Maar de hoge heren, die in het bestuur van de KNHB de dienst uitmaken, willen daarvan niets horen. Geen wonder dat volgens Weemers alleen studenten, met ruime financiële middelen tophoekey kunnen bedrijven. „Zij alleen kunnen het zich permitteren enige jaren de tijd daarvoor vrij te maken. En dan nog niet voor dezelfde tijd als bij een voetballer het geval is". In het seizoen 1971-'72 wordt er in Nederland een landelijke hoofdklasse ingesteld. Weemers vraagt zich echter bezorgd af, wie de financiële offers, die daarvoor gebracht moeten worden, zal kunnen opbrengen. „Er zal wat aan gedaan moeten worden", zegt de technisch begaafde kanthali. Er moet een vorm van sponsoring komen. Daarvoor is beslist belangstelling, vooral omdat er steeds meer publiek naar hockeywedstrijden komt kijken". Weemers haalt ter ondersteuning van deze stelling de wedstrijd tussen HTCC en Tilburg nogmaals aan. Toen omzoomden bijna 5000 toeschouwers het wedstrijdveld. Dat verleidt Weemers tevens tot nog een uitspraak, waar men in de KNHB voorlopig ook nog niet aan wil: „Hockey moet in de zomer gespeeld worden dan zijn de velden goed, waardoor er het beste Korfballer Paauw: „Korfbal gespeeld kan worden". verder uitbreiden". Piet Weemers: „Hockey op de lagere school zou de sport een stuk populairder maken." ffc DEN HAAG Een zekere Broekhuizen leerde het in 1902 kennen in Zweden. Ringball heette dat toen. Broekhuizen introduceerde het spel op de kweekscholen, nadat hij enige wijzigingen had aangebracht. Tegenwoor dig is Nederland nog steeds wereldkampioen in deze spelsoort, die de naam korfbal kreeg.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 37