POR
Mouiijn: te wroeg systeemvoetbal
ANS VAN GERWEN: "TALENT
KAN NOG MEER BEREIKEN"
Sigmans: „De jeugd
beter opvangen'
iederie
leeft ml
SPORT-EXTRA
HONKBAL GROEIDE IN
HET WESTEN ERG HARD
SPORT
EXTRA
PAN HEIN
'OEL ME
REDACTIE
LAY-OUT:
TEKST
Wielrennen, voetballen, honkbal, turnen en motors
TIJD VOOR ANDERE DINGEN
ELK JAAR MEER WEGWEDSTRIJDEN
TRAINEN WAS ER NIET BIJ
VEEL GEBLESSEERD
tt
Rob van Deur#
Ton Koomen
Jo Simons
Hein Groothuis
Peter Heerkens
Chr. v.d. Bessi
Rob van Deutf
Ton Koomen
POST: PU BLIEK WIL WAAR VOOR GEL!
AMSTELVEEN Het zou de residentie van een staatshoofd in balling
schap kunnen zijn. Peter Post zegt door de telefoon als we een afspraak ma
ken: „Ach, kom naar naar mijn huis". Een paar daga.i later stonden we voor
dat huis: een prachtige bungalow, verscholen in de zee van flats te Amstel
veen. Eenmaal binnen verdwaal je in een enorme hoeveelheid luxe. Peter
Post, keizer van de winterbanen heeft zich een huis aangeschaft, een echte
keizer waardig. Alles wat iemand zich kan wensen, is aanwezig. Je dui
zelt er even van. En in feite neemt het respect voor de wielerkeizer op dat
moment nog mee toe. In zijn bungalow heetf hij waarschijnlijk al zijn jaren
van gemist comfort gelegd. Een coureur aan de top ontbeert namelijk in
het seizoen nogal wat gezelligheid. Het is reizen van de ene plaats naar de
ander slapen in auto's en tijdens zesdaagsen in vette cabines.
Als we eenmaal zijn „residentie" gevonden hebben, komt de keizer juist
uit bad. Peter Post trainde op dat moment al zo'n 150 kilometer per dag en
bij de begroeting zegt hij: „Ja dank je, ik voel me prima." Het is te zien,
dat hij de waarheid spreekt. Post heeft de lijdensweg van zijn zware operatie
in een Westberlijns ziekenhuis goed doorstaan. Renners zouden zeggen: hij
stat weer op scherp. Als hij zich grondig gesoigneerd heeft, komt Peter F*>st
na een kwartier te voorschijn. Met zichtbaar genoegen, neemt hij plaats op
de zwartlederen bank en begint te praten. Maar ondertussen houdt hij wel
de reportages van de Tour de France in de gaten. Post leeft weer voor het
wielrennen. Maar zijn vrienden zijn het er over eens, dat er toch iets ver
anderd is in het binnenste van de wielerkeizer.
Post zelf daarover: „Ik heb sinds mijn operatie in Duitsland vier maanden
stil gelegen. Daarvoor bestond mijn leven louter uit wielrennen. Ik dacht
zelfs in wielrennen. Maar die vier maanden heb ik tijd gekregen om eens
rustg na te denken, 's Zomers en 's winters had ik niets anders gedaan dan
fietsen en plotseling kreeg ik tijd voor andere dingen. En dat is goed voor
me geweest. Je gaat dan het betrekkelijke van sommige dingen, waarvan
je dacht dat ze van levensbelang waren, inzien".
Jonge profs zeggen vaak: „Post is keihard voor een ander. „Post zelf geeft
dat toe, maar vult aan: „Ik ben nog harder voor mezelf."
Post is hard voor zichzelf. Ook wat zijn programma betreft. De meeste
winterbaanspecialisten nemen in de zomermaanden uitgebreid rust. Post niet.
Dit jaar noodgedwongen maar in de jaren daarvoor reed hij in de zomer
maanden bijna alle criteriums in Nederland en België. Een overladen pro
gramma dus, hetgeen misschien wel de oorzaak is geweest van de compli
caties bij zijn operatie. Peter Post is uiteraard geschrokken. Dat blijkt wel
uit het feit, dat hij rusitig is begonnen. Post: „Terwijl ik nog geen wedstrijd
had gereden, kreeg ik stapels met aanbiedingen. Ik kon overal fietsen, maar
dat heb ik natuurlijk niet gedaan. Rustig ben ik gaan opbouwen."
Fteter Post is nu 36 jaar. Binnenkort kan er een dag komen, dat hij zal
moeten kiezen tussen de baan en de weg. Voor de keizer der zesdaagse is
dat geen moeilijke keus. „Ik hoef er geen minuut over na te denken. Ik zou
dan direct de baan verkiezen. Ten slotte verdien ik mijn brood op de baan.
Voor mijn operatie had ik dertien zesdaagsen gedaan. Zoveel zal ik per
seizoen wel niet meer halen. Ik ben nu van plan na zo'n vijf, zes zes
daagsen er een paar weken tussen uit te gaan. Ik wil ook wel eens vakantie
strijden, maar de verplaatsingen zijn funest. Vooral bij de losse wedstrijden.
De ene dag moet je in Gent rijden en de volgende dag in Frankfurt. Die
hebben. Een winterseizoen vreet aan je conditie. Nog niet zo zeer de wed-
losse wedstrijden zijn trouwens volgens mij gedoemd om te verdwijnen. Voor
de sprinters en de styers komt niemand meer kijken. Daar moeten de baan-
directies geld bij leggen. Gevolg is dat die jongens geen droge boterham ver
dienen".
Er wordt in KNWU-kringen vaak gezegd, dat de toekomst van de wiel
rennerij op de baan ligt. Peter Post is het daar niet mee eens. "Dat zeggen
ze al vijf jaar lang, maar elk jaar komen er meer wegwedstrijden bij. Nee,
vooral op de zomerbanen is er niets tedoen. Of er zou 'n hele niepwe generatie
stayers en sprinters moeten komen. Nu valt er voor de baanspecialist 's zo
mers echt niets te verdienen. Tenminste als ik er op aangewezen zou zijn,
maar dan moet er ook geld in het laadje komen". Mocht Peter Post in de
toekomst het moment tegen komen dat hij moet stoppen dan heeft hij al
iets achter de hand. Deze zomer kocht hij samen met een vriend een manege,
waarbij een café-restaurant in Bovenkerk. „Ik ga er een Amerikaanse bow
ling van laten maken. Dat is de laatste jaren enorm populair geworden
je kan het vergelijken met de bowling in Breda".
Peter Post lacht een beetje schamper als het onderwerp weer wordt ge
bracht op de nieuwe generatie. „Ze zeggen dus dat ik hard voor ze ben
Nu dat zal wel zo zijn. Ik ga er vanuit, dat het publiek waar voor zijn geld
moet krijgen en dan moet er gefietst worden. Ze moeten begrijpen dat het
niet van zelf gaat. Ik heb zelf een zeer harde leerschool gehad. Mijn eerste
contract bracht me een shirt, een broek en acht tubes op. Moet je nu eens
kijken wat sommige knapen bij de amateurs al verdienen. Ik weet nog
goed, dat ik mijn eerste frame kocht, .toen ik achttien was. Het stond bij
een vriend op zolder, omdat mijn ouders niet mochten weten dat ik fietste.
Ze waren er fel tegen. Nu krijgen de jonge amateurs materiaal in overvloed
van hun sponsers."
Peter Post is 36 jaar en hij weet dat. Hij denkt ook al aan de renner 'die
hem zal moeten opvolgen als keizer des zesdaagsen. „Er is altijd een leider
geweest. Kijk de reeks maar: Schulte, Van Steenbergen, Altig en Post. De
volgende zal Patrick Sercu zijn. In feite is hij al zover. Van de Neder
landse renners bezitten Leo Duyndam en René Pijnen klasse voldoende om
op de baan mee te kunnen komen. Maar ze hebben' de juiste mentaliteit
niet om zover te komen. De felheid om tot het bittere einde door te gan
ontbreekt. Ik vind trouwens wel, dat Pijnen kan afzien. In de zesdaagse van
Antwerpen heb ik hem echt zien lijden, maar hij kwam er door. Ik geloof,
dat er overigens in het komende jaar nog wel een paar jongere coureurs op de
voorgrond zullen treden. Net als in de Tour. Daar waren Zoetemelk, Petter-
son en Wagtmans ook plotseling aanwezig. Dat zal op de baan ook wel zo
stopte ik direct. Het is natuurlijk leuk om van je hobby je werk te maken,
gaan.
N®•"■"-fliiÉ
Peter Post, de keizer der zesdaagsen, die deze winter wil bewijzen, dat hij nog niet afgedaan heeft.
Coen Mouiijn: „Jeugd vrijuit laten spelen."
ROTTERDAM Coen Moelijn is nog een voetbal
ler van de oude stempel. Het klinkt wat oneerbiedig,
maar Moulijns aanloop tot zijn carrière bij Feijenoord
kan je bijna niet anders beschrijven dan van de oude
stempel. Immers, het voetbaltalent van Feijenoords
linksbuiten rijpte op straat. In de Bloklandstraat,
midden in de oude Rotterdamse buurt Crooswijk.
Daar speelde „Coentje" vroeger met de bekende
tennisbal. Daar leerde hij zijn snelheid op de eerste
meters van een rush kennen. Daar perfectioneerde hij
zijn balcontrole. Daar genoten de kenners al van de
kunsten van de lichtvoetige Coen Mouiijn. Later
zouden het er miljoenen worden, maar toen waren het
nog slechts enkelen.
„Voetballen heb ik op straat geleerd", zegt Coen
Mouiijn in zijn kantoor onder zijn zaak in herenmode
opgenomen in een lange rij van moderne winkels in
Rotterdam Zuid". Trainen was er toen niet bij. Een
maal in de week ging je met zo'n honderd jongens
een paar rondjes rond het veld lopen. -Daarna kregen
we dan nog een partijtje van veertig tegen veertig en
dan was het weer afgelopen. Verder moest je maar op
straat leren hoe er gevoetbald kon worden. Tegen
woordig is dat allemaal veel beter geregeld. Je ziet
ook bijna geen jongens meer op straat voetballen. In
de eerste plaats kan het door het verkeer al niet.
maar ze doen het volgens mij ook niet, omdat ze bij
hun clubs uitstekend worden opgevangen".
In dat opvangen door professionele trainers ziet
Coen Mouiijn een gevaar. „Je ziet soms, dat jongetjes
van twaalf jaar al het 4-2-4 systeem of het 4-3-3
systeem toepassen En dat vind ik een beetje te ver
gaan. Jongens van die leeftijd moet je vrijuit laten
voetballen. Dan kunnen ze nog voluit van het spel
voetbal genieten. En als ze verder komen dan kunnen
ze nog lang genoeg volgens een of ander systeem een
wedstrijd voetballen
Of de nieuwe wijze van benadering van de jeugd
goed of fout is, kan Coen Mouiijn niet zeggen.
„Daarvoor zie ik er te weinig van. Naast de training
bij Feijenoord heb ik ook nog mijn zaak. Dus ben ik
vrijwel altijd in touw". Feijenoords linksbuiten, die
vaak wordt omschreven als de frêle Coen Mouiijn,
maar die de laatste jaren toch heel wat aan kracht
heeft bijgewonnen wil wel een vergelijking maken
tussen zijn start bij Feijenoord en het heden.
„Kijk toen ik van Xerxes naar Feijenoord ging,
moest ik twee maal per week trainen. Per week. Het
is nu niet meer te geloven, maar het was toch zo.
Later is dat driemaal geworden en in de loop der
jaren vergde het voetbal steeds meer tijd. Op dit
moment trainen we vaak drie keer per dag. En het is
nodig ook. Vroeger kon je een rush ondernemen en
vervolgens een kwartier lang rustig aan doen, maar
dat is er niet meer bij. Het voetbal is veel intensiever
geworden. Ik merk dat dagelijks. Ik moet er veel
meer voor doen om mee te kunnen komen dan enkele
jaren geleden. Nu zal de leeftijd ook een woordje
mee gaan spreken, dat is duidelijk. Ik rust bijvoor
beeld elke middag een uur. Ik kom dan van de
ochtendtraining af en ik voel me moe. Na data]
ik weer opgeknapt. Het voetbal van tegero
vraagt veel lichaamskracht en om die te ontwi
moet een man die aan de top staat enon
werken".
Mouiijn is in de vijftien jaar dat hij Feijtt
kansendrager op links was slechts achttien
doorgedrongen tot het Nederlands elftal. Vut
man met zijn faam beslist weinig. Coen zelf I
niet zo zwaar aan". Ik ben veel geblesseerd
en daarnaast hebben we die affaire gehad I»
Feijenoorders bedankten voor een wedstrijd
België en dat het gehele elftal voor een jaar gs
werd. Ik geloof, dat ik we] tien keer gepassedf
voor het Nederlands elftal en dat ik wel vijfde'
terug gehaald ben ook", stelt CoeD Monlijn i
glimlach.
Na de wedstrijden tegen Estudiantes staat c
Mouiijn weer voor een zware competitie en ro
nog zwaardere Europacup-wedstrijd, waarii I
noord ongetwijfeld za] worden beschouwd ali
kloppen formatie. Mouiijn hoopt zijn Iinksbuite
te kunnen behouden voor dit seizoen. Het jaarf
ook nog, maar dan zal hij ook waarschijnlijk»,
nemen. Op dezelfde manier als Eddy Pieten»
land: onverwacht en definitief
ROTTERDAM. Vijftien jaar nu is het geledén, dat honkbal in Neder
land met veel bombarie werd geïntroduceerd. In die vijftien jaar is de ty
pisch Amerikaanse sport vooral in Zuid- en Noord-Holland gegroeid. Namen
als The Harlem Nicols, Storks, Feijenoord en Sparta zijn begrippen in de
Nederlandse honkballerij. In de andere negen provincies is de sport niet zo
hard naar voren gesprongen. Misschien komt dat wel door gebrek aan accom
modatie, want wil een voetbalclub beginnen met een honkbalafdeling, dan
zal het op zaterdag en zondag een veld moeten afstaan. Met de druk bezette
voetbalcompetitie voor vele verenigingen een onmogelijke zaak.
Marcel de Bruijn is de leider van de aanval van Feijenoord. Dat betekent
dat hij pitcher is. Een beter Nederlands woord' werper. De Bruijn staat dus
op de heuvel om de slagpartij van de tegenstander aan banden te leggen.
Marcel de Bruijn voetbalde vroeger ook. ,Ik voetbalde niet goed en honk
bal lukte bbij de junioren ook niet zo best. Maar 'toen ik van de junioren
naar de senioren ging, had het tweede team van Feijenoord een werper
nodig. Onze coach Wim Onderstal zag wel wat in me en begon met de op
leiding. A] gauw stond ik op de heuvel in het tweede. Het jaar daarna debu
teerde ik in het eerste en toen heb ik definitief voor honkbal gekozen,
's Winters voetbal ik nog wel eens, maar dat alleen voor de gezelligheid."
Vooral de spanning in en de sfeer rond een wedstrijd vindt Marcel de
Bruijn belangrijk bij het honkbal. En daarnaast natuurlijk het resultaat van
zijn werpen. Het honkbal werd toendertijd gelanceerd als de grote concur
rent van het voetbal. Maar dat is niet uitgekomen. Marcel de Bruijn: „Ik
geloof niet, dat wij het voetbal concurrentie kunnen aandoen. Ik zelf bij
voorbeeld zit in de jeugdcommissie van Feijenoord. Het is voor ons een
handicap, dat een uitrusting voor honkbal vrij kostbaar is. Een handschoen,
een pak en een paar speciale schoenen. Dat is de basisuitrusting. Ouders zijn
al gauw geneigd om te zeggen tegen hun zoon- ga jij maar voetballen, want
honkbal is veel te duur. Maar ja, het is nu eenmaal zo. Wij hebben een
jeugdafdeling van 77 man, waaruit zeven teams geformeerd zjjn. En dat is
toch een aardig resultaat.'
meer
Frans Sigmans:
doen."
„KNMV kan
EINDHOVEN Wat het turnen betreft is er in Ne
derland nog steeds geen eenheid. Nog steeds zijn er
verschillende gymnastiekbonden, of -verbonden, al
hoe men het noemen wil. Vaststaat in ieder geval
dat Ans van Gerwen uit Eindhoyen de nationale titel
bij de dames mag dragen, Zü is lid van PSV, waar
zjj onder leiding van trainer Meijnen opklom tot de
nationale top. Ze is pas negentien. Jong voor een
landstitel, maar reeds vanaf haar twaalfde heeft zij
haar hart verpand aan de gymnastiek, de sport, die
de gratie heeft van de jeugd, maar de beheersing van
de volwassene.
„Ook paardrijden", vertelt Ans, „vind ik prachtig.
Maar er gaat toch niets boven gymnastiek. Als je
kunt turnen, ben je zo veelzijdig, dan kun je ook an
dere sporten beoefenen. Wamt je hebt dan een perfecte
lichaamscomtrole". Schoonheid is iets, dat Ans' leven
beheerst. Ze volgde een opleiding voor coupeuse, maar
door ziekte van haar moeder is ze niet in de gelegen
heid ook in het modevak enige artistieke lijnen te
trekken. Maar <Iat is iets van later zorg. Naast aan
dacht voor haar zieke moeder zorgt ze er wel voor dat
zij, wat gymnastiek betreft, aan de nationale top blijft.
Samen met de andere Nederlandse toppers bereidt
zij zich, onder leiding van bondstrainer Wickel, voor op
de wereldkampioenschappen, die in oktober in Ljub
ljana worden gehouden.
„Ik schat", zegt Ans, „dat een drietal turnsters daar
Nederland zal vertegenwoordigen. Op internationaal
niveau doen we het lang niet slecht. Onder de bonds
coach wordt er hard gewerkt en getraind. Tegen het
staatsamateurisme van de Oostbloklanden is het na
tuurlijk moeilijk vechten, maar toch hebben we van
Hongarije met slechts drie punten verloren. En van
Roemenië met zeven punten. Dat is lang niet gek".
Wat de top in Nederland betreft, ziet de nationaal
kampioene nog meer mogelijkheden in de toekomst.
„Er is hier in Nederland enorm veel talent. En dat
talent kan nog meer bereiken dan wij. Er is een sterke
stijging in het peil te constateren.
Marcel de Bruijn: „Veel jeugd bij Feijenoord".
BRAKEL Franske Sigmans wordt hij vaak genoemd. Franske, omdat
hij met zijn 23 jaar een van Nederlands jongste top-motorcrossers is .Een
groot talent, daar zijn de kenners het over eens. Al heeft hij dit seizoen
vaak met pech af te rekenen aan zijn Engelse Greeves-machine. De ere-lijst
van de man uit Brakel is desondanks omvangrijk. Tweemaal won hij de
grote „klassieker" Sint Anthonis, hij zegevierde in twee Belgische internati
onale wedstrijden, werd drie maal vierde in de sterk bezette Grand Prix
eindigde nog een keer als tweede in Sint Anthonis en won de grote cross
van Gemert ook nog eens twee maal. Een aardige lijst voor een „beginne
ling" van 23 jaar.
De Brakelse motorcrosser zou graag zien, dat dxe omwegen voor de jeugd
niét nodig waren Ze zouden eigenlijk direct bij het KNMV terecht moeten
kunnen. Maar de leden van het KNMV rijden op echte machines, die
speciaal voor het racen of het crossen zijn gemaakt En dat terwij] de jeugd
het meestal moet doen met eigenbouw, die dus niet opgewassen zijn tegen
de prestaties van de dure motoren. Frans Sigmans: „Het KNMV doet we)
wat voor de jeugd, maar volgens mij te weinig. Er is geloof ik een
trainingskamp in Apeldoorn waar de jongeren, terwijl ze verzekerd zijn,
naar hartelust kunnen trainen. Maar dat is ook het enige. Er zou wel wat
meer gedaan kunnen worden. Maar ach, het KNMV is een grote bond en
dan wordt het al snel moeilijk om de jeugd goed op te vangen. Ik zelf ben
op mijn zestiende begonnen en heb alles in mijn eentje moeten leren. Door
de praktijk. En misschien is dat wel het beste".
Ans van Gerwen: „Talent kan nog meer bereiken."
Hans Piederiet: „Talent v
BREDA Wat de zwemspo
internationaal al veel roem en
fcchter steeds meer topzwemi
leemte is ontstaan en ons land
«bikt staat. De KNZB is dan
hpbouw teneinde op de Olympi:
gunnen tellen.
Ondanks het gemis aan topspi
keel talent, zodat het intern atio.
Haarvoor moet je keihard traint
tan de 100 meter rugslag voor
kampioenschappen. Op de 200
ichter rivaal Jac. Verheul va:
Tot je twaalfde jaar kun je
jaarna is het een kwestie van
Overigens is Piederiet een vaj
het land, hij woont in Breda
jtrijd om de nationale titels
Voornamelijk in het westen vanl
i een levend bewijs van het fe:
wemtalent aanwezig is. „Aan'
Het moet ook ontwikkeld worde!
[jammer dat hij naar Hilversun
ichema's van hem en daar houd
zwemsport moet je het voor:
len door kennen, weten waar en
paar een gevoel voor.
Het ontwikkelen van een zweil
hus subtiele kwestie te zijn. Rf
trainers een streek naar de top
westen is de concentratie van tr]
het land. Maar dat wil niet zegg
jtoppers gevormd worden."
Het feit, dat vooral de Nederl
Vooraanstaande rol hebben gespq
fle jeugdige Piederiet met- „In
faciliteiten. Dat is de reden wa!
(gezien een onopvallend figuur s|
aidering in aan het komen. En i|
Iets uit geboren worden. Maar
al zei. Tot je twaalfde jaar kun I
kei en keihard trainen om naar
leermeester treffen. Maar zelfs
hebt, is het nog een lange, heel
lezelf heel wat ontzeggen
„AMSTERDAM Een sport, dij
°'l Uid en wijle bezighoudt en
revend, nagenoeg volledig is g
Wee miljoen mensen. Twintig I
pierland over de hele wreeld
°nuer, na oud-wereldkampioen
ederland over de hele wereld
e sport zijn brood verdient.
I Merkwaardig maar begrijpelijk a
I ''Um prof-schaker te worden n
lwiwneZien ket schaken in Nederl
I (J v gestimuleerd, noch gesubs
lrJLiSSing te aemen- Bij mij lag <j
IIV t verdiende ik al geld met
lein. Lat.AT- Knri 41j- nr mQQ rl/VlT ll
J?"' ^ater ben ik er mee door
I W..1 Vaak hoge eisen aan je er
I «osmo- --
niet
I Deei
jaar werk ik zo'n zes tof tien
I niptn°')0^e';' komt overal. Ik g
De eTrg k°og zijn, maar omdat
I p en. Larsen veel uitnodigingen o
r jaar werk ik zo'n zes tot tien
ik ben geen supervedette.
Ned ivoe^ me soms mee
Idio we' eens subsidie gevr
6 m Nederland in het buitenlé
g-v, °m een balletje op te werp<
I bit °,°rd.- Kijk in andere landen v
cm„ sies zijn, daar wordt een
fgevangen.
I m^er(^er ziin noS enkele schaki
I Van6?33^ hebben. Dat was vroge:
I koningen en andere lieden va
I moet g eel °P de verdiensten in
I Ned ?e maar afwachten of je
I W v ,der zal het daarom zo
ove Prof te worden. Ondai
Von^6-1?8 sleckts 20.000 in clubs z:
r hhj. Nederland is rijk aan sc'