experiment in detailhandel onderwijs
Tien minuten les op t.v. in plaats
van 50 minuten oeverloos kletsen
extra-dik competitienummer
HiCIL: 1770-1831
EEN BOEDDHA - PRIESTER IN RREDA
4
Intussen
Nee dan....
pagina-grote kleurenfoto's
van alle ere-divisieclubs
Spontane groei
bij S.P.D.
USIF,
REAL ESTATE
Stom geweest
DOOP
MOEILIJK
voetbalweekblad 1-0 overal verkrijgbaars 65 ct.
DR. CORN. VERHOEVEN
Instituut
Attractief
Misschien
Voor 65-plussers in
september twe
dagen gratis reizen
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1970
(Van een onzer verslag-»
gevers)
DEN HAAG „Vaak is
een normaal lesuur een 50
minuten oeverloos kletsen.
De leerlingen moeten zelf
maar de krenten-informatie
er uit zien te pikken. Met
onze nieuwe aanpak komt de
essentie van de les in tien
minuten op het t.v.-scherm.
Voordeel? Een hopelijk gro
ter rendement van de gebo
den informatie én een zelf
standiger werkhouding van
de leerlingen, iets wat in een
I later beroepsleven van groot
belang is".
Aan het woord is een van de
initiatiefnemers van het audio
visueel experiment voor het de
tailhandel onderwijs, de heer
Jean Welling (28), die samen
met collega Pim Voskamp (30).
Het braakliggende terrein van
lesstof voor de nieuwste media
at aannakken.
Plaats van het experiment is
de christelijke detailhandel
school (bijna 400 leerlingen) aan
de Schenkweg te Den Haag,
waar beide ideeën-mannen als
docenten werkzaam zijn.
Het uur start half september,
als de kostbare apparatuur geïn
stalleerd is. Het audiovisueel ex
periment is landelijk belang. Im
mers alle 34 dtailhandelscholen in
Nederland zullen in dc toekomst de
vruchten er van plukken. Tijdens
de duur van het experiment
drie jaar zullen zij door middel
van tussentijdse rapporten op de
hoogte worden gehouden.
Als het experiment slaagt zal de
Stichting Onderzoek Middenstands-
onderwijs, waarin het initiatief
van de twee jonge leerkrachten
gestalte heeft gekregen, uitgroeien
tot centraal distributiepunt voor
kant en klare t.v.-lessen. Het ex
periment zal op twee fronten tege
lijk beginnen met een gesloten te
levisiecircuit en een talenpracti
cum. „Dit laatste op verzoek van
Siemens, die dolgraag van het au-
dium „alleen geschikt voor het
vreemde talenonderwijs" af wil.
Wij krijgen van hun een talen
practicum in bruikleen voor uittes
ten van verdere gebruiksmogelijk
heden zoals concentratie en uit
spraakoefeningen en het aanleren
van microfoontechnieken", zegt de
heer Voskamp.
„Drie van de twintig vakken op
de detailhandelschool zullen half
september hun t.v.-doop krijgen.
De lessen maatschappijleer, waren
kennis en enkele onderdelen van
Nederlands zullen via het gesloten
circuit aan alle parallelklassen te
gelijk gegeven worden. De eerste
tien minuten vindt de instructie
plaats met behulp van korte film
pjes met proeven en toepassing in
de praktijk. Daarna volgt de ver
werking van de opdrachten in
twintig minuten tijd. Een toets,
waaraan 14 minuten gewerkt
wordt, sluit de les af. Die toets is
geen proefwerk, alleen een contro
lemiddel voor de leerling zelf of
hij het begrepen heeft".
„Waarom we hier aan begonnen
zijn?"
Het antwoord is voor de twee
initiatiefnemers, die overigens bij
de ontwikkeling van hun plannen
veel steun van hun directeur de
heer J. H. Ottevangers gekregen
hebben, geen probleem: „Er is een
groot gebrek aan audio-visueel ma
teriaal, waarbij de essentie van de
leerstof compact maar toch op een
boeiende wijze wordt aangeboden.
De voordelen van de nieuwste me
dia worden gewoon niet benut.
Toen we eenmaal dat braakliggen
de terrein in de gaten hadden, zijn
we gaan praten met allerlei des
kundigen, zoals onderwijsmensen
van de Leidse en Nijmeegse uni
versiteiten, de Nederlandse onder
wijstelevisie, Teleac, de stichting
film en wetenschap, het Neder
lands instituut voor audio-visuele
media, Philips, de inspecteur van
heit middenstandsonderwijs en het
ontwikkelingsinstituut van Wolters
Noordhoff. Ze hebben ook zitting
in de raad van advies, een orgaan
dat vele experimenten zal begelei
den".
Moeilijk liggen nog de financien.
Voor de realisering is voor het
eerste jaar al twee ton nodig. De
aankoop van een televisiecircuit en
de kosten van de wetenschappelij
ke begeleiding zijn hierbij inbe
grepen. Voor het verkrijgen van
fondsen is contact opgenomen met
de Nederlandse Middenstandsbank.
Ook de vier middenstandsorganisa
ties hebben steun en erkenning
toegezegd. „Als het experiment
een jaar goed loopt, krijgen we
zeker subsidie van de overheid",
zeggen de twee docenten, die en
thousiast genoeg zijn om aan alle
moeilijkheden ook de financiële
het hoofd te bieden.
(ADVERTENTIE)
Op 27 augustus zal het twee
honderd jaar geleden zijn, dat
Georg Wilhelm Friedrich Hegel,
die door velen beschouwd wordt
als een van de allergrootste filo
sofen uit de geschiedenis, in
Stuttgart geboren werd. Zijn va
der, ook Georg geheten, was
ambtenaar in dienst van de her
tog en zijn moeder heette Maria
Magdalena Fromme. En om nog
even door te gaan in deze stijl
die ik zo zeer bewonder in het
boek dat Karl Rosenkranz -in
1844 over Hegel publiceerde: tus
sen de jaren 1788 en 1793 stu
deerde hij theologie en filosofie
aan de universiteit te Tübingen,
waar hij hechte vriendschap sloot
met Hölderlin, de dichter die
door Hegels tegenpool en landge
noot Heidegger zo hoog wordt
aangeslagen, en met de dichterlij
ke en vroegrijpe wijsgeer Fried
rich Schelling (1775-1854). Na
zijn studie was hij achtereenvol
gens huisleraar in -.Bern en in
Frankfurt, redacteur van een
krant, privaatdocent in Jena, rec
tor van het gymnasium in Neu
renberg, hoogleraar te Heidelberg
en vanaf 1818 in Berlijn, waar
zijn roem een hoogtepunt bereik
te en waar hij in 1831 aan de
cholera overleed. Sinds 1811 was
hij gehuwd met de meer dan
twintig jaar jongere Marie von
Tucher en hij had drie kinderen.
Het aantal van Helgels ambach
ten is niet representatief voor het
aantal van zijn ongelukken. Ro
senkranz beschrijft hem als een
gelukkig en harmonisch mens.
Hij werkte langzaam en degelijk
en hierdoor is het te verklaren
dat hij wat later en langs meer
dan 200 jaren van allerlei om
zwervingen in zijn handen op
nieuw tot leven komt.
Hegel is een van de meest
strenge systematici uit de ge
schiedenis van de filosofie. Hij
herschreef zijn wérken tot ze aan
alle eisen voldeden, soms tot vijf
keer toe. Zijn eerste werk ver
scheen toen hij 31 was. Zijn stijl
is niet direct appetijtelijk, maar
zeer persoonlijk en verzorgd. Er
zijn filosofen die zeggen dat die
stijl slecht is en onleesbaar, maar
ze bedoelen dan waarschijnlijk
dat de alomtegenwoordigheid van
het systeem aan woorden als
„geest", „begrip" of „onmiddel
lijk" een bepaalde lading mee
geeft, waardoor ze pretentieus en
duister lijken. Maar het gaat toch
wat te ver om, zoals Klinkenberg
in een pas verschenen boekje
doet, Hegel niet als een filosoof
te beschouwen omdat men moeite
heeft met zijn proza. Hegel is
niet een systematicus van het ty
pe, dat één gedachte tot in alle
logische consequenties wil uit
werken. Zijn systeem is eerder
een poging om alles te omvatten,
het een en het ander, deel en
tegendeel. De taaie verzamelaar
van gegevens die Hegel is, wil
niets prijs geven aan de onzin
nigheid. Alles moet, oneerbiedig
gezegd, in zijn grote kosmische
worst gestouwd worden. Zijn
systeem is de gelijktijdigheid van
alles, maar die gelijktijdigheid
wordt voorzover ze logisch onmo
gelijk is, uitgesteld en opgetild.
Het een slaat om in het ander.
De logica van de gelijkheid
wordt opgeheven in het ruimere
omwegen dan zijn briljante
vrienden zijn uiteindelijke be
stemming bereikte en het niveau
waarop hij zich het best kon
ontplooien. Aan deze degelijk
heid, die gepaard ging met een
sterk realisme, zal het ook wel te
danken zijn dat zijn invloed gro
ter en bestendiger is dan bijvoor
beeld van de komeet Schelling.
Via Marx, die een „links" hegeli
aan is en de leer van zijn mees
ter materialistisch vertaald heeft,
beheerst die Invloed ook nu nog
de helft van de wereld, zij het
ook niet helemaal als filosofie.
Maar ook buiten het marxisme
vallen filosofen van diverse plui
mage telkens weer op Hegel te
rug. Redenen genoeg om zijn ge
boorte na twee eeuwen te her
denken en om zich te verbazen
over het feit dat dit zo weinig
gebeurt.
Rosenkranz, die een grote be
wondering voor Hegel had, geeft
uitvoerige voorbeelden van de
degelijkheid waarmee de filosoof
al op het gymnasium zijn taak
opvatte. Hij legde zich daar spe
ciaal op de klassieken toe en op
de natuurkunde, later kwam de
theologie en tenslotte de wijsbe
geerte. Maar Hegel las alles en
wist alles. Hij was een akelig
leergierige jongen. Van alles wat
hij las maakte hij uitvoerige uit
treksels en hij bewaarde die
zorgvuldig. Om zich te oefenen in
het Latijn hield hij als vijftienja
rige een dagboek bij, waarin hij
Latijnse aantekeningen maakte.
Bijvoorbeeld op 30 juli 1785 over
de lotgevallen van een uitgave
van Cicero uit 1582 die na meer
kader van een dialectiek van tijd
en geschiedenis. De gelijktijdig
heid van het zijn en het niets is
het worden. Er is geen rechtlij
nigheid, maar gelijktijdigheid
van tegendelen die elkaar ophef
fen. Dit woord, door Hegel zeer
bewonderd, betekent zowel liqui
deren als: naar een hoger niveau
verplaatsen, grotere gelijktijdig
heid geven. Hegel past dit begin
sel toe op het recht, de estheti
ca, de logica en op de geschiede
nis. Misschien is het vooral zijn
filosofie van het historisch ge
beuren waarin hij via Marx en
buiten hem om zijn grote en
onontkoombare invloed uitoefent.
Systemen zijn verleidelijk voor
het denken; zij fascineren door
de belofte dat zij „alles" omvat
ten en verklaren. Er zit iets moe
derlijks en beschermends in het
systeem. Tegelijk wordt Hegel
wel eens verweten dat hij teveel
heeft toegegeven aan de neiging
om de geschiedenis te laten ein
digen met zijn eigen tijd en zijn
eigen systeem en dat hij van de
Pruisische staat een sluitsteen
van zijn systeem heeft gemaakt.
Daardoor zou hij bijgedragen
hebben aan de verabsolutering
van de staat en allerlei vormen
van totalitarisme. Ik geloof niet
dat het zinvol is tweehonderd
jaar na zijn geboorte dit pro
bleem aan te snijden. Want op de
eerste plaats zouden we de fout
kunnen maken aan de Pruisische
staat van toen allerlei kenmerken
van latere staten toe te dichten.
En wat veel erger is: van filoso
fie zouden we dan zonder meer
politiek maken en die gelijkstel
ling is zeker niet hegeliaans.
(Van onze redactie buitenland)
BONN De Westduitse Sociaal-
Democratische partij (S.P.D.) heeft
op het ogenblik de meeste leden
sinds de partij in 1945 werd opge
richt. De afgelopen weken hebben
een spontane groei laten zien, aldus
de partijleider Wischnewski, volgens
hem is deze groei een gevolg van
de succesvolle onderhandelingen met
de Sovjet-Unie. De SPD zou nu meer
dan 800.000 betalende leden hebben.
(ADVERTENTIE)
Men schrijft ons van geachte zijde:
"en ik op 12 augustus het krante-
«en begon, viel mijn oog onmiddel-
°P de royale kop „Boeddha-
Bester in Groningen". Zo'n mengsel
^geheimzinnigheid (de boeddha-
rnester) en nuchterheid (Groningen)
net wel. Daarnaast een keurige
L» van Peter van der Beek:
Peinzend jongmens in overhemd.
J vai> der Beek is de boeddha-
mL u tij weet het netjes te zeg-
3 net beeld dat hij van het boed-
sme tekent heeft zeker zijn be-
jg' vooral voor jonge mensen.
,11. nevat een bloemlezing uit wat
AiiWcnsen en geloven.
todïrreerst gaat 1164 hier over een
^ie vooral een humanisme
u Boeddhisme begint niet met
^onderstellen van geloof, maar
,v?n het gewone menselijke
^•Uiteindelijk is het toch een
8ie. En ik dacht dat er vraag was
een mengsel van humanisme
tik religie,
üjk f'e moet dan wel onduide-
"Wnen gauw ie^s vvordt onder
en rin uan afbakenen door begrip-
°aalt de belangstelling. Ook met
iin|™°onlijke God moet niemand
^■Dut is primitief en moet
Welm atgeschaft.
blijftT' als God ergens onduidelijk
®(tis Vs het 111 het boeddhisme,
ol hptZ u nog a'tijd een vraagpunt
4ienstboeddhisme wel een gods-
fiedtia er een God is werd door
ten, »ii bi het midden gela-
ToiV Seen ia en Seen nee-
Je m6n?r®e, zegt v. d. Beek. Want
Sets A £a®, doordringen tot de ho-
Kilitjit .njkheid. deze diepere
Vin j. 13 een belangrijk segment
KiM„oeddhistische boodschap,
in aiuPr 's bet boeddhisme meer
In i., n een ethisch stelsel.
Mtikel wordt de aandacht
voor de bevrijdende wer
king van deze godsdienst. Gezegd
wordt dat die in onze tijd vooral ge
zocht wordt in drugs en de levens
beschouwelijke stromingen van het
Oosten.
Bevrijding is een begeerd goed. Dat
is altijd wel zo geweest. In vroeger
tijden wilde men bevrijd worden van
zonden en schuld. Maar in onze tijd
is het vooral de angst die de men
sen te pakken heeft en die ze kwijt
willen.
In het boeddisme speelt het insti
tutionele een geringe rol. Het is „een
hoogst individuele aangelegenheid.
Verplichtingen van bovenaf zijn er
nauwelijks". Vanaf de oudste tijden
komt een eredienst in het boeddhisme
niet voor, omdat de leer van Boedha
het bestaan van God negeert.
Ook dit moet onze tijd aanspreken.
De kerk als instituut is een aanbeeld
waar iedereen op slaat. Simone Weil,
een belangrijk Frans schrijfster van
joodse afkomst, die zeer geboeid
werd door de christendom, haatte de
kerk als instituut. In haar tijd (zij
stierf in 1943) was dat, althans in
ons land, nog opvallend. Maar in on
ze tijd is de indifferente of afwij
zende houding ten opzichte van de
zichtbare kerk bepaald groot. On- of
anti-kerkelijk zijn is algemeen ge
worden. Velen voelen zich, even
als v.d. Beek, niet thuis in het in
stituut.
V.d. Beek voelde zich niet thuis in
het protestantse milieu van zijn ou
ders. Een verschijnsel dat overigens
in iedere protestantse familie voor
komt. Ook het kind is in onze sa
menleving geëmancipeerd. Er is daar
door een kloof ontstaan tussen de
generaties. Waar en wat de ouderen
zijn, willen de jongeren niet zijn. Ook
in religiosis. Zij doen er helemaal
niet aan, of zoeken het zo ver en
vreemd, dat hun ouders daar niet
kunnen komen.
Zij zetten zich ook af. Ook pries
ter v.d. Beek bekent dat hij zich
afgezet leeft. Waartegen? Als ik één
keer mag raden is het misschien wel
raak: tegen de bekrompenheid. De
smalle manier van leven was bijna
vast gedragspatroon voor wie prak-
tizerend kerklid was. Bijna alles wat
je graag deed mocht niet. Het was
vrucht van een wat oude-damesachtig
christendom met kwaaltjes. Het ver
zet van de generatie van v.d. Beek
was daartegen gericht en niet tegen
het credo van de kerk. Dat is het
latere, getransformeerde, gekledere
verzet. Vooral degenen die met enig
verstand begaafd zijn, kunnen en
doen dat. V.d. Beek zet zich nü hele
maal niet meer af tegen het christen
dom. We begrijpen dat. Wie het
tot boeddha-priester gebracht heeft
hoeft dat kruimelwerk niet meer te
doen.
Hij is zelfs met een Nederlands
hervormde vrouw getrouwd. En dat
levert geen enkel bezwaar op. Want
het boeddhisme is verdraagzaam. En
ook dat spreekt onze mensen aan:
verdraagzaamheid. Wij hebben een
geschiedenis met heel wat onver
draagzaamheid achter ons. Vlak ach
ter ons. Het rommelt nog na in som-
riige kleinere kerkgemeenschappen.
Een generatie die geëmancipeerd is,
blijkt dit goed te weten. Maar als
wij christenen zijn, zo stelt v.d. B.,
kunnen wij niet anders dan exclu-
sivistisch denken. Toch trouwt hij
met een hervormde vrouw. Maar de
ze vrouw levert blijkbaar geen moei
lijkheden op.
Er zouden nog wel meer punten
uit het artikel te noemen zijn die
attractief zijn voor onze mensen in
de mist. Maar toch vraag ik mij af
of het totale boeddhisme er hier in
zou gaan, zodat het voor een pries
ter van boeddha zin zou hebben zich
hier in Brdea te vestigen. Ik meen:
evenmin als in Groningen of waar ook
in Nederland.
Wij vinden alles wat de oudere
generatie op ons tracht over te dra
gen per definitie verdacht. Wij zijn
een sceptische generatie en staan bij
voorbaat argwanend tegenover al wat
het verleden ons aanbiedt. Het ligt
voor de hand dat wij, zelf zoekende,
op het religieuze vlak met de niet-
christelijke godsdiensten en Oosters
gekleurde stromingen kennis wensen
te maken. Het resultaat is echter even
mager als de Stern-redacteur zegt:
„Voor weinigen is de invloed uit het
Oosten zo doorslaggevend dat zij er
hun hele levenshouding door laten
bepalen". Het blijft „Een vlucht uit
de realiteit zonder blijvende waarde".
Als wij het boeddhisme ernstig ne
men zijn er drie dingen waarmee wij
vooral worden geconfronteerd. In de
eerste plaats de toekomst. Ik wil
hierbij graag een plus-teken noteren.
Prof. Polak wijst er op dat het gemis
van een toekomstbeeld het grote man
co van onze samenleving is. Hij wijst
op scepsis en cultuurpessimisme als
de gevolgen van het niet vooruit
kunnen zien. Wij hebben een eschato
logie (idealistisch beeld van het hier
namaals) of een utopie (idealistisch
toekomstbeeld van het leven op aar
de) nodig. Tegen beide vormen van
idealisme, aldus Polak, keert zich de
moderne mens. Welnu, ik kan mij
desnoods nog voorstellen dat een aan
tal mensen met Polak tot deze over
tuiging is gekomen en geïmponeerd
wordt door het Nirwana van boeddha.
Want zo heet hier de (eschatologisch)
toekomst. Dit einddoel is het hoog
ste goed, het onuitsprekelijke, de za
ligheid.
De weg naar dit rijk aan gene zijde
Is echter donker. Ze is een schier ein
deloze reeks van bestaansvormen en
de essentie van iedere bestaansvorm
ls lijden. Alle geluk wordt steeds ont
maskerd als schijn, de droefheid is
steeds het einde. Het rad der weder
geboorte is een eindeloos herhaald
leed. Het boeddhisme heeft namelijk
een pessimistische kijk op het leven.
Ik moet de weg naar het Nirwana
van een min-teken voorzien.
Het middel om dit einddoel te be
reiken is het achtvoudig pad. D.w.z.
men moet leren feilloos te zijn in
geloof, besluit, woord, daad, levens
houding, inspanning, meditatie en
concentratie. Een Japanse monnik
zag eeuwen geleden al in dat soort
gelijke heilsmethoden al te voortref
felijk waren en daarom buiten het
bereik van de gemiddelde mens. Nu
voelen wij ons helemaal geen geeste
lijke supermensen. Dat de kansen
voor een boeddha-priester in Breda
gunstig zouden liggen, kan ik me
haast niet voorstellen.
Als de wet van het boeddhisme,
waarmee de mens naar de hoogte
van het zuivere leven moet klim
men, ons eeuwen lang voorgehouden
was, zouden wij, als het nü binnen
ons bereik kwam, met belangstel
ling kennis nemen van het evange
lie van de genadige God, die af
daalt tot de mens in zijn schuld en
nood en hem aanneemt zonder aan
zien des persoons. Misschien zouden
wij het begroeten als het goede
nieuws van een nieuwe tijd.
Drs. J. J. Stoutjesdijk
Dit snelgroeiende Fund
belegt uitsluitend in inkomsten-
opleverend onroerend goed in
de welvarende zakencentra van
de V.S.
Deze investering in zorgvuldig
geselecteerd, professioneel
beheerd, inkomsten-opleverend
onroerend goed heeft de
aandelen van USIF, Real Estate
in nog geen 31/2 jaar na de
stichting van het Fund een
gemiddelde waardetoename
opgeleverd van meer dan 13%
per jaar.
Als u meer wilt weten over
deze solide, rustige
beleggingsvorm, neem dan
contact op met Gramco.
Intrinsieke waarde per aandeel
USIF, Real Estate
6.1.67
19-8-70
5.00
$7.55
Ik ben geïnteresseerd in het unieke
USIF, Real Estate concept.
Naam:.
Adres:.
Plaats:.
Tel.:'
Inzenden aan:
Gramco Information (Nederland) N.V.
USIF, REAL ESTATE
Leidsestraat 74 Amsterdam
Tel. 234323 -234324
UTRECHT (ANP) De 65-f-reizi
gers krijgen voor de derde maal een
gratis reisaanbod. Zij mogen in sep
tember met een driemaands- of jaar
kaart twee dagen vrij reizen. Ze
kunnen kiezen uit elke dinsdag,
woensdag en zaterdag.
De keuzemogelijkheid is hierdoor
verder vergroot. In januari konden
de 65-plussers kiezen uit drie, in mei
uit 12 en in september uit 18 dagen.
DOOR JOHAN WINKLER
TA/at zijn wij, mensen van vóór de
oorlog, stom geweest om toen al
op deze wereld te verschijnen. We
hadden onze ouders moeten vragen
om nog even te wachten, of nog be
ter: we hadden andere ouders moe
ten uitzoeken ouders die ons niet
toen, maar nu op de wereld hadden
gezet.
We hadden het dan heel wat mak
kelijker gehad. Ook om ons hadden
ze dan letterlijk gevochten: of we
alsjeblieft alsjeblieft en nog eens als
jeblieft zo goed zouden willen zijn
om voor zomin mogelijk werk zoveel
mogelijk geld te toucheren.
Soms wrijf je je de ogen uit, voor
al dus wanneer je tot die vooroor
logse generatie behoort en langza
merhand van oudgediend uitgediend
raakt!
Daar was bijvoorbeeld die bank,
die> ineens met grammofoonplaten-
bonnen van uijjenturintig gulden per
stuk ging strooien, in de hoop dat
van de aldus beschonken knapen er
misschien een of twee zo welwillend
zouden zijn om dan toch maar over
een baantje bij die bank te komen
praten vrijblijvend en uiteraard
met ongepoetste schoenen.
En daar was die Zaanse firma van
wereldnaam, die het eerst al eens, en
kennelijk vergeefs, met leuke rond
vluchten boven de fabriek had ge
probeerd en die er toen maar een
heel popjestiual tegenaan gooide, ook
al weer in de hoop dat wellicht een
paar knapen, door de beatmuziek
moe en murw gedreund, bereid zou
den zijn om ten aanzien van die fa
briek hun drempelvrees te overwin
nen en tot enige arbeid te besluiten.
Hoe achterlijk handelde daarbij
vergeleken dat andere bedrijf dat,
op zoek naar „medewerksters" (want
„arbeider" en „bediende" zijn vieze
woorden geworden) aantrekkelijk ge
noeg dacht te zijn, toen het adver
teerde dat je je sollicitatiebrief ook
wel ongefrankeerd kon verzenden.
Nee, didrmee vang je ze niet!
Trouwens, als het allemaal zo
doorgaat, haal je het ook niet met
platenbonhen en popfestivals. Rade
loze personeelschefs zullen op den
duur sterkere stunts moeten beden
ken („huwelijk met de dochter van
de directeur niet uitgesloten", bij
voorbeeld) om aan die allerzeld
zaamste koopwaar te komen, die
„mens" heet.
Idioten van een Marx en een Las-
salle, die eertijds dachten, dat die
koopwaar vanwege de ijzeren loon
wet en de Verelendungstheorie en zo
alsmaar goedkoper zou worden!
£7n intussen zijn wij, mensen van
vóór de oorlog, vergeleken bij de
knapen naar wie door de ondernemers
alleronderdanigst gesolliciteerd wordt
in plaats dat zij beleefd bij die onder
nemers solliciteren, heel wat tekort
gekomen!
Terwijl ik dit schrijf, flitst me in
eens het verhaal te binnen over de
schrijver Jan Mens. Vóór hij als zo
danig befaamd werd en zich dus fi
nancieel ietwat roeren kon, was hij
meubelmaker, en dat betekende in de
dertiger jaren werkloos meubelma
ker.
Hij kwam nog wel eens aan huis
bij Theo Thijssen, de schrijvende on
derwijzer, de auteur van „Kees de
jongen", en die liet hem toen een
stoel repareren nee, niet uit wel
dadigheid, de stoel had die reparatie
werkelijk nodig, en zo gauw kocht je
in die tijd geen nieuwe.
Theo Thijssen heeft Jan Mens voor
die reparatie toen een rijksdaalder
gegeven. Toen Mens zijn rijksdaalder
aan zijn vrouw gaf, moet hij van
blijdschap hebben gehuild.
Vanwege die rijksdaalder natuur
lijk, maar óók omdat hij eindelijk
weer eens werken mocht.
Nee' dan de Duitsers, zei die vriend
van mij, die net iets te veel naar
Binding Rechts overhelt. Daar had
den ze geen last van de vernielzucht
en de baldadigheid die bij ons geen
plantsoen en geen bloembak, geen
leeg schoolgebouw en geen straat
lantaarn ongemoeid faat. Nee, dan
de Duitsers, die weten tenminste wat
O r d n u n g is en Disziplin
en die hebben tenminste een Poli
zei, die er bovenop zit en die zulke
straatschennerij eenvoudig niet duldt.
Je moet, zei ik hem, eens naar
Bocholt gaan, vlak over de grens.
Ken ik, zei hij, een mooie stad en
een nijvere stad met vlijtige mensen.
Dó&r weten ze tenminste wat O r d-
nun g is en Disziplin en...
Laat me uitspreken, zei ik, en tic
las hem voor uit een oproep uan het
gemeentebestuur van die stad. Of er
aan ae „Radau"-mentaliteit van de
jeugd alsjeblieft een eind mocht ko
men. Of ze de winkelruiten, de
's avonds leegstaande scholen, de
plantsoenen en de straatlantaarns nu
eens met rust wilden laten. Vorig jaar
moest Bocholt voor 60.000 mark aan
stadseigendom laten repareren, 20.000
alleen al aan straatlantaarns. En dit
jaar werd dat stellig veel meer
En toen gaf ik de krant met dat
bericht aan mijn uriend, die net iets
te ueel naar Binding Rechts overhelt.
Zeg maar niets meer, zei hij.
En dat deed hij.
I