vr
Sit'
d vraagt
:)ers vac. nr. Q-5406/0057
nistratie, archief-
Onderzoek
De zelfmoord is in Nederland
met mysteries omgeven. Er mag
niet over worden gesproken en
een vreemde schaamte bevangt
eenieder die in zijn naaste
omgeving met een geval van
zelfmoord wordt geconfronteerd.
Toch kan de zelfmoord in
Nederland niet als
uitzonderingsgeval worden
aangemerkt.
Waarom
Agressie
Zwakke schakels
Boekenfondsen
Herdrukken
UERDAGBIJLAGE VAN DE STEM/15 AUGUSTUS 1970
53—
i
«iaat
8 Rijkswaterstaat
531/0057
:anaal van Terneuzen
rens; indelen van de
:entrale telefoonpost
ivaartadministratie.
ficaat radio telefonie
'an radar.
g, max. f 1202,- per
lienst).
rstaat
ectie Noord-Brabant
voc. nr. 0-5506/0057
V)
jezicht bij de uitvoering
aanleg van de Zoom-
burg; de aanleg van
rdubbeling Breda-
rbouw) of hiermee
■ing, tussen f707,- en
n binnen de
jf hiermee vergelijkbare
en ervaring, max.
ewenste functie vermelde
brief en enveloppe en
F) zenden aan de
san 1, 's-Gravenhage.
exclusief 6% vakantie-
Geen woord over zelfmoord!
joorPIM GAANDERSE
Zelfmoord. Wat weten we
a ran Bitter weinig. We
Rebben er een geheel ver
meden voorstelling van.
2eüs deskundigen moeten
rwk gissen. En wat ze
,an vaststaande feiten
hebben, kunnen ze dik-
vijls niet verklaren.
„Doordat zelfmoord zich
je een schemerige taboe
sfeer bevindt, loopt onze
iisienleving met een boog
om dit probleem van grote
omvang heen. Er zqn maar
weinig vraagstukken, die
in velen aangaan en waar
20 weinigen van weten".
Dit heeft enige tgd gele
den mejuffrouw L. M.
Heijlema uit Voorburg ge-
ichreven in het Algemeen
Politieblad, toen ze de
gelfmoordproblernatiek be
lichtte.
Er zijn nog maar een paar
zaken, waar we niet mee te
koop lopen. Op praten over
je salaris rust nog een of an
der mystiek verbod en met
het taboe zelfmoord lijkt het
de laatste resten menselijke
terughoudendheid te vormen.
Waarom praten we eigen
lijk niet over zelfmoord?
Vanwege onze eigen schuld
gevoelens? Omdat de buiten
wereld soms zo naar rea
geert? Omdat het nog niet
zo lang geleden is dat het
I Üjk van een zelfmoordenaar
niet in gewijde grond begra
ven mocht worden? Uit pië-
teitgevoelens voor de nabe
staanden? Door het onbe
haaglijke gevoel dat zelf
moord zo onbekend en on
grijpbaar is?
Hoe dan ook: Er mag niet
over gesproken worden. Het
1 moet worden doodgezwegen
als er in een familie een
zelfmoordgeval voorkomt.
Het moet een ongeval lijken,
I of een ziekte. Maar het mag
niet bekend worden. Of toch
I vel?
Als de opzet van onder-mi
nister dr. R. J. H. Krudsin-
i slaagt, inderdaad wél.
Dan zullen er over een jaar
veel meer wetenschappelijk
verantwoorde gegevens be
kend zijn over zelfmoord.
Dan ook kan wellicht het ta
boe worden geslecht. Over
enkele weken zullen in op
dracht van de staatssecreta-
rii van Volksgezondheid de
professoren dr. N. Speijer
(sociale psychiatrie aan de
rijksuniversiteit Leiden) en
dr. C. S. Kruijt (socioloog
aan de Delftse TH) een uniek
zelfmoord-onderzoek in Ne
derland beginnen. Vooral de
materie van de pogingen zal
aandacht krijgen.
De zelfmoorden vormen
feitelijk maar het topje van
de menselijke struggle for li
fe. Per jaar worden in ons
land ongeveer negenhonderd
zelfmoorden geregistreerd.
Het aantal zelfmoordpogin
gen is echter belangrijk gro
ter. Schattingen lopen uiteen
van tien tot vijftien keer
meer dan de geslaagde zelf
moorden.
Over de zelfmoordpogingen
is nagenoeg niets bekend.
Wel bijvoorbeeld dat de zelf
moordenaar resolute midde
len gebruikt en de poger
minder direktere. Vroeger
gold een poging tot zelf
moord als een mislukte zelf
moord. Maar bij de betrok
kenen staat volgens de we
tenschapsmensen de dood op
de voorgrond bij het plegen
van zelfmoord. Bij een po
ging „doet men meestal door
middel van de dramatische
daad een appèl op de omge
ving; men wil herstel van
het contact met de realiteit.
Het is meestal in de eerste
plaats een s.o.s.-sdgnaal; de
„cry for help", aldus mej.
Heijlema.
De cijfers van het Cen
traal Bureau voor de Statis
tiek geven aan dat het aan
tal zelfmoorden in West-Eu
ropa constant blijft. Het aan
tal mannen dat zelfmoord
pleegt is aanmerkelijk gro
ter dan het aantal vrouwen.
Per 100.000 inwoners van 15
jaar en ouder is dat aantal in
1968 voor Nederland bij man
nen 12,4 geweest; bij vrou
wen 7,4.
Het aanta] zelfmoorden on
der mannen in vrije beroe
pen of in leidinggevende
functies ligt het hoogst. Naar
provincies gerekend blijkt
het aantal zelfmoorden in de
noordelijke provincies duide
lijk hoger te liggen dan in
de rest. Wat de steden be
treft staat Hilversum in '68
bovenaan met 18 zelfmoor
den per 100.000 inwoners van
15 jaar en ouder. Breda
stond in 1968 het laagste: 5,7,
maar in '67 het hoogste:
14,9. Waardoor? Men weet
het niet.
In afwijking van de alge
mene gedachte dat in het
„donkere" jaargetijde
(herfst en winter) de meeste
zelfmoorden worden ge
pleegd, geven de statistiek-
cijfers aan, dat de top in het
voorjaar ligt, met de maand
mei als uitschieter. Gere
kend naar de dagen blijken
de meeste zelfmoorden op
maan- en vrijdagen te wor
den uitgevoerd.
Het Nederlandse zelf
moordcijfer is relatief laag
(gemiddeld 6,6 per jaar). In
West-Duitsland worden jaar
lijks per 100.000 inwoners 24
zelfmoordgevallen geteld.
Net als in Denemarken en
Zwitserland, maar in Oosten
rijk is het getal zelfs 28, in
Finland 29 en Hongarije zelfs
34.
Hoe komt iemand tot zelf
moord of 'n poging daartoe?
Prof. Speijer zegt het zo:
„Iedereen heeft een last op
zijn schouders en iedereen
heeft een zekere kracht om
deze last te dragen. De ver
houding tussen draagkracht
en draaglast is voor ieder
mens verschillend. Sommi
gen hebben weinig draag
kracht, weinig incasserings
vermogen. Bij anderen kan
de last zo zwaar worden dat
de kracht het begeeft. Het is
dan mogelijk dat deze men
sen hun toevlucht zoeken in
de zelfmoord. Voordat ze dit
doen zenden ze nog signalen
uit. Praten zij er over".
Het is vastgesteld dat 70
procent van alle mensen die
een zelfmoordpoging doen
vooraf bij de dokter zijn ge
weest. Niet met de opmer
king iik voel dat ik zelfmoord
ga plegen, maar met klach
ten over slapeloosheid en on
rust. „Men denkt vaak dat
iemand die zegt, dat hij
zelfmoord gaat plegen het
nooit zal doen. Dat is beslist
niet waar", aldus mej. Heij
lema.
Mensen hebben door de op
bouw van hun persoonlijk
heid moeilijkheden met de
communicatie met hun om
geving. Ze voelen zich vaak
eenzaam en verlaten, zodra
er iets in de buitenwereld ge
beurt. „De eenzaamheidsge-
voelens roepen angst op. Ze
voelen zich uitermate kwets
baar en in hun bestaan be
dreigd. Ze zien er geen gat
meer in", aldus dr. Speijer.
Er zijn motieven te over:
naast geestelijke en licha
melijke stoornissen (zwaar
moedigheid, godsdienstwaan
zin, ziekte en invaliditeit), fi
nanciële moeilijkheden, eer
verlies, de dood van een fa
milielid of vriend, huiselijke
omstandigheden, passionele
en erotische omstandigheden
enz. Steeds weer hangt bo
ven al deze moeilijkheden de
dreigende of al aanwezige
eenzaamheid.
Dr. Speijer zegt verder dat
bij de werkelijke oorzaken
van de zelfmoord ook de
symbolische moord op een
ander gezocht moet worden.
„Iemand raakt gefrustreerd
in zijn werkkring. Zijn chef
zit hem dwars. Hij zou die
chef wel dood willen slaan,
maar dat kan hij niet. Nu
doodt hij zichzelf. Het object
wordt symbolisch in hemzelf
opgenomen".
Ook het niet kwijt kunnen
van agressie wordt als één
der oorzaken gezien. „Je
hebt moeilijkheden met ie
mand; je zou hem een klap
willen geven. Je doet dit niet
maar thuis gekomen uit je
die agressie door je eigen
kind te slaan. Dat is dan de
symbolische klap aan diege
ne, met wie je moeilijkheden
hebt. Bij bepaalde persoon
lijkheidsstructuren, richt je
dit soort agressie op jezelf.
Je slaat jezelf voor het
FOTO TON MASSIZZO
hoofd". In een hevige vorm
kan die agressie tot zelf
moord leiden.
De uitvoering van een
zelfmoord kan sterk verschil
len. De meeste komen tot
stand door ophangen, ver
drinken en vergiftigen. Vol
gens mej. Heijlema staat
vergiftiging bij de zelfmoord
poging op de eerste plaats.
Bij zelfmoord worden meer
gewelddadige methoden toe
gepast. Vrouwen kiezen va
ker voor vergiftiging dan
mannen. Andere methoden
die regelmatig gebruikt wor
den: gebruik van snij- en
steekwapens, zich voor een
trein of auto gooien, zich van
een hoogte werpen, gebruik
van een vuurwapen.
Het klinkt in dit verband
wellicht wat wrang, maar
ook bij de zelfmoord heeft
de vrouw zich geëmanci
peerd. In het begin van de
ze eeuw was het verschil tus
sen man en vrouw veel gro
ter. „Hoe meer het emanci
patieproces voortschrijdt des
te hoger de cijfers bij de
vrouw zullen worden. Vrou
wen in beroepen hebben net
zulke hoge zelfmoordcijfers
als mannen", aldus heeft
prof. dr. Kruyt eens gezegd.
In de groep van 20 tot 30-
jarigen worden de meeste
pogingen tot zelfmoord ge
daan. Psychologisch is dit te
verklaren. Ze moeten leren
op eigen benen te staan, met
alle psychische en sociale
moeilijkheden van dien. Het
staat ook vast dat het aan
tal zelfmoordpogingen in het
algemeen toeneemt. Alles
leidt tot de conclusie dat er
wat gedaan moet worden
door de samenleving. De ene
mens zal de last van de an
der soms kleiner moeten ma
ken, terwijl de ander de
kracht van de een zal moe
ten opvijzelen.
„Fouten in de opvoeding,
afwezigheid van een goede
sfeer en gebrek aan commu
nicatie kunnen voor een kind
later fatale gevolgen heb
ben", aldus mej. Heijlema.
„Het is belangrijk dat het
kind 'n incasseringsvermogen
ontwikkelt, dat het onlusten
kan verdragen en vooral dat
het weet, dat men aandacht
voor hem heeft en dat zijn
ouders van hem houden".
Is er in dit stadium te wei
nig gedaan dan zullen later
familieleden, vrienden, gees
telijken, sociale werkers,
artsen, psychologen en psy
chiaters moeten bijspringen:
„Een mens die weet dat hij
geliefd is, zal niet gauw
zelfmoord plegen".
Handel in schoolboeken
chaotisch
door JOS AHLERS
Jaar-in, jaar-uit regent liet omstreeks deze tijd klachten over de aflevering
ran schoolboeken. Bij de invoering van de Mammoetwet in 1968 was de
chaos het grootst, van de 15 boeken die men toen voor de brugklas bestel
de bleken er op het kritieke moment 6 nog niet verschenen en 4 in her-
druk. Boeken die in mei besteld waren, bleken toen in september nog
steeds niet leverbaar. Zo erg zal het dit keer zeker niet zijn, maar ook nu
rallen er weer heel wat leerlingen met een half gevulde boekentas de school
binnen stappen.
Jte schuld ligt gedeeltelijk
Jij de school en gedeeltelijk
de boekhandel, de uiitge-
»ers kan in de meeste geval-
1«> nauwelijks iets verweten
"orden.. De piek ligt uiter
aard in de zomermaanden, er
"ordt dan 80 pet. van alle
schoolboeken verkocht. Wat
os uitgevers ook gedaan heb-
»5n om tot iets meer sprei-
"'ug te komen, het is alle
maal mislukt. Daarom is er
aog maar één hoop: dat er
80 snel mogelijk en zo cor
rect mogelijk wordt besteld
5J daar mankeert gewoon
Was aan.
ju de bestelperiode zitten
™ee zeer zwakke schakels:
oa school en de boekhandel.
~a scholen geven geen of
teer gebrekkige boekenlijs-
!®u en dat leidt tot een hele-
Sfe! misère. Het Centraal
"oekhujs in Amsterdam
|5en ie Amsterdamse scho
len enige maanden geleden
aangeboden de boekenlijsten
eerst even te controleren op
yargissingen of onvolkomen
heden. Ongeveer 10 procent
jau de scholen maakte van
O?' aanbod gebruik en men
!s achteraf Mij dat het er
niet meer waren: men had
er de handen vol aan. De au
teurs worden niet genoemd,
m«n verkort de titel zodat er
verwarring ontstaat met een
ander boek of men geeft
eenvoudig niet op welk deel
van een bepaalde serie men
nodig heeft en of men het
bijbehorende werkboek ook
wil hebben. Daarna komt de
tweede zwakke schakel: de
boekhandel. De voorzitter
van de vereniging van Neder
landse uitgevers, de heer R.
Beumer zegt: „Heel veel
boekhandelaren geven hun
bestellingen op schrikwek
kende wijze door. Het is ge
woon vodjeswerk. Alles moei
gecontroleerd worden Sa
men met een collega kom1
hij met enige moeite tot vijf
boekhandelaren in den lan
de, die in dit opzicht vrijuit
gaan: één in Leiden, één in
Haarlem, één iin Den Haag,
één in Heerlen en één in Nij
megen.Er zijn in dit lieve
land 2000 boekhandelaren,
waarvan 1200 zich met
schoolboeken bezig houden.
Zoals U een week geleden
hebt kunnen lezen moet er
dan ook een totale reorgani
satie komen. De uitgevers
willen naar 10 tot 20 regiona
le dealers en dat zou ook 'n
gunstig effect hebben op de
prijs van het schoolboek.
Schoolboeken zijn duur, een
derde klas h.a.v.o. kreeg op
dracht voor 150 boeken te
kopen. Sinds lang bestond er
een florerende tweedehands
markt, maar die klapte in
1968 opeens in elkaar. Toen
werd de Mammoetwet van
kracht en er verschenen
stapels nieuwe boeken. Op
een aantal plaatsen ving men
de grote klap op door het in
stellen van boekenfondsen.
De school koopt het gehele
boekenpakket en de leerling
huurt de boeken voor een
kwart tot een derde van de
prijs. Als de boeken vier
jaar meegaan springt de
school ongeveer uit de kos
ten. De gemeente Rotterdam
ging er als eersite en tot nu
toe ook als enige toe over om
de boeken voor alle gemeen
telijke scholen te financie
ren. Veel schoolgemeen
schappen elders begonnen
op eigen houtje een fonds
Vooral de omzetting van de
ulo-scholen (waar men de
boeken gratis kreeg) tot ma
vo-scholen (waar de boeken
betaald moeten worden)
leidde tot zeer veel boeken
fondsen. Momenteel heeft 85
procent van de 1200 mavo-
scholen en 60 procent van de
bijna 500 havo- en vwo-scho-
len zo'n fonds. Men ver
wacht dat over enkel* ja
ren alle scholen zo'n fonds
bezitten. Soms wordt gesteld
dat veel leerlingen graag
hun eigen boeken willen
houden, maar op een scho
lengemeenschap in Vlaar-
dingen waar men de boeken
tegen een zeer billijke prijs
mocht houden, behoorde
minder dan 2 procent van de
leerlingen tot de liefhebbers.
De grote uitgevers zeggen
niet zoveel pijn aan die fond
sen te hebben. Bij het lager
onderwijs en by het u.l.o. is
het nooit anders geweest en
voor de rest van het voortge
zet onderwijs zaten de uit
gevers op te boksen tegen
een goed floriserende twee
dehands markt. „Nu wordt
georganiseerd wat in feite
al bestond", zeggen ze.
(Voor de tweedehands markt
was het natuurlijk wel een
klap.) Bovendien hopen de
uitgevers op een effect wat
zich in Duitsland manifes
teert, veel mensen in goede
doen kopen daar ondanks de
boekenfondsen ook eigen
schoolboeken voor hun kin
deren.
Tenslotte zijn er ook hard
nekkige misverstanden rond
de herdrukken. Kijk, rede
neert de leek, bij een her
druk worden een paar klei
nigheden gewijzigd en
prompt kan dan iedereen
weer een nieuw boek kopen.
De uitgevers weten wel hoe
ze rijk moeten worden.
Juist omdat de uitgevers op
winst uit zijn berust deze ge-
dachteneang op een misver
stand. Bij 'n dergelijke gang
van zaken bijna altijd
door de auteur gewenst, want
hij wil de kleine ongerechtig
heden uit zijn boek krij
gen de uitgevers allereerst
ruzie met de mensen die ze
juist tevreden moeten hou
den: de leraren. Maar bo
vendien is de uitgever con
tractueel verplicht alle niet
verkochte boeken vart eer vo
rige druk van de boekhandel
terug te nemen. De uitgever
heeft er juist financieel be
lang bij dat opeenvolgende
drukken naast elkaar bruik
baar zijn.
Momenteel wordt als begin
sel gehanteerd dat 'n school
boek een redelijke tijd (ze
ker vier jaar) onveranderd
dient te blijven. Bij herdruk
ken ziet men ook steeds de
regel: Deze druk is bruik
baar naast de vorige. Men
wil nog iets verder gaan: in
de toekomst zullen nieuwe
druk'-m niet eens meer met
een hoger cijfer worden
aangegeven, maar r- m zet
er dan alleen in: zoveelste
druk, tweede oplage.