Jeugdbende:
kraamkamer
van misdaad
Zeehengelen
sport
van
morgen
Een echte
na-aper
in een twe
Ver van de
SSEN
ER M(
Meer aandacht
Inspecteur van politie drs. N. van Heiten heeft een
onderzoek gedaan naar de bende-criminaliteit onder
de Nederlandse jeugd- Die criminaliteit neemt toe. Het
generatie-conflict, het gebrek aan communicatie en de
problemen van werkgelegenheid, spelen daarin een
grotere rol dan de verveling, ook al denkt iedereen
dit laatste.
Weer opnieuw
Toekomst
Ziekenboeg
Troost
Dinsdag
ZAïcKüMtoüiJLAGE VAN DE STEM/1 AUGUSTUS 1970
door
PIM GAANDERSE
"De gevangenis moge dan
de hogeschool van de mis
daad zijn en het huis van
bewaring een uitstekende
leerschool, de 'jeugdben
de' lijkt mij een ideale
kraamkamer, misschien
zelfs een couveuse, voor de
criminele carrière".
Aldus drs. N.H.E. van Hei
ten (29), inspecteur van
politie, die bij de directie
Openbare Orde en Veilig
heid van het ministerie
van Binnenlandse Zaken
verbonden is aan het bu
reau onderwijsbeleid. Hij
heeft een beperkt onder
zoek gedaan naar de ben-
decriminaliteit onder de
Nederlandse jeugd.
Een „verkenning", waar
hij slechts 'voorzichtige' con
clusies aan wil verbinden,
maar die er naar zijn oor
deel wel op wijst dat er
snel goed gefundeerde, we
tenschappelijke navorsingen
moeten worden gedaan om
te voorkomen dat er zich een
stormachtige uitbreiding van
de jeugdcriminaliteit in ben-
devorm gaat manifesteren.
„De hausse in bankover
vallen hebben we al overge
nomen van landen als de
Verenigde Staten, Duitsland,
Frankrijk en Engeland. We
moeten er voor zorgen dat
we met de jeugdbenden niet
dezelfde weg op gaan", al
dus drs. Van Heiten. Een
vergelijking van de jeugdcri
minaliteit in ons land met
die van andere landen wet
tigt, aldus de jonge inspec
teur, de conclusie dat er een
reële kans bestaat op een toe
name. „Er is reeds eèn gro
tere neiging tot misdadig ge
drag in bendevorm te be
speuren".
„Nog niet zo lang geleden
betekende 't woord jeugdcri
minaliteit voor de meesten
zoveel als baldadigheid",
zegt de heer Van Heiten.
Maar bij de jeugdgangs gaat
het om zaken als vandalis
me, vernieling, diefstal, in
braak, zedendelicten en ge
weldpleging.
„Uit oogpunt van preven
tie lijkt het mij uitermate
aan te bevelen de verdere
ontwikkeling van de leden
van de jeugdbenden, die we
gens crimineel gedrag met
de politie iin aanraking ko
men, zo nauwlettend moge
lijk te volgen. Er moet meer
aandacht dan gewoonlijk wor
den besteed aan wangedrag
of kleine delicten, die deze
jongeren plegen. Het is van
evident belang dat de 'zwa
re jongens en lichte meisjes'
tussen 16 en 25 jaar gevolgd
worden in hun (oo)maat-
schappelijke carrière" stelt
inspecteur Van Heiten.
Hij is overigens niet erg te
vreden over het woord .ben
de', waaraan verschillende
gevoelswaarden worden ge
hecht. Een andere benaming
heeft hij er echter niet voor
kunnen vinden.
De heer Van Heiten, die
na zijn opleiding bij de Rot
terdamse politie terecht
kwam, heeft de gedragingen
van drie Rotterdamse jeugd
benden als uitgangspunt van
zijn verkenning genomen.
De eerste bende, de
„Streetboys", is een groep
die in 1967 in handen van de
politie kwam. Een bende van
acht jongens van 13 tot 16
jaar, die zich voornamelijk
inlieten met diefstallen en in
braken in warenhuizen, ge
parkeerde auto's, automaten,
tassen, enz.
De tweede, de „Arüstieke-
lingen", kwam in '65 in aan
raking met de politie. Deze
bende telde liefst 51 jongens
en meisjes (met nog eens
een legertje van tientallen
meelopers) en beschikte over
een wat gevarieerder activi
teitenpatroon. „Enrezijds ver.
richtten ze vaak vrij grondi
ge verkenningen op het ge
bied van Bacchus en Venus
en anderzijds maakten zij de
binnenstad onveilig met
stoeipartijtjes en strooptoch
ten, die soms in roofpartijen
ontaardden", aldus drs. Van
Heiten.
De derde groep, de „La-
diesgang", tenslotte bestond
uit 28 man (en vrouw) en
is al tien jaar geleden opge
rold. Ook zij vermaakten zich
met 'bedfeesten' (één bende
lid kon 20 namen van meis
jes opgeven, waarmee hij de
laatste tijd naar bed was ge
weest) en inbraak, diefstal
en .pootjepesten' (lastig val
len van homofielen).
Bij het nagaan van de ver
dere gedragingen van deze
bendeleden, ontdekte drs.
Van Heiten dat een groot
aantal bendeleden zich na
het oprollen van de gangs
weer crimineel ivas gaan ge
dragen. Van de veroordeelde
Streetboys bleek ruim een
derde deel (37,5 pet.) binnen
twee jaar opnieuw op het
pad der misdaad; van de
Artistiekelingen in vier jaar
bijna een derde deel (31 pet.)
en van de Ladiesgang zelfs
bijna de helft (46 pet.), maar
dat in een periode van negen
jaar. Verschillende kwamen
wegens bezit van drugs weer
in moeilijkheden.
Veel van de weer .gepak
te' oudbendeleden komen uit
het arbeidersmilieu, zo blijkt
uit de statistieken. Volgens
inspecteur Van Heiten wil dat
met zeggen dat de criminali
teit alleen onder deze groep
jeugdigen is te vinden. Jon
geren uit maatschappelijk ho
gere klassen weten zich beter
buiten schot te houden en heb.
ben meer mogelijkheden om
zich positief te vermaken in
hun vrije tijd. Over de La
diesgang en de Streetboys
spreekt hij van Schoolvoor
beelden van een aantal jon
gens uit de buurt die Sociaal
en cultureel veel gemeen heb
ben en met elkaar op roof uit
gaan".
Hoe zijn de structuren van
groepen jongeren die zich
van bestaande normen niets
aantrekken? .Dikwijls Kijken
wij tegen een facade aan,
vaak is er eerder sprake van
een kuddegedrag (men zoekt
eikaars 'warmte'), van pseu-
doagressiviteit dan van echte
gewelddadigheid". Over het
algemeen genomen lijkt het
dus niet tegen te vallen doch
inspecteur Van Helten stelt:
"Bijna elk conflict bergt het
risico van escalatie in zich.
Het kan de betrokkenen bo
ven het hoofd groeien en dat
kan weer leiden tot een pa
niekerige en krampachtige
benadering, die de toestand
alleen maar verergert".
"Maar of we zondeT
meer mogen aannemen dat
't zo'n vaart niet zal lopen?
In de grote steden kennen wij
wel degelijk de criminaliteit
van groepen jeugdigen. Het
lijkt mij zaak de vinger aan
de pols te houden".
Als oorzaken van de toene
mende criminaliteit onder de
jeugd noemt hij o.m. het ge
neratieconflict, gebrek aan
communicatie, de proDlemen
van werkgelegenheid, van on
derwijs en van vrijetijdsbe
steding. "Velen zien het als
een facet van het probleem
verveling, maar dat is te eng
gedacht," zegt drs. Van Hel
ten.
"Prepareert de school zich
op de vervelingsmaatschap
pij? Meer en meer verliezen
gevestigde opleidingspro
gramma's hun functie. Wor
den niet veel kinderen nog
voorbereid op een maat
schappelijke rol, die zij nooit
zullen spelen?"
"In het bijzonder in de ste
den zijn 'er te weinig uitings
mogelijkheden voor de op
groeiende jeugd. Ook in ons
land beschouwt men de
jeugdbende vaak als een sub
cultuur die een irreële be
schutting vormt voor labiele
leeftijdsgenoten op de vlucht
voor nu. Het is echter de
vraag of in de meeste geval
len niet juist de meest reële
oplossing is gekozen ter ver
vulling van de wens ergens
bij te horen'?" aldus inspec
teur Van Helten. "Opmerke
lijk is in dit verband dat de
jongeren in vele gevallen
geen motief voor hun
diefstallen of dergelijke heb
ben, dat als verontschuldi
ging voor hun daad zou kun-
nen gelden."
Volgens drs. Van Helten zal
het noodzakelijk worden een
speciale jeugdpolitie te
formeren, will men het bars
ten van de jeugdbendenbom
voorkomen. "Jeugdpolitie,
niets volgens de geijkte pa
tronen ontworpen maar toe
gespitst op de jeugd van nu".
Hij pleit voor de vorming
van zogenaamde .adolescen
tenteams' waarin kinder-, ze
denpolitie en recherche
samenwerken. "In die teams
moeten werkelijke specialis
ten zitten, die vertrouwd zijn
met de jeugdproblematiek
van nu! De politie is tot op
heden alleen maar als lap
middel gebruikt. Ze kwam
vaak als mosterd na de maal
tijd met alle nadelen van
dien!"
De politie moet zich, aldus
de politic-inspecteur, niet al
léén op het probleem wer
pen. Zijn betoog lijkt veel op
dat van een sociaal werker
en daarom wellicht trekt hij
de politie wat aan de uni
formjas: "Ze moet als ver
binding fungeren tussen het
probleem en de diverse in
stellingen die daarbij kunnen
helpen", zegt hij.
En tenslotte: "In haar con
tacten met de jeugd zal de
politie niet moeten streven
naar populariteit. Er is een
positievere reputatie denk.
baar; die van een overtui
gende persoonlijkheid, warme
belangstelling, gevoel voor
humor en een duidelijke en
consequente wijze van optre
den".
Gezellig samen in bad en dan de baas 'n beurt geven.
Schoon
heidsverzor
ging
doet Tascha
zelf. Hier is
zij bezig
met
haar nagels
Het
„diner" bevat
een heerlijk
eitje, dat
Tascha
's middags
samen met
haar „vader
en moeder"
nuttigt.
Foto's: Louis
Drent jr.
door
HANS VAN BGVENE
De zee is elke dag anders
zegt men. De ene keer is
zij vriendelijk, aanlokke
lijk, stil, vreedzaam; een
andere keer is ze rumoe
rig, wispelturig, speels, of
woest. Gewoon heel woest.
Wanneer je langs het
strand loopt, merk je het
alleen maar aan de tem
peratuur. Maar op een
boot, midden op de Noord
zee, ervaar je het allemaal
veel beter. Niet aan den
lijve, maar in den lijve.
Midden op het dek, kun je
je aan een stang vasthouden,
een beetje beschut voor de
wind en de striemende re
gen die ook op een julidag
herfstneigiingen kan verto
nen. Je voelt de toch niet zo
kleine schuit op en neer dan
sen op de golven, waarvan
sommige witte kopjes hebben
van schuim. De druk op de
ene voet is dan groot, dan
wordt hij gewoon opgetild en
voel je die druk op het ande
re been. In de maag zit het
niet lekker, maar je wilt je
groot houden, je lacht bleek
jes, leunt wat achterover te
gen zo'n koker, en kijkt naar
de grauwe donkere luchten.
Die zie je op en neer zwe
ven, naar je toe en van je
af; en je blU richt zich weer
snel op de golven want dan
zie je tenminste een grote
golf aankomen en weet je dat
je even de benen op moet til
len wanneer het water toch
nog over het dek stroomt.
Zo kun je uren staan te
schommelen, terwijl het wit
om je neus blijft, de maag
niks lekker zit. Dan wordt het
koud en denk je: ik zal er
nu wel overheen zijn. Je ziet
anderen, in gele regenpakken
aan, langs de reling met zee-
hengels makreel op makreel
binnenhalen; en je denkt:
waarom zij wel en ik niet?
Langs de reling, je regelma
tig vasthoudend om niet over
het dek geslingerd te worden,
loop je naar een verdieping
hoger en klimt de bar bin
nen. In het midden van de
bar ga je zitten. Door de deur
zie je weer de luchten en bij
de volgende schommeling al
léén het water van de zee.
Dan weer de lucht, dan weer
de zee. "Dat is mannenwerk
hè!" zegt eer van de beman
ningsleden. Een hengelaar,
die ook even binnenkomt,
neemt een borrel. De
jeneverlucht, die je anders
kunt waarderen, doet je
maag bijna op de kop staan.
Je voelt je koud, warm, zwe
terig, ellendig. En je vlucht
naar buiten, terug naar dat
plaatsje midden op dek, be
schut voor de striemende re
gen. Maar voor het zover is,
kolk je alles uit wat er in je
maag zat, in het water van de
Noordzee. Weer een stukje
bijgedragen aan de verdere
verontreiniging, denk je bit
ter. En opnieuw komt er een
golf uit je keel. Niemand let
op je, en dat is een troost.
Er is eigenlijk maar één
wens: ergens onder de
dekens liggen, lekker warm,
in een zacht bed, en slapen,
slapen en nog eens slapen.
Maar wanneer opnieuw een
grote golf het water over je
schoenen doet stromen,
vlucht je terug naar het mid
den van het dek, naar dat
beschutte plaatsje. De maag
is leeg, dat is in ieder geval
een opluchting. Je voelt je
nog ellendig, maar je han
den omklemmen de koude ij
zeren stangen, je verbijt die
ellende en je vloekt in stil
te. Zo gaat het beter. Dit
was dan de kennismaking
met de Noordzee, een kennis
making die j* je heel anders
had voorgesteld. De makre
len vliegen over het dek, bij
wijze van spreken. Je krijgt
weer oog voor mooie vangs
ten, drie tegelijk aan een pa
ter noster en je hebt bewon
dering voor de vent, die alle
schommelingen van de boot
ten spijt, rustig zo'n makreel-
tje in mootjes snijdt en dank
zij die mootjes tientallen an
dere makrelen uit het water
vist.
In zeehengelen zit een gou
den toekomst. Niet voor de
hengelaars, want die willen
alleen een fijn avontuur, een
goede vangst en een heerlijke
dag uit, midden op zee, in
de zon of stromende regen,
dat kan niet verdomme.
Maar die gouden toekomst
zit er meer voor degenen die
een zeewaardige boot bezit
ten en hengelaars de moge
lijkheid bieden, om op zee te
gaan vissen. Het zijn er ve
len die dat de laatste jaren
inmiddels doen, maar er zijn
er niet zo heel veel, die dat
inderdaad op een verantwoor
de wijze doen. Reden waarom
de scheepvaartinspectie
steeds hogere eisen gaat stel
len. De Holland Sea Fishing
Tours aan de St.-Jobsweg 58
in Rotterdam heeft enige tijd
geleden de PTT-kabellegger
"Poolster" gekocht en het
schip omgebouwd tot een re
creatieschip, 47 meter lang,
7 m. breed, bruto 265 ton,
met aan boord bar, mess-
room, centrale verwarming,
douches, toiletten, telefoon,
keuken etc., elektrische ap
paratuur voor het opsporen
van scholen vissen (vangsten
worden dan ook gegaran
deerd), terwijl er tevens de
mogelijkheid is voor radio
grafisch contact met de vis
serij in IJmuiden en Scheve-
ningen zodat men weet waar
ongeveer makreel, kabel
jauw, tong, bot, paling, zee
baars en mogelijk zelfs
grondhaai te vinden is. De
naam Poolster wijzigde
men in Zeester, en vanaf de
Maasboulevard in Vlaardin-
gen worden nu dagelijks dag
trips naar de Noordzee on
dernomen (vertrek 8 uur, te
rugkomst 18 uur.) De Scheep-
vaartinsp. kon niet anders
stellen dan dat het schip aan
de hoogste eisen voldoet, re
den waarom ook de KLM
meewerkt aan dit project.
Voor het volgende toe
ristische seizoen wordt pro
paganda gemaakt met be
hulp van de KLM, Swiss Air,
Holland Amerika Lijn e.a. in
Zwitserland, Engeland, Duits
land, België en Amerika. De
kosten zijn redelijk, 40,- per
persoon, met inbegrip van 2
koppen koffie en een warme
lunch (waarbij men zoveel
mag eten als men wil). Er
is van alles aan boord; ie
mand die niet vist maar al
leen de Noordzee op wil kan
daarom ook aan zijn trekken
komen.
Wanneer de maag zich
weer enigszins herstelt-
vooral wanneer je hoort dat
zes van de 55 passagiers in
de ziekenboeg liggen bij te
komen en je beseft dat je
daar tenminste niet in terecht
bent gekomen begint er
een weemoedig gevoel over
je heen te komen. En je
zoekt de mess-room op. Kok
op de Zeester is Joop Brüge-
man. "Er is heel weinig te
doen tegen zeeziekte", zegt
hij. "Je moet alleen 's mor
gens flink eten, niet teveel
drinken, zoveel mogelijk in
de frisse lucht blijven, na
tuurlijk zo'n pilletje innemen
tegen de zeeziekte en die
worden hier aan boord ver
strekt en eigenlijk ervoor
zorgen dat je maag de hele
dag vol zit. Dus blijven eten.
Dan kan die maag niet zo in
beweging komen. Ik was van
morgen zelf ook niet zo lek
ker, maar ik had vanochtend
ook praktisch niets gegeten.
En nu vaar ik toch al meer
dan tien jaar. Overigens heb
ben we nog geluk dat het zo
regent. Want de regen slaat
de golven neer, ze zeggen wel
eens olie op de golven gooien,
maar dat is met de regen
ook".
Een troost is, dat ze aan
boord van de Zeester ook
olie hebben om op de golven
te gooien wanneer men ooit
eens in een moeilijk parket
komt. Brügeman heeft deze
dag een lunch gemaakt die
bestaat uit doperwtjes, rijst
en een verrukkelijke kippera-
gout. De lunch wordt opge
diend in plastic borden; en
laat je zo'n tweede bord vol
best smaken. Dan kom je te
rug op dek, en je voelt je
een stuk beter. Je pakt een
hengel waarvan ze er genoeg
aan boord hebben (ze heb
ben er eigenlijk van alles) en
je vist en je vangt makreel.
En wanneer je tegen de
avond de Nieuwe Waterweg
weer nadert, wanneer je de
grote schepen de Europoort
ziet binnenkomen of uitva
ren en de gele loodsboten ziet
springen op de golven; wan
neer je voelt hoe fijn je ei
genlijk uitgewaaid bent die
dag, dan voel je je een stuk
fijner. Je voelt je eigenlijk
een hele piet, een ander
mens. Dat is ook de grote
bekoring die van dit zeehen
gelen uitgaat. Avontuur, je
zelf worden, "een ander
mens".
VER na-apen
gesproken:
Wim Eike
lenkamp, ei
genaar van
de Amster
damse
broodjes
zaak in De
venter, weet daarvan mee te
praten. Sinds meer dan één
jaar bezit hij Tascha, een
chimpanseevrouwtje, oud
3,5 jaar, die wanneer men
haar iets voordoet, dat on
middellijk nadoet en het ook
blijft doen. Wanneer men bij
Wim Eikelenkamp te gast is,
moet men dan ook niet
vreemd opkijken, wanneer
Tascha op 'n gegeven moment
het vertrek verlaat, de wc
opgaat, de deur netjes dicht
doet, en hij het verlaten van
het toilet netjes doortrekt.
Volgens haar haas veegt ze
ook keurig haar kontje af.
"Ik heb haar nooit aan een
riem", vertelt Wim Eikelen
kamp. "Ze is zo vrij als een
vogeltje. Ze kan al fietsen en
ik ben nu bezig haar te le
ren 1 rolschaatsen. Ze komt
ook bij me in bad zitten".
Enfin, hoeveel ze kan, tonen
bijgaande f io's wel aan. Een
bijzondere aap, maar daar
staat de chimpansee ook be
kend om.
Ata.
issSSlP
door TOON KLOET
De koffers zijn uitge
pakt en de wasautomaat
draait op volle toeren. De
grote vakantie zit erop.
Althans dat deel, dat we
met ons hele gezin bui
tenshuis doorbrengen. We
rijn weer gezeten burgers
met een vaste woon- en
verblijfplaats. Geef ons
een paar dagen speling en
we passen opnieuw hele
maal in de samenleving
die we drie weken geleden
aangemoedigd door een
verleidelijke ochtendzon,
vaarwel zeiden. Om een
vrij bestaan te gaan leiden
in een houten huisje op de
Veluwe. Gretig ruilden we
vele moderne gemakken
ia voor vele hectaren
prachtige natuur. Zomaar
voor en naast de deur.
Rustgevende natuur, daar
kwamen we voor. In een
tweede huis leidden we
een tweede leven, ver van
de baas en de buren, ver
van de t.v., verder dan ooit
van alle zaken en proble
men die alle andere dagen
so absoluut belangrijk
zijn. Geen beter leven dan
sen goed leven.
Wandelend door de Veluwse
bossen zou je uit jezelf nooit
op het idee komen dat Ne-
lerland zo vol Nederlanders
is. Wij hebben een wandeling
van drie kilometer door het
beuvenumse bos gevonden
he waarlijk uniek is. Ze
Saat niet over gebaande pa
len. Je moet je weg zoeken
ioor op witgekopte paaltjes
te letten, die je in dit heu
velachtig stuk natuur van de
one verrassende doorkijk
naar de andere brengen. We
nebben er een uur over ge
handeld en ons pad werd
?ekruist door slechts twee
van die andere dertien mil-
loen Nederlanders.
Uit de krant, een van onze