)E BLOEMEN DIE DAG EN
^lACHT GEURDEN
lelefoniste-
eceptioniste
idmlnistrafievj
tracht
HWFes
8®r
HET RAADSEL VAN DE
ACHT KRAKELINGEN
woordiger
Frank en zijn toverezel
JOSEPHINE
X
X
>ntimmerlÊeden en
ijzervlechters
fANDEMOORTELE
ibosch
uw vakantie-adres
ters invullen)
SUSKE
en WISKE
twee
toffe
totems
Hond 'Schmlk-
keiiïopjeradio-
$deid vliqiuitfc,
Suslit)
DE STEM VAN ZATERDAG 11 JULI 1970
Zeeland en westelijk
aan garagebedrijven. In ons
UR moforreiniger - ontvetter
igingsprodukten voor stoom-
man in de leeftijd van 25 tot
en levenspositie als vertegen-
verwerven. Bekendheid met
d schriftelijke sollicitaties ver-
TEL. 01880-2303
O
Cl
m
LU
"O
isï
O
Fi JOSEPHINE
[i zaterdag 11
l-t-Nijs, Hulst.
bp 11 en 12
|De Oude Mo-
1 Aanvang 3 00
Schieting op twee wippi
zondag 12 juli bij V. de
wé te Graauw. Inleg i
Terug f 2,-. Aanvang 3 m
Schieting op zondag 12
S. Blommaert, Station
Aanvang 3 uur. Inleg
Terug f 3,-.
GERHARD SCHRIEVER
(haar bouwwerken in West-Duitsla
vakbekwame
l>n en goede sociale voorzieningen,!
Telefoon 08800 - 50295.
Hoe verder je van koude streken wegtrekt, en hoe dichter
warme landen nadert, des te geuriger worden bloemen.
iar waar het altijd zomer is, zweven dag en nacht zonder
liouden de zoetste geuren door de lucht. Want als de dag-
lemen bij het ondergaan van de zon hun kelken sluiten,
an die van de nachtbloemen open.
r woonde daar een rijke
luw in een groot huis, dat om-
laagt voor zo spoedig mogelijk:
let typediploma.
en was door heerlijke tuinen,
in alle bloemen hield zij het
■est van de jasmijn die overdag
lingzoet geurt en van de
:htsering die in het donker
lidige vleugen verspreidt,
laar tuinman besteedde dan ook
tijd aan deze twee bloemsoorten
:lke morgen bracht hij een- drijf-
,al jasmijn in het huis. Hij zette
in de galerij waarop de kamers
iwamen, zodat de geuren met de
naar binnen speelden, 's
■rids nam hij die schaal weg om
een met nachtseringen in de
its te zetten.
bracht de tuinman op de ge
ile een bloem te kweken die
op de jasmijn als op de nacht-
ig zou lijken. Na veel proefne-
;en en heel wat mislukkingen
akte hij toch zijn' doel! Op een
kon hij zijn meesteres een
[ik laten zien waaraan bloemen
jiden die roomwit waren als jas-
maar bloeiden in trossen zoals
lering, terwijl ze zonder ophou-
dag en nacht geurden naar een
igsel van de twee. Voortaan
':ht hij maar eenmaal per dag
schaal verse bloemen op de
ij en de meesteres genoot ervan
?kle volgende morgen.
de buurt van dit grote huis
woonde een andere vrouw, die het
jammer vond dat zij zo weinig ge
nieten kon van bloemegeurcn. Haar
man was landbouwer en zijn grond
leverde de mooiste uien nit de om
trek pp. Als hij ze geoogst had,
verzamelde hij ze in manden en de
vrouw ging elke morgen met zo'n
mand vol prachtige uien naar de
markt.
„Altijd ruik ik naar uien", zei de
vrouw tegen man en kind. „Krijgen
jullie daar nooit genoeg van?". Maar
zij kregen er nooit genoeg van, want
de man hield veel van zijn vrouw
en de jongen was dol op zijn moe
der. „Waarom steek je geen jasmijn
in je haar, dan ruik je lekker!", zei
het jongetje. „Dait kan ik toch niet
doen", lachte de moeder. „Alleen
danseressen en prinsessen mogen
bloemen in het haar dragen". Daar
begreep de jongen niets van.
Op een avond kwam hij langs de.
heg die om de tuin van de rijke
vrouw groeide en de wind liet een
bloempje voor zijn voeten neerdwar-
relen. Hij raapte het op en
bracht het zijn moeder. Zij bekeek
het bloempje, maar kende het niet.
Het was afkomstig van de struik
waaraan de bijzondere bloemtrosjes
met roomwitte blaadjes en het geu-
renmengsel van jasmijn en nachtse-
ring bloeiden! „Hoe kom je hier
aan?", vroeg de moeder. „Gevon
den!", riep de jongen trots. „En als
je het dan niet in je haar mag
[net praktijkdiploma boekhoudenl
Lij voorkeur M.B.A. of hiervoor r
[lerend. Tevens ervaring in Loi
Administratie.
Ljke sollicitaties te richten aan:
fS 15 te OUDENBOSCH.
res dient u, uiterlijk 14 dagen van
lerstaande bon, aan onze afdeling
Telefonische opgaven kunnen niet
lomen.
htie-adres in Nederland en België
vorden gebracht. Buiten Nederland
per dag in rekening gebracht,
jsen accept girokaart. Wij verzoeken
deze accept girokaart gebruik te
Idres is afhankelijk van de postbe-
dit vooral in Zuideuropese landen
unemieke van Vugt, 12 jaar, Rijsbergen.
-steken, moet je het er maar in
verstoppen". Om hem een plezier te
doen maakte de moeder haar lange
zwarte haren los, legde het bloempje
ertussen en stak de wrong weer vast
in haar nek.
Toen haar man thuiskwam en
haar begroette zei hij: „Wat geurt
het hier heerlijk!". De kleine jongen
lachte en was blij dat zijn moeder
niet meer naar uien. maar naar
bloemen rook.
Maar de volgende dag was het
bloempje verlept en de geur stierf.
Nu ging de jongen op zoek naar de
plant of de struik waar het vandaan
was gekomen. Toen hij weer langs
de tuin van de rijke vrouw liep
rook zijn neusje dezelfde geur! Hij
kroop door de heg, ging zijn neus
achterna en vond al gauw de struik,
die praalde vol roomwitte trosjes.
Vlug plukte hij er een bloem uit,
kroop terug door de heg en holde
naar huis. Weer maakte zijn moeder
de lange zwarte haren los. verborg
het bloempje erin en stak de wrong
vast. Zo ging dat door, de ene dag
na de andere.
Op een keer kocht de keukenmeid
van de rijke vrouw alle uien op die
de moeder van het kleine jongetje
op de markt aanbood. „Breng ze
straks maar bij mij aan de keuken
deur", zei ze. De vrouw ging eerst
naar huis om haar mooiste kleren
aan te trekken. Want als je naar dat
grote liuis gaat, moet je er keurig
uitzien. Terwijl zij zich verkleedde,
holde de kleine jongen weg, kroop
door de heg, plukte een vers
bloempje en liet zijn moeder dat
nog gauw in het haar verstoppen.
De moeder nam haar mand uien
op de rug en diende zich aan bij de
keukenmeid. „Je ziet er keurig uit,
koopvrouw!", prees zij. „En je ruikt
meer naar bloemen dan naar uien!".
Dat hoorde de meesteresse van het
huis en zij was nieuwsgierig naar de
eenvoudige koopvrouw, die zich zo
netjes kon maken. Zij ging de keu
ken binnen, 'keek glimlachend naar
de knappe vrouw en snoof eens
Dat was een bekende geur die haar
neus waarnam!!
„Waar ruik jij naar, koopvrouw?",
vroeg zij streng. De moeder bloosde
en vertelde dat haar jongen gevon
den bloemetjes meebracht. „Maar
zoals u ziet", voegde zij er beschei
den aan toe, „ik speld ze niet zicht
baar op als een prinses of danseres.
Ik verstop ze in mijn haar". „Laat
zien", beval de meesteres van het
huis. De vrouw maakte de haren los
en nam het bloemetje er uit. „Dacht
ik het niet!", riep de meesteres uit.
„Haal die jongen van je, hij steelt
die bloemen uit mijn tuin!!"
Vol verwarring ging de' moeder
terug naar huis, zocht haar jongen
ein nam hem mee naar de keuken
van het grote huis. Daar hoorde zij
hoe hij aan de rijke vrouw bekende
dat het eerste bloempje hem door de
wind was toegespeeld, maar dat hij
de volgende zelf van de struik had
weggenomen. „Zij vond het niet
prettig altijd naar uien te ruiken",
verklaarde hij. De rijke vrouw werd
door het jongetje vertederd. „Vind
jij het ook vervelend dat ze naar
uien ruikt?", vroeg ze. „Nee", zei
hij. „helemaal niet. Maar die bloe
men ruiken wel lekkerder",
Vanaf die dag mocht de kleine
jongen altijd een bloempje voor zijn
moeder plukken. Hij hoefde niet
meer door de heg te kruipen, maar
liep door de poort langs het huis.
Dikwijls zag de meesteres hem en
dan riep zij hem binnen, waar hij
wat lekkers kreeg, zijn ogen uitkeek
naar de mooie spullen, maar zich
pas echt thuis voelde hij de schaal
vol roomwitte bloemen. Want die
roken net als zijn moeder! Dag en
nacht.
AN MAC GILLAVRY
B Z7-70
In een stad hier ver vandaan
woonde eens een jongen met een
ezel. Die ezel heette Salie. En nu
moet je weten, Salie was geen ge
wone ezel, maar een toverezel. En
wil je weten hoe die jongen heette?
Nou, luister dan maar eens. Die
jongen heette Frapk. Frank was een
jongen van een jaar of zes, en hij
moest altijd met de ezel naar de
stad. Soms ging Salie op een hank
zitten. Dat vond Frank heel vreemd.
En de mensen die voorbij liepen
vonden het ook maar vreemd.
Toen Frank op een avond met de
ezel thuiskwam zei de ezel opeens:
„Ik ben je erg dankbaar." Toen
Frank dat hoorde viel hij flauw. De
moeder van Frank, die in de keuken
bezig was, hoorde het. Ze ging vlug
kijken wat er gebeurd was. Toen ze
Frank daar zo zag liggen schrok ze
erg. Ze nam Frank in haar armen
mee naar binnen. Ze legde haar
jongen in bed.
Toen Frank wat bijgekomen was
•iach; nij: waar ben ik toch? En toen
hij zag dat hij in bed lag, snapte hij
er helemaal niets meer van. Hij ging
naar beneden. En vroeg aan z'n
moeder: „Wie heeft me in bed ge
legd?" Moeder lachte. „Dat heb ik
geaaan jongen", zei ze. Toen moest
TYank ook lachen. Maar toen dacht
„MIJN VADER, die een bijzon
der vredelievend mens is, die zich
nooit ongevraagd met andermans
zaken zal bemoeien, vertelde vroe
ger vaak, dat hij nergens voor van
zijn fièts' stapte, behalve voor een
Jordaanruzie". Dit soort ruzies
komt niet zo vaak meer voor zegt
Margriet. Maar „avond aan avond
voor de televisie stommetje zitten
te spelen totdat het tijd is om naar
bed te gaan, is dan wel geen ruzie,
maar is even weinig verheffend en
getuigt van net zo'n gebrek aan
levenskunst als de ruzies zelf".
Ruzie hoort er bij, meent Margriet,
maar wijs wordt er aan toe ge
voegd: „hoedt u alstublieft voor
overdrijving".
Naast dit „bittere" kantje van
het familieleven, presenteert Mar
griet deze week „zoetwatervis en
wei van aal tot zeelt. Van compen
satie gesproken.
De tip voor „vakantie '70 in
Nederland" brengt ons naar dat
apart stukje Noordholland tussen
Hoorn, Enkhuizen, Medemblik en
Schagen. En Margriet zegt het op
zijn Westfries: „Jullie benne moin
nooit teveul". Dus waarom daar
ook eens niet naartoe?
In de zomer staat wit het fijnst,
gewetensonderzoek te dwingen. En
ze verklaart: Dat stapeltje plastic
mandjes en het rijtje wagentjes
zijn de eerste muizevaL Verder
zijn in de supermarkten de artike
len ingedeeld in verschillende ca
tegorieën. Het is geen toeval dat
dure handlotions naast de wasmid
delen staan en de krenten vlak bij
het pannekoekenmeel. De super
mark' is c-m muizeval en de klant
tippelt er in.
KENT U uw buurvrouw van ha
ver tot gort? Deze vraag stelt Li-
beile haar lezeressen in het num
mer van deze week. Dat „buur
vrouw" siaat dan op de Duitse
vrouw. De aanleiding tot het ar
tikel van Libelle, waarin het ant
woord probeert te geven op de
vraag wie nu eigenlijk de Duitse
vrouw is, vormen de vele adver
tenties die Duitse vrouwen aan
bieden.
„Vanouds heeft een ongetrouwde
vrouw in Duitsland misschien meer
dan elders te lijden onder een ze
kere discriminatie: ze wordt niet
voor vol aangezien. Maar voor een
partner is zij aangewezen op die
veel te kleine groep ongetrouwde
mannen. Of op buitenlanders. Van
daar de activiteit van buitenlandse
Op het eerste gezicht lijken de acht krakelingen die je hier ziet allemaal
evenveel op elkaar. Toch is er een anders. Zien jullie welke?
•CU opaa.uj ap ut apaa.nj ap :§uissoi<Io
vooral als u straks diep donker
bruin gebrand bent en daar nog
even extra aandacht wilt op vesti
gen. Een paar vrolijke accessoires
(liefst rode en blauwe) zorgen dan
voor dat fijne bij-kleurtje. Mar
griet heeft voor u zo'n gamma
accessoires samengezocht.
Verder leest u in Margriet: een
verhaal over Golda Meir, moeder
van het beloofde land, vindt u
welk kapsel bij u past; en zijn er
de vaste rubrieken als grabbelton,
beeldspraak, goud voor uw brief
en de Smurfen Dag.
huwelijksbureaus, die Gretchen, als
„rendabele belegging", aanprijzen
in fraaie folders, waaruit de blon
de kopjes dromerig en gretig naar
de lezer lonken."
„Met dat al wonen er aan de
andere kant van onze oostgrens
meer eenzame vrouwen dan waar
ook in Europa. Ze zijn bang voor
die eenzaamheid. „Alleen zijn is
erger dan geen boezen hebben,"
zei een jonge studente in de rech
ten. „Ik doe alles om aan de man
te komen."
hij aan zijn ezel.
Salie stond nog in de stal van het
stro te eten. Opeens kwam Frank
binnen. En hij zei tegen Salie: „Ha,
beste maat". Toen begon Salie te
praten en zei: „Ha, beste maat. Ik
zal je een geheim vertellen. Ik ben
geen gewone ezel maar een toevere-
zeT'. Frank schrok. Een toverezel?
Een toverezel Dat kan toch haast
niet. Toen vroeg Frank: „Mag ik het
aan moeder vertellen?" „Nee", zei
Salié. „dat mag je niet. Want je
weet hoe vrouwen zijn. Die vertel
len alles door aan de buurvrouw en
die vertelt het dan weer verder".
„Dat is zo", zei Frank.
Toen het langzaam avond werd
ging Frank weer het huis bin
nen. Zijn moeder zat al een
hele tijd op hem te wachten. Ze
vroeg waar hij zo lang gezeten had.
Frank zei dat hij al die tijd bij de
ezel was geweest. Toen vroeg moe
der wat hij toch aldoor met die ezel
uitvoerde. „Dat is een geheim", zei
Frank. Frank en moeder en Salie
leefden nog lang en gelukkig bij
elkaar. En Frank en Salie hebben
nog steeds het geheim.
Sandra van Steen, Teteringen.
OOK SANDALEN, of ze nu voor
mevrouw of meneer zijn, blijken
aan de mode onderhevig. „Open en
bloot". Een vaststelling van EVA.
En wat vertelt ze verder over de
mode. „Wat de reden ook moge
zijn, ondergoed wordt steeds min
der gedragen. Jurkjes en truitjes
dragen we het liefst op de blote
huid en het ouderwets kamizool of
borstrok is hoogmode als boven
kleding. Het wordt gemaakt van
allerlei soorten tricots en je ziet
het in de beeldigste pastelkleuren.
Mini, midi of maxi: als ,het de
kenmerkende lage hals en de grote
armsgaten maar heeft".
In EVA-praktisch wordt u ge
leerd thuis zelf vis te roosteren,
kussens te maken en men verklapt
dag voor het aan wassen toe is
u hoe je haar nog tot de laatste
dag voor het aan wassen toe is,
goed gekapt kan zitten.
En vraagt EVA haar lezers:
„Heeft u zich weieens afgevraagd
waarom u met meer boodschappen
thuiskwam dan op uw lijstje ston
den?" „Laten we er geen doekjes
omwinden: de moderne super
markt is niets anders dan een we
tenschappelijk geconstrueerde mui
zeval. Ga het bij u zelf maar eens
na: verlaat u zo'n winkel niet bij
na altijd met méér boodschappen
dan u van plan was te kopen?"
„O", zegt u dan, „ik zag toeval
lig iets waar- ik trek in had". Maar
was het werkelijk „toevallig"
vraagt EVA verder om ons tot een
DE HOOFDREDACTRICE van
Prinses ziet het allemaal nog niet
zo g. ed. Zij bespreekt het Zweed
se plan, dat voorziet in een wisse
ling van functie voor man en
vrouw. Zo zou de man haken, brei
en en de baby verzorgen, de
vrouw zou dan gaan werken. Een
tussenvorm is ook mogelijk: het
ene deel van de week de men
thuis, het andere deel de vrouw.
Prinses:
„Of het allemaal zal lukken? Ik
kan 't me nog niet goed voorstellen.
Ik hoor me al: „De sluiting van
m'n beha is los. naai jij 'm d'r effe
aan, want ik moet het belastingbil
jet nog invullen. Ik zie m'n Piet
ook al!"
Het echtpaar Jasperina de Jong
en Guus Vleugel treedt in dit
nummer van Prinses wat nader
naar voren:
„Met Jasperina en Guus samen
praten valt niet mee. Ze kennen
elkaar al zo lang en alles is eigen
lijk al gezegd.
Jasperina is niet bepaald
iemand, die hele theorieën weg
geeft of weg te geven heeft. Ze
heeft talent en daarmee probeert
ze te woekeren. Waarom moet je
dan over achtergronden zeuren?
Laat mij maar werken, zegt ze".
„Guus: Ik zeg vaak dat ik niks
ander kan (dan teksten schrijven.
Red.). Vaak heb ik een ontzetten
de hekel aan mijn werk. En ais
het fijn gaat, vind ik het weer erg
leuk. 't Is natuurlijk lekker voor
je ego. hè, voor je ijdelheid".