DRIEDAAGS GASTRONOMISCH CONGRES Niet praten, alleen goed eten en daar nog maanden over praten DUITS WEEKBLAD LICHT VERLEDEN OOSTENRIJKSE REGERING DOOR Erlesirf BELGEN LOPEN WEER WARM VOOR DE KONGO Kees Ik k wel it De uitdaging van rechts aan Nixon Tweede Urk Verse vis Volle maag Socialisten worden zenuwachtig Vragen over ABC-wapens geweigerd 10 DINSDAG 7 JULI 1970 10 PARIJS Vijftig Franse en vier Nederlandse smulpapen van de gastronomische persvereniging hebben drie dagen ge- congresseerd in Dieppe, Boulogne en Le Touquet. De kok die in Dieppe voor een nauwelijks te overtreffen dejeuner zorgde. Van zulk een driedaags congres moeten de lezers in Nederland zicli niet al te veel voorstellen. Gastro nomen praten en discussiëren niet, vliegen elkaar nooit in de haren, hebben geen linker- of rechter vleugel, maar congresseren alleen om goed te eten en te drinken en uaax nog maanden lang onder ern aar over te herkauwen. Onze con gressen beperken zich als regel tot het probleem: zoveel is er aan contributie binnengekomen, zoveel is er uitgegeven, batig saldo - „wij hebben nooit te korten", - zoveel. Allemaal akkoord? Geen op of aanmerkingen? Vrienden, „aan ta fel", wat geen der congresgangers zich tweemaal laat zeggen. En die tafels zien er uit. Al om van te watertanden, ook al is er nog niets opgediend. Want de jon gens van de restaurants moeten het van ons, gastronomen, hebben. Ais wij een restaurant kraken, dan kan de kok zijn muts wel in de vuilnisbak deponeren en zijn voor schoot aan de kapstok hangen. In Parijs eten we met elkaar maar weinig, één keer om de twee of drie maanden en dan alleen maar om prijsvragen uit te schrijven over een uitzonderlijke manier om sauzen te bereiden, vissen gaar te stoven of een coquille Sant-Jac- ques op de borden te toveren, die moeten smelten in de mond. Op zulke prijsvragen komen honder den recepten binnen, die de jury leden bekijken zoals een ervaren dirigent muziek leest zonder de instrumenten te horen. Pas na een strenge selectie wordt van wat overgebleven is geproefd en wie van de inzenders het gewonnen heeft, krijgt de ereprijs. Congresseren doen we .dus niet in Parijs, maar in de provincie. De regionale keuken is de meest ge raffineerde van Frankrijk en daar, in deprovincie, zitten de allerbe ste koks. Daar koopt men ook het allerbeste produkt. Op weg naar het congres was Dieppe onze eerste aanloophaven. In de Middeleeuwen was Dieppe al een natuurlijke haven, waar schepen konden ankeren en de bui afwachten als het buitengaats te hard spookte. Lang is Dieppe de eerste vissershaven van Frankrijk geweest, maar, omdat de tegen woordige grossiers over een ruime keus vis willen beschikken, heeft Dieppe zijn eerste plaats moeten afstaan aan Boulogne. Als Dieppe niet bijtijds had om geschakeld op andere produkten was Dieppe aan de Kanaalkust een tweede Urk geworden. De voortva rende jongens van de kamer van koophandel hebben van Dieppe de grootste Franse importhaven van bananen gemaakt. Groen en hard komen de babanen,, in kartonnen doezen verpakt, aan boord van speciale schepen uit Martinique, Guadeloupe, de Canarische Eilan den en Suriname, blijven in de schepen, in de loodsen, pakhuizen en de vrachtwagens op een con stante temperatuur van tussen de 12 en 13 graden en gaan pas rijpen in de verwarmingskamers bij de grossiers bij een temperatuur van 17 of 18 graden. Zolang het weer zich goedt houdt geeft Dieppe geen krimp. Maar een enkele wervel storm of cycloon boven de planta ges van Martinique en Guadeloupe, of de hele bananenoogst is ver nield en zit Dieppe met honderden werklozen. Achter de hand heeft Dieppe echter een levendige han del met Marokko in zuidvruchten. .Van al dat slenteren langs traw lers, zeeschepen, hijskranen, bas sins en loodsen wordt een mens doodmoe. Daarom dankten we de hemel, dat we na een receptie in het gemeentehuis met een vin d'honneur aan tafel konden gaan zitten in het Grand Casino de Dieppe voor een eerste dejeuner Alles, wat er de volgende dagen nog te schranzen valt - zeiden we lagen onze tafeldames - kan echt niet beter. De vissoep, zo geel als boter, was pikant. De kroon span de de jambon sous la cendre, van onderen en van boven zacht ge stoofd onder de hete as, die er een smaak en een parfum aam gaf, waarvan zelfs de erevoorzitter Valby niet terug had. De ruche glacée deed de deur dicht: de Ital'- anen, die op het gebied van ijs heel wat presteren, zouden dat niet verbeterd hebben, ijs besprenkeld met benedictine en brandy. soldaten de door bommen geraakte kop van de „empereur" naar bene den hadden gehaald en er op had den gepiest. Als rechtgeaarde Fransen schreeuwden we allemaal uit volle borst „quel scandale". En haatten er de Britten des te meer om. Niet ver van Napoleon vandaan hangt op een rots een grote Chris tus aan het kruis. De voet van het kruis is altijd versierd met bloe men. Daar liggen de kleine graf stenen met namen van de vaders en de zoons, die bij nacht en ontij hun zeemansgraf in de golven heb ben gevonden. Het zijn er heel wat, die grafstenen. Wie na zo'n voortreffelijk dejeu ner om vier uur in de middag - Fransen tafelen gezellig lang, het uur van het dejeuner is „heilig" zijn servet oprolt en van tafel opstaat, heeft het gevoel, dat voor lopig over eten niet meer moet worden gepraat. Maar het gekke is, verklaar dat maar, dat men nog diezelfde dag, als de klok 's a- vonds op negen staat, weer best wat lust. Helemaal niet krijgt men het gevoel, dat men zich door een nieuwe rijstebreiberg moet heen werken bij het zien van het vol gende menu in het hotel Du Rhin. Maar de waarheid gebiedt te er kennen, dat we tegen middernacht blij waren de dekens over onze vermoeide hoofden te kunnen trekken. Laat de doktoren maar praten als zij beweren, dat men niet met een volle maag naar bed moet gaan. Die eerste nacht in Dieppe sliepen vijftig Franse en vier Nederlandse smulpapen als ro zen. We zouden geen Fransen zijn geweest, als we in Boulogne niet eerst en dad'liik koers hadden ge zet naar de zuil van Napoleon, 55 meter hoog, de keizer zelf zes meter. In de auto vertelde een inwoner van Boulogne, dat' Britse Wat heeft Boulogne er in de tweede wereldoorlog van langs ge kregen! Niet minder dan 417 maai gebombardeerd. En plat gebombar deerd. Van de 10.413 huizen, die de stad in 1939 telde, waren er 5.858 totaal vernield. In de haven lagen 80 wrakken van schepen Thans maakt de stad een geheel nieuwe indruk met een fonkel nieuwe kamer van koophandel, waar de „braintrust" van de stad is gevestigd. Er zijn weer 2.300 vissers, 60 industriële loggers en 100 trawlers Deze zijn maar klein, blijven dicht bij honk en voeren iedere dag de verse vis aan, waar Boulogne zijn faam aan heeft te danken. Zowel Dieppe als Boulogne willen we! industrie aantrekken, maar een schone industrie, liefst een levens middelenindustrie, die de frisse lucht niet met walmen en dampen verpest. Met Engels kan men in do t.wee steden gemakkelijk terecht, want vooral van de Britten moet het vreemdelingenverkeer het heb ben. Hoe eerder de Britten lid worden van de gemeenschappelij"- ke markt, hoe liever het Norman- dië en Bretagne zal zijn. Engeland ligt dichterbij dan Parijs. In Boulogne diende het „Comité national de propagande pour la cciiscmmaticn du poisson" (een co mité clat propaganda maakt voor het eten van vis) een zeer goed diner op. De laatste dag was het Le Tou quet, waar we van onze ere-voor- zitter de gehele ochtend vrij kre gen om op eigen initiatief door het stadje te slenteren. Groot is het niet. Een paar lange winkelstraat jes en dan heeft men het wel gezien. Op de terrassen in het centrum en aan het strand veel Britten, die er met kennelijk ple zier van kennis namen, dat Wilson aan de overkant was verslagen en vervangen door Heath. „That's very good news", zei er een, aan wie wij de laatste berich ten van de BBC vertelden. En dat lieten we maar zo, want wij waren op dat moment gastronomen en onze hoofden stonden niet naar de politiek. Le Touquet is, zoals gez»gd, maar klein. Maar daar staan langs de kant van brede boulevards, dicht bij zee, hotels en een Palais de l'Europe, die in Parijs niet te vin den zijn. Aan de voet van een van die paleizen staat een klein restaurant je, Flavio. Door gebrek aan perso neel staan de jonge kelnertjes er in hun witte jasjes er wat onnozel bij. Ze moeten het vak nog leren. Ook dat zal over een paar jaar wel beter zijn. want Le Touquet gaat in dat enorme Palais de l'Europe, fonkelnieuw, een school maken voor de hotellerie. De ziel van Flavio, is een restaurateur, die op de wereld is gekomen met maar één enkel doel voor ogen: de „tra- r 'io') Frarfiise" ^oog te honden Wie bij hem in de leer is en zijn best doet, haalt later gemakkelijk als chef de cuisine een maandloon van drie, vier, vijfduizend franc. Deze grandseigneur zette ons een jambon de Parme voor die was alsof je die in Parma zelf zat te eten. Forel werd geserveerd in zil verpapier, ontgraaf, met korrel tjes anijs en kleine stukjes zalm, nog sudderend in de hete boter. De lof zingen van deze gebene dijde restaurateur is onbegonnen werk. Wij zouden hem. naar het verheven voorbeeld van de hon- derdonvijftigste psalm, moeten lo ven met bazuingeklank, met harp en luit, met trom en fluit, met juichend vreugdgeschal, bij 't orgel overal, op 't schel metaal, van de vrolijke cimbaal. Zoveel instru menten tegelijk bespelen wij niet. Anderen van onze congresgroep, die hun hart ophaalden in het res taurant van het plaatselijk vlieg veld, verzekerden ons op de thuis reis naar Parijs, dat men in heel Frankrijk geen fijnere tong eet dan daar, op het vliegveldje, waai de Britten van de overkant bij zwermen neerstrijken. We hebben daarover gepassioneerd gerede twist onderweg maar huis. Chacun sa vérité. Goed. Zij hun tong. Maar wij hadden onze jambon, onze fo rel in zilverpapier. Wij hadden on ze volmaakte Saint-Emilion, onze blanc des blancs". Vrienden in Nederland, komt ge ooit langs Le Touquet,, ga dan binnen bij Flavio. Zet u neer op een bank en bestel, als voorzichti ge aanloop, een café. Zodra ge de patron ziet, wenk hem naar u toe en fluister hem ue naam van Valby in het oor. Let op zijn gezicht, waar een brede glimlach op zal verschijnen, want ze zijn loten van eenzelfde eeuwenoude stam. Ga daarna aan tafel zitten, bestel niets, maar laat de patron .beslis sen wat er zal worden gereser veerd. Vijftig Franse en vier Nederland se smulpapen bezweren u, dat het u nooit en te nimmer zal berou wen. LUCAS KLEYN (Van onze correspondent) WENEN Sedert de tijd dat de socialistische minderheidsregering van Kreisky in Oostenrijk in het zadel zit, voert het Duitse weekblad „Der Spiegel" een voortdurende campagne tegen verschillende minis ters en hun naaste medewerkers. De beschuldigingen komen er meest al op neer dat de betrokkenen in het verleden niet geheel en al van nazi-smetten zijn vrijgebleven. Onlangs was de minister van land bouw Haus Ollinger het mikpunt. Hij zou dertig jaar geleden korte tijd bij de SS zijn geweest. 11 Kreisky nam hem onmiddellijk in bescu siting, „uigea.ii.i Omiiger destijds duidelijk genoeg van de SS hd<i „eiucgen en liet zwarie uniform had verwisseld voor het grauw van de gewone weermacht en aan het «-in livvaui. Oiiiiiger reti reerde nochtans als minister, ook al omdat hij politiek nog niet voldoen de ervaren was. Maar Oilimgers opvolger, dr. Os kar Weihs, kreeg het ook al met ..Der Spiegel" aan de stok. Hij was namelijk in 1932 partijlid geweest. Weliswaar had hij ooit bedankt voor het lidmaatschap, maar had na de aansluiting in 1938, vergeefs, gepro beerd dit weer terug te krijgen. Maar Weihs, ervaren parlementariër en een belangrijk man in de vak verenigingen, is heel wat minder kwetsbaar dan Ollinger. Ook heeft „Der Spieger" nog eens geprobeerd het minister van binnen- ian ts zaken, Otto Röseh lastig te maken. Men had namelijk ontdekt dat hij klasseoudste was geweest in een politiek instituut van de nazi's, ftösch moet dus wel een echte nazi zijn geweest. De vlieger ging niet op. Want het was eveneens al lang bekend, dat Rosch nooit partijlid was geweest en vlak na de oorlog onder Brits toezicht gezuiverd werd. Dr. Alfred Schachner en Hans Czets, Kreisky's plaatsvervangers in de Oostenrijkse socialistische partij, werden respectievelijk door „Der Spiegel" gekwalificeerd als onver biddelijke nazi-rechter en als radi cale Hitlerjongen. Nu staan Schach ner en Czets al jarenlang in de politieke arena en hebben ook al eens ministerambten bekleed, zon der dat men hen ooit besmet heeft bevonden. Veel succes heeft „Der Spiegel" dan ook niet gehad, of het moest zijn, dat de linkervleugel van de Oostenrijkse socialisten zich wat zenuwachtig gaat maken over het bruinachtige verleden van sommige kamerleden. Op het onlangs gehouden partij congres sprak onderwijsminister Le opold Gratz, tevens partijsecretaris, over een campagne, die ten doel had de partij in diskrediet te brengen. Daarin zouden de Volkspartij, het Joodse documentatiecentrum van ir. Wiesenthal en de neo-nazistische Deutsche National-Zeitung ieder op hun eigen wijze geinteresseerd zijn. Hij beschuldigde Wiesenthal ervan zich te bedienen van onwettige me thoden en beriep zich op een rap port van een parlementaire commis sie, waaruit zou blijken dat Wiesen thal veel belangstelling had getoond voor bepaalde politionele naspeurin gen, zonder dar - deze belangstelling iets te maken had met het feitelijke doel van het documentatiecentrum. Zo zou, meende Gratz, een duidelijk verband gelegd kunnen worden tus sen Wiesenthal en „Der Spiegel". De huidige minister van justitie, Christian Broda, is een tegenstander van Wiesenthal. Dit zou kunnen be tekenen dat het tot een confrontatie tussen hen beiden gaat komen. Naar verluidt zou Wiesenthal in het bezit zijn van een nogal explosief dossier over Broda, die in zijn jeugd com munist was, verzet pleegde in de nazitijd, door de Gestapo gevangen werd genomen, maar nog juist aan terechtstelling ontkomen kon. DEN HAAG (ANP) Het presi dium van de Tweede Kamer heeft de doorzending aan de betrokken minister geweigerd van een door een kamerlid schriftelijk gestelde vraag. Deze doorzending kan gewei gerd worden indien wegens vorm of inhoud overwegend bezwaar bestaat tegen de tekst van de vragen. Het betreft hier schriftelijke vra gen van het' PSP-kamerlid A. G. van der Spek, die minister W. den Toom (Defensie) schriftelijk om in formaties had verzocht over het ge bruik van ABC-strijdmiddelen, Deze vragen werden geweigerd omdat in de tekst daarvan geciteerd wordt uit een dienstgeheim, te weten de uit gave „bescherming tegen ABC- strijdmiddelen", een schriftelijke cursus van de inspectie der oplei dingen van de koninklijke land macht. Het PSP-kamerlid citeert en vraagt dan of het gestelde erop duidt dat de Nederlandse krijgs macht over A- en/of B- en/of C- wapens resp. dat het in de bedoeling ligt dat daarover in de toekomst be schikt gaat worden. Zo neen aldus het kamerlid, wat is dan de beteke nis van de genoemde passage (in deze passage wordt onder meer ge sproken over enerzijds de vijande lijke mogelijkheden voor wat be treft het gebruik van ABC-strijd middelen en over anderzijds de ei gen mogelijkheden op dit gebied). (ADVERTENTIE) ES 0 WÊ W M Hl 4 modellen in reiskoker Verkrijgbaar bij de erkende Drogist- en Parfumeriezaken BRUSSEL Het onthaal dat ko ning Boudewijn en koningin Fabiola van België in Kongo te beurt is gevallen, is méér dan triomfantelijk: het was spontaan, oprecht en eerlijk. Ontelbare mannen, vrouwen en kin deren die drumden en juichten, zwaaiden met Kongolese en Belgi sche vlaggetjes, en die zich gestoken hadden in barbaars-gekleurde shirts, jurken en pagnes met daarop ge drukt de beeltenis van president Moboetoe en van koning Boudewijn. Wereldwijze Amerikanen en scepti sche Europeanen stonden er verbluft bij te kijken en zelfs de Belgen waren verbaasd, dat zij nog zoveel goodwill hadden in hun ex-kolonie. Tien jaar geleden werd Belgisch- Kongo onafhankelijk, Overijld, on voorbereid. Maar een Kongolese „minderheid" had die onafhenkelijk- heid opgeëist, en bij ongeregeldhe den waren er een paar honderd doden gevallen. En de Belgische openbare mening toonde zich niet bereid om troepen naar Afrika te zenden nm -"lfl Vnlptnie vot Bnlojë te behouden. Aldus werd, op 30 juni 1960, in bijzijn van Koning Boude wijn de Kongolese onafhankelijk heid uitgeroepen. Onmiddellijk liep het mis. Loemoemba. de perste pre mier van Kongo, deed een bitsige uitval tegen de ex-kolonisators. Op 6 juli ging een deel van het Kongo lese leger aan het muiten. Er werd geplunderd, geroofd en gemoord, Belgische burgers en blanke missio narissen verlieten in drommen de stuurloos geworden republiek. In Katanga riep Tsjombe zijn eigen Katangese republiek uit, ook Kasai scheurde zich af. Men herinnert zich nog wat nadien gebeurde: Totale breuk tussen België en Kongo, acties van blauwhelmen, paleisrevoluties in Le- opoldstad, raid van Belgische para chutisten om landgenoten in Stan- leystad te ontzetten en Belgische belangen veilig te stellen schrik bewind van „Simba's" in Oost-Kon- go, hongersnood en epidemics, naas ting van Belgische bezittingen, inval van huurlingen, enzovoort. Kortom, jaren leek het erop, alsof de desin tegratie van de Belgische ex-kolonie totaal en definitief zou zijn. In 1965 greep de toenmalige op perbevelhebber van het Kongolese leger, een oud-onderofficier van de Kongolese legermacht, Mobotoe, naar de macht. Hij had blijk gege ven van intelligentie en dynamiek. Eerst werd hij eerste-minister. na dien zette hij ook president Kasa- voeboe aan de dijk en ging in feite het uitgeputte land als dictator rege ren. Hij slaagde erin, de laatste opstandder blanke huurlingen in Oost-Kongo neer te slaan. Tegen standers liet hij liquideren, corrupte gouverneurs, ambtenaren en minis ters zond hij de laan uit. Na vijf jaar Moboetoe-bewind heersen in Kongo weer rust en orde, kreeg de felgehavende Kongolese munt weer stabilitiet, groeide de nationale han delsbalans en kwam er een relatieve voorspoed voor miljoenen Kongole zen. Buitenlandse financiële en tech nische bijstand, vooral van de VS en van België, brachten de raderen van die jonge kwetsbare samenleving weer op gang. Op dit ogenblik wer ken in Kongo weer 60.000 Belgen merendeels Vlamingen een getal dat nagenoeg even hoog ligt als ten tijde van het koloniale bestuur. Maar de openbare mening in Bel gië is na al die avonturen achter dochtig en zelfs afwijzend geble ven ten opzichte van Kongo. Toen Moboetoe vorig jaar op staatsiebe- zoek naar België kwam, werd hij gereserveerd en koel ontvangen. Herhaaldelijk werd onderstreept dat de Bantoes onberekenbaar zijn in hun reacties, en dat België zijn steun aan de „derde wereld" beter kan verlenen aan landen die niet, zoals Kongo, gecomplexeerd zijn door de vroegere verhouding van gekoloniseerde versus kolonisator. Ook de Belgische financiers blijven achterdochtig, hoewel ze weten dat Kongo pontentieel een der rijkste landen van Afrika is. En daar is nu het laaiende enthou siasme waarmee de gewone Kongo lese mannen en vrouwen het Belgi sche vorstenpaar begroeten! Men had kunnen vrezen voor uitingen van wrok, van vijandigheid, maar er was slechts vreugde en gejuich. Tot zelfs in Kisangani, ex-Stanleystad, waar de voorbije tien jaren de mui terijen, de moordpartijen op blanke missionarissen en ambtenaren, de Simba's en de huurlingen het bloe- digst (er vielen teT plaatse 4.000 doden) en het langdurigst (de paci ficatie is er slechts twee jaar gele den voltrokken) zijn geweest, wer den koning, koningin en Moboetoe in triomf rondgedragen op de schou ders van witgeschilderde krijgers. Ach, wellicht is het voor de massa van de Kongolezen, die tien jaar geleden onvoorbereid in het onaf- hankelijkheidsavontuur werden ge stort, allemaal te veel geweest om het mentaal te kunnen verwerken. Tien jaar geleden laaiden ze van enthousiasme over hun „independan- ce" (verbasterd tot „dippenda"). Ze dachten dat ze op toeverslag even rijk konden leven als hun blanke meesters, maar van die droom kwam niets terecht. De „dippenda" verloor zijn glans en zij gingen weer dromen van de goeie ouwe tijd. Toen vorig jaar Moboetoe in Brussel bij de koning te gast was, kwamen tientallen mensen van Ki sangani aan de Belgische consul- generaal vragen of nu ook de Boela- Matari's, de Belgische gewestelijke bestuurders naar hen zouden terug komen. Er was vanwege de consul- generaal veel tact nodig om hen uit te leggen dat dit niet kon en mocht. En een 50-jarige Kongolees te Kin- sjasa (ex Leopoldstad) vertelde aan een reporter: „Moboetoe is een grote chef. Maar Boudewijn is een nog veel grotere chef. Hij komt kijken of Moboetoe goed gewerkt heeft". Heeft Moboetoe goed gewerkt? Zeker is zijn balans positief. Maar kon hij beter? Hij wordt ervan be schuldigd, onverantwoord veel geld te steken in niet-renderende presti- ge-projecten. Het is het klassieke verwijt aan vele leiders van jonge staten. Ook Soekarno kon er niet aan ontsnappen. Anderzijds is het vanzelfsprekend een vrijwel onmen selijke opgave, een land als Kongo, tachtigmaal groter dan België ver antwoord en doelmatig te regeren en te besturen zonder tradities, zonders kaders, zonder infra-structuur. Daar om doet Moboetoe thans het onmo gelijke om van België op korte ter mijn de injectie van mensen en middelen te krijgen die zijn land nodig heeft om er bovenop te ko men. Hij spreekt voortdurend over „speciale relaties" tussen Kinsjasa en Brussel, waarbij Kongo zou in staan voor de bescherming en de bloei van de Belgische investeringen aan mensen en kapitaal, en waarin België van zijn kant het Kongolese groeiproces naar interne rust en welvaart zou waarborgen door de bestendiging van zijn aanwezigheid en door zijn materiële en morele steun aan het regime van Moboetoe. Of hij daarin slagen zal, is natuur lijk nog een open vraag. Maar de spontane geestdrift en de kinderlij ke verwachtingen van de Kongolese massa bij het koninklijke bezoek heeft in België toch wel veel koude harten doen ontdooien voor hun „Afrikaanse erfenis". Misschien wil len Belgen en Kongolezen het toch nog eens met elkaar proberen! Commentaren in buitenlandse kran ten geven blijk van een begrijpelij ke consternatie. Destijds schreef Co- nor O'Brien, Un o-vertegenwoordiger in Katanga al: „De Kongolezen zijn de Belgen van Afrika, en de Belgen zijn de Kongolezen van Europa" En hij vond ze allebei even verwarrend en onuitstaanbaar...» (Van onze redactie buitenland) Wat Nixon in de komende twee jan ook onderneemt, gouverneur Ronak Reagan van Coltfontië, zal hem vort de republikeinse nominatie in ISl uitdagen. Dat is de weloverwoge mening van de waarnemers in Wash ingt.on. Als zij gelijk krijgen, welke gt volgen zal deze en de zo goed a; zekere derde kandidaat, George Wal lace, in de verkiezingen veroorzake op de binnenlandse en buitenlands politiek van Nixon van de komend 2'A gaar? Geconfronteerd met een extreei rechtse uitdaging voor de nominali van zign eigen partij en met een et treem rechtse concurrentie in de pn sidentiële verkiezingsrace, zal Nixo dan zelf meer een rechtse politie gaan voeren om enige kracht na zijn tegenstanders te ontfutselen? C zal hij erkennen dat hij Reagan t Wallace niet succesvol kan bestrijdt en dat hun aanwezigheid in de poli tieke arena hem er toe dwingt ci zün strategie voor de zuidelijke sti ten en zijn geflirt met de rechtsen verlaten? Hij zou zich dan met zt kerder stappen kunnen bewegen i bijvoorbeeld het gebied van de n senmenging op de scholen (waan zijn politiek van het afgelopen jas uitermate dubbelzinnig is geweest en zodoende stemmen van links uiii nen die hij rechts verliest. De kleine overwinning van Geori Wallace in de gouverneursverkiezit gen van Alabama was duidelijk et slag voor de regering-Nixon, wat van men aanneemt dat zij bedekte nannële steun heeft gegeven aan campagne van Wallace's opponei Brewer. Maar de regering was tenminste in geslaagd om eni glans van Wallace's overwinning w te nemen in de voorverkiezing, watt in hij verloor en men is er tevens i lukkig mee dat zijn overwinning ma zo klein was. Zelfs in zijn eigen sta is ie ster van Wallace aan het dom Maar wat belangrijker is: het ziet naar uit dat de extremistische ui spraken, die hem tot een prominei persoon hadden gemaakt, hem tegci woordig minder aanhang bezorgt dan vroeger. Wallace had al aangeboden om ni aan de verkiezingen van 1972 deel zullen nemen als Nixon de rassei menging op de scholen aan iede staat zelf zou overlaten. Van zo'n ai koordje is uiteraard niets tereclitj komen. Maar de tanende invloed Wal'ace kan Nixon doen geloven, i hij tenminste enige van de vijf stall die naar Wallace gingen in de tie kiezingen van 1968 voor zich I winnen, als hij er voor zorgt dat wetten tegen discriminatie op scholen zo flexibel mogelijk zijn. De bedreiging van Reagan is w Nixon zo goed als zeker minder en stig dan hij in San Francisco schij te zijn. Net zoals degenen, die in de gn steden in het oosten wonen, de nt ging vertonen om de zaken niet in juiste verhoudingen te zien aan andere kant van de Appalachen, bezitten de Californiërs de neig» om de invloed van hun staat en politici op de nationale regering overdrijven. Maar twee factoren ken van hem waarschijnlijk een 1 langrijker kandidaat dan Barry Gol water, de laatste afgevaardigde de republikeinen met extreem reel se ideeën, die president wilde wordt Ten eerste bezit Reagan eên ong twijfeld goede televisiepresentst 'Ten tweede is het land op het oge' blik veel conservatiever dan in 191 Het is duidelijk dat de invloed t* een Wallace en een Reagan op politiek van Nixon veel meer gel voor de binnenlandse dan voor buitenlandse politiek. Dat laatste t tekent voornamelijk Vietnam. Tenzij zich onvoorziene ontwikt! lingen voordoen, is Nixon in staat t zijn terugtrekkingsprogramma l>< aardig aan te passen aan zijn elect rale behoefte, zodat halverwege 19 de oorlog praktisch afgelopen is, i thans wat de Amerikanen betreft. S is tevens van belang dat Nixon op t vrijwilligersleger heeft aangedrongt dat hem in staat zou stellen om dienstplicht af te schaffen. En het de angst om opgeroepen te wori voor Vietnam die bij de jongeren Amerika leeft, het is diezelfde <w( die de oorzaak is van de studentenc rust en van de ongerustheid van ouders. Maar een vrijwilligersleger voor Nixon twee grote problemen a, I roepen. Om voldoende vrijwillig1 te krijgen zou hij de soldij moet verhogen en de dienstvoorwaari sterk moeten verbeteren. Men scI dat dit de schatkist een extra 3 ffl jard dollar in 1971 zoukosten, f tweede probleem is dat een volle' vrijwilligersleger vermoedelijk V 80 pet. uit negers zou bestaan, l>i geen allerlei problemen met zich m> brengt, zowel sociaal als raciaal voor de veiligheid. Maar voor de overgrote meerit heid van de kiezers, zal Vietnam 1972 een minder belangrijk punt de verkiezingen zijn dan de binnl landse politiek van de regering: welvaart, de werkloosheid, de eco» mie, de onrust ander de studenten de negers enz. (Copywright The Guardian/De St* George Pintens, de Belg die evenals Zoet| Merckx bleef. Joop Zoetemelk, nog si ook nu het nodige koer 5? (Van onze speciale 1 gever) DIVONNE-LES-BABS! wordt een eentonig liei is niet aan te ontkomi Steevens raakte weer versukkeling. Nu kwas een gebroken remkabe finish in Divonne-les-1 enige troost: zijn ac zou onder de d Merckx niet veel kl geweest, wanneer hij pech bewaard was gel] JAN VAN KATWIJ in nog grotere moei want hij kreeg rijds kopgroep last van die niet wilden vej Dokter Jessen kwam lm zag het somber in voor; I wijk, die echter nog li I hield maar in de be I van de tweede berg ifl kon. „Leuk was dat I niet," aldus Van Katwl ik ben al lang tevreden I de derde groep kon fil GERARD VIANEN als eerste Caballero-r: I de vijftiende plaats. O algemeen klassement beste van de ploeg: 26 I kwam opvallend fit al vonne-les-Bains. „Het f] hard werken, maar il I weinig mee geleden." j I KEES ZOONTJENS Steevens en Janssen ij I de groep. „Een zware f I deelde de Tilburger, 1 zit nog steeds in de Tof!] is het belangrijkste. C" ne omstandigheden, i; val, voorbehouden kon™ in Parijs. Dat staat va1 EDDIE BEUGELS v mate vermoeid na zijn |l de drie cols. „Ik reed het wiel van Martin Bossche. „Als die gaat, dan is dat het juiste Door steeds mee te raakte ik veel van mil ten kwijt. Vijf kilomete top van de laatste bei ik helemaal in elkaar.! HENK BENJAMIN gedurende deze tiend] last van zijn maag. Hel erg, dat Tour-dokter

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 10