DRIEDAAGS GASTRONOMISCH CONGRES
Niet praten,
alleen goed
eten en daar
nog maanden
over praten
DUITS WEEKBLAD
LICHT VERLEDEN
OOSTENRIJKSE
REGERING DOOR
Erlesirf
BELGEN LOPEN WEER WARM VOOR DE KONGO
Kees
Ik k
wel it
De uitdaging
van rechts
aan Nixon
Tweede Urk
Verse vis
Volle maag
Socialisten worden zenuwachtig
Vragen over
ABC-wapens
geweigerd
10
DINSDAG 7 JULI 1970
10
PARIJS Vijftig Franse en vier Nederlandse smulpapen
van de gastronomische persvereniging hebben drie dagen ge-
congresseerd in Dieppe, Boulogne en Le Touquet.
De kok die in Dieppe voor een nauwelijks te overtreffen dejeuner
zorgde.
Van zulk een driedaags congres
moeten de lezers in Nederland zicli
niet al te veel voorstellen. Gastro
nomen praten en discussiëren niet,
vliegen elkaar nooit in de haren,
hebben geen linker- of rechter
vleugel, maar congresseren alleen
om goed te eten en te drinken en
uaax nog maanden lang onder ern
aar over te herkauwen. Onze con
gressen beperken zich als regel tot
het probleem: zoveel is er aan
contributie binnengekomen, zoveel
is er uitgegeven, batig saldo - „wij
hebben nooit te korten", - zoveel.
Allemaal akkoord? Geen op of
aanmerkingen? Vrienden, „aan ta
fel", wat geen der congresgangers
zich tweemaal laat zeggen.
En die tafels zien er uit. Al om
van te watertanden, ook al is er
nog niets opgediend. Want de jon
gens van de restaurants moeten
het van ons, gastronomen, hebben.
Ais wij een restaurant kraken, dan
kan de kok zijn muts wel in de
vuilnisbak deponeren en zijn voor
schoot aan de kapstok hangen. In
Parijs eten we met elkaar maar
weinig, één keer om de twee of
drie maanden en dan alleen maar
om prijsvragen uit te schrijven
over een uitzonderlijke manier om
sauzen te bereiden, vissen gaar te
stoven of een coquille Sant-Jac-
ques op de borden te toveren, die
moeten smelten in de mond. Op
zulke prijsvragen komen honder
den recepten binnen, die de jury
leden bekijken zoals een ervaren
dirigent muziek leest zonder de
instrumenten te horen. Pas na een
strenge selectie wordt van wat
overgebleven is geproefd en wie
van de inzenders het gewonnen
heeft, krijgt de ereprijs.
Congresseren doen we .dus niet
in Parijs, maar in de provincie. De
regionale keuken is de meest ge
raffineerde van Frankrijk en daar,
in deprovincie, zitten de allerbe
ste koks. Daar koopt men ook het
allerbeste produkt.
Op weg naar het congres was
Dieppe onze eerste aanloophaven.
In de Middeleeuwen was Dieppe
al een natuurlijke haven, waar
schepen konden ankeren en de bui
afwachten als het buitengaats te
hard spookte. Lang is Dieppe de
eerste vissershaven van Frankrijk
geweest, maar, omdat de tegen
woordige grossiers over een ruime
keus vis willen beschikken, heeft
Dieppe zijn eerste plaats moeten
afstaan aan Boulogne.
Als Dieppe niet bijtijds had om
geschakeld op andere produkten
was Dieppe aan de Kanaalkust een
tweede Urk geworden. De voortva
rende jongens van de kamer van
koophandel hebben van Dieppe de
grootste Franse importhaven van
bananen gemaakt. Groen en hard
komen de babanen,, in kartonnen
doezen verpakt, aan boord van
speciale schepen uit Martinique,
Guadeloupe, de Canarische Eilan
den en Suriname, blijven in de
schepen, in de loodsen, pakhuizen
en de vrachtwagens op een con
stante temperatuur van tussen de
12 en 13 graden en gaan pas rijpen
in de verwarmingskamers bij de
grossiers bij een temperatuur van
17 of 18 graden. Zolang het weer
zich goedt houdt geeft Dieppe geen
krimp. Maar een enkele wervel
storm of cycloon boven de planta
ges van Martinique en Guadeloupe,
of de hele bananenoogst is ver
nield en zit Dieppe met honderden
werklozen. Achter de hand heeft
Dieppe echter een levendige han
del met Marokko in zuidvruchten.
.Van al dat slenteren langs traw
lers, zeeschepen, hijskranen, bas
sins en loodsen wordt een mens
doodmoe. Daarom dankten we de
hemel, dat we na een receptie in
het gemeentehuis met een vin
d'honneur aan tafel konden gaan
zitten in het Grand Casino de
Dieppe voor een eerste dejeuner
Alles, wat er de volgende dagen
nog te schranzen valt - zeiden we
lagen onze tafeldames - kan echt
niet beter. De vissoep, zo geel als
boter, was pikant. De kroon span
de de jambon sous la cendre, van
onderen en van boven zacht ge
stoofd onder de hete as, die er een
smaak en een parfum aam gaf,
waarvan zelfs de erevoorzitter
Valby niet terug had. De ruche
glacée deed de deur dicht: de Ital'-
anen, die op het gebied van ijs
heel wat presteren, zouden dat niet
verbeterd hebben, ijs besprenkeld
met benedictine en brandy.
soldaten de door bommen geraakte
kop van de „empereur" naar bene
den hadden gehaald en er op had
den gepiest. Als rechtgeaarde
Fransen schreeuwden we allemaal
uit volle borst „quel scandale". En
haatten er de Britten des te meer
om.
Niet ver van Napoleon vandaan
hangt op een rots een grote Chris
tus aan het kruis. De voet van het
kruis is altijd versierd met bloe
men. Daar liggen de kleine graf
stenen met namen van de vaders
en de zoons, die bij nacht en ontij
hun zeemansgraf in de golven heb
ben gevonden. Het zijn er heel
wat, die grafstenen.
Wie na zo'n voortreffelijk dejeu
ner om vier uur in de middag -
Fransen tafelen gezellig lang, het
uur van het dejeuner is „heilig"
zijn servet oprolt en van tafel
opstaat, heeft het gevoel, dat voor
lopig over eten niet meer moet
worden gepraat. Maar het gekke
is, verklaar dat maar, dat men nog
diezelfde dag, als de klok 's a-
vonds op negen staat, weer best
wat lust. Helemaal niet krijgt men
het gevoel, dat men zich door een
nieuwe rijstebreiberg moet heen
werken bij het zien van het vol
gende menu in het hotel Du Rhin.
Maar de waarheid gebiedt te er
kennen, dat we tegen middernacht
blij waren de dekens over onze
vermoeide hoofden te kunnen
trekken. Laat de doktoren maar
praten als zij beweren, dat men
niet met een volle maag naar bed
moet gaan. Die eerste nacht in
Dieppe sliepen vijftig Franse en
vier Nederlandse smulpapen als ro
zen.
We zouden geen Fransen zijn
geweest, als we in Boulogne niet
eerst en dad'liik koers hadden ge
zet naar de zuil van Napoleon, 55
meter hoog, de keizer zelf zes
meter. In de auto vertelde een
inwoner van Boulogne, dat' Britse
Wat heeft Boulogne er in de
tweede wereldoorlog van langs ge
kregen! Niet minder dan 417 maai
gebombardeerd. En plat gebombar
deerd. Van de 10.413 huizen, die
de stad in 1939 telde, waren er
5.858 totaal vernield. In de haven
lagen 80 wrakken van schepen
Thans maakt de stad een geheel
nieuwe indruk met een fonkel
nieuwe kamer van koophandel,
waar de „braintrust" van de stad
is gevestigd.
Er zijn weer 2.300 vissers, 60
industriële loggers en 100 trawlers
Deze zijn maar klein, blijven dicht
bij honk en voeren iedere dag de
verse vis aan, waar Boulogne zijn
faam aan heeft te danken. Zowel
Dieppe als Boulogne willen we!
industrie aantrekken, maar een
schone industrie, liefst een levens
middelenindustrie, die de frisse
lucht niet met walmen en dampen
verpest. Met Engels kan men in do
t.wee steden gemakkelijk terecht,
want vooral van de Britten moet
het vreemdelingenverkeer het heb
ben. Hoe eerder de Britten lid
worden van de gemeenschappelij"-
ke markt, hoe liever het Norman-
dië en Bretagne zal zijn. Engeland
ligt dichterbij dan Parijs.
In Boulogne diende het „Comité
national de propagande pour la
cciiscmmaticn du poisson" (een co
mité clat propaganda maakt voor
het eten van vis) een zeer goed
diner op.
De laatste dag was het Le Tou
quet, waar we van onze ere-voor-
zitter de gehele ochtend vrij kre
gen om op eigen initiatief door het
stadje te slenteren. Groot is het
niet. Een paar lange winkelstraat
jes en dan heeft men het wel
gezien. Op de terrassen in het
centrum en aan het strand veel
Britten, die er met kennelijk ple
zier van kennis namen, dat Wilson
aan de overkant was verslagen en
vervangen door Heath.
„That's very good news", zei er
een, aan wie wij de laatste berich
ten van de BBC vertelden. En dat
lieten we maar zo, want wij waren
op dat moment gastronomen en
onze hoofden stonden niet naar de
politiek.
Le Touquet is, zoals gez»gd, maar
klein. Maar daar staan langs de
kant van brede boulevards, dicht
bij zee, hotels en een Palais de
l'Europe, die in Parijs niet te vin
den zijn.
Aan de voet van een van die
paleizen staat een klein restaurant
je, Flavio. Door gebrek aan perso
neel staan de jonge kelnertjes er
in hun witte jasjes er wat onnozel
bij. Ze moeten het vak nog leren.
Ook dat zal over een paar jaar wel
beter zijn. want Le Touquet gaat in
dat enorme Palais de l'Europe,
fonkelnieuw, een school maken
voor de hotellerie. De ziel van
Flavio, is een restaurateur, die op
de wereld is gekomen met maar
één enkel doel voor ogen: de „tra-
r 'io') Frarfiise" ^oog te honden
Wie bij hem in de leer is en zijn
best doet, haalt later gemakkelijk
als chef de cuisine een maandloon
van drie, vier, vijfduizend franc.
Deze grandseigneur zette ons een
jambon de Parme voor die was
alsof je die in Parma zelf zat te
eten. Forel werd geserveerd in zil
verpapier, ontgraaf, met korrel
tjes anijs en kleine stukjes zalm,
nog sudderend in de hete boter.
De lof zingen van deze gebene
dijde restaurateur is onbegonnen
werk. Wij zouden hem. naar het
verheven voorbeeld van de hon-
derdonvijftigste psalm, moeten lo
ven met bazuingeklank, met harp
en luit, met trom en fluit, met
juichend vreugdgeschal, bij 't orgel
overal, op 't schel metaal, van de
vrolijke cimbaal. Zoveel instru
menten tegelijk bespelen wij niet.
Anderen van onze congresgroep,
die hun hart ophaalden in het res
taurant van het plaatselijk vlieg
veld, verzekerden ons op de thuis
reis naar Parijs, dat men in heel
Frankrijk geen fijnere tong eet
dan daar, op het vliegveldje, waai
de Britten van de overkant bij
zwermen neerstrijken. We hebben
daarover gepassioneerd gerede
twist onderweg maar huis. Chacun
sa vérité. Goed. Zij hun tong. Maar
wij hadden onze jambon, onze fo
rel in zilverpapier. Wij hadden on
ze volmaakte Saint-Emilion, onze
blanc des blancs".
Vrienden in Nederland, komt ge
ooit langs Le Touquet,, ga dan
binnen bij Flavio. Zet u neer op
een bank en bestel, als voorzichti
ge aanloop, een café. Zodra ge de
patron ziet, wenk hem naar u toe
en fluister hem ue naam van Valby
in het oor. Let op zijn gezicht,
waar een brede glimlach op zal
verschijnen, want ze zijn loten van
eenzelfde eeuwenoude stam. Ga
daarna aan tafel zitten, bestel
niets, maar laat de patron .beslis
sen wat er zal worden gereser
veerd.
Vijftig Franse en vier Nederland
se smulpapen bezweren u, dat het
u nooit en te nimmer zal berou
wen.
LUCAS KLEYN
(Van onze correspondent)
WENEN Sedert de tijd dat de socialistische minderheidsregering
van Kreisky in Oostenrijk in het zadel zit, voert het Duitse weekblad
„Der Spiegel" een voortdurende campagne tegen verschillende minis
ters en hun naaste medewerkers. De beschuldigingen komen er meest
al op neer dat de betrokkenen in het verleden niet geheel en al van
nazi-smetten zijn vrijgebleven. Onlangs was de minister van land
bouw Haus Ollinger het mikpunt. Hij zou dertig jaar geleden korte
tijd bij de SS zijn geweest.
11
Kreisky nam hem onmiddellijk in
bescu siting, „uigea.ii.i Omiiger
destijds duidelijk genoeg van de SS
hd<i „eiucgen en liet zwarie uniform
had verwisseld voor het grauw van
de gewone weermacht en aan het
«-in livvaui. Oiiiiiger reti
reerde nochtans als minister, ook al
omdat hij politiek nog niet voldoen
de ervaren was.
Maar Oilimgers opvolger, dr. Os
kar Weihs, kreeg het ook al met
..Der Spiegel" aan de stok. Hij was
namelijk in 1932 partijlid geweest.
Weliswaar had hij ooit bedankt voor
het lidmaatschap, maar had na de
aansluiting in 1938, vergeefs, gepro
beerd dit weer terug te krijgen.
Maar Weihs, ervaren parlementariër
en een belangrijk man in de vak
verenigingen, is heel wat minder
kwetsbaar dan Ollinger.
Ook heeft „Der Spieger" nog eens
geprobeerd het minister van binnen-
ian ts zaken, Otto Röseh lastig te
maken. Men had namelijk ontdekt
dat hij klasseoudste was geweest in
een politiek instituut van de nazi's,
ftösch moet dus wel een echte nazi
zijn geweest. De vlieger ging niet
op. Want het was eveneens al lang
bekend, dat Rosch nooit partijlid
was geweest en vlak na de oorlog
onder Brits toezicht gezuiverd werd.
Dr. Alfred Schachner en Hans
Czets, Kreisky's plaatsvervangers in
de Oostenrijkse socialistische partij,
werden respectievelijk door „Der
Spiegel" gekwalificeerd als onver
biddelijke nazi-rechter en als radi
cale Hitlerjongen. Nu staan Schach
ner en Czets al jarenlang in de
politieke arena en hebben ook al
eens ministerambten bekleed, zon
der dat men hen ooit besmet heeft
bevonden. Veel succes heeft „Der
Spiegel" dan ook niet gehad, of het
moest zijn, dat de linkervleugel van
de Oostenrijkse socialisten zich wat
zenuwachtig gaat maken over het
bruinachtige verleden van sommige
kamerleden.
Op het onlangs gehouden partij
congres sprak onderwijsminister Le
opold Gratz, tevens partijsecretaris,
over een campagne, die ten doel had
de partij in diskrediet te brengen.
Daarin zouden de Volkspartij, het
Joodse documentatiecentrum van ir.
Wiesenthal en de neo-nazistische
Deutsche National-Zeitung ieder op
hun eigen wijze geinteresseerd zijn.
Hij beschuldigde Wiesenthal ervan
zich te bedienen van onwettige me
thoden en beriep zich op een rap
port van een parlementaire commis
sie, waaruit zou blijken dat Wiesen
thal veel belangstelling had getoond
voor bepaalde politionele naspeurin
gen, zonder dar - deze belangstelling
iets te maken had met het feitelijke
doel van het documentatiecentrum.
Zo zou, meende Gratz, een duidelijk
verband gelegd kunnen worden tus
sen Wiesenthal en „Der Spiegel".
De huidige minister van justitie,
Christian Broda, is een tegenstander
van Wiesenthal. Dit zou kunnen be
tekenen dat het tot een confrontatie
tussen hen beiden gaat komen. Naar
verluidt zou Wiesenthal in het bezit
zijn van een nogal explosief dossier
over Broda, die in zijn jeugd com
munist was, verzet pleegde in de
nazitijd, door de Gestapo gevangen
werd genomen, maar nog juist aan
terechtstelling ontkomen kon.
DEN HAAG (ANP) Het presi
dium van de Tweede Kamer heeft
de doorzending aan de betrokken
minister geweigerd van een door
een kamerlid schriftelijk gestelde
vraag. Deze doorzending kan gewei
gerd worden indien wegens vorm of
inhoud overwegend bezwaar bestaat
tegen de tekst van de vragen.
Het betreft hier schriftelijke vra
gen van het' PSP-kamerlid A. G.
van der Spek, die minister W. den
Toom (Defensie) schriftelijk om in
formaties had verzocht over het ge
bruik van ABC-strijdmiddelen, Deze
vragen werden geweigerd omdat in
de tekst daarvan geciteerd wordt uit
een dienstgeheim, te weten de uit
gave „bescherming tegen ABC-
strijdmiddelen", een schriftelijke
cursus van de inspectie der oplei
dingen van de koninklijke land
macht. Het PSP-kamerlid citeert en
vraagt dan of het gestelde erop
duidt dat de Nederlandse krijgs
macht over A- en/of B- en/of C-
wapens resp. dat het in de bedoeling
ligt dat daarover in de toekomst be
schikt gaat worden. Zo neen aldus
het kamerlid, wat is dan de beteke
nis van de genoemde passage (in
deze passage wordt onder meer ge
sproken over enerzijds de vijande
lijke mogelijkheden voor wat be
treft het gebruik van ABC-strijd
middelen en over anderzijds de ei
gen mogelijkheden op dit gebied).
(ADVERTENTIE)
ES 0 WÊ W M Hl 4 modellen in reiskoker
Verkrijgbaar bij de erkende Drogist- en Parfumeriezaken
BRUSSEL Het onthaal dat ko
ning Boudewijn en koningin Fabiola
van België in Kongo te beurt is
gevallen, is méér dan triomfantelijk:
het was spontaan, oprecht en eerlijk.
Ontelbare mannen, vrouwen en kin
deren die drumden en juichten,
zwaaiden met Kongolese en Belgi
sche vlaggetjes, en die zich gestoken
hadden in barbaars-gekleurde shirts,
jurken en pagnes met daarop ge
drukt de beeltenis van president
Moboetoe en van koning Boudewijn.
Wereldwijze Amerikanen en scepti
sche Europeanen stonden er verbluft
bij te kijken en zelfs de Belgen
waren verbaasd, dat zij nog zoveel
goodwill hadden in hun ex-kolonie.
Tien jaar geleden werd Belgisch-
Kongo onafhankelijk, Overijld, on
voorbereid. Maar een Kongolese
„minderheid" had die onafhenkelijk-
heid opgeëist, en bij ongeregeldhe
den waren er een paar honderd
doden gevallen. En de Belgische
openbare mening toonde zich niet
bereid om troepen naar Afrika te
zenden nm -"lfl Vnlptnie vot Bnlojë te
behouden. Aldus werd, op 30 juni
1960, in bijzijn van Koning Boude
wijn de Kongolese onafhankelijk
heid uitgeroepen. Onmiddellijk liep
het mis. Loemoemba. de perste pre
mier van Kongo, deed een bitsige
uitval tegen de ex-kolonisators. Op
6 juli ging een deel van het Kongo
lese leger aan het muiten. Er werd
geplunderd, geroofd en gemoord,
Belgische burgers en blanke missio
narissen verlieten in drommen de
stuurloos geworden republiek. In
Katanga riep Tsjombe zijn eigen
Katangese republiek uit, ook Kasai
scheurde zich af. Men herinnert zich
nog wat nadien gebeurde: Totale breuk
tussen België en Kongo, acties van
blauwhelmen, paleisrevoluties in Le-
opoldstad, raid van Belgische para
chutisten om landgenoten in Stan-
leystad te ontzetten en Belgische
belangen veilig te stellen schrik
bewind van „Simba's" in Oost-Kon-
go, hongersnood en epidemics, naas
ting van Belgische bezittingen, inval
van huurlingen, enzovoort. Kortom,
jaren leek het erop, alsof de desin
tegratie van de Belgische ex-kolonie
totaal en definitief zou zijn.
In 1965 greep de toenmalige op
perbevelhebber van het Kongolese
leger, een oud-onderofficier van de
Kongolese legermacht, Mobotoe,
naar de macht. Hij had blijk gege
ven van intelligentie en dynamiek.
Eerst werd hij eerste-minister. na
dien zette hij ook president Kasa-
voeboe aan de dijk en ging in feite
het uitgeputte land als dictator rege
ren. Hij slaagde erin, de laatste
opstandder blanke huurlingen in
Oost-Kongo neer te slaan. Tegen
standers liet hij liquideren, corrupte
gouverneurs, ambtenaren en minis
ters zond hij de laan uit. Na vijf
jaar Moboetoe-bewind heersen in
Kongo weer rust en orde, kreeg de
felgehavende Kongolese munt weer
stabilitiet, groeide de nationale han
delsbalans en kwam er een relatieve
voorspoed voor miljoenen Kongole
zen. Buitenlandse financiële en tech
nische bijstand, vooral van de VS en
van België, brachten de raderen van
die jonge kwetsbare samenleving
weer op gang. Op dit ogenblik wer
ken in Kongo weer 60.000 Belgen
merendeels Vlamingen een getal
dat nagenoeg even hoog ligt als ten
tijde van het koloniale bestuur.
Maar de openbare mening in Bel
gië is na al die avonturen achter
dochtig en zelfs afwijzend geble
ven ten opzichte van Kongo. Toen
Moboetoe vorig jaar op staatsiebe-
zoek naar België kwam, werd hij
gereserveerd en koel ontvangen.
Herhaaldelijk werd onderstreept dat
de Bantoes onberekenbaar zijn in
hun reacties, en dat België zijn
steun aan de „derde wereld" beter
kan verlenen aan landen die niet,
zoals Kongo, gecomplexeerd zijn
door de vroegere verhouding van
gekoloniseerde versus kolonisator.
Ook de Belgische financiers blijven
achterdochtig, hoewel ze weten dat
Kongo pontentieel een der rijkste
landen van Afrika is.
En daar is nu het laaiende enthou
siasme waarmee de gewone Kongo
lese mannen en vrouwen het Belgi
sche vorstenpaar begroeten! Men
had kunnen vrezen voor uitingen
van wrok, van vijandigheid, maar er
was slechts vreugde en gejuich. Tot
zelfs in Kisangani, ex-Stanleystad,
waar de voorbije tien jaren de mui
terijen, de moordpartijen op blanke
missionarissen en ambtenaren, de
Simba's en de huurlingen het bloe-
digst (er vielen teT plaatse 4.000
doden) en het langdurigst (de paci
ficatie is er slechts twee jaar gele
den voltrokken) zijn geweest, wer
den koning, koningin en Moboetoe
in triomf rondgedragen op de schou
ders van witgeschilderde krijgers.
Ach, wellicht is het voor de massa
van de Kongolezen, die tien jaar
geleden onvoorbereid in het onaf-
hankelijkheidsavontuur werden ge
stort, allemaal te veel geweest om
het mentaal te kunnen verwerken.
Tien jaar geleden laaiden ze van
enthousiasme over hun „independan-
ce" (verbasterd tot „dippenda"). Ze
dachten dat ze op toeverslag even
rijk konden leven als hun blanke
meesters, maar van die droom
kwam niets terecht. De „dippenda"
verloor zijn glans en zij gingen
weer dromen van de goeie ouwe
tijd. Toen vorig jaar Moboetoe in
Brussel bij de koning te gast was,
kwamen tientallen mensen van Ki
sangani aan de Belgische consul-
generaal vragen of nu ook de Boela-
Matari's, de Belgische gewestelijke
bestuurders naar hen zouden terug
komen. Er was vanwege de consul-
generaal veel tact nodig om hen uit
te leggen dat dit niet kon en mocht.
En een 50-jarige Kongolees te Kin-
sjasa (ex Leopoldstad) vertelde aan
een reporter: „Moboetoe is een grote
chef. Maar Boudewijn is een nog
veel grotere chef. Hij komt kijken
of Moboetoe goed gewerkt heeft".
Heeft Moboetoe goed gewerkt?
Zeker is zijn balans positief. Maar
kon hij beter? Hij wordt ervan be
schuldigd, onverantwoord veel geld
te steken in niet-renderende presti-
ge-projecten. Het is het klassieke
verwijt aan vele leiders van jonge
staten. Ook Soekarno kon er niet
aan ontsnappen. Anderzijds is het
vanzelfsprekend een vrijwel onmen
selijke opgave, een land als Kongo,
tachtigmaal groter dan België ver
antwoord en doelmatig te regeren en
te besturen zonder tradities, zonders
kaders, zonder infra-structuur. Daar
om doet Moboetoe thans het onmo
gelijke om van België op korte ter
mijn de injectie van mensen en
middelen te krijgen die zijn land
nodig heeft om er bovenop te ko
men. Hij spreekt voortdurend over
„speciale relaties" tussen Kinsjasa
en Brussel, waarbij Kongo zou in
staan voor de bescherming en de
bloei van de Belgische investeringen
aan mensen en kapitaal, en waarin
België van zijn kant het Kongolese
groeiproces naar interne rust en
welvaart zou waarborgen door de
bestendiging van zijn aanwezigheid
en door zijn materiële en morele
steun aan het regime van Moboetoe.
Of hij daarin slagen zal, is natuur
lijk nog een open vraag. Maar de
spontane geestdrift en de kinderlij
ke verwachtingen van de Kongolese
massa bij het koninklijke bezoek
heeft in België toch wel veel koude
harten doen ontdooien voor hun
„Afrikaanse erfenis". Misschien wil
len Belgen en Kongolezen het toch
nog eens met elkaar proberen!
Commentaren in buitenlandse kran
ten geven blijk van een begrijpelij
ke consternatie. Destijds schreef Co-
nor O'Brien, Un o-vertegenwoordiger
in Katanga al: „De Kongolezen zijn
de Belgen van Afrika, en de Belgen
zijn de Kongolezen van Europa" En
hij vond ze allebei even verwarrend
en onuitstaanbaar...»
(Van onze redactie buitenland)
Wat Nixon in de komende twee jan
ook onderneemt, gouverneur Ronak
Reagan van Coltfontië, zal hem vort
de republikeinse nominatie in ISl
uitdagen. Dat is de weloverwoge
mening van de waarnemers in Wash
ingt.on.
Als zij gelijk krijgen, welke gt
volgen zal deze en de zo goed a;
zekere derde kandidaat, George Wal
lace, in de verkiezingen veroorzake
op de binnenlandse en buitenlands
politiek van Nixon van de komend
2'A gaar?
Geconfronteerd met een extreei
rechtse uitdaging voor de nominali
van zign eigen partij en met een et
treem rechtse concurrentie in de pn
sidentiële verkiezingsrace, zal Nixo
dan zelf meer een rechtse politie
gaan voeren om enige kracht na
zijn tegenstanders te ontfutselen? C
zal hij erkennen dat hij Reagan t
Wallace niet succesvol kan bestrijdt
en dat hun aanwezigheid in de poli
tieke arena hem er toe dwingt ci
zün strategie voor de zuidelijke sti
ten en zijn geflirt met de rechtsen
verlaten? Hij zou zich dan met zt
kerder stappen kunnen bewegen i
bijvoorbeeld het gebied van de n
senmenging op de scholen (waan
zijn politiek van het afgelopen jas
uitermate dubbelzinnig is geweest
en zodoende stemmen van links uiii
nen die hij rechts verliest.
De kleine overwinning van Geori
Wallace in de gouverneursverkiezit
gen van Alabama was duidelijk et
slag voor de regering-Nixon, wat
van men aanneemt dat zij bedekte
nannële steun heeft gegeven aan
campagne van Wallace's opponei
Brewer. Maar de regering was
tenminste in geslaagd om eni
glans van Wallace's overwinning w
te nemen in de voorverkiezing, watt
in hij verloor en men is er tevens i
lukkig mee dat zijn overwinning ma
zo klein was. Zelfs in zijn eigen sta
is ie ster van Wallace aan het dom
Maar wat belangrijker is: het ziet
naar uit dat de extremistische ui
spraken, die hem tot een prominei
persoon hadden gemaakt, hem tegci
woordig minder aanhang bezorgt
dan vroeger.
Wallace had al aangeboden om ni
aan de verkiezingen van 1972 deel
zullen nemen als Nixon de rassei
menging op de scholen aan iede
staat zelf zou overlaten. Van zo'n ai
koordje is uiteraard niets tereclitj
komen. Maar de tanende invloed
Wal'ace kan Nixon doen geloven, i
hij tenminste enige van de vijf stall
die naar Wallace gingen in de tie
kiezingen van 1968 voor zich I
winnen, als hij er voor zorgt dat
wetten tegen discriminatie op
scholen zo flexibel mogelijk zijn.
De bedreiging van Reagan is w
Nixon zo goed als zeker minder en
stig dan hij in San Francisco schij
te zijn.
Net zoals degenen, die in de gn
steden in het oosten wonen, de nt
ging vertonen om de zaken niet in
juiste verhoudingen te zien aan
andere kant van de Appalachen,
bezitten de Californiërs de neig»
om de invloed van hun staat en
politici op de nationale regering
overdrijven. Maar twee factoren
ken van hem waarschijnlijk een 1
langrijker kandidaat dan Barry Gol
water, de laatste afgevaardigde
de republikeinen met extreem reel
se ideeën, die president wilde wordt
Ten eerste bezit Reagan eên ong
twijfeld goede televisiepresentst
'Ten tweede is het land op het oge'
blik veel conservatiever dan in 191
Het is duidelijk dat de invloed t*
een Wallace en een Reagan op
politiek van Nixon veel meer gel
voor de binnenlandse dan voor
buitenlandse politiek. Dat laatste t
tekent voornamelijk Vietnam.
Tenzij zich onvoorziene ontwikt!
lingen voordoen, is Nixon in staat t
zijn terugtrekkingsprogramma l><
aardig aan te passen aan zijn elect
rale behoefte, zodat halverwege 19
de oorlog praktisch afgelopen is, i
thans wat de Amerikanen betreft. S
is tevens van belang dat Nixon op t
vrijwilligersleger heeft aangedrongt
dat hem in staat zou stellen om
dienstplicht af te schaffen. En het
de angst om opgeroepen te wori
voor Vietnam die bij de jongeren
Amerika leeft, het is diezelfde <w(
die de oorzaak is van de studentenc
rust en van de ongerustheid van
ouders.
Maar een vrijwilligersleger
voor Nixon twee grote problemen a, I
roepen. Om voldoende vrijwillig1
te krijgen zou hij de soldij moet
verhogen en de dienstvoorwaari
sterk moeten verbeteren. Men scI
dat dit de schatkist een extra 3 ffl
jard dollar in 1971 zoukosten, f
tweede probleem is dat een volle'
vrijwilligersleger vermoedelijk V
80 pet. uit negers zou bestaan, l>i
geen allerlei problemen met zich m>
brengt, zowel sociaal als raciaal
voor de veiligheid.
Maar voor de overgrote meerit
heid van de kiezers, zal Vietnam
1972 een minder belangrijk punt
de verkiezingen zijn dan de binnl
landse politiek van de regering:
welvaart, de werkloosheid, de eco»
mie, de onrust ander de studenten
de negers enz.
(Copywright
The Guardian/De St*
George Pintens, de
Belg die evenals Zoet|
Merckx bleef.
Joop Zoetemelk, nog si
ook nu het nodige koer
5?
(Van onze speciale 1
gever)
DIVONNE-LES-BABS!
wordt een eentonig liei
is niet aan te ontkomi
Steevens raakte weer
versukkeling. Nu kwas
een gebroken remkabe
finish in Divonne-les-1
enige troost: zijn ac
zou onder de d
Merckx niet veel kl
geweest, wanneer hij
pech bewaard was gel]
JAN VAN KATWIJ
in nog grotere moei
want hij kreeg rijds
kopgroep last van
die niet wilden vej
Dokter Jessen kwam lm
zag het somber in voor; I
wijk, die echter nog li I
hield maar in de be I
van de tweede berg ifl
kon. „Leuk was dat I
niet," aldus Van Katwl
ik ben al lang tevreden I
de derde groep kon fil
GERARD VIANEN
als eerste Caballero-r: I
de vijftiende plaats. O
algemeen klassement
beste van de ploeg: 26 I
kwam opvallend fit al
vonne-les-Bains. „Het f]
hard werken, maar il I
weinig mee geleden." j I
KEES ZOONTJENS
Steevens en Janssen ij I
de groep. „Een zware f I
deelde de Tilburger, 1
zit nog steeds in de Tof!]
is het belangrijkste. C"
ne omstandigheden, i;
val, voorbehouden kon™
in Parijs. Dat staat va1
EDDIE BEUGELS v
mate vermoeid na zijn |l
de drie cols. „Ik reed
het wiel van Martin
Bossche. „Als die gaat,
dan is dat het juiste
Door steeds mee te
raakte ik veel van mil
ten kwijt. Vijf kilomete
top van de laatste bei
ik helemaal in elkaar.!
HENK BENJAMIN
gedurende deze tiend]
last van zijn maag. Hel
erg, dat Tour-dokter