LUIS OCANA BRUIST VAN OPTIMISME Merckx in JANSSEN IS de tijdrit I I GELUKKIG IN HET PER SR OU superieur Vissers mikt een in het ploegenklassement „Ik zal me niet bij de macht van Merckx neerleggen*' Janssen op derde plaats „Ik voelde me nooit zo goed als nu" Toeslaan bij inzinking door peter heerkens Verstandiger Kritiek Niet mopperen Beklemmend 25 DE STEM VAN ZATERDAG 27 JUNI 1970 21 (Van onze speciale verslaggever) LIMOGES De hoop van de tourkaravaan is gericht op Luis Oca- na, een vriendelijke, aardige Span jaard van 25 jaar, vader van een vierjarige zoon „en binnenkort mis schien ook van een dochter, want mijn vrouw bevalt dezer dagen". In Luis Ocana wordt de man gezien die het Eddy Merckx het moeilijk» van allemaal zou kunnen maken. Een prognose, door Merckx zeil onder schreven. Onder de druk van de hem toebedeelde rol, met kranten vol loftuitingen voor zijn neus, blijft Luis Ocana nuchter in zijn beschou wing over de 23-daagse trip naar Parijs. „Merckx verslaan is gemak kelijker gezegd dan gedaan. Natuur lijk denk ik er aan hem te kloppen. Wie doet dat niet. Maar Eddy is sterker dan ik, sterker dan wij alle maal. Maar ik ben er wel zeker van dat het in deze Tour oorlog zal worden tussen Merckx en mij als ik dezelfde vorm heb als in de Ronde van Spanje en de Zes Provincies. Dan kan men nog wat beleven..." Dit zou de eerste grote confronta tie Merckx-Ocana worden. Vorig jaar in de Tour is het er niet van gekomen, want Luis viel uit. In de rit naar de Ballon d'Alsace maakte hij een verschrikkelijke smak en werd bloedend aan armen, hoofd en benen door vier ploegmaats naar de top geduwd. Een trieste optocht. „Het was alsof ik in de mist reed. Boven, aan de streep, viel ik bewusteloos. Na twee uur in het hotel op bed gelegen te hebben, voelde ik me weer een stuk beter, maar mijn ploegmaten en verzorgers adviseerden me naar huis te gaan. Toen ben ik verschrikkelijk boos geworden en de volgende dag toch gestart". Dit bleek uitstel van executie, want drie etappes verder, moest Ocana onder hoge koorts de strijd staken. Hij ging terug naar huis. Naar Mont-de-Marsal, een dorpje in Les Landes. Luis Ocana woont er nu tien jaar en hij voelt zich Fransman met de Fransen. „Toen ik 12 was verhuisden we uit Spanje. Mijn va der zag meer bestaansmogelijkheden in Frankrijk. We waren met z'n achten. Hij verdiende de kost als houthakker. Twee jaar kon hij al leen voor de inkomsten zorgen, toen moest ik van school om hem t'e gaan helpen". In Mont-de-Marsal, waar hij zijn werk deed, begon ook zijn wieler- carriere. „De voorzitter van de plaatselijke wielerclub stimuleerde me. Een aardige man, Pierre Cescu- tit. Hij wees me de weg in de wielersport en tot op de dag van vandaag zijn we de beste vrienden. Hij adviseert me nog steeds. In de Zes Provincies bijvoorbeeld, heb ik met hem het parcours voor de tijdrit verkend. Mijn ploegleider Maurice de Muer vond dat geen vervelende inmenging. Hij weet wat Pierre voor mij betekent." Onder leiding van Cescutit, groei de Ocana uit tot een goede amateur, die de Grand Prix des Nations won, de Tour du Beau en de Grand Prix du Roussillon. Het was een goede basis om prof te worden. „Ik ging naar Fagor en werd meteen Spaans wegkampioen. Ik heb er toen "ver gedacht om me te laten naturalise ren. Ik wilde Fransman worden. Uit eindelijk zag ik er van af, want ik zou 18 maanden in militaire dienst moeten als ik dat deed en daar zag ik toch teveel bezwaren in voor mijn wielercarriere". In zijn tweede profseizoen viel Luis Ocana op als winnaar van de Midi Libre en dit jaar werkte hij zich op tot wat hij nu is in theorie de meest sterke rivaal van Merckx via eerste plaatsen in de Ronde van Spanje en de Zes Pro vincies. „Ben ik zo sterk als in die wedstrijden, dan heeft Eddie inder daad een slechte aan mij. Ik heb me goed voorbereid op deze Tour. Rus tig, niet geforceerd. Terwijl Merckx de Giro reed leefde ik kalm naar de Ronde toe. Misschien heb ik daar door in de eerste ritten meer inhoud dan hij. Want dat is voor mij de grote vraag: hoe overleefde Eddie de Ronde van Italië. Het zou best kunnen dat hij er de last van heeft. Want de „doublé" verwezenlijken De Giro en de Tour in betzelfde jaar winnen is geen kleinigheid. Alleen Anquetil en Coppi is net gelukt. Als ik dan eens naga hoe moeilijk Anquetil het in 1964, na de Ronde van Italië had. dan ben ik benieuwd naar Merckx conditie. Goed, Anquetil won de Tour toen, maar hoeveel last heeft hij niet gehad van Poulidor? Die kon hem dat jaar aardig hebben. Wie weet ben ik nu de man die dat met Merckx presteert". Van niet te onderschatten belang, acht Luis Ocana het voordeel dat hij heeft in de routine van de Bic- ploeg. „Het is een geweldige equipe. Maurice de Muer kan als ploegleider uit iedereen halen wat erin zit. Hij kent ons formidabel. We hebben routiniers als Novak en Schleck. Jan Jansen is er een die in de koers de zaken meer doorziet dan wie ook. Geweldig". Luis Ocana bruist van optimisme. Van vechtlust. „Ik zal me niet zon der meer bij de macht van Merckx neerleggen, ik schik me zeer slecht in een tweede plaats, hoe eervol die ook mag zijn. Ik ben van plan steeds bij Merckx in de buurt te blijven en zijn wiel te kiezen. Dan ben ik er bij ais hij een inzinking krijgt. Want die kan hij natuurlijk ooit doormaken. Eddie is ook maar een mens. Zou het gebeuren en zie ik dat hij kwetsbaar is, dan sla ik toe. Misschien dat dat zoveel energie van me vraagt dat ik er later de weerslag van krijg, maar dat kan me niet schelen. Ik wil vechtend ten ondergaan en met niet bij de situa tie neerleggen als Merckx heerst zoals vorig jaar". PETER HEERKENS Luis Ocana (rechts) kort na de val in de rit naar de Ballon d'Alsade, die hem enkele etappes later noopte de Tour van het vorige jaar voortijdig te beëindigen. gepast, want daarvoor bleek zijn con ditie te slecht. De 10.40 van Pijnen stelde teleur, maar er was een ver klaring voor. „Ik ben die verkoud heid nog steeds niet kwijt. Gisteren bij de training merkte ik al. dat het slecht ging. Ik had een beklemmend gevoel op mijn borst. De soigneur gaf me voor de start een suikerklontje met alcohol en dat hielp. De eerste 4 km kreeg ik genoeg lucht, Toen klapte ik helemaal in elkaar. Het ging niet meer. Net of ik stilstond. Ik was alle macht kwijt. Dat viel me zwaar tegen. Zo erg had ik het nooit verwacht". Als beste Caballero-renner eindig de Harrie Steevens, die even achter Jos van der Vleuten, als vijfde ge klasseerd stond (een uitstekende prestatie omdat er op dat moment al ruim 100 van de 150 renners binnen waren) en tenslotte op een eervolle zeventiende plaats eindigde. Minder goed verging het Caballero's Cees Rentmeester die als een van de laat- sten in de uitslagenlijst voor de dag kwam met een tijd van 11.22. Oor zaak: een kleine botsing met Miche- lotto die voor hem finishte en kort na de streep nonchalant aan het sturen ging. Rentmeester werd van links naar rechts en terug gewron gen, stond op een gegeven moment bijna stil en moest toen opnieuw aan zetten voor de laatste ronde over de sintels. Het puibliek zag dat incidentje nau welijks, want aller ogen waren ge richt op het ere-podium, waar de huldiging inmiddels begonnen was. De gele trui stond Eddy Merckx goed. (Van onze speciale verslaggever) LIMOGES De Nederlandse ploe gen Willem II/Gazalle en CaibaMero, beginnen vandaag zander uitgespro ken kopmannen voor de eerste rit ten, aan de Tour de France. Beide equipes hebben hun beste mammen op papier gezet, maar alle twee willen ze in betrekkelijke rust de opemings- etaippes afwachten. Ton Vissers (ploegleider vam Wil lem II/Gazelle): „We gaan ons niiet te pletter rijden". Gerard Peters (ploeg leider van Cabailllero)„Ik wacht kaJlm af wie zich naar voren werkt". De meest opvallende theorie wordt verkondigd door Ton Vissers, die zegt te mikken op de eerste plaats in het ploegenklassement, alsof het niks is. „Natuurlijk valt dat niet mee, maar toch geloof ik in een kansje. Ik ga er helemaal op werken. Iedereen heeft zijn mond vol over ritjes winnen, nou, ik wil wel eens het ploegenklasse ment. Publicitair kan dat een goede zaak zijn. Niet in het buitenland na tuurlijk. Daar zal het weinig zeggen. Maar dat het in Nederland aan zou slaan, geloof ik zeker. Om die reden ga ik mijn renners de eerste dagen niet opjagen. Laat ze maar fit aan de bergen beginnen. Dat is belangrijker dan forceren in de vlakke etappes. Bovendien zit er in het begin nog een venijnig ritje in. De etappe naar Brussel. Dat is een kleine Parijs Roubaix'. De taktiek van het ploegenklasse ment betekent overigens niet dat Vis sers blind is voor de kansen die zijn beste renners hebben op een goede klassering in het eindklassement, „Waigtmans, Pijnen en Van der Vleu ten blijven beschermde mammen. Uit eindelijk kunnen zij vooraan finishen en dat is iets walt we ook niet mogen verwaarlozen". Gerard Peters stemt in principe zijn Cabaillemo-plam af op Arie den Bartoig en Wim Schepers. „Dat zijn volgens mij de renners van wie wij het moe ten hebben. Eigenlijk ben ik geen voorstander van beschermde coureurs en als je het goed nagaat, hebben we er ook geen ploeg voor, maar Arie en Wim zou ik .graag pousseren voor een goede plaats in het klassement. Ze komen er het meest van allen voor in aanmerking. Misschien Vianien als derde man, ofschoon ik die, met Harrie Steevens, liever een aanval zie doen op het puntenklassement. Dat ligt die twee wel". De woorden van Gerard Peters klinken heel wat optimistischer dan enkele maanden geleden, toen hij ma de gold-race zijn gramschap uitte over de lankmoedigheid van zijn ren ners. Peters nu, in Limoges: „Daarna is het steeds beter gegaan. We reden een goede Tour de l'Oilse, Zes Pro vincies en Ronde van Zwitserland. Het was een verrassend herstel. Ik beschouw die prestatie ook ais de pei ler waarop we een redelijke Tour kunnen bouwen. Weet je wat het is: de renners kregen er zelfvertrouwen door. Er werd altijd smalend gespro ken over „dat ploegje van GabaMero". Maar nu gingen onze jongens zien dat ze heus wel meetellen. Ze kregen in de gaten dat ze echt niet zoveel minder zijm. Die ontdekking beschouw ik ais de grootste winst van dit sei zoen. Ik zie voor ons perspectief in deze Tour. Laat ik het zo zeggen: evenveel perspectief als voor iedere redelijke ploeg die hier start. Als ik ons vergelijk met al die 14 araderen, dan vallen we echt niet door de mand". P. H. Jan Janssen: bij wie het zelfvertrouwen volledig terug is na een periode waarin hij aan zichzelf twijfelde. Janssen vindt toch dat Merckx niet de Merckx van verleden jaar meer is. „Eddy is verstandiger ge worden. Hij rijdt niet meer zo roe keloos er op los. Dat zou trouwens ook niet meer kunnen. Wat denk je als hij in de Tour nog een keer zo zou stunten als verleden jaar. Welke firma heeft dan nog zin geld in de wielersport te steken. Merckx de gradeerde iedereen. Dat heeft hij in gezien. En het komt hemzelf en de wielersport ten goede". (Van onze speciale verslaggever) LIMOGES Jan Janssen ziet er goed uit. Volkomen ontspannen lag hij gistermiddag, tevreden zuigend aan een sigaret, op bed in het hotel Du Faisan in Limoges. Welk een verschil met het vorig jaar, toen hij bleek en ziek was voor de Tour. Alsof hij de gedachten van de jour nalist raadde, zei hij: „Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld als nu". Toch had Janssen een maand gele den ernstig aan zichzelf getwijfeld. Hij had een uitstekend voorseizoen achter de rug met een derde plaats in Parijs-Nice en een etappezege en hij had sterk gereden in de klassie kers. Geen reden om op 30-jarige leeftijd ongerust te zijn. En toch vrat in die laatste week van mei de twijfel aan hem. Zou ik het nog wel kunnen, flitste het alsmaar door zijn hoofd. Janssen vermoedde sleet. Acht zware profseizoenen, waarin hij alles fietste wat er te fietsen was en bovendien nog 's winters zesdaagsen reed, waren wellicht toch te veel geweest. Een Poulidor en Gimondi rijden lang niet zoveel en 's winters al helemaal niet. Maar Janssen had al die jaren gewoekerd met zijn krachten. En daarom kroop de twijfel in hem als een woekerend kwaad. Het tastte zijn moreel aan. De Midi Li bre, een erg lastige etappe-wedstrijd met veel cols, begon de eerste dag heel slecht voor hem. Janssen arri veerde minuten na de eerste renner en de kritiek, zelfs van zijn ploeg leider De Muer, stortte over zijn blonde hoofd. Dat werd Janssen toch te bar. In de tweede etappe haalde hij een stunt uit. Hij wilde zichzelf bewijzen, en vooral zijn zelfvertrou wen terugwinnen. Op 15 km van de finish demarreerde hij en pakte, on danks hevig verzet van de Fransen, anderhalve minuut voorsprong op een groepje met Lucien Aimar en zelfs drie minuten en vijfendertig seconden op het peleton. Aan de finish zei Aimar, die in 1966 de Tour de France won: „Hoe is het mogelijk dat hij dit kon, wij hebben voluit gereden". Janssen nu: „Sinds die dag heb ik weer vertrouwen in mezelf. Ik dacht: in de Tour zullen ze van me horen, die overwinning heeft me veel moed gegeven. Let op, ik haal ook in deze Tour wel een stunt uit. Het vorig jaar, toen ik zeer slecht fietste en ziek was, ein digde ik nog bij de eerste tien. Nu voel ik me 300 procent beter, dus..." Voor het eerst sedert al die jaren is Janssen ook bevrijd van een grote last. Hij droeg als kopman altijd de verantwoordelijkheid van een ploeg. Dit jaar is dit anders. Bic heeft Luis Ocana gepousseerd en niet zo zuinig. In de grote kleuren-advertenties van het balpennenmerk, die altijd voor afgaande aan de Tour in de kranten geplaatst worden, staat niet langer de foto van Janssen, maar van Oca na. Janssen: „Ik ben wel gelukkig met mijn nieuwe positie. Eddy Merckx zal nu twee renners van één ploeg in de gaten moeten houden. Hij zal of Ocana of mij moeten pakken en dat schept toch enige ruimte. Niet dat Merckx mij zal laten gaan, daar is hij veel te slim voor. Maar het geeft me zelf een gevoel van bevrijding, te weten dat de last en de verantwoordelijkheid van de ploeg niet alleen meer op mijn schouders rust. Dit is mijn achtste Tour de France en ik denk dat het een heel goede Tour wordt". Zal de Spanjaard Ocana Merckx kunnen bedreigen? Janssen: „Als hij zo rijdt als in de Dauphine Libéré raakt Merckx hem in het hoogge bergte niet gemakkelijk kwijt. Maar goed, je weet nooit, want Ocana heeft nimmer een Tour uitgereden". „Ik kan geen massa-sprint tegen 150 renners meer winnen, die tijd is voorbij", zegt hij, „ik rijd veel lie ver voor het algemeen klassement". Natuurlijk is ook voor Janssen de Belg Merckx de grote favoriet. „Merckx is in een periode gekomen dat wij (Gimondi, Pingeon, Pouli dor, Altig, Adorni) al op leeftijd zijn. En er zijn geen nieuwe renners van klasse. Vroeger waren wij met zo'n tien man, die vrijwel even sterk waren. En in de tijd van Coppi had je Bartali, Koblet, Ku- bler, Bobet, Van Steenbergen, Gemi- niani, allen grote renners, die aan vielen waar ze konden. Wat zie ik nu in het peleton? Als een jong renner de zevende of achtste plaats in de Tour bezet denkt hij: laat ik proberen die te behouden, dan zit ik niet slecht. Maar dan een coup om Merckx van zijn troon te stoten denkt niemand. Dat is volgens mij funest". (Van onze speciale verslaggever) LIMOGES Het is nu al zover. Eddy Merckx heeft de gele trui. Hq vertrok ermee in de tijdrit, omdat de eindwinnaar van het vorige jaar dat recht verwerft, hij kreeg er een nieuwe overheen omdat zijn tijd van 9.57 veruit de beste was. Behalve Merckx kwam er niet een renner beneden de 10 minuten in dc proloog die over 7.4 km ging. Op het lastige parcours rond de stad Limoges, een traject met een hoogteverschil van 300 nieter dat vooral op het laatst zwaar in de benen ging zitten, draaide Merckx met opvallend gemak naar de Eddie Merckx startte de proloog in de gele trui als Tour-winnaar van het vorige jaar. Na zijn zege in de tijdrit overwinning. Krijgt de Tour de France na Romain Maes en Jacques kon meteen een nieuwe aantrekken. Anquetil een derde man in de geschiedenis die van het begin tot het eind de maillot jaune draagt? „Eerlijk gezegd heb ik aan dat stuntte geen moment gedacht", sprak Merckx eenvoudig. „Nee het is zeker H niet mjjn bedoeling die trui in de eerst dagen fanatiek te gaan verde- digen". Ir- Voor het peloton is dus alle hoop nog niet verloren na deze daverende ouverture in de porceleinstad Limo ges. „We zullen ons zeker niet kapot rijden om de gele trui in het begin al veilig te stellen", beloofde ploeglei der Lomme Driessens. „Dat zou dom zijn. De Tour is nog lang. Ik ben niet van plan mijn mannen meteen al zwaar te laten verdedigen". Behalve de snelste eindtijd, boekte Eddy Merckx ook de beste tussen tijd: 4.27: „Een lekker parcours" oor deelde de Belgische kampioen die slechts een verkenningstocht had ge maakt. Een pijlsnelle race achter de auto van ploegleider Lomme Dries sens. Jan Janssen waagde er twee toch ten meer aan en het bleef niet zon der succes. De op een na oudste Ne derlander in deze ronde (alleen Huub Harings is hem in leeftijd de baas) draaide er een verbluffende derde plaats uit. Met 10.05. Onder daverend applaus - zijn populariteit bij de Franse wielerfans schijnt niet te slijten - was hij op de piste van het plaatselijke stadion verschenen om er een snelle laatste ronde - de beslissende stoot voor die opzien barende eindtijd - uit te draaien. „Tevoren had ik gemikt op een vijf de plaats. Daar zou ik erg content mee zijn geweest", zei Jan Janssen. ..Deze uitslag maakt me erg gelukkig, dat zul je begrijpen. Het fijnste van alles vind ik dat ik maar ruim 7 se conden langzamer was dan Merckx. Zoiets geeft moed voor de komende dagen. Je put er een geweldige am bitie uit. Voor de ploeg is het ook een aardig succes, want Luis Ocana bleef mee van voren. We hebben nu twee uitgangspunten. Dat vind ik een vei lig gevoel". Tweede beste Nederlander was Joop Zoetemelk, die na een slechte tussentijd van 4.43 uitkwam op 10.17. Goed voor een uitstekende negende plaats in het klassement. Nuchtere kalme Joop Zoetemelk: „Ik mag niet mopperen, he. Het ging aardig". Voor hem begon met de tijdrit in Limoges het belangrijkste en langste karwei in zijn wielercarriére. „Ik heb nog nooit een ronde van meer dan 14 da gen gereden. Mexico, twee weken, was het maximum. Ik heb Joegosla vië gedaan, 12 dagen, de Kleine Tour, 10 dagen en mijn langste etappekoers bij de profs was Parijs-Nice, ook tien dagen. Toch zie ik niet op tegen drie weken Tour". Vandaag vertrekt Joop Zoetemelk als een van de „beschermde renners" in de Mars/Flandria-ploeg voor de eerste etappe. Legt dat kopmanschap een druk op de jonge (23 jaar) Zuid hollander. „Ja een beetje wel. Ik ben aan geduid ais beschermde renner. Het betekent dus dat ze wat van me ver wachten. Ik geloof dat iedereen die druk zou voelen". Als derde beste Nederlander stond Jos van der Vleuten in het klasse ment. Zijn tijd van 10.24 was lang goed genoeg voor een eerste plaats in het „nationale klassement", maar Janssen en Zoetemelk gingen hem uiteindelijk voorbij. „Kan me niet schelen", glunderde Van der Vleu ten. Een zestiende plaats stemt me dik tevreden. Ik dacht voor de start als ik bij de eerste 20 kan eindigen, mag ik niet mopperen. Dit resultaat had ik nooit verwacht". Een ietwat te bescheiden uitspraak van de forse Helmonder, die zich erg concentreer de op deze tijdrit. Hij maakte een intensieve trainingsrit over het par cours, kwam dampend van het zweet terug en trok voor het vertrek een dun zijden truitje aan. Het werd hem tot zijn diepe teleurstelirag, afgeno men door een official die de regle menten goed bleek te kennen. „Er staat geen reclame op. Uit dat ding", liet hij Van der Vleuten we ten. Hetzelfde lot trof René Pijnen, die zijn wollen shirt eveneens geruild had voor het dunne zijden. Overigens zou het hem weinig geholpen hebben als de voorschriften niet waren toe-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 25