It DONDERDAG "TEISTERT" BOEING 747 HET BETON Olifant in volière van burgerluchtvaart op Schiphol SCHIPHOL IS DE DELTA NIET EERST LEVEN r De tweede luchthaven Ook in sparen is er verschil, informeer eens bij de Nederlandse Credietbank, daar vindt u financiële deskundigen en een hogere rente... tot 8% Nederlandse Credietbank DR. CORN. VERHOEVEN: riessen [ENTEN ARBEID FIT IN ïocolaadfabrieken Verkoop binnenland Calculatie-bureau Factureer-afdeling. worden in prettig illende administratie fs de school verlaten ound administratieve geven Tevens zal een leend in verdere stu- ities te richten aan de elsafdeling. lacaofabriek n 6, Breda. De Boeing 747 in volle vlucht. 320 ton aan gewicht moeiteloos over de hoogste bergen getild. (Van onze correspondent) SCHIPHOL. Donderdag 2 juli in de zeer prille ochtend is het zover. Dan zal het Schiphol-beton voor het eerst geteisterd worden door de 320 ton, die het gewicht vormen van de Jumbo-jet de olifant in de volière van de burgerluchtvaart, toe maar Een beetje laat in zoverre, dat andere wereldluchthavens zich reeds enkele maanden hebben kunnen vergapen aan de walvis-op-wielen, om een ander register van het propaganda-orgel open te trekken. Een beetje vroeg misschien, omdat de belangstelling van de passa gier voor wat niet ten onrechte als „een nieuwe manier van reizen" is uit gebazuind, slechts aarzelend vlam wil vatten. uitvoering voor 350 passagiers geko zen, hetgeen extra-ruimte betekent, •waarin de benen kunnen worden gestrekt of het moede hoofd achter over kan worden geleund. In twee compartimenten heerst tijdens de vlucht een doorlopende filmvoorstel ling. De compartimenten zijn van elkaar gescheiden door vier keuken- bars, van waaruit de veertien-koppi ge cabinebemanning de passagiers bedient. Want daarover zijn ze het wel eens, de topfunctionarissen van TWA, die in januari de zwaarlijvige wereldprimeur van de Boeing 747 had, en van Panam, die de kolos als eerste op Amsterdam inzet: de re sultaten zijn zo mager, dat de bezet tingsgraad van nog geen 40 percent, die nodig is om de Boeing 747 renda bel te doen vliegen, voorlopig een vrome wens lijkt te zijn. Een kwestie van psychologie wel licht. De reizigers vinden het ding te log, te reusachtig. Ze worden gekweld door de vraag, hoe je een gevaarte met de lengte van een voetbalveld, met een cabine, die breder is dan de meeste huiskamers en waarin vijf vier-kamerflats ach ter elkaar een plaats kunnen vinden, van de grond krijgt en - nog belang rijker - weer terug. Ze horen met hun geestesoor al de dreun, die het zal geven, wanneerZe zoeken in de dienstregeling schielijk na, of de volgende vlucht niet per ver trouwde DC-8 of Boeing 707 zal gaan en boeken daarop. Op die ma nier komen de bijna 100 miljoen gulden, die de lucht-olifanten per stuk kosten, er natuurlijk niet uit. De KLM mag zich - fluisteren insi ders - gelukkig prijzen, dat de afle vering van de zes door haar bestelde jumbo's pa's in het voorjaar van 1971 begint. Hopelijk zal de ongemoti veerde angst van de luchtreiziger voor de „nieuwe manier van vlie gen" dan verkeerd zijn in de geest drift. die een technisch concept als de Boeing 747 verdient. Een nieuwe manier. Ja zeker. Probeer, vliegend naar New York en een raamplaats hebbend, halver wege eens hoge nood te krijgen in een DC-8 of vergelijkbaar toestel. Het bereiken van het toilet vereist heroïsche eigenschappen. Tien tegen een dat u een plateautje voor de neus hebt met een maaltijd of een drankje. De twee passagiers, die u scheiden van het gangpad (we pra ten over de economy-class) verke ren in dezelfde omstandigheid. Voordat u zich knieënknijpend kunt verheffen, moeten de tableautjes van u en uw buren op een of andere manier verwijderd wórden - de Lieve Heer mag weten hoe. Het is eenvou diger, gewoon in je broek te doen, dan komt er tenminste een stewar dess. Maar stel, dat het u lukt. Stel, dat u het gangpad bereikt zonder jus d'orange gemorst te hebben op het lichtgewicht van uw grenzeloos geduldige buurman - dan nog wacht u 't spitsroeden lopen door het gang pad zelf, waar karretjes met voedsel en drank mitsgaders de gestrekte benen van passagiers, die een uiltje knappen, voor even zovele voetan gels en klemmen zorgen. Het doen van een kleine boodschap, in de Efteling door vriendelijke kabouters aangeprezen, vereist in zo'n DC-8 de arbeid van een titan. Blijf zitten waar je zit en draag je krampen met ere - zo luidt het devies bij het conventionele vliegen. In een bus aan de lus is het comfortabeler. De jumbo maakt aan deze doffe ellende drastisch een einde. Wie er in gevlogen heeft, komt superlatie ven te kort. „Een vliegende bal zaal"vliegende feest zaal"In nuchtere feiten vertaald komt de lyriek hierop neer: de bijna 60 meter lange cabine van de Boeing 747 is verdeeld in vijf com partimenten. De passagiers zitten in rijen van negen stoelen naast elkaar. Daartussen bevinden zich twee royale gangpaden. Het toestel kan maximaal 500 reizigers vervoe ren, maar tot nu toe is (omdat de geringe belangstelling niet helemaal onverwacht kwam) uiiltslufitend de Men wordt niet of nauwelijks meer geplaagd door zijn buren noch hoeft men ze zelf lastig te vallen. Men kan lekker onderuit gezakt via de koptelefoon en tien kanalen luisteren naar de muziek van keuze, maar men kan ook een ommetje maken en ergens anders in de ma chine een praatje aanknopen. De eerste-kias passagiers vinden op het bovendek achter de cockpit, dat via een wenteltrapje te bereiken is, zelfs een bar-lounge, waar naar be lieven verteerd of een stuk in de kraag gedronken kan worden. Maar ook zonder deze faciliteiten zou de Boeing 747 de droom zijn van iedere luchtreiziger, die een beetje fit en menswaardig op zijn transcontinen tale bestemming aan wil komen. Het veiligheidsaspect? Iravlieger Jack Waddell heeft de jumbo op een motor gevlogen en aan de grond gezet - het gevaarte gedroeg zich mak als een lammetje. Hij heeft zulke krachtige remproeven geno men, dat alle achttien banden van het landingsgestel in brand vlogen - de kist kwam keurig en onbescha digd tot stilstand. Bij proeven bleek het mogelijk, de beide vleugels ze ven meter omhoog te buigen voordat er een breuk optrad in de romp - de vleugels zelf werden niet bescha digd. Ter vergroting van de vlieg veiligheid is de 747 uitgerust met drie onafhankelijk van elkaar wer kende navigatiesystemen, waarmee Boeing ervaring heeft opgedaan in het Amerikaanse ruimtevaartpro gramma. Wanneer twee navigatie systemen zouden uitvallen, wordt dat automatisch aan de vlieger ge meld, die dan, mocht hij niet genoeg hebben aan het resterende systeem, op de koop toe andere, meer con ventionele systemen kan inschake len. In de praktijk komt het erop neer, dat de gezagvoerder, als de gigant binnen dertien minuten op zijn kruishoogte van 10 kilometer is ge bracht, achterover kan leunen. Hij hoeft pas weer in actie te komen, wanneer de automatische systemen de Boeing 6000 kilometer verder aan de overkant van de oceaan op 30 meter van de drempel van de lan dingsbaan hebben gebracht. Dit alles dank zij apparaten, die kleiner zijn dan de lade van een dossierkast en minder wegen dan een elektrische schrijfmachine. Er zijn momenteel 44 jumbo's van het type Boeing 747 op geregelde lijndiensten overal ter wereld inge zet. In totaal hebben 30 luchtvaart maatschappijen 197 luchtolifanten besteld. Die komen natuurlijk niet allemaal neus-aan-staart op Schiphol afgesneld, maar het grootste ver keersvliegtuig, ooit in de geschiede nis van de burgerluchtvaart ge bouwd, zal de komende maanden wel een vertrouwde verschijning op onze nationale luchthaven worden. Op hoeveel overlast moeten we rekenen? „Valt mee", prevelt het koor der verantwoordelijken. „De 747 is in het nieuws geweest omdat hij luchtwervelingen zou veroorza ken, die zoveel sterker zijn dan normaal, dat achteropkomende toe stellen flink afstand moeten houden, waardoor vertragingen kunnen ont staan, maar daarvan is tot dusver niets gebleken. En wat de luchtver ontreiniging betreft.' de vier motoren van de 747 produceren ieder twee maal zoveel stuwkracht als de moto ren van een DC-8 of Boeing 707, maar hoegenaamd geen rook". Wel lawaai? Meer lawaai? Zal de jumbo in Schiphols bulderbanen gaan trompetten met ongekende he vigheid? „Proeven hebben uitgewe zen, dat de motoren van de 747 minder herrie veroorzaken dan die van andere straalvliegtuigen", jubelt het koor der verantwoordelijken. Voor wie het niet gelooft, dit oor deel van de KLM-boordwerktuig- kundigen. die zelf zijn gaan kijken en luisteren: „Ondanks zijn omvang en zijn geweldige stuwkracht produ ceert de jt9d-motor tijdens de start minder geluid dan voorgaande klei nere motoren. Het verwijderen van inlaatgeleideschoepen haalde de oor zaak van drukgolven weg en een grotere ruimte tussen de rotors en stators heeft hier ook een gunstige uitwerking door een verminderde De nationale intercontinentale luchthaven Schiphol heeft officieel gereageerd op de toenemende dis cussie over „de tweede nationale luchthaven". Als zodanig althans kan men de toespraak van Schiphol- directeur mr. J. C. H. A. van Stape ls wel beschouwen. Schiphol duil.t daarmee tegelijk in het defensief en het uitgangspunt van Van Stapele's alternatief is de blijvende overheersende centrum positie van Schiphol. Dat alternatief behelst de ontwik keling van (bestaande)regionale vliegvelden die dan op de duur dat gene op moeten vangen wat Schip hol niet meer bergen kan. Enkele kanttekeningen bij de dis cussiestof die thans door de luchtha ven Schiphol is aangedragen: Van Stapele is er niet zeker van dat er wérkelijk een tweede inter continentale luchthaven nodig zal zijn, al ziet hij in de verdere toe komst wél een verzadigingspunt van Schiphols capaciteit naderen. Zijn rekenering nu is dat ofwel het nieuwe vliegveld gaat floreren ten koste van Schiphol ofwel: het omge keerde gebeurt. Want, zegt de heer Van Stapele, de luchtvaartmaat schappijen laten zich niet zo gemak kelijk „verdelen en dirigeren". Onze vraag is: gaat dat dan opeens niet meer op voor de zeven of tien regionale „satelliet-vliegvelden" van Schiphol? Mr Van Stapele tilt nogal zwaar aan wat hij noemt de unieke ligging in de Randstad (Holland) van Schip hol. Een doorwrocht onderzoek van het Nederlands Economisch Instituut heeft anders nog maar kort gele den met keiharde cijfers aangetoond dat economisch gezien de béste plaats voor een luchthaven heel wat zuide lijker in de delta ligt, dan Schiphol dat tamelijk excentrisch aan de noordzijde van de Randstad-Holland is gesitueerd. Mr. Van Stapele kijkt als hij al even over de dijken van de polder, waarin Schiphol ligt, wil heenzien - niet verder dan de natio nale landsgrenzen en de eng-Neder- landse behoefte. Welke kansen tot ontwikkeling heeft bijvoorbeeld een luchthaven als Enschedé binnen zijn alternatief, indien de Duitsers bij Munster een grote continentale lucht haven gaan aanleggen Het eerdergenoemde rapport van het NEI plaatste het hele luchtha venproject juist wél in een veel groter (Westeuropees) gebied. Daar om ook kwam men met de suggestie dit luchthavenprobleem tenminste in Benelux-verband te zien. Mr. Van Stapele vreest dat in Nederland wel nergens meer een gebied gevonden kan worden, waar de aanleg van een grote luchthaven vanuit Milieu-hygiënisch standpunt bezien (geluidshinder) verantwoord zou zijn. Hij kan weten waarover hij spreekt natuurlijk, anders zou den de Zwanenburgers en de bewo ners van Buitenveldert hem wel aan woorden helpen. Dergelijke gebie den zijn er thans in Nederland nog wel een paar en het is niet eens zó'n oninteressante gedachte de „vrees" van mr. Van Stapele werkelijkheid te zien worden dat de nieuwe lucht haven inderdaad. Schiphol dat zou leegzuigen. Dat betekent wat meer rust in een van de drukst bevolkte gebieden van Nederland.Wel wil mr. Van Stapele zien dat er reke ning mee gehouden wordt dat er tegen de eeuwwisseling een nieuwe (grote) luchthaven nodig zal zijn voor geheel nieuwe typen vliegtui gen van thans nog onbekende con ceptie. Hiervoor wil hij de Mar kerwaard gereserveerd zien. Maar de Markerwaard ligt - vooral met het oog op het voor- en na-transport, nu reeds het knellendste nevenpro bleem van elke luchthaven - wel erg excentrisch, zeker indien men deze plaats projecteert op de situatie in de Rijn - Maas - Schelde - delta ofwel de Westeuropese Randstad. Elke bijdrage aan de discussie is welkom. Wat er gebeuren moet is - welke oplossing men ook kiest - zó kostbaar en zal zulke verstrekkende gevolgen hebben, dat we ons blun ders door ondoordachtheid of door slecht luisteren naar deskundigen niet kunnen veroorloven. Aan Van Stapele's alternatief kleeft boven dien nog een aantrekkelijk snoepje, namelijk dat we daarvoor geen gro te rustgebieden, elders in het land, meer hoeven op te offeren. Maar er schuilt wél een adder on der het gras: mr. Van Stapele is immers directeur van Schiphol en zijn alternatief ziet er, na eerste kennismaking, naar uit dat het door een heel erg breed gerande Schip- hol-bril is bekeken. En wat goed is voor Schiphol, hoeft daarom nog niet goed voor de hele delta te zijn. W. KOCK invloed van rotorblad op statorblad en omgekeerd. Ook de zeer lage topsnelheid van de fan heeft in niet onbelangrijke mate bijgedragen tot het verlagen van het geluidsniveau. De hoge by-pass-verhouding bete kent, dat vijf-zesde deel van de totale uitlaatlucht uit langzaam be wegende fanlucht bestaat. Ook de uitlaatgassnelheid is met ongeveer 20 procent afgenomen in vergelij king met eerdere typen motoren. Deze lage snelheden dragen bij tot 'n rustige motor-operatie. Samenvat tend kunnen we zeggen, dat de jt9d- motor niet alleen een hoge stuw kracht levert, doch ook een rustige, schone en zuinige operatie waar borgt". Zo hoort u het ook eens van een ander. En wie het nog niet gelooft - laat hij gewoon op 2 juli, ais de eerste jumbo naar beneden komt bulderen boven de Haarlemmer meerpolder, de oortjes wagenwijd openhouden. Het uur van de waar heid is nabij. Als iemand in zijn vrije tijd graag eens een boek leest of studeert, krijgt hij vroeg of laat onherroepelijk van bevriende zij de te horen, dat studeren welis waar belangrijk is, maar dat je daarnaast en eigenlijk op de eer ste plaats ook moet „léven". Kijk maar naa'r mij, zegt zo iemand dan. de hele week werk ik hard en serieus, maar in het weekend, jongen, dan lééf ik. Zulke men sen zijn echte levenskunstenaars, zullen we maar zeggen. Bij het woord „leven" beginnen ze met hun oogjes te twinkelen en ste ken ze een ferme, gebalde vuist vooruit. Ze bedoelen daarmee iets heel pittigs en met die vuist hou den ze, denk ik, dat leven, die weekend-affaire stevig vast. Het mag niet ontsnappen want zij houden er heel erg veel van en willen er nog lang van genieten. Het is een vogeltje in hun hand. Zoiets maakt mij altijd erg nieuwsgierig en jaloers, moet ik bekennen. Die mensen weten het, denk ik dan. In dat vuistje zit een groot en zoet geheim. Mensen die zo over „leven" praten als over iets wat heel anders en veel meer is dan werk of studie, moe ten over een formule beschikken die ik helemaal niet ken. De zeldzame keren dat ik het vuistje open zie gaan, ben ik geneigd te vermoeden dat „leven" zoiets is als: in een lange file rijden op weg naar een oord van genoe gens, badminton spelen aan het tegen te gaan. Studeren, filosofe ren mag niet omdaf het mensen eigenwijs, kritisch en ongezellig maakt. Zij lopen weg uit de kud de of richten zich daartegen; zij tasten zekerheden aan en vinden niet alles even leuk. En omdat dat niet mag, moet het filosofe ren ofwel worden voorgesteld als een dooie boel en het tegendeel van alles wat met leven en gezel ligheid te maken heeft, zodat de levenskunstenaar meteen ook de eigenlijke wijze is; ofwel het wordt voorgesteld als een luxe, dus als een genoegen dat voor betere tijden gereserveerd be hoort te worden. In het laatste geval is het filosoferen een onbe hoorlijke vorm van afzijdigheid, die in de nood der tijden niet getolereerd kan worden. „Leven" is dan weer: materieel bestaan, en hiervoor moeten alle krachten gemobiliseerd worden. Ik meen dat tegenwoordig de neiging be staat de aangehaalde spreuk zo uit te leggen. Ik ben het met die uitleg niet eens en zwicht zelfs niet zonder meer voor het nobele woord „engagement", maar be perk mij nu tot de eerste uitleg. Die verschilt overigens alleen in motivering van de tweede; haar effect is hetzelfde, namelijk een taboe op de intellectuele genie tingen, gebaseerd op een ontmas kering daarvan in het licht van een hogere waarde die dan „le ven" heet. Ik kan niet ontdekken waarop strand, een borrel drinken, mop pen tappen, gaan dansen of iets dergelijks. En misschien is dat wel het beroemde „leven". Lich telijk teleurgesteld vraag ik mij af of er nog meer achter zit en ik begin te vermoeden dat „leven" al datgene omvat wat er maar achter te vermoeden valt. Met „leven" zal de levenskunstenaar bedoelen: niet dat wat nu aan de oride is, werk of stadie, maar al het andere, dat zich elders af speelt, bij voorkeur ver van huis. Het wordt er niet gemakkelij ker op. De tegenstelling is moei lijk in enig redelijk vizier te krijgen. Is dat andere, ware le ven een soort van hiernamaals, dat zich aan de levenskunstenaar tijdelijk openbaart? En is werken of studeren geen leven of hoog stens een zeer inferieure vorm daarvan? Het lijkt wel of de levensgenieters inderdaad ervan overtuigd zijn dat het geen leven is. De oude, zij het niet antieke, wijsheid van „primum vivere, dein philosophari", „eerst leven, dan filosoferen" geeft dit al te kennen. En hier zal met „leven" wel niet bedoeld zijn „te eten hebben" dan nog zou ik het durven wagen er vraagtekens bij te zetten, want denken is geen overbodige luxe maar het ge heimzinnige en wat olijke „meer" van de levenskunstenaar. Ik denk dat deze wat primitieve wijsheid tot doel heeft om, grof gezegd, het ontstaan van intellectuelen deze tegenstelling wel mag be rusten. Wat doet iemand die in het weekend „leeft", die met zo'n nadrukkelijkheid „eerst" of min stens „daarnaast" ook nog eens een keer wil leven en de zjoem van die wil met een gebald vuistje tot uitdrukking brengt? Als „leven" de totaliteit van al onze activiteiten is een vrij aardige omschrijving, vind ik zelf dan klopt er niets van. Want niets is tegengesteld aan die tota liteit. Niemand wil tafelpoten en daarnaast ook nog een tafel of eerst een auto en dan pas de motor. Nee, de totaliteit, de om vattende visie kan het niet zijn wat hier bedoeld wordt. Daar hoeven we trouwens ook niet zo snoeperig over te praten. Zouden het dan de hoogtepunten zijn? Het is mogelijk, maar dan zou het wel eens zo kunnen zijn, dat die voor ieder verschillend lig gen. En als we dit erkennen, welke zin heeft het dan de studie zo achter te stellen bij al die dingen die zich op meer specta culaire manier aandienen als vor men van leven? Ik blijf toch vermoeden, dat het bijna mystie ke gebruik van het woord „le ven" met zijn vage belofte van geweldige hoogtepunten, alleen maar een lokmiddel is en dat het woord, op deze verleidelijke ma niet gebruikt, niet dit of dat of iets heel anders betekent, maar helemaal niets. (ADVERTENTIE) Deskundigen voor uw geldzaken. De Nederlandse Credietbank is al geruime tijd één van desnelst groeiende handels banken in Nederland (balanstotaal meer dan 1,3 miljard). Deskundigheid stelt de Nederlandse Credietbank graag tot uw beschikking: met goede adviezen, met uitstekende service. Zo kunt u bijv. met een rente-gevende inkomstenrekening thuis uw geldzaken regelen en u krijgt de beschikking overbetaalpas en betaal cheques. Bovendien geven wij op spaar rekeningen tot 81/4% rente. Kom er eens over praten bij één van onze 85 vesti gingen. Of vraag onze brochures "Spaar Practisch" en "Inkomstenrekening". U zult dan al snel zelf kunnen zien, dat ook bankzaken beter kunnen zijn, als er een bank achter staat, die haar sporen heeft verdiend. BERGEN OP ZOOM BREDA GOES HULST OOSTERHOUT OUDENBOSCH Antwerpsestraat 37 Nieuwe Ginnekenstraal 3 Wijngaardstraat 41 Grote Markt 18 Heuvel 14 Markt 50 Tel. 01640-37650 Tel. 01600-30250 Tel. 01100-5205 Tel. 01140-3351 Tel. 01620-5558 Tel. 01652-2116 PUTTE Antwerpsestraat 22 Tel. 01645-467 ROOSENDAAL SLUISKIL STEENBERGEN TERNEUZEN IJZENDIJKE Nieuwe Markt 79 Louisastraat 62 Markt 16 Nieuwstraat 54 Markt 11 Tel. 01650-36960 Tel. 01157-401 Tel. 01670-3463 Tel. 01150-3851 Tel. 01176-455

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 11