INSEN!
rima
'MIJN WERKDAG IS FEESTDAG'
KUNST
EN
ANTIEK
IN
DELFT
utomaat
(kracht
Schillemans
JOSEPHINE
m JOSEPHINE
ND N.V.
ïamische
NGEN
vees
urs
chauffeurs
ditie afd.
ulo
Lieden
LUCKY
LUKE
VLISSINGEN
bingen.
prikkel
draad
over de
prairie
SUSKE
en WISKE
r0e uitlHtyim mjouu"
urten verpesten de sleds-
lucht'Ue slopen elleutyens
en de industriëlen wlltneen
elehtriscke motor moeten a
ven mijn Mo bl'f\ fQsocM.hefS
ie^eïrePenKJ\ QK Ï0.M J
twee
toffe
totems
20
itstekende
zoekt toch een
DE STEM VAN DINSDAG 23 JUNI 1970
O
I
LT>
CL
m
LU
■o
UO
I
O
od in
rsoneelszaken welke
van 8.00 -12.00 uur
tel 7. Wij arrangeren
iige wasprogramma's. De
s 10 minuten lang. Dat is
t goed voor uw witte was.
or moderne textielstoffen.
)-iron wasgoed. Ook ge-
biologische inweek- en
■ifuge-toerental. De Prima
oge was. Trommel en kuip
lelstaal.
Hulst - Tel. 2687
Snelle blazers uit aniline gelooid rundieer smal van coupe met doorge
stikte randen.
DE VAN energie bruisende man
spreekt zo rad dat hij struikelt
over zijn woorden. Hij is niet
groot en te dik voor zijn 32 jaar,
zijn kleren zitten niet. Ofschoon
hij een hemd draagt van het al
lernieuwste „doek" heeft hij al
leen maar oor voor kleding van
snelle jongemannen: A. Adler, 4e
generatie in textiel, ontwerpt zes
maal per jaar een modieuze col
lectie in leer en suède onder het
merk What a Man en de naam
Marcel Alérion, voor een veer
tigtal herenboetieks door het he
le land verspreid.
Hij heeft een basiscollectie die
steeds vervloeit en overgaat in mo
dellen van nu en morgen, in safa-
ripakken, gehele kostuums van su
ède, blazers, midi en maxi-mantels
(hij spreekt niet van jassen).Van
sepiabruin tot licht greige en daar
tussen alles wat in zijn staalkaart
zo harmonisch opklimt.
„Onze jonge man is in 5 jaar
totaal veranderd! Haast meer dan
zijn toekomstige partner. Hij weet
in nuances precies wat hij wil.
Vroeger waren de homo's opval
lend modieus. Maar wat zeggen die
nu zelf? Wat wij nichten waren,
de crème de la crème in de mode,
dat zijn we niet meer. We zijn met
vaart ingehaald". Zo niet over
troefd.
De tijd van het boetiekje dat
zonder kennis van zaken, met een
paar duizend gulden werd opgezet,
de een achter de naaimachine, de
ander voor in- en verkoop, is voor
bij. Ze zijn over de kop of uitge
groeid en werden op den duur
leisure wear-shops. Grote modeza
ken doen wel mee, bouwen boe
tieks in hun huis. Maar zij kunnen
niet anders dan tweemaal per jaar
een grote partij uit de nieuwe
collectie kopen.
De boetieks nemen weinig en
voortdurend het nieuwste!
Alérion barst van de ideëen. Hij
heeft aldoor een taperecorder in
zijn zak om waar dan ook, die
flitsen vast te leggen. Thuis tekent
hij, de coupeur van de leerfabriek
komt opdraven en anderhalve
maand later is het idee uitgevoerd
te koop.
„Ik maak mode voor schorum.
Ja, dat is milieu-uitdrukking voor
de ongecultiveerde die behoefte
voelt zich door kleding te onder
scheiden. De gewone, modisch zeer
geïnteresseerde jongeman, die dat
jasje na drie maanden weg kan
gooien. Dat kost veel geld. En
daarom moet ik scherp calculeren.
Het publiek verlangt toch zo goed
koop mogelijk. Ik geef een blazer
in splitsuède voor f 198,-. Dat is
toch niet veel!"
Hij trekt de blazer die enige
maten te krap is, aan. Het zou een
colbertjasje kunnen heten als de
zakken niet juist met een gek
patje sloten. Hij is er slanker in.
De lange suède mantel, brede re
vers, monniksbruin, maakt hem
zelfs rijzig. Het verschil van Napo
leon thuis en Napoleon voor de
troepen. Hij neemt de suèdeman-
neschoudertas in de hand. Ruim,
maar niet plomp, met plaats voor
alles wat nu niet meer in de zak
ken kan. De smalle mode staat dit
niet toe.
„Nou is niet die belijning alleen
zo slank. Het figuur verandert. Er
is geen atleet meer bij. Schouders,
borst, heupen, allemaal smal recht
toe, rechtaan als dunne bomen.
Hip is een rotwgord, maar ik
weet geen ander. Hippe kleren
zijn niet comfortabel. Het gaat niet
om comfort, maar om belijning In
zo'n jasjë haal je geen adem. Nou
dan haal je geen adem. Dat deed
dê vrouw in de wespentaille ook
niet. Wie modisch wil zijn, moet
lijden en ook leiden met een korte
ei ik maak draagbaar voor nu.
Niet futuristisch, want dat is on
draagbaar. Gisteren heb ik Courrè-
ges nog ontmoet. Krankzinnig uit
gedost helemaal in het wit, alleen
een donkerbruine kop boven een
oud zeiljack. Prachtig! Maar ex
treem gaat er uit en de boetiek
wordt geconcentreerd op lijn en
kleur. Mijn jonge man tussen 17
en 25 moet zich op den duur toch
weer voegen in het establishment
waartegen hij zo hard heeft aange
schopt. De shop gaat daarin mee.
Ik werk onder spanning maar elke
werkdag is een feestdag". What a
Man! Hoe is hij begonnen?
Overgrootvader had al wollen
handbreigarens-agenturen en com
missiehandel, vader was directeur
verkoop van Tootal voor Neder
land. Tootal een van Engelands
grootste textielindustrieën. Ultra
modern maar niet voor „het conti
nent" meegegroeid: sluiting van
hoofdkantoren als Amsterdam,
IN tegenwoordigheid van talrij
ke autoriteiten heeft de staats
secretaris van Financiën, dr.
Grapperhaus onlangs de 22e
oude kunst- en antiekbeurs in
museum het Prinsenhof in
Delft officieel geopend.
Het lag voor de hand dat staatsse
cretaris Grapperhaus in zijn ope
ningstoespraak de financiën ter
sprake bracht. In de vele zalen van
het museum is voor vele miljoenen
aan oude kunst bijeengebracht. Wat
is „tijd" om de oudheid van kunst
te bepalen, zo vroeg hij zich af. Hij
zette het om in zijn eigen vakjar
gon. Men merkt aan de omzetbe
lasting wel of iets ouder is dan hon
derd jaar. De staatssecretaris trok
ook een vergelijking met de poli
tiek. Handelaren in oude kunst zul
len nooit iets nieuws als oud ver
kopen, politici nooit iets ouds als
nieuw.
In zijn toespraak wees drs. Bolten
(directeur van het museum) op de
grote waarde van de antiekbeurs.
De voorkeur voor het oude, die
zich, nadat vele jaren lang de oude
stadskernen verlaten werden en
nieuwe wijken tot bloei kwamen,
sinds korte tijd zelfs ook weer richt
op de woonhuizen van een oude
stadskern: de reactie op plastic en
beton, op mechanisatie en stan
daardisatie. Deze voorkeur, die zich
uit in een steeds groeiende belang
stelling voor de musea en de mo
numentenzorg, is kenmerkend he
dendaags en het is een niet geringe
verdienste van de antiekbeurs hier
toe bij te dragen, vooral voor de
particuliere verzamelaars, aldus
drs. Bolten.
Na de officiële opening een ontdek
kingsreis langs de grote verschei
denheid van voorwerpen en mate
riaal: schilderijen en' tekeningen,
meubels en sculptures, porselein en
aardewerk, gouden, zilveren, bron
zen en tinnen voorwerpen, tapijten
en tapisserieën, munten en pen
ningen, ivoren en emaux, juwelen
en glas, klokken en kronen, Aziati
sche, Zuidamerikaanse, Egyptische
en Romeinse kunst, boeken en
prenten.
De beurs blijft geopend tot en met
woensdag 8 juli.
Lausanne, Parijs. Vader van direc
teur naar vertegenwoordiging De
zoon ging chemie studeren. Dat
was een verkeerde keuze, merkte
hij na anderhalf jaar. Was muziek
dan beter geweest?
Een enorme vleugel die de ka-
,mer beheerst wordt dagelijks be
speeld, het zit in het bloed, moe
der is pianiste.
„Ach uit traditie en omdat je het
van kindsaf om je heen hebt ge
hoord, werd het na de dienst, toch
bij vader in het bedrijf. Goed vak,
dankbaar vak, de mens aankleden
letterlijk en figuurlijk. Anderhalf
jaar stage bij Bonnetterie, 1 jaar
in Parijs bij Lalonde, de kostbaar
ste mantelstoffen. Van postzegel
jongen tot in de stalenkamer. Het
palet attractief samenstellen voor
een klant is een diepgaande psy
chologische kwestie. Dezelfde stof
fen in de verkeerde volgorde kun
nen slecht uitpakken".
Toen naar Engeland op accoun
tantskantoor als hulp-counter. En
naar Duitsland als onderdeel van
opleiding bij Herrnausstatter. Hij
was 23 toen hij bij vader (bijzon
der fijne vader, een vriend met
wie nog nooit een kwaad woord
gehad), in de zaak stapte. „Nou ja,
toen ik 18 was vond ik hem een
kletskous, een oude zeur en ik was
blij weg te gaan. Maar dat gaat
over, vooral als je trouwt. De start
bij vader was niet zo verschrikke
lijk leuk. Al die Tootal dasjes met
stipjes en streepjes. Ik werd er
dood misselijk van.
In '65 kreeg ik in Parijs door
stom toeval van boutiques met leu
ke etaleges adressen van fabrikan
ten die zin hadden in export. Ik
bracht, als eerste, die Franse
hemdjes, dasjes en truitjes, alleen
voor herenboetieks. Elke maand
naar Parijs totdat de fabrikanten
het daar voor eigen land al niet
meer aankonden. Net toen het op
zijn ergst was, zei een boetieker
hier: ik heb leren jacks nodig en
kan er niet aan komen. Ik blufte:
die maak ik voor je!
Ik schetste, ging naar een leer-
maker die voor vrouwen werkte
en hij zei: niet om aan te trekken,
die schetsen. Maar dat was gauw
bijgeschaafd. De boetieker kocht 90
stuks!!
Die 90 eerste gingen niet, een
strop van 12 - 13 mille. Ze waren
te geavanceerd. Vandaag loopt het
zelfde model als een lier. Maar
vandaag wil ook de gewone jongen
er hip bijlopen als ik dat woord
nog eens misbruiken mag.
Dat mijn materialenkeus beperkt
is, vind ik fijn maar nou denk ik
toch hierover ik weet het nog
niet". Hij spreidt op de grond suè
de lappen met kleurige handdruk
motieven uit. Een probeersel. Nu
tekent Adler voortdurend voor die
ene fabrikant en hij koopt de hele
produktie van zijn eigen modellen
op, doet de verkoop zelf,, „erg
leuk, sta ik voor 1000 procent ach
ter".
Tijdens het gesprek heeft hij
herhaaldelijk om de hoek van de
deur naar zijn dachter geïnfor
meerd Gezien de stoeltjes en de
beren nog geen hippe, maar wel
een die de vader beheerst. Een
klein kwiek moedertje komt even
en gaat weer snel. Zij doet de
boekhouding. Met de fijne schoon
vader die vroeger in Tootal zat.
vraagt de
inhnptffMtr j