1g? chting tent(e) Duntant geen enkel begrip voor het circus Iph accountants vloer- eri wandtegeltjes v. SCHILT r Vergrijsd Het vermaak Een kans In praktijk Wat vreemd LASAPPARATEN OP LICHTSTROOM 35-110 ampèren 230 gW 35-160 ampèren 298 gy (Compl. met uitrusting) 5 jaar garantie. Onver slijtbaar. Wij brengen het O thuis. Proef toe gelaten. Te bestellen bij Import RUHRFEUER PVBA Bissehoppenhoflaan 38jj Deurne. Antwerpen. Voor al uw tegen zeer lage prijs naar Steen- en Bouwmalerialenhande] Gastelseweg 198, Roosendaal Telefoon 01650-35401. Alles wordt gratis thuisbezorgd. hs rustig na over het De moderne psychiatrft resultaten die bereiRt an het begrip dat de achtergrond van de vaak wordt gedacht, tere sfeer opvallend, irichting" voor mannelijke van alle gezindten aan tot verpleging van een degelijke start maken eoretische lessen, die op i streekschool „De Zuyser jidlng: 1 week theoretische tijk, enz. Terwijl Ie bezig betaald: f 405,67 per maand het ziekenhuis woont. Je tenminste 17 Jaar zijn Mavo-diploma. Schrijf of bel het hoofd of er nog plaats is# 1. 05760-18011 STICHTING APELDOORN t jaar het diploma D, HBS of Gymnasium sen goed betaalde verdag, tezamen 'ondstudie, welke u lede maatschappelijke jitzicht stelt als tische studie, ndien een aantrekkelijke nregeling op prijs, alsmedi van reis- en zonodig ming-in pensionkosten. u dit? ran onze kantoren e mogelijkheden en meer.» 'ng van de accountant assistent, naar diverse Zo komt u onder leiding met steeds nieuws n het bedrijfsleven in Zo leert u naast uw studie ktijk kennen. Zo vormt u ige basis voor een goede let accountantsberoep of steven. zijn er in uw assistenten ruimschoots ansen aanwezig. ending naar één van onze kantoren mogelijk. t genoeg om er eens verde' iten? Maak dan een schrif- lefonische afspraak voor erend gesprek via een van >ren: dijk 25A, tel. 040-16262. nbosch: 'plein 17-22,tel.04100-23331' istraat 4, tel. 01600-30968. siding van de door u ge* ntoorpiaats. BCht, Eindhoven, 's-Gravenhage. warden, Maastricht, Nijmegan, 0, Zwolle. Parijs, Willemstad (Curagao), 1, Caracas (Venezuela), Bog"lB „We komen te rug!". Is dat serieus Re kent hij werkelijk op een come-back Zonder aar zelen zegt hij„Ja. We wachten onze tijd af. We wachten tot het tij gunstig wordt. Tot iemand inziet dat het zo niet langer kan. Dan komen we terug!". Aan het woord is hier Jo seph Karei Huberitus (Jos) Mullens, voor de kenners en dat moeten er altijd no.g vele tienduizenden zijn in Ne derland de vaderlandse „circusfeonimg". Jos Mullens (67 jaar) heeft geen eigen circus meer sinds twee hart aanvallen een einde maakten aan zijn laatste toernee in 1960. Maar Mullens genas en hij was de man die Neder land, ook na het verlies van Bever, Straissburger en Mul lens, van tijd tot tijd nog liet proeven van onvervalst cir- cusamusement. Hij haalde Krone naar hier. Heros en tot viermaal toe Sarrasani, Hoewel Jos Mullens geen reizend circusdirecteur meer is, leidt hij toch nog een no madenbestaan. Als General- manager van grote buiten landse circusondernemingen als Bouglione, Berlin en de eerdergenoemde drie groten, reist hij door Europa en Ook wel daarbuiten om de tour- nee's te regelen. Vergrijsd (maar het staat hem goed!) in het circusvak, 55 jaar na dat hij als 's werelds jongste clown bij zijn vader begon en veertig jaar nadat hij zijn jerste eigen circus -aan het Nederlandse publiek presen teerde, heeft hij tussen twee Berlijn-reizen doo-r even tijd om te praten over zijn hartstocht. 1 Vitaal, uiterst strijdlustig, aanvankelijk wat achterdoch tig („jullie willen altijd zi geuners van ons maken" zegt hij tegen de fotograaf) maar niettemin vanaf het eerste moment innemend, looet hij achter de wat al te ig schoongemaakte ichtafel in het Utrechtse el Terminus. „Circus in Nederland" zegt heer Mullens, „is een zeer •iskante zaak. En dat komt door het publiek. Fritz Mey van Sarrasani, en dat is een groot-mogol op circus- gebied, een man die weet waarover hij praat, zegt het zelf: het Nederlandse publiek weet puur circus-amusement te waarderen en het wil er ook voor betalen maar het moet niet te gek worden". „Het zit hem hier dan ook niet in het publiek, maar in de overheid. Er bestaat geen enkel begrip voor het circus. Men ziet niet in dat ook het circus steun verdient. Ik ben natuurlijk partijdig als ik zeg dat het circus als brood is voor de mensen. Maar is dat soms dan niet zo? 's Avonds na het spitsuur, kruipt iedereen weg in zijn huis omdat er gewoon ner gens iets te beleven is. De overheid pompt miljoenen in de Heidemaatschappij die dat geld dan gebruikt voor de aanleg van zogenaamde recreatieterreinen. Bomen, water en zand. Als je er een uur in rondloopt wordt het je kinderen groen en geel voor de ogen van al die bomen en dat mulle zand". „Wat er aan ontbreekt is Jos Mullens, Nederlands circus-man-nummer-één wordt op 10 juli in de piste van Sarrasani dat dan in Amsterdam zal staan, gehuldigd, omdat het dan veertig jaar geleden is, dat hij voor het eerst met zijn eigen circus op toernee ging. Er is een ere-comité waarin mensen zitten als de burgemeesters van Amsterdam, Maastricht, Gouda, De Bilt, Leeuwarden en Groningen. Voorts Bertus Aatjes, Godfried Bomans, Guus Ooster, Toon Hermans, oud-minister 6Veldkamp, Sarrasani- directeur Fritz Mey en nog een aantal klinkende namen. Dit comité heeft een jubileumrekening geopend om Jos Mullens een passend geschenk te kunnen aanbieden (Slavenburg's Bank, Utrecht giro 9099 t.n.v. Jubileum Jos Mullens). Jos Mullens ereburger van Roermond, bezitter van de gouden ere-medaille van Amsterdam, onderscheiden dc ar de Belgische Bond van Oud-Strijders werd op 31 maart 1903 in Roermond geboren. Na zijn internaatsjaren in België werkte hij in het „Grand Cirque Hollandais" van zijn vader. Tijdens de slag bij Verdun werd het circus, dat toen in België op toernee was, verwoest. In 1929 begon Jos Mullens een eigen circus dat door het Delfts Studentencorps spoedig werd gedoopt als „Circus Rauch". In 1939 stelde Mullens zijn circus ter beschikking van het gemobiliseerde leger en tijdens de oorlog lag het natuurlijk stil, want Mullens kon niet ingaan op de voorwaarden van de bezetter. Na de oorlog kwam hij terug. Hij vierde triomfen in "sderlar 1 en België met zijn gestaag groeiende onderneming. Een catastrofale brand verwoestte in de winter van '49-'50 zijn hele onderneming. Alle dieren kwamen om. Mede met steun van het Nederlandse circuspubliek herrees het circus. Tot de jaren van bestedingsbeperking kwamen. Eén voor één verdwenen de Nederlandse circussen van het toneel. Mullens moest het ook opgeven in 1958. Het jaar daarop bracht hij Krone in Nederland en in 1960 prol :erde hij het opnieuw met zijn eigen circus. Twee hartaanvallen maakten in datzelfde jaar (voorgoed?) een einde aan zijn onderneming. Sinds hij is genezen treedt hij op a'= general- manager van grote buitenlandse circussen. Deze zomer brengt bij voor de vierde maal Sarrasani naar Nederland gepast vermaak. Kijk naar de Efteling, daar is wél ver maak en daar loopt het storm. Alleen oudere mensen hebben aan de Efteling niet zoveel. En wat doen die? Gaan die naar d,e Beekse Ber gen of naar het Euirostrand? Nee meneer! Die gaan de grens over, naar Bobbejaan- land. Daar is voor hén ver maak. Begrijpt U? Ik vind al dat geplant van bossen een grote verspilling als er ook niet voor goed vermaak wordt gezorgd. De mensen willen het toch. Kijk maar wat ze betalen voor een goe de circusvoorstelling. Maar de overheid begrijpt het niet. Het is geen kwade wil hoor. Maar ze zijn gewoon niet deskundig. Kun je ook niet verwachten van mensen die zijn opgeleid om ambtenaar of bestuurder te worden. Het is een ander vak." „En toch lijden we schade door het in de hoek drukken van gezond en gepast ver maak. Die kinderen van nu: zijn die geboren met lang haar en korte rokjes. Nee me neer. Ze zijn zo gemaakt. Uit balorigheid laten ze hun haar groeien en maken ze hun rokken zo kort dat je je af en toe in een bordeel waant. En dat is niet de schuld van de ouders maar van de overheid. Die staat een gezonde ontwikkeling van het amusement in de weg. We zijn toch allemaal kinderen gebleven in ons hart. Wie heeft niet ooit ge probeerd om over hekken te klimmen en onder tentzeilen door te kruipen om een gratis circus- of variété-voorstelling te zien?" „Ik schat het Nederlandse publiek toch niet als gek. De Nederlanders zijn net als me neer Mullens en die zegt: wat krijgen we eigenlijk alle maal voor al die recreatie miljoenen? Alleen maar zand water, bomen?" „Het subsidiëren van kunst, cultuur, sport en al die zaken, daar ben ik vóór. Helemaal. Maar 't doet mij wel wrang aan als ik Van 't Reve bezig hoor in een ka tholieke kerk en ik tegelijker tijd mijn mooie circusmate riaal zie staan te verkomme ren achter een boerderij in De Bilt. Ik ben van huis uit katholiek en mijn vader heeft mij altijd geleerd dat we de kerk in het midden moeten laten. Als we ergens onze tent hadden opgeslagen, zei hij altijd: „Ben je al bij me neer pastoor geweest?" En als we dan nee zeiden: „Dat moet je altijd doen. Daar heeft hij recht op en je moet hem uitnodigen om de voor stelling even te komen zien. Er zit altijd een kans in dat hij het er op de preekstoel over heeft en dan heb je nog succes ook!' Wat denkt de heer Mul lens dat nodig is om het cir cus in Nederland weer een kans te geven? „Het gemakkelijkste is na tuurlijk om te zeggen: schaf de vermakelijkheidsbelasting af. Maar als je niet uitlegt waaróm dat zou moeten, da.n luisteren ze op het laatst niet meer naar je. Kijk, je moet het zo zien: mensen die „levende kunst" brengen, betalen zich gek aan sociale lasten. Trouwens de hele loonkostenpost is niet om overheen te kijken. En dan komen er de staangelden, de brandweerkosten, etc. etc. Sarassani betaalt alleen al vijf tot zesduizend gulden per stad om het terrein te ontruimen!" „In 1959 toen Krone hier was geweest, zei de direc teur toen hij op het punt stond na een succesvolle toer nee de grens weer over te trekken: „Meneer Mullens, het was een kolossale toer nee, een geweldig publiek. We zijn blij dat we ondanks de oorlog als eerste Duitse circus zo'n geweldig onthaal hebben genoten. Maar we hebben desondanks geen Pfennig verdiend. Zoals dat hier moet, is het niet te doen. Wij zijn van deze toernee, die toch een succes was, ar mer geworden en het Neder landse publiek ook. Want Krone komt niet meer terug" „En neem Heros. Zij moes ten hun tweede toernee hal verwege afbreken omdat het niet meer te doen was. De toestand was nog slechter geworden". Waarom komen die circus sen dan nog naaf Nederland, „Tot nu toe is het zo dat de echte grote buitenlandse ondernemingen het zich kun nen veroorloven het risico te nemen Nederland aan te doen. Dat zit hem ook in de noodzaak dat ze af ten toe voor enige tijd uit eigen land moeten verdwijnen om te voorkomen dat ze teveel ge zien worden. Ze nemen dan een verlies-risico in de hoop quitte te spelen". „Het circus is gezond amu sement. De Nederlanders ge ven er blijk van het te waar deren. Wordt 't land er ar mer van als de schatkist die vermakelijkheids - belasting moet missen en de entree prijzen daardoor weer billijk kunnen worden, zodat de mensen met kinderen naar het circus kunnen? Dat ge looft U toch niet!" In De Bilt staat wat er over is van het roemruchte circus Mullens werkeloos en nutteloos te verkommeren. De kinderen Mullens zetten de traditie voort in beroem de circussen als Sarassani en Pinder. En de vader hoopt inderdaad dat er vroeg of laat iemand in Den Haag in ziet dat het circus belangrijk volksvermaak is en steun ver dient. En dan zegt hij komt Mullens terug. Want Jos Mullens is met zijn 67 ja ren een man die net zo jong is als hij zich voelt. En dat is nog heel jong. eloof en ongeloof in Montessori door JOS AHLERS onderd jaar ge leden werd Ma ria Montessori geboren. Zij werd de eerste vrouwelijke arts in Italië, maar wie zou dat zeker buiten Italië nu nog weten? Ze stierf in 1952 in het Nederlandse Noord- wijk. De laatste jaren van haar leven werkte ze vanuit ons land nadat ze achter eenvolgens uit Italië (Mus solini) en Spanje (burger oorlog) was gevlucht. Maar wie zou ook dat nu nog weten als de naam Montessori niet verbon den was aan een succes volle en tegelijk omstre den onderwijsmethode. Maria Montessori was al hoogleraar in haar geboorte land toen zij door toevallige werkzaamheden onder gees telijk gestoorde kinderen een volkomen nieuwe weg in sloeg. Ze maakte zelf een lees- en schrijfmethode voor die kinderen en boekte daar mee opmerkelijke resul taten. Op een examen bleek dat enkele door haar onder wezen gestoorde kinderen zeker de resultaten van nor male kinderen haalde. Zelf schreef ze: „En terwijl ieder een zich vergaapte aan de successen die mijn methode had, dacht ik na over de werkelijke oorzaken van het succes." Ze zette zich aan het schrijven van een metho de voor normale kinderen, een methode die zou berus ten op de studie van het in dividu; een methode, die de kinderen in staat moest stel len hun drang naar zelfont wikkeling te verwezenlijken. De officiële titel was oor spronkelijk: „Methode der wetenschappelijke pedagogie bij de opvoeding der kinde ren in de Case dei Bambini maar als de Montessori-me- thode is het werk later on der meer in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Ne derlands, Zweeds, Roe meens, Pools, Russisch, Por tugees, Chinees, Arabisch, Japans en Hindi vertaald. Vanaf 1914 is deze methode in ons land in de praktijk gebracht. In 1917 kwam dr. Maria Montessori voor het eerst naar Nederland, in '50 ontving zij een ere-doctoraat van de Amsterdamse univer siteit. Sindsdien hebben hon derdduizenden Nederlandse kinderen onderwijs volgens de Montessori-methode ge kregen. Hoewel Maria Mon tessori op 31 augustus werd geboren, werd de Montesso- ri-dag omdat de scholen in augustus vaak nog vakan tie hadden meestal in juni gehouden. Eigenlijk grijpen de Montessori-aanhangers el ke gelegenheid aan om de grote pionier te herdenken, want ze zijn nog altijd fer vent bezig de Montessori-ge- daehte verder uit te dragen. Een buitenstaander zegt wel licht „zonder veel succes" maar bij de Nederlandse Montessori-Vereniging in Amsterdam is men uiterma te optimistisch. De Montes- sori-beweging heeft iets van een geloof. De aanhangers kunnen volledig terecht wij zen op tal van zaken die nu ook in het overige onderwijs als wenselijk worden be schouwd: doorbreking van 't jaarklassensysteem, afschaf fing van de cijfers en af schaffing van het zittenblij ven. Tal van andere onder- wijsautoriteiten zeggen met evenveel gelijk aan hun kant dat de Montessori-methode langzamerhand door de on derwijsvernieuwing is ach terhaald. De psycholoog dr. Jan Bouman heeft zes jaar geleden voorspeld dat de Montessori-methode op weg is om dood te lopen in star heid en gebrek aan aanpas singsvermogen waardoor de ontwikkeling die ze zo verdient geremd zal wor den". Nu, zes jaar later, wijst niets er op dat de man gelijk krijgt, maar de door de aanhangers intussen ge boekte successen zijn ook slechts in him eigen ogen van formaat. Het is inder daad nog steeds een kwestie van geloof en ongeloof. In Nederland is de Montes- sori-beweging altijd 't sterkst geweest in het kleuteronder wijs (Maria Montessori be gon haar pedagogische ar beid onder kleuters) en voor al in het katholieke kleuter onderwijs (Maria was zoals een Italiaan behoort te zijn katholiek). Momenteel wer ken zo'n kleine 250 Neder landse kleuterscholen vol gens de Montessori-methode. Aansluitend zijn er echter slechts 60 lagere scholen vol gens deze methode te vinden en in het voortgezet onder wijs hebben de Montessori- aanhangers helemaal geen vaste voet kunnen krijgen. Er zijn slechts twee Montes- sori-mavo's (beide in Am sterdam) en vier Montesso- ri-lycea (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Zeist). Het is eigenlijk wat vreemd dat het grote aantal Montes- sori-kleuterscholen nog steeds geen gevolg heeft gekregen in het verdere onderwijs en dat het aantal Montessori- kleuterscholen evenmin af neemt. Op drie opleidings scholen (twee katholieke, één in Nijmegen en één in Rotterdam en één gemeen telijke in Amsterdam) wor den Montessori-kleuterleid- sters opgeleid, maar er is slechts één Pedagogische Academie (Amsterdam) met een afdeling voor Montessori- leerkrachten voor het basis onderwijs. Het is nog veel vreemder dat een stad als Breda bijvoorbeeld 13 Mon- tessori-kleuterscholen maar geen enkele lagere school volgens de Montessori- methode bezit. Hoewel de methode verder niets met religie heeft uit te staan, het gaat om het cen traal stellen van het kind, heeft ze in protestants-chris telijke kring nooit en thousiasme kunnen wekken. In heel Nederland is slechts één christelijke Montessori school (Den Haag). Volgens de Montessori-vere- niging botst men bij de ver dere uitbouw op het minis terie van O. en W. en het is in elk geval waar dat men ten departemente weinig en thousiasme toont. Terwijl de voorlichtingsdienst aan de Nieuwe Uitleg nagenoeg al tijd een stortvloed van gege vens spuit, volstond men dit keer met liet geven van wat telefoonnummers. Op de af- delng kleuteronderwijs van 't ministerie kon men zelfs geen schatting van het aan tal Montessori-kleuterscholen geven: „Het Rijk interes seert het niet volgens welk systeem er onderwijs wordt gegeven." Op een andere af deling ontdekte men pas in tweede instantie dat er toch ook nog twee Montessori- mavo's zijn. Dit alles kan na tuurlijk ook een gevolg zijn van de povere voorlichting, die de Montessori-vereniging zelf geeft. De met de propa ganda belaste mevrouw Olt- mans is zeer enthousiast en weet heel veel te vertellen, maar het materiaal dat zij mee kan geven doet negen tiende eeuws aan. Maar me vrouw Oltmans gelooft heilig in de toekomst van het Mon- tessoi-onderwijs: „Dit jaar hebben we voor het eerst op de Nationale Onderwijsten toonstelling gestaan en heel veel leerlingen van Pedago gische Academies toonden, interesse. We krijgen van alle kanten aanvragen voor nieuwe scholen, in Wagenin- gen, Uithoorn en Diemen zijn we bezig en Haarlem en Utrecht hebben net een nieu we school gekregen." Intussen is het wel een feit dat Duitsland en de Verenig de Staten Nederland voorbij zijn gestreefd in de belang stelling voor de Montessori- methode. In de VS opereren momenteel zelfs twee ver schillende Montessori-groe- pen, die eikaars inzichten be strijden. Maria Montessori is dood, maar haar methode leeft. In Nederland ver scheen in 1966 de achtste druk. Hoeveel er nog zullen volgen is niet te zeggen. Het is inderdaad een kwestie van geloof en ongeloof.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 29