AN 'peraties in merika zijn iet nodig •HILIPS tile voor sumenten. Belgische boekbinder van Sas redde al 37 kinderen het leven. Door akties, die genezing brengende reizen naar Amerika financierden. pederlamls specialist Hij mag dan een klein, onaanzienlijk manne tje zijn, reeds 37 Bel gische en Franse kin deren danken aan hem en zijn vrouw hun le ven. Dodelijk Papieroorlog Te laat Indiaantje Kritiek ast in bijzonder fraaie met essen finish. uitgevoerd en voor legborden. 2 deuren rechtsdraaiend. 195 55 cm. breed en 35 'Ik kan een kind niet zomaar laten sterven' 17.30 12.00 uur 112.30 16.30 uur Totaal 42% uur 07.30 12.30 12.00 uur 16.30 uur EN MOEKE VAN SAS WE WILLEN ER NIET MEER MEE OPHOUDEN. FOTO'S WIL NILWIK Totaal 42% uur p'/a uurs gmorgen van [.30 03.00 uur 3.30 07.30 uur Igmorgen van 20.00 00.30 uur 01.00 05.00 uur Totaal 42% uur 17% uur agmorgen van 22.00 02.00 uur 02.30 06.00 uur Totaal 37% uur 17% uur i l/m vrijdag van 114.00 18.00 uur 118.30 22.00 uur Totaal 37% uur 17% uur i i zaterdag van 06.00 10.00 uur 110.30 14.00 uur Totaal 45 uur De kleine Jean-Louis Opdekamp uit Stokkem genezen terug uit Amerika. laar aanleiding van de I 39 operaties van Bel- |ehe hartpatiëntjes in de Tefikaanse kliniek van I Cooley in Houston, pegen wij een Neder ige hartspecialist, wat van deze „export" van Venten denkt. Want Ne tland is immers in de fceld een van de voor staande landen op het lied van de hartspecia- ■p'e, met name het aca- Visch ziekenhuis in Lei- 1 en in Utrecht. pof- dr. J Wieberdink, fêteraar in de hart- en Pschu'urgie aan de ■eatse universiteit en di- 00000 recteur van de Utrechtse hartkliniek, meende, dat het beslist niet nodig is om bui tenlandse artsen te raadple gen. „Ik kan U vertellen, dat wij hier in Nederland op het gebied van de hartchirurgie practisch alles kunnen, in clusief transplantaties. „Op de vraag naar de resultaten deelde hij mede, dat die zon der meer goed zijn, hoewel er ook wel enkele mislukkin gen zijn geweest. Wat de blauwziekte, waa'r- voor de meeste van de 39 Belgische patiëntjes werden behandeld, betreft, verklaar de professor Wieberdink, dat men die ook in Nederland met groot succes heeft be handeld. „In totaal zijn er zeker enkele honderden ge vallen door ons geholpen en de meesten met goed ge volg," zo zei Lij. Overigens kan professor Wieberdink wel een reden vinden, waarom velen zich tot een buitenlandse arts wenden. In Nederland is de wachttijd voor een hartope ratie veel te lang. Volgens hem is dat een gevolg van het feit, dat er veel te wei nig hartspecialisten in ons land zijn. Zoals bekend is de hartchirurgie nog steeds niet door de regering als een spe cialisme erkend Daardoor wordt dit beroep onderbe taald. Het gevolg daarvan is weer, dat slechts weinig artsen zich geroepen voelen tot deze tak van de medische wetenschap. In het algemeen was hij er echter op tegen om te veel te slëpen met dergelijke zware hartpatiënten. „Persoonlijk vind ik het het beste om een patiënt in eigen land te la ten behandelen. Mocht de operati- op een terrein lig gen, dat nog niet grondig door ons is beproefd, dan roepen we de hulp in van een bui tenlandse specialist. Dat heeft dan tevens het voor deel, dat wij kennis van de ze man opdoen en voor de patiënt is het goedkoper en beter dan zelf n-ar het bui tenland te gaan. Het stand punt van professor Wieber dink en zijn collega's luidt dan ook: „Men moet de ken nis importeren en niet de pa tiënt exporteren". door KICK SCHRODER Dat mannetje is Joseph van Sas, 'n 55-jarige boek binder uit het rustige dorpje Westerlo in de Bel gische Kempen. Samen met zijn vrouw en drie kinderen leidt hij een te ruggetrokken bestaan ach ter de muren van zijn rus tieke landhuisje. Maar sinds 4 jaar wordt hun leven bepaald door kinderen, die hun levens kansen in handen leggen van dit eenvoudige boek bindersechtpaar. De heer en mevrouw Van Sas heb ben sinds 1965 door aller lei akties, in totaal 39 kin deren met zeer ernstige hartkwalen naar de hart kliniek van de Amerikaan se dokter Cooley in Hous ton gestuurd. De heer Van Sas: „Het be gon allemaal in september 1965. Ik ben voorzitter van het oudercomité hier in Wes terlo. Op een dag kwam de onderwijzer van de lagere school naar me toe en zei, meneer Van Sas moet U toch eens kijken. Ik heb hier een meisje op school en dat' kind is erg ziek. Het ziet he lemaal blauw". De heer van Sas bekeek het kind, sprak met de ou ders en de huisarts en kreeg te horen, dat het kind leed aan de z.g. „Blauwziekte". Een ziekte, die ontstaat door een gebrek aan de hartklep pen, waardoor het zuurstof arme bloed zich in de hart kamer vermengt met het zuurstofrijke bloed en zo doende een blauwe kleur van het lichaam veroorzaakt. „Het enige wat ik ervan begreep, was, dat deze af wijking dodelijk was", ver telt Joseph Van Sas. „De enige kans voor het kind bleek een operatie in de kli niek van dokter Cooley in Amerika". Hij zegt: „Toen we dat wisten, hebben we ge zegd, dat kind moet en zal gered worden". Prompt werd een comité ter inzame ling van het benodigde geld opgericht. „En er moest wat geld op tafel komen. Alles bij elkaar hadden we zowat 200.000 franks nodig, dat is ongeveer 14.000 gulden". De echte problemen be gonnen echter pas, toen men de benodigde papieren moest aanvragen. Er ontstond een complete papieroorlog, maar vader van Sas zette door. En het resultaat was, dat het meisje op 29 augustus van het volgende jaar naar Houston vertrok. Op 31 au gustus werd ze geopereerd en 18 september kwam ze te rug naar België, volkomen genezen. Ze mocht vrijwel direct weer naar school gaan. Dokt Cooley schreef later, dat hij in totaal 5 hartdefecten bij het kind had verhol, „Kunt U zich voorstellen hoe we ons toen voelden? Maar goed, het geld was intussen nog steeds niet bij elkaar gebracht", vertelt hij verder. Terwijl hij trots naar zijn vrouw kijkt vertelt hij hoe hij daaraan is gekomen. „Ons moeke werkte alleen in de ooekbinderij, terwijl ik overal uit bedelen ging". Via allerlei instantie, begon het geld echter langzaam maar zeker binnen te stro men en kregen we het ver eiste bedrag bijeen. „Maar nauwelijks was dat meisje terug of we kregen bezoc" van de ouders van Luukske Assenbergh uit Antwerpen. Het kind leed ook aan blauwziekte en moest eveneens dringend naar Houston". „En Renilde uit Mechelen kwam toen bij na tegelijk met Luukske, weet je nog vader," onder breekt zijn vrouw hem. En steeds meer wanhopige ou ders klopten aan de altijd gastvrije deur van de fami lie van Sas in het kleine Wes terlo aan. „Ja, wat doe je dan? Kun je dan zeggen, het spijt me, ik wil U niet hel pen, laat Uw kind maar ster ven. Dat kan toch niet. Bo vendien hadden we ervaring gekregen in het aanvragen van de benodigde papieren en we hadden verder goede con tacten gekregen met dokter Cooley, een schat van een man overigens," zegt ze met een glimlach naar de foto van de dokter. „Dus we gin gen door". Even wordt het gesprek onderbroken voor een slok hete filterkoffie. Terwijl ze naar de andere foto's kijkt, wordt haar blik onv: -wa^ht donkerder. Overweldigd door de herinnering aan een van de twee kinderen, voor wie de hulp te laat kwam, zegt ze: „Hij stierf onder de han den van de dokter". „We hadden toen recht streeks telefonisch contact met Houston en we hebben zeven u r lang de hele ope ratie gevolgd", neemt vader van Sas het gesprek weer over. „Ons moeke zat aan de telefoon en ik zat daar in de grote zetel. Het was ver schrikkelijk. We hadden het gevoel of een van or.ze ei gen kinderen gestorven was" Maar dan klaart zijn ge zicht weer op, wanneer hij vertelt van de 17-jarige jon gen die met succes werd ge holpen .„Binnenkort gaat hij trouwen en wij zijn ook uitge nodigd om erbij te zijn". Het echtpaar van Sas heeft nog regelmatig contact met de 37 overgebleven kinde ren. „Het is net of het een beetje onze rigen kinderen zijn geworden. Opnieuw neemt mevrouw van Sas het woord. „Vaak komen ze in de grote vakantie bij ons lo geren. Dat is heerlijk. Als ik al die kinderen zie, die me de door onze hulp weer ge zond zijn en nc„ een leven voor zich hebben, dan ben ik dankbaar dat ik dit mag doen". Onverwacht staat ze op, loopt naar een kast en komt terug met een tijdschrift van de hartkliniek in Hous ton. „Kijk", zegt ze, „Dat is onze Maximo, een Indiaan tje", Maximo is het kind van een Belgische vrouw, die als leke in de missie van Guatemala werkt. Ook Maxi mo had een ernstige hart kwaal. Zijn tante in België had gehoord van de daden van het echtpaar van Sas en riep hun hulp in. Het re sultaat was, dat Maximo via allerlei beroepen op rege ringsinstanties in België en Guatemale naar Houston kon vertr ken, om zich daar door dokter Cooley te laten behandelen. Intussen loopt ook hij weer met een gezond hart over de wereld rond. Hoewel hij en zijn vrouw dit werk volkomen belange loos als een levenstaak op zich hebben genomen, is er toch kritiek op hen gekomen. „Men verwijt ons, dat wij de ouders dwingen om naar Amerika te gaan. Maar dat is per se niet waar. Wij laten iedereen de vrije keus. We bemoeien ons daar zelfs he lemaal niet mee. Pas als men zelf heeft bepaald, waar het kind naar toe moet, ko men wij in ^ctie om voor de benodigde papieren en de contacten met Houston te zorgen". Het hoeft allemaal niet van de van Sassen. „Het kost ons eigenlijk alleen maar een hoop geld. Als ik ga bereken.n, wat ik voor een verlies heb geleden in werk, kom ik in 4 jaar tijd uit op een bedrag van ruim 18.000 gulden! Ons moeke en ik moeten ons brood ook maar met onze handen ver dienen in de boekbinderij en elk uur dat wij niet werken kost ons geld. E.arom is het niet leuk om kritiek te krij gen". Toch laten zij zich niet ontmoedigen. Het laatste suc ces dat ze boekten, betrof de kleine Jean-Louis Opdekamp uit Stokkem. Onlangs kwam het kind practisch genezen terug uit Amerika. „En dat is toch ons grootste ge luk", besluit van Sas. „Als er morgen weer een kind tij ons komt, zullen we het weeT helpen. Kritiek of geen kri tiek, hè, Moeke?" En dan slaat hij zijn arm om zijn vrouw heen en neemt haar mee naar de kast in de muur, waar alle foto's van de 39 patientjes in staan, samen met de souve nirs, die ze voor de eenvou dige boekbinder en zijn vrouw uit het verre Amerika meebrachten. RIJUIT DE STEM/ZATERDAG 6 UUNI 1970/VRIJUIT

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 29