fctrook in Alledaags Moeilijk E STEM Eaterdagbijlage van 6 juni 1970 l overlijden, Ibestaanden I van de le- Igescholden. iTPotheek bij Jent. De dek- tllen tot uw les voor n uit Gegarandeerd i rustig idee, er de afgelo- verhoging- |de mogelijk- Donlijk "pro- lypotheek bij ten wij u in- iijkbedenvan iisk clausule. Igen huis - Koop lypotheek" met kenvoorbeelden lien bent u bij f toren hartelijk Ij vend informa- i 96 00 e .„One-Eleven" van de Ierse luchtvaartmaatschappij Aer Lingus glinstert in de zon. Binnen in de cabine is het loeiende geraas van de twee straalmotoren nog slechts een geruststellend gefluister op de achtergrond. De passagiers, op weg van een zonnig Manchester naar Amsterdam lezen in de Engelse ochtend bladen en drinken koffie uit plastic kopjes. Dan klinkt de stem van de captain door de intercom: „Dames en heren. Amsterdam meldt slecht weer en buitengewoon slecht zicht. We doen één landingspoging. Gaat het niet dan wijken we uit naar Rotterdam of Brussel". Opeens is er een element van spanning gekomen in de sfeer. Menige passagier kijkt tersluiks naar de reactie van de stewardess. Zij is immers de enige herkenbare „professional" in de cabine. Maar zij gaat gewoon door met koffie schenken, glimlachend, babbelend. Als de „One-Eleven" de Nederlandse kust passeert - dalend - dan is er van de zon niets meer te zien. Het vliegtuig glijdt door een dikke brei. Mist! Niets is zo beroerd als mist. Dat weet zelfs een automobilist nog wel. Maar zo'n captain zal wel weten wat hij doetEr volgen kort na elkaar wat koerscorrecties. De mist wordt dikker. De vleugeltippen vervagen er in Nog een paar schommelingen van koerscorrecties en de argeloze passagier verliest alle gevoel voor richting en stand ten opzichte van de aarde. Er zijn gelukkig in Nederland geen heuvels waar je tegenop kunt vliegen, denkt hij. Die duinen zijn maar flauwekul. Maar er zijn torens, lichtmasten De passagier glijdt in de afgrond. Voorin zitten de mannen die het nu voor hem moeten opknappen en kan ze niet eens aan het werk zien. Een schokje. Wat is dat in Godsnaam! De passagier k>jkt in een reflex door het raampje naar buiten en het eerste wat hij ziet is een konijn dat ineengedoken in de sneeuw zit, naast een startfoaanlamp. Het toestel rolt over de veilige baan. Opluchting in de cabine. Er wordt weer gepraat en de stewardess moet vragen asjeblief te blijven zitten tot het vliegtuig helemaal stilstaat. Waarom die spanning bij iets dat in het jaar 1970 toch heel gewoon is? Waarom je druk maken als je weet dat vliegen de veiligste manier van reizen is? Waarom bang zijn voor mist al je weet dat de luchthaven ogen heeft om daar doorheen te kijken en een stem om er de captain mee naar de baan te praten? Ja, waarom? Is dat vliegangst? i'ï i door WIM KOCK Vliegangst is een groot woord voor een soort ge spannenheid waarmee verreweg de meeste vliegtuigpassagiers óók degenen die al vaker heb ben gevlogen van tijd lot tijd te maken krijgen. Alleen kinderen hebben er geen last van. En mis schien dat een enkele «ouwe rot" er ook niet om maalt dat hij een plotse ling geluid in de motoren hoort, een schok voelt of door een onweersbui vliegt. Maar zeker is dat niet, want niet voor niets z(jn in de luchtvaart de (altijd stipt opgevolgde) veiligheidsprocedures zó gedetailleerd dat die, wel ke bij de scheepvaart of de spoorwegen gelden er bij verbleken. (Om nog maar niet te spreken van bet automobilisme, dat toch de meest riskante vervoerstak is!). Los van de aarde is de mens m een vreemd en hem vjjan- ®S element. Zonder hulp middelen kan hij er zelfs met eens komen. Zijn enige geborgenheid in die ruimte ïf een stukje techniek, dat beheerst moet worden door een man van wie hij maar 'e graag aanneemt dat ny goed voor zijn taak is opgeleid en die trouwens in netzelfde schuitje zit en zelf ook wel graag heelhuids op aarde zal willen terugkeren. Vliegen in 1970 is alle- ags, gewoon. Vliegen be- Xent winst. In geld en je op vakantie gaat „v Vnl.e tijd. Vliegen is niet nift tóet ongewoon en m av°ntuurlijk meer. Ga maar eens pspl doorbri een zaterdag wilgen in de vertrek- in' hal „6™ m ne ve van Schiphol, dan zie je dalt vliegen iets is dat „ie dereen" doet. De kanfoor- bediiende, de matroos, de manager, de huisvrouw, haar mam en haar kindoren, die gastarbeider, de arres tant die uitgeleverd' moet worden, de voetballer en zijn supporters, een bruid die het wat ver gezocht heeft en een ongelooflijke hoeveelheid vakantiegan gers. Vam al die duizenden men sen die je dagelijks op Schiphol ziet vertrekken heeft meer dan de helft een hekel aam vliegen. Dat mag men concluderen uit een uitspraak die nog vorige maand in Zurich werd ge hoord uit de mond vam een lucbtvaartdeskundige, die collega's van allerlei spe cialistische richting toe sprak: „meer don de helft van alle Europese vliegtuig passagiers houdt niet van vliegen". Toch doem ze het, en dat heeft voor de luchtvaart maatschappijen consequen ties. Een paar jaar geleden pre senteerde de KLM zijn toen gloednieuwe DC9. Dat ge beurde met een inauguratie- vlucht Amsterdam - Rome en terug. Doel was te laten zien dat een zakenman die 's morgens om negen uur van Schiphol vertrok, in Rome een volle werkdag van een uur of zes, zeven kon maken om dam toch weer om negen uur 's avonds op Schiphol terug te zijn. De DC—9 was nauwelijks van Schiphol vertrokken of de stewardessen renden de cabine in om de passagiers op te sluiten achter mini- tafeltjes, waarop in even groot ijltempo een maaltijd verscheen. Het ontbijt zat er al lang op en de passa giers zouden ruimschoots voor lunchtijd in Rome zijn. Waarom dan toch een maal tijd? Een van de KLM- directeuren antwoordde: „de meeste passagiers^ voelen zich in de lucht niet hele maal op hun gemak. Met dat laten eten houden we ze bezig, leiden we hun ge- De moeite die de luchtvaart maatschappijen zich getroos ten om het die passagier naar de zin te maken (lees: op zijn gemak te stellen) komt in laatste instantie neer op de schouders vain het cabinepersoneel: de ste wardess of de steward. Verreweg de meeste men sen (in Nederland 95 van elke honderd) hebben' nog nooit gevlogen. Het aantal passagiers per jaar stijgt echter spectaculair, vooral door de vliegvakanties. Dat betekent dat steeds meer mensen hun luchtdoop om- dergaan. Een maatschappij die relatief zeer veel lucht- dopelimgen in haar vliegtui gen krijgt is Martinair-Hol- laind, in de wandeling MAC geheten. Deze maatschappij is gespecialiseerd in char- tervervoer en dat betekent in de praktijk vakantiegan gers wegbrengen en opha len. Dit jaar zijn er dat voor Martinaiir alleen al meer dan een half miljoen! Meer dan 50 percent daar van vliegt voor het eerst. Chef-stewardess van Marti nair, mej. Elly de Vries-de Waal„Er zijn altijd men sen die typisch reageren op die nieuwe vlieg-ervaring. Onze opleiding voor stewar dessen besteedt daar veel aandacht aam. Een passagier die bits optreedt, kan best een aardig persoon zijn, maar hij is gespannen en die spanning bepaalt zijn reactie. Je hebt ook extre me gevallen. Een man bij voorbeeld die je nog met geen stok in het vliegtuig krijgt. Zo'n man blijft trou wens niet lang een pro bleem, want hij gaat ten slotte niet mee. Maar wat te doen met mensen, die weigeren hun gordels vast te maken. Een stewardess moet dat op kunnen knap pen, want die gordel moet vast, eerder vertrekken we niet. Als je er dam ook nog een communicatieprobleem bijkrijgt, zoals met Marok kaanse of Turkse gastarbei ders, dan heeft zo'n meisje het niet gemakkelijk". „De meeste mensen bljjven rustig, maar je ziet en je voelt gewoon dat ze zich slecht op hun gemak voe len. Een bezoek aan de cokpit helpt dam wel eens. Het vliegen met een open cockpitdeur kan een gun stig effect hebben op het hele gezelschap". „Het afremmen in de lucht, het terugnemen vam gas; dat is allemaal hoorbaar en voelbaar en passagiers rea geren daar soms wat be zorgd op. De stewardess moet dat dam zien en uitleg gen wat er gebeurt. Onze opleiding spitst zich toe op dit soort zaken. We hebben voorbeelden genoeg om mee tewerken, maar het blijft een zaak van perhoonlijke capaciteiten. Daarom is ook de selectie zo vam gelang. Maar het is niet de bedoe ling dat we psychologen in de cabinedienst brengen. Al is die vliegangst eigenlijk toch een psychologisch pro bleem". Als mem dam ook na de vlucht voor zichzelf moet bekennen dat mem af en toe wel een beetje in spanning heeft gezeten en misschien wel even wat bang of be zorgd is geweest, dam moet men weten dat de meesten van de medepassagiers pre cies hetzelfde hebben ge voeld. Bovendien: dat beetje span ning geeft achteraf na tuurlijk! aan een vlieg reis toch nog iets avontuur lijks. Vliegen is ook in 1970, in de tijd van reizen naar de maan, enerverender en dus boeiender dan meerij den in een auto al is dat laatste statistisch gevaarlij ker. Daar betaalt men voor met een paar druppeltjes zweet. Al zal de opwinding ede het hart verwerken moet, in het niet verzinken bij die welke veroorzaakt wordt door de tv-uitzending van een voetbalwedstrijd als Feijenoord - Celtic. De helft van het aantal luchtreizigers kent „vliegangst", maar met zachte hand kan dat best verdwijnen en plaatsmaken voor 'n fijn gevoel. FOTO'S ANTON MtHMMi

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 27