„Mode moet doel gericht In de beerput van de druggenoten ook vandaag 6' vent jjjHSlfe, Oudste Robot I LIKDOORNS! Gasopnemez trmmqstel koffiemelk de charmante koffiepot SCHEELT HET U TALLEN GULDENS -.-J* Vl JOSEPHINE O X m ■o X O m JOSEPHINE Ttutroma SUSKE en WISKE DE STEM VAN DONDERDAG 21 MEI 1970 (40 1 van 299 voor 219 [60 1 van 359 voor 259 (80 1 van 459 voor 339 E00 1 van 519 voor 398 zijn ÏSTR. 4, Tel. 40150 (3 lijnen). I (I0DE ONTWERPEN om de mode f heeft geen enkele zin. Zeker |,jet mnneer het om kinderkleding jout. Die moet doelgericht en func- teel zijn, gemakkelijk in het dra- ha en eenvoudig om aan en uit te trekken. Belangrijk is ook dat de Ijerluradingen juist zijn. In de prak tijk betekent dit dat bijvoorbeeld Itoor kinderjurkjes alleen het em- e model of de A-lijn geschikt zijn J er van een taille op deze leej- Itijd nog nauwelijks sprake is." Dit zijn een aantal uitspraken van Borbera Farber (getrouwd en moe ier van drie kinderen), die af komstig uit Amerika sinds een jour of zeven in Nederland woont B® als ontwerpster van kinderkle- haar sporen ruimschoots heeft lerdiend. i Toen zij in 1962 naar Nederland tam was het hier moeilijk om echt leuke kinderkleren te kopen. Sinds dien is er volgens haar wel enorm veranderd, maar nog steeds ...,;t er ook veel te wensen over. Zelf zou Barbara Farber het 't (infest vinden wanneer er ook voor Knieren een echte eigen mode be kend. Maar de invloed die van de Jjoltrassen mode uitgaat is daarvoor Ijeuioon te groot. Toch hebben de ontwerpen van Barbara Farber een heel eigen ge zicht. Ook in de collectie katoenen kinderkleding die zij voor de firma Nihom in Amsterdam ontwierp komt dit tot uiting. Barbara Farber ontwierp deze kleren speciaal voor de leeftijd van 7 tot 12, 13 jaar. Zij vindt dat deze jongens en meisjes altijd een beetje misdeeld zijn geweest wat hun kle ding betreft. Tot een jaar of zes is het niet Zo moeilijk. Die kinderen, zegt zij, zien er van zichzelf al leuk uit. Bovendien ontwerpen de cou turiers ook voor deze groep, waar van door de confectie-industrie ruimschoots wordt geprofiteerd. En vanaf 13 jaar is het ook geen pro bleem meer. Daar begint de tiener mode al merkbaar te worden. Barbara Farber heeft zich daar om het lot aangetrokken van de jongens en meisjes die in leeftijd net tussen deze twee groepen in vallen. Dat betekende dat de kle ding die zij ontwierp op de eerste plaats praktische kleding moest worden met gemakkelijke sluitingen zoals rits en drukknopen en vooral gemaakt van stoffen die het nodige kunnen hebben. Het was voor haar dan ook heel vanzelfsprekend om katoenen stoffen te gebruiken. Bo vendien zijn die gemakkelijk te was sen, luchtig en prettig om te dra gen en hygiënisch. Allemaal dingen die ontzettend belangrijk zijn voor kinderkleding. De stoffen die Barbara Farber voor deze collectie gebruikte zijn uitsluitend katoenen denims van Ter Kuile Cromhoff: sportief voor school en spel, maar ook modieus wanneer ze er een keer op z'n zondags moe ten uitzien. Een bewijs dat de ontwerpen van Barbara Farber werkelijk allure hebben is wellicht het volgende: op de wereldtentoonstelling Expo '70 in Osaka zal het International In stitute for Cotton deze week drie maal daags een internationale mo deshow van kinderkleding presen teren. Twee ontwerpen van Barbara Farber vertegenwoordigen hierbij de Nederlandse inzending. De modellen van Barbara Farber werden door het Nederlands Ka toeninstituut gefotografeerd en op genomen in deze Katoeninformatie. Voor degenen die geïnteresseerd zijn: deze kleren zijn o.a. verkrijg baar bij Gerzon en bij de betere speciaalzaken. en CL LU <V) HEB JE heimelijke verlangens een sticje op te steken en een trip tet maken in de high- en stoned-wereld, lees dan het boek van Arie B. Hiddema: „Dag Heer. Goeienmiddag Heer" (Bezige Bij f7 50). Je kunt er donder op zeggen, dat de lust je wel vergaat. Het lezen van dit boek zal voor de doorsnee lezer een even afmattende bezigheid zijn als het schijnbaar ontspan nen wereldje van een stel Am sterdamse jongens, die in één grote happening hun exclusieve bestaan krijgen uitgemeten. De zin in reevers vergaat je wel, ook al meent psycholoog Midde- ma, dat het een zinvol middel is en diep in de beerput van je ei gen bestaan te wroeten en het al te pragmatisch gebruik van je hersens als frustrerend te ont maskeren. Het is onzin om de stoned-we reld te ontkennen. Drugs en derge lijke zijn een realiteit. Er bestaat op dit terrein nog te weinig zin volle informatie. Maar de wijze waarop Hiddema deze informatie via deze, overigens originele, ro man doorgeeft werkt althans op mijn cultuurbepaaldheid nogal averechts. Het zal allemaal wel een serieuze teneur hebben, maar het ':omt meestal als één practical joke op je af (doorgetrokken tot in het taalgebruik en het woord beeld). Aardig voor een stem- mingsverhaal van een pagina of tien in plaats van tweehonderd (hoe hield hij dat vol? Knap!). Dat wij allen in het diepst van onze gedachten geen lyrische dich ters van het zuiverste water zijn, maar ook in troebel water vissen, o.k.; we zijn óók beerputten (wat een moralistische term uit een ou de donderpreek), maar Hiddema vergeet het woordje „óók". Hiddema geeft in dit boek stem mingsbeelden van een groepje „ro kers". Afkerig van het establish ment stichten ze niets anders dan een nieuwe sekte. Ongeremde beel den, ongeremde uitingen, zoals ze nog zelden (Jan Cremer ten spijt) in onze vaderlandse boekenschat geëtaleerd zijn deze eeuw. Bepaal de boekenzaken passen op dit boek daarom een nogal hypocriete cen suur toe (gezien de rest van de voorraad). In „de fijnste stad van de we reld" krijten deze jongens alle kreten bijeen, die je momenteel in ons lieve landje te pas en te onpas kunt horen. Ze kijken ernaar, voe ren geen actie. „Links rechts. Laat ze mekaar maar afmaken. Wij la chen wel". Op een voetstuk voelen zij zich de nieuwe uitverkorenen tegenover „het hele bekende zoot je". Vrij overbodig lijkt dan dat „het enige, dat je leert van slikken is de dingen ontzettend zeker te weten, die je al bijna zeker wist". Hiddema giet dit gebeuren niet in de traditionele intrige-vorm Hij kent de techniek van het non- lineaire, met eindeloze variaties van het identieke. Je kunt de scherven van manipulaties met woord en beeld ondergaan als een collage van sfeer. De waarheidsge trouwe sfeer van deze ongeremd heid ondersteunt hij door een (niet dé) spreektaal te hanteren, die zo wel taalkundig als inhoudelijk tot in het ongerijmde en ongeremde wordt doorgetrokken. „Proef' zelf maar eens (fragment): „Staat op. Loopt naar voren en spuugt in de beek. Okee Anton. Vvvvlll. En hier nog een. Vvwvlll. Op je kop. Larrie spuugt vanuit zittende posi tie. Jezus op me eigen teen. Ik kan helemaal niet spugen, jongen. Doe ik het wel. Op je kop. Kan mezelf ook op m'n kop spugen. Tzal d'r toch niet eerder dan overmorgen zijn. Hullo Vic. Op je tet Vic. En deze ppppffffllll deze op de neus. Keihard". Etc. etc. en zeeveraa Hiddema eindigt zijn boek met: „Nou, dat zit d'r op!" Nou, zeg dat wel, ik ben er met moeite door heen gekomen. De verdere opmer kingen aan het adres van de le zers, critici en psychiaters, horen in dezelfde meierij thuis. Niet om je over op te winden. Hij zegt dat de laatsten hem wel getikt zullen vinden. Dat is ie zeker niet (valt dat effe mee....) Wanneer hij ten slotte uitroept: „Arie B. Hiddema is psycholoog. Nou! Zou u door hem uw kind laten testen?" dan zeg ik: ja, wanneer dat kind ook stoned is. Hiddema is thuis in deze wereld en toevallig ook nog psycholoog; of is het omgekeerd? Daarom moet hij in staat worden geacht tot een stuk(je) deskundige begeleiding in de beerput van de stoned-wereld; als stankverdrijver. Zulke vleze varkens zijn mensen nu toch ook Op deze wijze heeft Hiddema zijn boek aan de voorkant geïllustreerd. weer niet, dat ze het hoogste genot zouden vinden in een voortdurende wenteling in eigen vuil. Kopje on der kan ze af en toe geen kwaad, al kan ik me voorstellen, dat daar ook andere methoden voor bestaan. HENK EGBERS U WEET nu zo langzamerhand wel, dat drink- of badwater in zijn samenstelling sterk uiteenloopt. Zogenaamd „hard water" bevat ui terst kleine chemische bestandde len, die het min of meer onhandel baar maken. Er wordt ernstig op gestudeerd en er is van alles wat je met dat water kunt doen om het te verzachten. Maar voor huishou delijk gebruik blijkt net vol gens het blad van de consumenten bond eenvoudig met wat suiker te kunnen. Dat helpt ook tegen al te droog haar. Als dat door veel baden of door zwemmen in zee sterk ontvet is, kan het uitdrogen tegengegaan worden door na het bad de hoofdhuid te wassen met gewoon zoet water waaraan twee of drie suikerklontjes zijn toege voegd. Zo eenvoudig kan het! Ep zo goedkoop. Als u op vakantie bent, steekt u gewoon de suiker klontjes bij het kopje koffie in de zak. Voor uw eigen koppie. (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) DE OUDSTE inwoner van de Sovjet-Unie, Shirali Mislimof, is 165 jaar geworden, aldus het pers bureau Tass. Mislimof woont in het stadje Barzavu in Azerbaijan. Hij heeft 209 nazaten. WE WETEN niet of het allemaal precies zo gebeurd is. Maar het wordt in Waubach voor waar ver teld. En het zou best zo gebeurd kunnen zijn. Een meteropnemer van het gas was daar een huis binnengegaan en had zijn fiets te gen een boom langs de stoeprand gezet, juist op de dag waarop ook het grofvuil werd opgehaald. Toert hij weer buiten kwam, zag hij aan de overkant een man naar binnen gaan, die de twee wielen van zijn fiets in de hand had. Hij rende de man achterna en maakte hem dui delijk, dat hij zijn fiets niet had neergezet voor de sloop. De man verontschuldigde zich en bood de gasopnemer een kop koffie aan. Hij had gedacht, dat de fiets daar gereed stond voor de ophaaldienst. De wielen gingen daarna weer met de eigenaar mee. Maar toen deze buiten kwam, bleek intussen de ophaaldienst te zijn voorbijgeko men en het frame van de onttakel de fiets te hebben opgeladen. Zes straten verder heeft toen de eige naar dit deel van zijn fiets ook nog kunnen redden. Een nieuw couplet voor het lied je „Hij kwam alleen maar voor de meter". DOKTOREN van de County-und- versiteit van Zuid-Califomië heb ben met behulp van specialisten op het gebied van de computer-ont wikkeling een robot gebouwd, spe ciaal voor het onderricht in de narcoseleer. De robot bezit vrijwel alle eigenschappen van een norma le patiënt; hij is 1.80 m hoog en weegt ruim 195 pond. Alle ver schillende narcosevormen kunnen op hem worden toegepast. De computer registreert alle, op de robot genomen proeven, op een direct afleesbare band. Studenten en leraar zijn daardoor in staat het resultaat direct te observeren en zo nodig in te grijpen. Behalve dat hij een echt menselijk uiterlijk heeft meegekregen, kan de robot, ademhalen, de ogen openen en sluiten, zuchten en heeft hij zelfs een meetbare bloeddruk. Zijn re acties op bepaalde medicamenten zijn eveneens „menselijk". Op fou tieve doseringen reageert hij net als wij; verkeerd. En of dit alles nog niet voldoende is: zijn bloed druk kan stijgen en dalen, zijn hartslag onregelmatig worden, zijn ademhaling ophouden enz. Men is zeer enthousiast over de „simulant". Maar men is toch al weer bezig met de bouw van een nog veel ingenieuzere machine. Zelfs een robot wordt gauw oud. Ook als de dokters hem zelf ont werpen. IvjV KOFFIEMELK M

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 23