ick
TECHNISCHE HOGESCHOLEN:
Nog te weinig vrouwelijk schoon
e
Zorgenkinderen
ïjn geen
ircusobjecten
Bedrijfsleven is niet
gesteld op
vrouwelijke ingenieurs
Studente
krijgt
bredere
belangstelling
STUDIEWEEKEIND TH EINDHOVEN:
bouwkunde voorkeur
huisvesting moeilijk
mannengemeenschap
I pel Kadett.
N.V.
ien N.V.
groot probleem
voorbeelden
successierecht
Vi
DE STEM VAN ZATERDAG 28 MAART 1970
fzaamheden
itsland
voor werkzaam-
cen in Duitsland
oeding.
te Bloemendaal.
r van der Kraan,
ies
ele eisen stellen.
(3 versies van
i schakelingen
le lijst eens
roefrit!
|eale gezinswagen,
axe uitvoering.
(Van een onzer verslaggevers)
EINDHOVEN Ongeveer driehonderd meisjes, leerlingen van
I je hoogste klassen van middelbare scholen, hebben in Eindhovens
I Technische Hogeschool laten zien, dat ze haar technische
mannetjes staan. Ze hebben keihard gewerkt aan de inrichting van
ecn biometrisch centrum in tien groepen.
|Ze deden dat zo verbluffend fris, origineel en ingenieus, dat
projectleider dr. H. Hogerzeil directeur van de medische dienst van
philips, er diep van onder de indruk was. Hij heeft de uitgewerkte
projecten meegenomen. Philips bouwt immers op het ogenblik
zulk een centrum.
Jammer, dat dit niet een jaar eerder is gebeurd. Er zitten in het
werk van deze meisjes heel wat ideeën, die uitstekend te gebruiken
I zijn". En daarmee waren de drie kennismakingsdagen voor
middelbare meisjesscholieren met de Technische Hogeschool een
duidelijk fiks succes geworden. De projecten zijn voorbereid door een
intensief contact van groepen meisjes met de zeven afdelingen
van de Technische Hogeschool. Daar verdiepten ze zich in de
Sijdragen die de verschillende studierichtingen kunnen leveren aan
inrichting van een biometrisch centrum. Dat was de basis, waarop
■tien projecten ontstonden. Dat, en die informatie, die zij, al werkende
li en discussiërende konden krijgen bij een inlichtingencentrum
«van deskundigen.
';De jonge dames waren voor de kennismaking uit alle delen van
Nederland naar Eindhoven gekomen. De meesten bleken precies te
«eten waarom ze een technische studie na de middelbare
ithooltijd overwegen. Ook lieten ze zich niet met het bekende
kluitje in het riet sturen, toen een hooggeleerde inleidster ze alle
irjumenten voorschotelde waarom de techniekstudie niets is voor
vrouwen. De jonge dames verdrongen zich rond de microfoons
om dat eens even messcherp te ontzenuwen. De hartstochten laaiden
[zelfs hoog op, toen de inleidster, die discussiestof wilde leveren,
ook nog zei morticus tegen gehuwde werkende vrouwen te zijn.
[|De scholieren vertelden, dat het juist de maatschappij is,
lie het vrouwen moeilijk maakt techniek te gaan studeren.
„Het bedrijfsleven wil meestal geen vrouwelijke ingenieurs
■lebben", zo stelden ze, waarmee ze een bedenkelijk stuk
discriminatie in het hart troffen.
literaard ging men ook het vraagstuk van de verantwoordelijkheid
van de wetenschappelijke onderzoeken niet uit de weg.
Era onderwerp, dat de jeugdige vrouwelijke gasten van de Eindhovense
Technische Hogeschool kennelijk niet vreemd was. Ze hadden er,
aak, uitgesproken meningen over en staken die niet onder stoelen
li banken. En toen de tijd van gaan gekomen was, werd duidelijk,
lat heel wat van die meisjes het komende academische jaar
laat intreden gaan doen in een van de drie Nederlandse Technische
Hogescholen. De kennismaking was prima bevallen.
Met alleen geldt dat voor de middelbare scholieren zelf,
laar ook voor alle „wetenschappers" die eraan hebben meegewerkt.
Ik heb nog zelden zo'n prachtig studie-weekend meegemaakt zei
Ito hunner. Zijn collega's onderstreepten dit.
(Van een onzer verslaggevers)
ENSCHEDE - De technische ho
geschool rekent erop, dit jaar ze
ker 15 meisjes als studenten te
kunnen inschrijven. De nog maar
zes jaar oude Twentse hoge
school zal daardoor tegen het
eind van dit jaar bezig zijn een
kleine 40 jonge vrouwen in te
wijden in de wetenschappelijke
geheimen van de techniek.
Verleden jaar kwamen 215 vrou
welijke middelbare scholieren uit
het hele land in het kader van de
voorlichtingsactie naar Twente. On
der die 215 meisjes werd tijdens de
ze voorlichtingsdagen van verleden
jaar een enquête gehouden. Van de
215 bezoeksters kwamen er 115
naar de oriëntatiedagen, omdat ze
De vrouwelijke technische stu
dent: Niet meer lang gerokt zo
als rond 1900, ook niet altijd in
een lange broek, maar gewoon
een meisje van 1970.
belangstelling hadden voor een na
tuurwetenschappelijke studie. Een
40 tal ging nog verder en sprak
zelfs van belangstelling voor een
studie aan een technische hoge
school. Zeven meisjes waren eigen
lijk al van plan om aan de T.H.
Twente te gaan studeren. Ze hadden
daarmee gekozen voor een studie
aan een campus-hogeschool, de
enige in Nederland.
Bij toelating betekent dat tenmin
ste twee jaar verplicht wonen in
de studentenflats op het terrein
van de hogeschool. In hun geval:
wonen in de speciale meisjesstu
dentenflats klein eiland in een
mannengemeenschap van ruim
1450 collega's. De 15 eerstejaars
van dit jaar zullen straks 23 oude
rejaarsstudentes tegenkomen.
Een groot aantal van hen stu
deert chemische technologie. En
dat is wel begrijpelijk. Deze studie
richting immers spreekt vrouwen
nu eenmaal meer aan dan werk
tuigbouwkunde of elektrotechniek.
Als de voortekenen niet bedriegen
gaat ook dat trouwens veranderen
De laatste aanmeldingen spreken
van meer gespreide belangstelling
en moedige voorspellers noemen
dat een emancipatiesucces.
Van de studentes in de chemische
technologie hebben er inmiddels
twee het in Nederland nog steeds
vrij unieke baccalaureaats-diploma
behaald. En wat niet in de statis
tieken staat: de meeste THT-
studentes zijn verloofd. Met THT-
studenten. Om nog even op die en
quête terug te komen: 17 meisjes
bleven afwijzend tegenover een
technische studie staan. Maar 130
vonden het na de voorlichtingsda
gen toch allemaal wel interessant
en 44 scholieren waren nu vast van
plan aan een TH te gaan studeren.
(Van een onzer verslaggevers)
DELFT Van de 9600 studenten aan de technische hoge
school van Delft zijn er slechts 175 meisjes. „Dat is veel te
weinig", zegt een van de decanen, „en er is geen enkele aan
leiding voor. Per slot van zaken zijn er nu eenmaal net zo
veel jongens als meisjes".
Er bestaat nog een groot maatschappelijk verzet tegen de tech
nische studie door meisjes. Nog te veel wordt dat „technische" geï
dentificeerd met „baggermolen, fabriek, ruw mannenwerk". Toch
is de wetenschapsbeoefening, het hersenwerk, iets wat een vrouw
net zo goed kan doen. „Omdat een vrouw andere denkbeelden heeft
dan een man, zou zij een belangrijke inbreng kunnen hebben in de
technische studie".
Het aantal vrouwelijke studenten
dat zich aanmeldt voor een techni
sche studie wordt ieder jaar groter.
De drie technische hogescholen
houden gezamenlijk de jaarlijkse
voorlichtingsdagen, beurtelings in
Delft, Eindhoven of Twente. Tevens
worden er dagen gehouden voor de
canen van middelbare scholen. Zo
doende kunnen steeds meer meis
jes een juist beeld krijgen van die
technische studie.
Van de jongens in Delft maakt on
geveer zestig procent de studie af.
Dat dit getal voor de meisjes lager
is (35 tot 40 procent) komt omdat
velen tijdens hun studie trouwen.
Van de meisjes in Delft studeert
65 procent bouwkunde. Een klein
aantal doet natuur- en scheikunde,
terwijl op nagenoeg alle andere af
delingen wel een of enkele meisjes
studeren. Alleen op mijnbouwkun
de zijn geen meisjes, omdat daar
voor ondergrondse praktisch werk
gedaan moet worden en in Neder
land mogen vrouwen niet onder de
grond werken. De voorkeur voor
bouwkunde is te verklaren uit de
geringe kennis van wiskunde die
daar in Delft bij nodig is. Tevens
worden de meisjes aangetrokken
door de artistieke en sociologische
aspecten van de bouwkundestudie.
Mogelijk drukt de maatschappij
hier toch ook een stempel op. Na
tuurkunde klinkt nu eenmaal wat
vrouwelijker dan electroteehniek.
Overigens waren bijna alle meis
jesstudenten van voor de oorlog te
vinden op de scheikunde-afdeling.
Bouwkunde deed toen niemand.
De vrouwelijke studenten in Delft
zijn bijna allemaal georganiseerd
in de Delftsche vrouwelijke studen
tenvereniging. De vereniging fun
geert als opvangcentrum voor de
eerstejaars en als de plaats waar
de meisjes gezelligheid kunnen vin
den. De meeste andere studenten
verenigingen zijn wel open voor de
vrouwelijke studenten, maar daar
wordt weinig gebruik van gemaakt.
Ook al weer vanwege die ongunsti
ge verhouding jongens- meisjes.
Via de vrouwelijke studentenver
eniging nemen de meisjes evenwel
deel aan bijna alle activiteiten zo
als toneel en sport. Ook in alle
commissies zijn de meisjes verte
genwoordigd.
Over de huisvesting zijn ze nog
niet erg tevreden. Vooral voor ge
huwde studenten is het moeilijk
een woning te krijgen. Van de
meisjes woont zesenveertig pro
eent in een aantal meisjestehuizen
en in groepjes bij elkaar. De rest
woont verspreid over de stad en
omgeving. In een studentenhuis,
dat tot voor kort alleen mannelijke
inwoners telde, is men nu bezig
met een officieel experiment, één
verdieping kent thans een gemeng
de bevolking, omdat er enkele
meisjes zijn „ingestemd". Maar
als een van de jongens bezwaar
maakt, is het afgelopen.
Elk jaar studeren er aan de
Delftse T.H. ongeveer vijf meisjes
af. Wat doen zij daarna? Het blijkt
dat de maatschappij nogal afwe
rend staat tegenover de vrouwelij
ke ingenieur. De bereidheid van
vele bedrijven om hen aan te ne
men is alleen maar een fagaide
„Ze houden de arbeiders van het
werk, ze krijgen kinderen, er is al
tijd wat mee". In Nederland zijn
275 vrouwelijke ingenieurs werk
zaam. De meesten van hen werken
bij het onderwijs, universiteiten en
middelbaar onderwijs, en bij over
heidsorganen. Dat zij bij vele in
stanties niet van harte aanvaard
worden, ligt in de lijn van het al
gemene proces van de werkende
(gehuwde) vrouw.
Veel meisjesstudenten trouwen
tijdens hun studieperiode. Zij die
na hun studie trouwen blijven wel
werken, al is het maar voor halve
dagen. „Je hebt tenslotte niet voor
niets zeven jaar gestudeerd". Ook
als er kinderen komen willen ze
toch niet geheel uitgeschakeld wor
den, om daarmee het wetenschap
pelijk contact niet te verliezen. Bij
de vrouw is het carrière-maken niet
zo belangrijk. Zij voelt zich wat
meer tot de mensen aangetrokken
en kijkt niet in de eerste plaats
naar geld. Overigens wordt de ge
huwde student een steeds meer
aanvaard verschijnsel. Binnen en
kele jaren zal vijfentwintig pro
cent van de studenten getrouwd
zijn.
De Technische Hogeschool van
Delft dateert van 1842. De vrouwe
lijke studenten vereniging werd op
gericht in 1900. Het aantal vrouwe
lijke studentenvereniging werd op-
jaren even hoog als nu. Toen stu
deerden de meisjes echter nage
noeg alleen scheikunde en als zij
na hun studie trouwden, stopten ze
met hun werk.
De verhouding jongens- meisjes
laat nog wel het een en ander te
wensen over. Een van de meisjes
zegt: „Ze laten de bank naast je
open, ze kijken naar je, soms gaat
er een zelfs weg als je naast hem
gaat zitten. Zolang de verhouding
zo idioot blijft, voel je je vaak een
eenling en moet je sterk in je
schoenen staan. De meeste meisjes
veranderen er door. Ze worden of
stiller, of gehaaider. Alleen op de
afdeling bouwkunde is de situatie
een beetje normaal, omdat daar
tien proeent meisjes is".
Een studentendecaan: „Het is
hier een mannengemeenschap. Be
grippen als tederheid en ridderlijk
heid zijn vrij onbekend. Die ge
meenschap verruwt. Een betere
verhouding man- vrouw en een be
ter omgaan met de sexualiteit zijn
alleen mogelijk in een beter ge
mengde gemeenschap.
Wat voor meisjes zijn het die aan
de T.H. studeren? Ze zeggen zelf:
„Iedereen denkt dat het vreselijk
geleerd is, dat het loodzwaar is,
dat wij altijd met een broek aan
lopen, dat we een soort Kenaus
zijn".
De waarheid is anders. Het zijn
gewone meisjes, hardwerkend,
actief, die overal aan mee willen
doen. Gewone meisjes, met ui
tersten naar alle kanten. Zowel
vlindertjes als blauwkousen.
».g. 2037-2391
1258, b.g.g. 3528
t. 3184
I) 1473-1639
PiGO, b.g.g. 2343
ik de coupon nu
Iteraard alle
r keus.
hwjaar
7-K-6»l
I te
(Van een onzer verslaggevers)
HELMOND „U kunt gerust zeggen, dat niemand in Ne
derland, de gemeente niet en het departement niet, precies
kan zeggen hoeveel geestelijk gestoorde kinderen er in Ne
derland zijn, alle cijfers berusten op schattingen. Zodoende
komt men tot een getal van 220.0000 ongeveer. Het is geen
vuistregel, maar men is langzamerhand gekomen tot de con
clusie dat ongeveer 2,2 tot 2,4 procent van de geboorten
geestelijk gestoorde kinderen zijn.
Voor die kinderen bestaan nu drie verenigingen: Voor het zor
genkind, Philadelphia en Helpt elkander. Samenwerking heeft in
de loop der jaren al heel wat goeds opgeleverd.
1bekger
Zo'n oudervereniging ach, ze heb
ben me daarbij geprutst op een ge
geven moment. Ik had toen eigen
lijk geen reden om me daar per
soonlijk erg druk over te maken,
gevallen van zware debiliteit bij
voorbeeld kende ik helemaal niet.
Maar dan ga je iets heel belang
rijks ontdekken. Het is eigenlijk
helemaal niet zo moeilijk als je
maar luisteren wilt. Die mensen
moeten hun noden kwijt. Die men
sen moeten geholpen worden, ge
holpen met de idee dat hun kind in
de maatschappij staat als mens, ge
woon als mens en dat is de hele
zaak waar het om draait niet als
een soort circusobject".
Mr. H. Berger, een jonge 68-er,
advocaat-procureur in Helmond,
vice-voorzitter van de rooms-katho-
lieke vereniging Voor het zorgen
kind, tikt nadrukkelijk op zijn bu
reau om zijn woorden kracht bij te
zetten.
„We hebben met de drie vereni
gingen als pressuregroep in de loop
der jaren veel weten te bereiken.
Er zijn kleuterscholen gekomen,
kleuterdagverblijven, pensionver-
vangende tehuizen. Er zijn prach
tige sociale werkplaatsen gekomen.
Daar verdienen die kinderen aar
dig als ze een zekere produktie kun
nen volbrengen. Maar dan komt er
weer een zorgenvraag bij de ou
ders: wat nu? Wat moet er met
dat geld gebeuren? Op een spaar
bankboekje zetten voor later? En
dan kom ik meteen aan een groot
juridisch probleem. Want wat
moet er nu gebeuren als het kind
meerderjarig is? In de wet het
nieuwe burgerlijk wetboek van 1
januari 1970 is niets geregeld.
Een voorbeeld: een man sterft,
heeft een dochter van 32, zijn eni
ge erfgename. Die dochter is zwaar
debiel. Die man heeft nooit ge
zorgd dat zijn kind onder curatele
werd gesteld. Wat nu? Daar zit je
dan weer hè. Nog iets anders.
Mensen komen bij me en zeggen:
ons Marietje, een zwaar gestoord
kind, heeft drieduizend gulden op
haar spaarbankboekje. Nu is ze op
de werkplaats en ja, er zijn altijd
mensen die er op uit zijn, die gaan
met Marietje uit en zeggen: luister
eens kun je me geen honderd gul
den lenen. Marietje geeft die hon
derd gulden. Toevallig heeft ze op
de school haar handtekening leren
zetten. De postambtenaar die moet
uitbetalen, zegt geen nee. Wat nu?
Het is even stil in de werkkamer
van mr. Berger. Het schelle dag
licht spiegelt in een oude kaart van
Parijs aan de muur. „Mijn ant
woord is dan meestal en het is
een vervelend antwoord je kunt
haar onder curatele stellen.. Maar
dat kost zo verrekt veel geld. De
procedure van onder curatele stel
len is duur en als je praat over 2000
gulden dan ben je er al achthon
derd kwijt om het kind onder cura
tele gesteld te krijgen".
„Dit probleem is aan de orde ge
komen toen we met juristen van de
ouderverenigingen en met verte
genwoordigers van de sociaal-peda
gogische diensten bij elkaar waren
voordat het nieuwe burgerlijk wet
boek zou worden ingevoerd. Toen
hebben we de vaste commissie at
tent gemaakt op enkele dingen die
ons benauwden omdat daaraan in
dat nieuwe burgerlijk wetboek te
weinig aandacht was geschonken.
Het gaat om zo'n 200.000 mensen
in Nederland. Daar komt nog bij
dat natuurlijk bij de minder be
deelden het aantal kinderen groter
is dan bij de beter gefortuneerden,
want die maken maar vijf procent
van de bevolking uit. De rest is
aardig in welstand, maar het is
ook weer niet zo dat die mensen
over grote bedragen beschikken.
Juist die zitten met dat probleem".
Het probleem doemt dus niet
alleen op als beide ouders dood
zijn
„Nee, ook als het kind meerder
jarig wordt. Kijk, volgens de oude
wet moest je voor een huwelijk als
je minderjarig was, dus nog geen
21, toestemming hebben van de ou
ders. Dat moet nog. Maar tussen
je 21ste en 28«te jaar moest je ook
nog steeds toestemming hebben,
met dien verstande, dat de ouders
het niet tegen konden houden, want
je kon van de kantonrechter toe
stemming krijgen om te trouwen
en dat lukte praktisch altijd. Maar
die rem hadden deze mensen wel".
„Stel je nu voor dat een of ander
meisje, flink debiel, door een jon
gen wordt opgevrijd. Hij wil met
haar trouwen, maar de ouders zeg
gen: dat kind gaat haar ongeluk te
gemoet, dat wordt niets. Vroeger
konden die ouders zich dan verzet
ten en dan was er een gerede kans
dat de kantonrechter in zo'n geval
de toestemming niet gaf. Maar nu
is die leeftijd van 28 gesteld op 21.
Bekijk nu die nieuwe wet eens, met
geestelijke gestoordheid wordt
nauwelijks rekening gehouden.
Goed, je kunt het huwelijk stuiten,
maar dat is me een procedure zeg.
En daar ligt dus wat dit B.W. be
treft ook onze angst".
„Of stel je voor dórt een flink ge
fortuneerd, maar gestoord, meisje
door een of andere schurk wordt
opgevrijd. Ze is 21, dus volgens de
wet volkomen vrij en handelings-
bekwaam en staat niet onder cura
tele. Dan zou zo'n vent de kans
kunnen zien om met zo'n kind naar
Schotland te gaan en daar domweg
te trouwen. En wat doe je daar
aan? Dat is echt gebeurd, al is het
een uitzondering".
„Waar het ons om ging en gaat
is dit: is er nu geen modus te vin
den waarbij in de wet de onder-cu
ratele-stelling gemakkelijker gaat.
Sn die oinder-curatelestellirig wordt
pas urgent als het kind meerderja
rig wordt. In die gevallen die ik u
noemde is er niets te doen. Natuur
lijk de gewone onder-curatelestel
ling en die wet is in zoverre gewij
zigd dat er vroeger stond dat je on
der curatele kon worden gesteld
wegens zwakheid van vermogens,
razernij, onnozelheid of weet ik wat
voor prachtige woorden allemaal.
Dat is nu veranderd in geestelijk
gestoord. Dat is een breed begrip
en daar is in de kamer ook wel te
gen geageerd. Wanneer is zo ie
mand nu geestelijk gestoord? Nu
kan de rechter een psychiater of
een psycholoog inschakelen om te
onderzoeken in hoeverre onder-cu
ratelestelling echt nodig is. Dat
neemt niet weg dat het nog steeds
een heel dure procedure is".
„Iedereen kan opwerpen dat het
toch mogelijk is om, onder een be
paald inkomen, gratis te procede
ren. Ja, dat is zo, maar ik heb het
nog nooit meegemaakt dat men in
zo'n geval naar het bureau rechts
bijstand ging".
De oplossing zou dus moeten zijn
een automatisch onder-curatele
stelling op het 21e jaar van deze
kinderen?
„Ja, maar hoe zou dat moeten
gebeuren? De ouders dwingen op
het gemeentehuis aan te gaan ge
ven dat hun kind geestelijk ge
stoord is? De huisartsen of school
artsen een meldingsplicht opleg
gen? Dan zul je eens wat beleven.
Dan ontketen je een storm. Dan
zegt de arts: „Ambtsgeheim, dat
kan ik niet doen". Bovendien zou
je daar ook sancties op moeten
stellen. Neen, onze gedachtengang
was anders. Behalve de naaste
bloedverwanten kan ook de officier
van justitie curatele aanvragen.
Als die officier van justitie nu eens
'wist dat er gestoorde kinderen zijn
die 21 worden de officier heeft
toezicht op de ambtenaren van de
burgerlijke stand. En die officier
vraagt onder-curatelestelling aan,
na onderzoek of het nodig is, na
tuurlijk. Zo'n onderzoek zou een
koud kunstje zijn met al die peda
gogische diensten. Dat zou een
prachtoplossing zijn, maar je zit er
tevens mee bij het eerste probleem:
de burgerlijke stand weet helemaal
niet hoeveel geestelijk gestoorde
kinderen er zijn.
Daar zit je weer vast. Er is ge
woon te weinig aandacht voor deze
kinderen en hun problemen".
Weer valt een stilte in mr. Ber
gers werkkamer. Zijn woorden we
gen zwaar. Ze vormen een beschul
diging aan onze maatschappij, die
liever met een boog om deze pro
blemen heen gaat. Uit gemak
zucht? Uit angst?
„Die onder-curatelestelling is
niet het enige probleem. Er is door
een van de kamerleden aan de mi
nister gevraagd of dit artikel in het
nieuwe B.W. niet wat moest wor
den uitgebreid. Nee, zei de minis
ter, want de nieuwe krankzinnigen
wet staat op stapel en die zal in een
heleboel dingen gaan voorzien, ook
op het gebied van de curatele. Dat
is mooi, maar die wet zou al voor
1970 worden ingediend en dat is
nog niet gebeurd".
„Nee, er is meer. Neem nu bij
voorbeeld verzekeringen. WA-ver-
zekeringen sluiten zo'n kind heel
vaak uit. En je kunt die maat
schappijen niet dwingen".
„Dan is er nog een punt, het suc
cessierecht. Deze kinderen betalen
evenveel als normale kinderen, ter
wijl ze toch hun hele leven meer
geld nodig hebben en minder geld
zullen kunnen verdienen dan een
normaal kind. Misschien is er iets
aan deze problemen te doen maar
dan zullen we een nog sterkere
pressure-groep moeten vormen. En
dat kan. Nog veel te weinig ouders
zijn lid. Gaat u maar na. Er zijn
zo'n 200.000 van deze kinderen, zo'n
veertig procent is katholiek. Dat
komt neer op zo'n 80.000 katholie
ke ouders. En wij, Voor het zor
genkind, hebben maar 12.000 leden,
en hetzelfde geldt voor de twee an
dere verenigingen. De hoofdzaak
daarvan ligt geloof ik in de onbe
kendheid met onze vereniging en
daarbij komt dan de houding van
velen: nou ja, zij doen het wel. Dat
is het ergste".
„Nog een kwestie is: de betere
standen willen wel hun contributie
betalen maar je ziet ze nooit op
vergaderingen. Ik begrijp het wel,
maar verdomme, je moet het an
ders bekijken; het is een plicht die
op je rust. Ze komen alleen op (ie
vergaderingen als iemand er komt
spreken over de fiscale voordelen.
Je zit met een algemeen probleem,
voor iedereen, en of je nu meer of
minder ontwikkeld bent dat maakt
aan het schrijnende van dit pro
bleem niets uit".