ick TECHNISCHE HOGESCHOLEN: Nog te weinig vrouwelijk schoon e Zorgenkinderen ïjn geen ircusobjecten Bedrijfsleven is niet gesteld op vrouwelijke ingenieurs Studente krijgt bredere belangstelling STUDIEWEEKEIND TH EINDHOVEN: bouwkunde voorkeur huisvesting moeilijk mannengemeenschap I pel Kadett. N.V. ien N.V. groot probleem voorbeelden successierecht Vi DE STEM VAN ZATERDAG 28 MAART 1970 fzaamheden itsland voor werkzaam- cen in Duitsland oeding. te Bloemendaal. r van der Kraan, ies ele eisen stellen. (3 versies van i schakelingen le lijst eens roefrit! |eale gezinswagen, axe uitvoering. (Van een onzer verslaggevers) EINDHOVEN Ongeveer driehonderd meisjes, leerlingen van I je hoogste klassen van middelbare scholen, hebben in Eindhovens I Technische Hogeschool laten zien, dat ze haar technische mannetjes staan. Ze hebben keihard gewerkt aan de inrichting van ecn biometrisch centrum in tien groepen. |Ze deden dat zo verbluffend fris, origineel en ingenieus, dat projectleider dr. H. Hogerzeil directeur van de medische dienst van philips, er diep van onder de indruk was. Hij heeft de uitgewerkte projecten meegenomen. Philips bouwt immers op het ogenblik zulk een centrum. Jammer, dat dit niet een jaar eerder is gebeurd. Er zitten in het werk van deze meisjes heel wat ideeën, die uitstekend te gebruiken I zijn". En daarmee waren de drie kennismakingsdagen voor middelbare meisjesscholieren met de Technische Hogeschool een duidelijk fiks succes geworden. De projecten zijn voorbereid door een intensief contact van groepen meisjes met de zeven afdelingen van de Technische Hogeschool. Daar verdiepten ze zich in de Sijdragen die de verschillende studierichtingen kunnen leveren aan inrichting van een biometrisch centrum. Dat was de basis, waarop ■tien projecten ontstonden. Dat, en die informatie, die zij, al werkende li en discussiërende konden krijgen bij een inlichtingencentrum «van deskundigen. ';De jonge dames waren voor de kennismaking uit alle delen van Nederland naar Eindhoven gekomen. De meesten bleken precies te «eten waarom ze een technische studie na de middelbare ithooltijd overwegen. Ook lieten ze zich niet met het bekende kluitje in het riet sturen, toen een hooggeleerde inleidster ze alle irjumenten voorschotelde waarom de techniekstudie niets is voor vrouwen. De jonge dames verdrongen zich rond de microfoons om dat eens even messcherp te ontzenuwen. De hartstochten laaiden [zelfs hoog op, toen de inleidster, die discussiestof wilde leveren, ook nog zei morticus tegen gehuwde werkende vrouwen te zijn. [|De scholieren vertelden, dat het juist de maatschappij is, lie het vrouwen moeilijk maakt techniek te gaan studeren. „Het bedrijfsleven wil meestal geen vrouwelijke ingenieurs ■lebben", zo stelden ze, waarmee ze een bedenkelijk stuk discriminatie in het hart troffen. literaard ging men ook het vraagstuk van de verantwoordelijkheid van de wetenschappelijke onderzoeken niet uit de weg. Era onderwerp, dat de jeugdige vrouwelijke gasten van de Eindhovense Technische Hogeschool kennelijk niet vreemd was. Ze hadden er, aak, uitgesproken meningen over en staken die niet onder stoelen li banken. En toen de tijd van gaan gekomen was, werd duidelijk, lat heel wat van die meisjes het komende academische jaar laat intreden gaan doen in een van de drie Nederlandse Technische Hogescholen. De kennismaking was prima bevallen. Met alleen geldt dat voor de middelbare scholieren zelf, laar ook voor alle „wetenschappers" die eraan hebben meegewerkt. Ik heb nog zelden zo'n prachtig studie-weekend meegemaakt zei Ito hunner. Zijn collega's onderstreepten dit. (Van een onzer verslaggevers) ENSCHEDE - De technische ho geschool rekent erop, dit jaar ze ker 15 meisjes als studenten te kunnen inschrijven. De nog maar zes jaar oude Twentse hoge school zal daardoor tegen het eind van dit jaar bezig zijn een kleine 40 jonge vrouwen in te wijden in de wetenschappelijke geheimen van de techniek. Verleden jaar kwamen 215 vrou welijke middelbare scholieren uit het hele land in het kader van de voorlichtingsactie naar Twente. On der die 215 meisjes werd tijdens de ze voorlichtingsdagen van verleden jaar een enquête gehouden. Van de 215 bezoeksters kwamen er 115 naar de oriëntatiedagen, omdat ze De vrouwelijke technische stu dent: Niet meer lang gerokt zo als rond 1900, ook niet altijd in een lange broek, maar gewoon een meisje van 1970. belangstelling hadden voor een na tuurwetenschappelijke studie. Een 40 tal ging nog verder en sprak zelfs van belangstelling voor een studie aan een technische hoge school. Zeven meisjes waren eigen lijk al van plan om aan de T.H. Twente te gaan studeren. Ze hadden daarmee gekozen voor een studie aan een campus-hogeschool, de enige in Nederland. Bij toelating betekent dat tenmin ste twee jaar verplicht wonen in de studentenflats op het terrein van de hogeschool. In hun geval: wonen in de speciale meisjesstu dentenflats klein eiland in een mannengemeenschap van ruim 1450 collega's. De 15 eerstejaars van dit jaar zullen straks 23 oude rejaarsstudentes tegenkomen. Een groot aantal van hen stu deert chemische technologie. En dat is wel begrijpelijk. Deze studie richting immers spreekt vrouwen nu eenmaal meer aan dan werk tuigbouwkunde of elektrotechniek. Als de voortekenen niet bedriegen gaat ook dat trouwens veranderen De laatste aanmeldingen spreken van meer gespreide belangstelling en moedige voorspellers noemen dat een emancipatiesucces. Van de studentes in de chemische technologie hebben er inmiddels twee het in Nederland nog steeds vrij unieke baccalaureaats-diploma behaald. En wat niet in de statis tieken staat: de meeste THT- studentes zijn verloofd. Met THT- studenten. Om nog even op die en quête terug te komen: 17 meisjes bleven afwijzend tegenover een technische studie staan. Maar 130 vonden het na de voorlichtingsda gen toch allemaal wel interessant en 44 scholieren waren nu vast van plan aan een TH te gaan studeren. (Van een onzer verslaggevers) DELFT Van de 9600 studenten aan de technische hoge school van Delft zijn er slechts 175 meisjes. „Dat is veel te weinig", zegt een van de decanen, „en er is geen enkele aan leiding voor. Per slot van zaken zijn er nu eenmaal net zo veel jongens als meisjes". Er bestaat nog een groot maatschappelijk verzet tegen de tech nische studie door meisjes. Nog te veel wordt dat „technische" geï dentificeerd met „baggermolen, fabriek, ruw mannenwerk". Toch is de wetenschapsbeoefening, het hersenwerk, iets wat een vrouw net zo goed kan doen. „Omdat een vrouw andere denkbeelden heeft dan een man, zou zij een belangrijke inbreng kunnen hebben in de technische studie". Het aantal vrouwelijke studenten dat zich aanmeldt voor een techni sche studie wordt ieder jaar groter. De drie technische hogescholen houden gezamenlijk de jaarlijkse voorlichtingsdagen, beurtelings in Delft, Eindhoven of Twente. Tevens worden er dagen gehouden voor de canen van middelbare scholen. Zo doende kunnen steeds meer meis jes een juist beeld krijgen van die technische studie. Van de jongens in Delft maakt on geveer zestig procent de studie af. Dat dit getal voor de meisjes lager is (35 tot 40 procent) komt omdat velen tijdens hun studie trouwen. Van de meisjes in Delft studeert 65 procent bouwkunde. Een klein aantal doet natuur- en scheikunde, terwijl op nagenoeg alle andere af delingen wel een of enkele meisjes studeren. Alleen op mijnbouwkun de zijn geen meisjes, omdat daar voor ondergrondse praktisch werk gedaan moet worden en in Neder land mogen vrouwen niet onder de grond werken. De voorkeur voor bouwkunde is te verklaren uit de geringe kennis van wiskunde die daar in Delft bij nodig is. Tevens worden de meisjes aangetrokken door de artistieke en sociologische aspecten van de bouwkundestudie. Mogelijk drukt de maatschappij hier toch ook een stempel op. Na tuurkunde klinkt nu eenmaal wat vrouwelijker dan electroteehniek. Overigens waren bijna alle meis jesstudenten van voor de oorlog te vinden op de scheikunde-afdeling. Bouwkunde deed toen niemand. De vrouwelijke studenten in Delft zijn bijna allemaal georganiseerd in de Delftsche vrouwelijke studen tenvereniging. De vereniging fun geert als opvangcentrum voor de eerstejaars en als de plaats waar de meisjes gezelligheid kunnen vin den. De meeste andere studenten verenigingen zijn wel open voor de vrouwelijke studenten, maar daar wordt weinig gebruik van gemaakt. Ook al weer vanwege die ongunsti ge verhouding jongens- meisjes. Via de vrouwelijke studentenver eniging nemen de meisjes evenwel deel aan bijna alle activiteiten zo als toneel en sport. Ook in alle commissies zijn de meisjes verte genwoordigd. Over de huisvesting zijn ze nog niet erg tevreden. Vooral voor ge huwde studenten is het moeilijk een woning te krijgen. Van de meisjes woont zesenveertig pro eent in een aantal meisjestehuizen en in groepjes bij elkaar. De rest woont verspreid over de stad en omgeving. In een studentenhuis, dat tot voor kort alleen mannelijke inwoners telde, is men nu bezig met een officieel experiment, één verdieping kent thans een gemeng de bevolking, omdat er enkele meisjes zijn „ingestemd". Maar als een van de jongens bezwaar maakt, is het afgelopen. Elk jaar studeren er aan de Delftse T.H. ongeveer vijf meisjes af. Wat doen zij daarna? Het blijkt dat de maatschappij nogal afwe rend staat tegenover de vrouwelij ke ingenieur. De bereidheid van vele bedrijven om hen aan te ne men is alleen maar een fagaide „Ze houden de arbeiders van het werk, ze krijgen kinderen, er is al tijd wat mee". In Nederland zijn 275 vrouwelijke ingenieurs werk zaam. De meesten van hen werken bij het onderwijs, universiteiten en middelbaar onderwijs, en bij over heidsorganen. Dat zij bij vele in stanties niet van harte aanvaard worden, ligt in de lijn van het al gemene proces van de werkende (gehuwde) vrouw. Veel meisjesstudenten trouwen tijdens hun studieperiode. Zij die na hun studie trouwen blijven wel werken, al is het maar voor halve dagen. „Je hebt tenslotte niet voor niets zeven jaar gestudeerd". Ook als er kinderen komen willen ze toch niet geheel uitgeschakeld wor den, om daarmee het wetenschap pelijk contact niet te verliezen. Bij de vrouw is het carrière-maken niet zo belangrijk. Zij voelt zich wat meer tot de mensen aangetrokken en kijkt niet in de eerste plaats naar geld. Overigens wordt de ge huwde student een steeds meer aanvaard verschijnsel. Binnen en kele jaren zal vijfentwintig pro cent van de studenten getrouwd zijn. De Technische Hogeschool van Delft dateert van 1842. De vrouwe lijke studenten vereniging werd op gericht in 1900. Het aantal vrouwe lijke studentenvereniging werd op- jaren even hoog als nu. Toen stu deerden de meisjes echter nage noeg alleen scheikunde en als zij na hun studie trouwden, stopten ze met hun werk. De verhouding jongens- meisjes laat nog wel het een en ander te wensen over. Een van de meisjes zegt: „Ze laten de bank naast je open, ze kijken naar je, soms gaat er een zelfs weg als je naast hem gaat zitten. Zolang de verhouding zo idioot blijft, voel je je vaak een eenling en moet je sterk in je schoenen staan. De meeste meisjes veranderen er door. Ze worden of stiller, of gehaaider. Alleen op de afdeling bouwkunde is de situatie een beetje normaal, omdat daar tien proeent meisjes is". Een studentendecaan: „Het is hier een mannengemeenschap. Be grippen als tederheid en ridderlijk heid zijn vrij onbekend. Die ge meenschap verruwt. Een betere verhouding man- vrouw en een be ter omgaan met de sexualiteit zijn alleen mogelijk in een beter ge mengde gemeenschap. Wat voor meisjes zijn het die aan de T.H. studeren? Ze zeggen zelf: „Iedereen denkt dat het vreselijk geleerd is, dat het loodzwaar is, dat wij altijd met een broek aan lopen, dat we een soort Kenaus zijn". De waarheid is anders. Het zijn gewone meisjes, hardwerkend, actief, die overal aan mee willen doen. Gewone meisjes, met ui tersten naar alle kanten. Zowel vlindertjes als blauwkousen. ».g. 2037-2391 1258, b.g.g. 3528 t. 3184 I) 1473-1639 PiGO, b.g.g. 2343 ik de coupon nu Iteraard alle r keus. hwjaar 7-K-6»l I te (Van een onzer verslaggevers) HELMOND „U kunt gerust zeggen, dat niemand in Ne derland, de gemeente niet en het departement niet, precies kan zeggen hoeveel geestelijk gestoorde kinderen er in Ne derland zijn, alle cijfers berusten op schattingen. Zodoende komt men tot een getal van 220.0000 ongeveer. Het is geen vuistregel, maar men is langzamerhand gekomen tot de con clusie dat ongeveer 2,2 tot 2,4 procent van de geboorten geestelijk gestoorde kinderen zijn. Voor die kinderen bestaan nu drie verenigingen: Voor het zor genkind, Philadelphia en Helpt elkander. Samenwerking heeft in de loop der jaren al heel wat goeds opgeleverd. 1bekger Zo'n oudervereniging ach, ze heb ben me daarbij geprutst op een ge geven moment. Ik had toen eigen lijk geen reden om me daar per soonlijk erg druk over te maken, gevallen van zware debiliteit bij voorbeeld kende ik helemaal niet. Maar dan ga je iets heel belang rijks ontdekken. Het is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk als je maar luisteren wilt. Die mensen moeten hun noden kwijt. Die men sen moeten geholpen worden, ge holpen met de idee dat hun kind in de maatschappij staat als mens, ge woon als mens en dat is de hele zaak waar het om draait niet als een soort circusobject". Mr. H. Berger, een jonge 68-er, advocaat-procureur in Helmond, vice-voorzitter van de rooms-katho- lieke vereniging Voor het zorgen kind, tikt nadrukkelijk op zijn bu reau om zijn woorden kracht bij te zetten. „We hebben met de drie vereni gingen als pressuregroep in de loop der jaren veel weten te bereiken. Er zijn kleuterscholen gekomen, kleuterdagverblijven, pensionver- vangende tehuizen. Er zijn prach tige sociale werkplaatsen gekomen. Daar verdienen die kinderen aar dig als ze een zekere produktie kun nen volbrengen. Maar dan komt er weer een zorgenvraag bij de ou ders: wat nu? Wat moet er met dat geld gebeuren? Op een spaar bankboekje zetten voor later? En dan kom ik meteen aan een groot juridisch probleem. Want wat moet er nu gebeuren als het kind meerderjarig is? In de wet het nieuwe burgerlijk wetboek van 1 januari 1970 is niets geregeld. Een voorbeeld: een man sterft, heeft een dochter van 32, zijn eni ge erfgename. Die dochter is zwaar debiel. Die man heeft nooit ge zorgd dat zijn kind onder curatele werd gesteld. Wat nu? Daar zit je dan weer hè. Nog iets anders. Mensen komen bij me en zeggen: ons Marietje, een zwaar gestoord kind, heeft drieduizend gulden op haar spaarbankboekje. Nu is ze op de werkplaats en ja, er zijn altijd mensen die er op uit zijn, die gaan met Marietje uit en zeggen: luister eens kun je me geen honderd gul den lenen. Marietje geeft die hon derd gulden. Toevallig heeft ze op de school haar handtekening leren zetten. De postambtenaar die moet uitbetalen, zegt geen nee. Wat nu? Het is even stil in de werkkamer van mr. Berger. Het schelle dag licht spiegelt in een oude kaart van Parijs aan de muur. „Mijn ant woord is dan meestal en het is een vervelend antwoord je kunt haar onder curatele stellen.. Maar dat kost zo verrekt veel geld. De procedure van onder curatele stel len is duur en als je praat over 2000 gulden dan ben je er al achthon derd kwijt om het kind onder cura tele gesteld te krijgen". „Dit probleem is aan de orde ge komen toen we met juristen van de ouderverenigingen en met verte genwoordigers van de sociaal-peda gogische diensten bij elkaar waren voordat het nieuwe burgerlijk wet boek zou worden ingevoerd. Toen hebben we de vaste commissie at tent gemaakt op enkele dingen die ons benauwden omdat daaraan in dat nieuwe burgerlijk wetboek te weinig aandacht was geschonken. Het gaat om zo'n 200.000 mensen in Nederland. Daar komt nog bij dat natuurlijk bij de minder be deelden het aantal kinderen groter is dan bij de beter gefortuneerden, want die maken maar vijf procent van de bevolking uit. De rest is aardig in welstand, maar het is ook weer niet zo dat die mensen over grote bedragen beschikken. Juist die zitten met dat probleem". Het probleem doemt dus niet alleen op als beide ouders dood zijn „Nee, ook als het kind meerder jarig wordt. Kijk, volgens de oude wet moest je voor een huwelijk als je minderjarig was, dus nog geen 21, toestemming hebben van de ou ders. Dat moet nog. Maar tussen je 21ste en 28«te jaar moest je ook nog steeds toestemming hebben, met dien verstande, dat de ouders het niet tegen konden houden, want je kon van de kantonrechter toe stemming krijgen om te trouwen en dat lukte praktisch altijd. Maar die rem hadden deze mensen wel". „Stel je nu voor dat een of ander meisje, flink debiel, door een jon gen wordt opgevrijd. Hij wil met haar trouwen, maar de ouders zeg gen: dat kind gaat haar ongeluk te gemoet, dat wordt niets. Vroeger konden die ouders zich dan verzet ten en dan was er een gerede kans dat de kantonrechter in zo'n geval de toestemming niet gaf. Maar nu is die leeftijd van 28 gesteld op 21. Bekijk nu die nieuwe wet eens, met geestelijke gestoordheid wordt nauwelijks rekening gehouden. Goed, je kunt het huwelijk stuiten, maar dat is me een procedure zeg. En daar ligt dus wat dit B.W. be treft ook onze angst". „Of stel je voor dórt een flink ge fortuneerd, maar gestoord, meisje door een of andere schurk wordt opgevrijd. Ze is 21, dus volgens de wet volkomen vrij en handelings- bekwaam en staat niet onder cura tele. Dan zou zo'n vent de kans kunnen zien om met zo'n kind naar Schotland te gaan en daar domweg te trouwen. En wat doe je daar aan? Dat is echt gebeurd, al is het een uitzondering". „Waar het ons om ging en gaat is dit: is er nu geen modus te vin den waarbij in de wet de onder-cu ratele-stelling gemakkelijker gaat. Sn die oinder-curatelestellirig wordt pas urgent als het kind meerderja rig wordt. In die gevallen die ik u noemde is er niets te doen. Natuur lijk de gewone onder-curatelestel ling en die wet is in zoverre gewij zigd dat er vroeger stond dat je on der curatele kon worden gesteld wegens zwakheid van vermogens, razernij, onnozelheid of weet ik wat voor prachtige woorden allemaal. Dat is nu veranderd in geestelijk gestoord. Dat is een breed begrip en daar is in de kamer ook wel te gen geageerd. Wanneer is zo ie mand nu geestelijk gestoord? Nu kan de rechter een psychiater of een psycholoog inschakelen om te onderzoeken in hoeverre onder-cu ratelestelling echt nodig is. Dat neemt niet weg dat het nog steeds een heel dure procedure is". „Iedereen kan opwerpen dat het toch mogelijk is om, onder een be paald inkomen, gratis te procede ren. Ja, dat is zo, maar ik heb het nog nooit meegemaakt dat men in zo'n geval naar het bureau rechts bijstand ging". De oplossing zou dus moeten zijn een automatisch onder-curatele stelling op het 21e jaar van deze kinderen? „Ja, maar hoe zou dat moeten gebeuren? De ouders dwingen op het gemeentehuis aan te gaan ge ven dat hun kind geestelijk ge stoord is? De huisartsen of school artsen een meldingsplicht opleg gen? Dan zul je eens wat beleven. Dan ontketen je een storm. Dan zegt de arts: „Ambtsgeheim, dat kan ik niet doen". Bovendien zou je daar ook sancties op moeten stellen. Neen, onze gedachtengang was anders. Behalve de naaste bloedverwanten kan ook de officier van justitie curatele aanvragen. Als die officier van justitie nu eens 'wist dat er gestoorde kinderen zijn die 21 worden de officier heeft toezicht op de ambtenaren van de burgerlijke stand. En die officier vraagt onder-curatelestelling aan, na onderzoek of het nodig is, na tuurlijk. Zo'n onderzoek zou een koud kunstje zijn met al die peda gogische diensten. Dat zou een prachtoplossing zijn, maar je zit er tevens mee bij het eerste probleem: de burgerlijke stand weet helemaal niet hoeveel geestelijk gestoorde kinderen er zijn. Daar zit je weer vast. Er is ge woon te weinig aandacht voor deze kinderen en hun problemen". Weer valt een stilte in mr. Ber gers werkkamer. Zijn woorden we gen zwaar. Ze vormen een beschul diging aan onze maatschappij, die liever met een boog om deze pro blemen heen gaat. Uit gemak zucht? Uit angst? „Die onder-curatelestelling is niet het enige probleem. Er is door een van de kamerleden aan de mi nister gevraagd of dit artikel in het nieuwe B.W. niet wat moest wor den uitgebreid. Nee, zei de minis ter, want de nieuwe krankzinnigen wet staat op stapel en die zal in een heleboel dingen gaan voorzien, ook op het gebied van de curatele. Dat is mooi, maar die wet zou al voor 1970 worden ingediend en dat is nog niet gebeurd". „Nee, er is meer. Neem nu bij voorbeeld verzekeringen. WA-ver- zekeringen sluiten zo'n kind heel vaak uit. En je kunt die maat schappijen niet dwingen". „Dan is er nog een punt, het suc cessierecht. Deze kinderen betalen evenveel als normale kinderen, ter wijl ze toch hun hele leven meer geld nodig hebben en minder geld zullen kunnen verdienen dan een normaal kind. Misschien is er iets aan deze problemen te doen maar dan zullen we een nog sterkere pressure-groep moeten vormen. En dat kan. Nog veel te weinig ouders zijn lid. Gaat u maar na. Er zijn zo'n 200.000 van deze kinderen, zo'n veertig procent is katholiek. Dat komt neer op zo'n 80.000 katholie ke ouders. En wij, Voor het zor genkind, hebben maar 12.000 leden, en hetzelfde geldt voor de twee an dere verenigingen. De hoofdzaak daarvan ligt geloof ik in de onbe kendheid met onze vereniging en daarbij komt dan de houding van velen: nou ja, zij doen het wel. Dat is het ergste". „Nog een kwestie is: de betere standen willen wel hun contributie betalen maar je ziet ze nooit op vergaderingen. Ik begrijp het wel, maar verdomme, je moet het an ders bekijken; het is een plicht die op je rust. Ze komen alleen op (ie vergaderingen als iemand er komt spreken over de fiscale voordelen. Je zit met een algemeen probleem, voor iedereen, en of je nu meer of minder ontwikkeld bent dat maakt aan het schrijnende van dit pro bleem niets uit".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 13