voort Eén mening over 1, 2, 3,4, 5,6.... sterke opli ieubelprod Honderd jaar geleden eerste grote expeditie door de Grand Canyon HISTORISCH GEOLOGISCHE EIGENAARDIGHEDEN MYSTERIE ONTSLUIERD NUMMER EEN NUMMER TWEE NUMMER DRIE NUMMER VIER NUMMER VIJF NUMMER ZES Scheepsberichten fe DE STEM Onvoorstelbaar is de kracht, waarmee de Colorado al 10 miljoen jaar lang met een tempo van 20 cen timeter per 1000 jaar de Grand Ca nyon uitslijpt. Een krater op de hoogvlakte van Arizona waar de astronauten oefe nen voor hun maanreizen. De rivie ren, die het desolate landschap door snijden, leveren het watergeweld, dat de Grand Canyon heeft gescha pen. géëg (Van een onzer verslaggevers) ARIZONA „Sir", zegt de piloot dramatisch, terwijl we voortijlen over de hoogvlakte grauw getijsterd, pok dalig van de kraters waar astronauten plegen te repe teren voor hun logge baletten op de maan„sir, ik breng u naar de enige plaats ter wereld, waar u gewoon vanaf de begane grond twee kilometer diep kunt spugen." De opmerking is even waar als Amerikaans, maar wanneer ik een uur en drie bloody maries later, duizelig, slap in de knieën, tegen een rotsblok leun, heb ik de lust noch het speeksel voor dit pro fane gebaar. De Grand Canyoneen götter- dammerung van steen. De ver schrikkelijkste prachtigste ravage, ooit door een mensenoog aanschouwd Alle kleuren, alle vormen van hel en hemel te grabbel gegooid in een af grond dit geen afgrond meer is, maar het einde van de wereld. Zo moeten de eerste beschaafde wezens die nog maar luttele eeuwen geleden op deze zelfde rand hebben geballan- ceerd, het ondergaan hebben. „Onze Columbus heeft ongelijk gehad", moeten ze met dunne stemmen heb- gefluisterd, „De aarde is niet rond, wamt kijkhier houdt ze op". Trans World Airways, mijn fanta sierijke gastheer in Amerika, heeft geen vluchten deze kant uit en ver sierde daarom een vliegtuig bij Air West, de maatschappij, die adver teert: „Wij bezitten de Grand Ca nyon". Dat is overdreven. In werke lijkheid is de Grand Canyon het ex clusieve eigendom van de rood-ko- kende Colorado, die er al 10 miljoen jaren mee doet wat de wetten der erosie hem dicteren. Maar Air West is het enige bedrijf, dat dit natuur wonder met toeristen mag fourage- ren dus is er plaats voor enige trots. Een speciale vlucht, uitgevoerd door deze maatschappij, heeft het voor deel, dat je de Grand Canyon ziet op een manier, die weinigen is gegeven, namelijk helemaal. Tussen de sa menvloeiing van de Colorado met de Little Colorado, waar hij begint, tot aan Lake Mead, waar hij eindigt, zit je je 218 mijl lang met je neus plat tegen het plexiglas te vergapen. ,Je zou kunnen zeggen, dat ons tripje van vandaag historisch is", komt dezelfde piloot van dat spugen vertellen. Hij blijkt ermee te bedoe len, dat het precies honderd jaar ge leien is dat de Grand Canyon voor het eerst van voor naar achter werd geëxploreerd. Wij in onze comforta bele vliegmachine doen er een uur over, maar de kano-expeditie van majoor John Wesley Powell had er 98 barre dagen voor nodig. Het ver haal is de moeite van het vertellen waard. De eerste Europeanen, die de Grand Canyon in al zijn barbaarse pracht aan hun voeten hebben ziein liggen, zijn kapitein Garcia Lopez de Cardenas en twaalf Spaanse sol daten geweest, die in 1540 door de conquistador Coronado werden uit gezonden om de legende van de Na vajo Indianen te verifiëren, dat er ergens „een reusachtige kloof zou zijn met op de boden een rivier". Het volgende bericht komt eerst uit 1776 toen de Spaanse missiona rissen Gaices en Escalante de rivier overstaken op een punt, dat nog steeds „El vado de los padros" ge naamd is de oversteek van de pa ters. Het is pater Garces geweest, die de rivier „Colorado" heeft ge doopt wij zouden zeggen: de Rooie vanwege de roestkleur van zijn golven. Pas in 1826 was James Ohio Pattie de eerste blanke Amerikaan, die het woeste breedbeeld van de Grand Canyon voor zich kreeg. 44 jaar later volgde dan eindelijk de expeditie van Powell, die aan het licht bracht, dat Amerika behalve allerlei andere ongekende mogelijk heden oo<k de langste, diepste, breed ste en geologisch meest belangwek kende kloof ter wereld rijk was. Iedereen ried de majoor het hals brekende waagstuk af zelfs zijn vrienden onder de Indianen, die ver schrikkelijke verhalen wisten over watervallen, stroomversnellingen, ondergrondse rivieren en een legioén goden, die bovennatuurlijke maatre gelen tegen indringers in petto had den wanneer de gewone natuur al mocht falen. Maar Powell liet zich niet ontmoedigen en staalde in de Rocky Mountains zijn zenuwen net zolang tot hij zonder een spier te vertrekken op de rand van een 600 meter diepe ravijn kon zitten Hij was niet alleen een geoloog en ontdek kingsreiziger, maar ook een vakbe kwaam schrijver. Zijn dagboek van de eerste tocht dwars door de Grand Canyon is ook na 100 jaar nog een werk. dat ik iedereen van harte kan aanbevelen. Droge notities over de gevaren van de rivier, de stand van de voorraden, klauterpartijen op zoek naar geologische gegevens wisselen af met prachtige dichterlijke passa ges. die de uitbundige vegetatie in 's werelds grootste afgrond beschrij ven, de vogels, de sterrenhemels, de schoonheid van de kloven, waarin hij binnendrong en de gevoelens die hem en zijn mannen bezig hielden. Hij constateerde, dat er tussen de rand van de canyon en de rivier twee kilometer lager niet minder dan vijf klimatologische zones heersten, zodat een afdaling gelijk stond aan een reis van de Canadese wouden naar het zuiden van Mexico. Hjj tel de 1000 verschillende plantensoorten, 60 verschillende zoogdieren, waaron der de bergleeuw en de antiloop, 220 verschillende soorten vogels en 32 soorten reptielen. Hij vond fossielen van haaien en longvissen die bewezen, dat hier, diep in het Amerikaanse binnenland, eens een zee moet hebben gelegen. Hij ontdekte overblijfselen van pre historische mensen, die al 4000 jaar geleden de dramatische schoonheid van de canyon moeten hebben ge zien. Powell maakte zijn tocht die qua risico's slechts vergelijken kan worden met de speurtocht naar de bronnen van de Nijl met negen metgezellen in drie grote kano's. In een kleinere kano werd leeftocht voor 10 maanden meegevoerd, gereed schap, wapens voor de jacht en voor zelfverdediging, en een geologische uitrusting Zestien dagen na het be gin al ging een van de boten verlo ren op een plaats, die toepasselijk de „ramp-waterval" werd .gedoopt. De bemanning van drie kon zich nauwe lijks redden en het kostte veel moei te. uit de wrakstukken de twee enige barometers van de expeditie te red den plus een vat whiskey. „Dit vat", noteerde Powell droogjes, „bevond zich buiten mijn weten aan boord, maar nu ben ik er blij mee, want ze denken, dat ze er iets aan zullen heb ben, kletsnat als ze iedere dag zijn van het sneeuwwater dat van de hel lingen gutst". Kort na deze gebeurtenis kreeg een van dt mannen er genoeg van en besloot, terug te kerein naar de be schaafde wereld. De rest van het ge zelschap voer na 71 dagen de mond van de eigenlijke Grand Canyon bin nen. Powell noteerde: „We moeten nog een onbekende afstand afleggen, en onbekende rivieren exploreren. We weten niet, welke watervallen we te gen zullen komen. We weten niet, wel ke rotsen ons de weg zullen 'versper- Ten. We weten niet, hoe hoog de rots wanden zullen uitrijzen boven het water". Steeds verder drong de expeditie door in 's werelds diepste spelonk. Aangekomen bij een punt, Bright An gel Creek waar nu een uitkijkpunt voor toeristen is, noteerde Powell: „Ik ben vandaag zo ver omhoog geklommen, dat de mannen en de bo ten verloren gingen in de zwarte diepte beneden me en dat de gewel dige rivier een bergbeek leek en er Was nog steeds meer rots boven dan onder me Overal om me heen geo logische eigenaardigheden. Het boek lag voor me open en ik kon het le zen, terwijl ik aan het klimmen was" Drie mannen waren minder onder de indruk dan hij. Geterroriseerd door de rivier „die te keer ging als een le vend ding", besloten ze, te proberen uit de Canyon te klimmen en zo de bewoonde wereld te bereiken. Jaren later, toen Powell terugkeerde om een bezoek te brengen aan de Paiute- Indianen, hoorde hij van hun lot. Ze werden aangezien voor woudlopers, die een sqauw hadden gedood en uit wraak vermoord. De ironie van het lot wildé,Mat' de zes mannen en twee boten die waren overgebleven zich een dag later door het moeilijke stuk heengeworsteld hadden en „aankwamen in kalm wa ter, waar geen gevaren ons meer be dreigden en waar we de vreugde mochten smaken van ons succes". De expeditie was ten einde en Po well keerde met een 'schat aan nieu we geologische en geografische ken nis terug in de beschaafde wereld, die hem en de zijnen al lang had op gegeven. Het mysterie van de Grand Ca nyon was eindelijk ontsluierd. Le zend in het boek „dat open voor me lag, terwijl ik de rotswanden beklom' ontdekte Powell hoe dit meest bizar re natuurwonder ter wereld heeft kunnen ontstaan. Latere berekenin gen van geleerden hebben zijn visie gestaafd. De Colorado-rivier voert dagelijks enorme hoeveelheden mate riaal weg van de ruim 300.000 vier kante kilometers omvattende droge hoogvlakte, waar de Amerikaanse staten Arizona, Nieuw Mexico, Colo rado en Utah elkaar ontmoeten. De gemiddelde hoeveelheid zand, kiezel en rots is 500.000 ton per dag, maar tijdens een overstroming op 13 sep tember 1927 moet het 27,5 miljoen ton geweest zijn. Dit materiaal schuurt en slijpt met een snelheid van 2,5 tol 12 mijl per uur langs de wanden en over de bodem van de ri vier. Ter illustratie: wanneer de ge middeld 500.000 ton per dag zou wor den geladen in vrachtauto's met een capaciteit van 5 ton, zouden er 100.000 van nodig zijn, die met min der dan een seconde tussenpoze con tinu 24 uur achter elkaar door zou den moeten rijden om hetzelfde werk te doen, dat de onstuimige Colorado op zijn eentje verricht. 10 Miljoen jaar geleden is de ri vier, zich van de Kaibab hoogvlakte een weg zoekend naar de Golf van Californië, met het sloopwerk begon nen. Elke 1000 jaar vrat hij zich 20 centimeter dieper door het rotspla teau heen De erosie van de randen, die aldus ontstonden, deed de rest. Laag na laag werden de gesteenten trapsgewijs blootgelegd. Zandsteen, schalie, kalksteen, schist en perga- miet. Alle met hun eigen kleur, hun eigen misvormingen. Zo kwamen 600 miljoen ontwikkelingsjaren van de aarde open te liggen, beginnend met het moment waarop het gebied was bedekt met een warme, ondiepe zee, die zich herhaaldelijk terugtrok en weer ojb kwam zetten, totdat zich een 4000 meter dikke serie van sedi mentgesteenten had gevormd. Toen, ongevqer 10 miljoen jaren geleden, hief een dramatische catastrofe het hele gebied een paar duizend meter boven de zeespiegel uit en kon het water op zoek naar de oceaan zijn modellerende werk beginnen. Ook de bizarre pracht van de Grand Canyon, waar de zon niet oni- Elke recensent zou eerlijk moe ten bekennen dat het verslag van een leeservaring nauwelijks ob jectief kan zijn. Hij heft persoon lijke voorkeur of afkeer niet op, zelfs als hij onbeperkt de ruimte krijgt en zich een vurig voorstan der toont van een boekbespreking waarbij hij zichzelf buiten spel zet. Dat kan uiteraard niet: ook de cri ticus is maar een lezer. Dat ont slaat hem echter niet van de taak zijn voorkeur of afkeer te verdui delijken. Wie louter voor z'n eigen plezier leest, kan zich deze hou ding van voorkeur of afkeer zon der nadere verklaring best veroor loven, maar zodra de lezer ook criticus is, ontkomt hij niet aan de eis lezers behoorlijk in te lichten over de inhoud en de betekenis van pasverschenen boeken. Misschien moet men zelf publi ceren en besprekingen van eigen werk hebben gelezen om de be trekkelijkheid van recensies (be halve voor de handel) in te zien. In ieder geval, toen Willem Wil mink mijn bundel „Schuine ly riek" in het dagblad De Tijd be sprak of beter vervaagde tot een paar kreten waarvoor hij zich la ter, per brief aan mij, verontschul digde, besefte ik dat heel sterk.. Een gevoel van: uij doet mijn werk onrecht, hij had er beter over kunnen zwijgen Maar moge lijk denken auteurs wier werk ik besproken heb, hetzelfde van mij. Ik meen ten onrechte, omdat ik van begin af aan heb gesteld dat ik niet dé mening over een boek verkondig noch tot banale, niets zeggende opmerkingen wens te vervallen, ondanks de grpte hoe veelheden leesvoer die de Neder landse en Vlaamse uitgeverijen de criticus ter bespreking en de men sen ter lezing voorschotelen. Ook nu weer maakt het aantal mij een beetje moedeloos, als ik bedenk dat daardoor onzuivere waarderingen een recensie gemak kelijker kunnen binnensluipen. Maar goed, er is al heel wat ge wonnen, nu ik nogmaals heb be loofd onrechtvaardigheden in de vorm van zwetserige onzin zonder nadere verklaring of illustratie, te zullen vermijden. VOORDEELKOOPJE Een serie van 6 gedichtenbun dels, verschenen bij Bezige Bij, keurig in boekformaat, keurig zwart-wit, gemakkelijk op de boe kenplanken bij te zetten, versierd met de cijfers 1 t.m. 6, geplakt én ouderwets degelijk, zoals in uw schoolschriften, van touwtjes in de rug voorzien, is voor de spotprijs van f 15,- binnen uw bereik. Per stuk kosten ze 3,50,-; koopt u er echter drie tegelijk, dan is de boek handelaar met f 7,50,- tevreden. Haast u, want de uitgever is door de voorraad heen! Jules Deelder, „Gloria Satoria". Zijn debuut als dichter. Als liedjes schrijver is deze in 1944 geboren Rotterdammer geen onbekende meer, ook niet voor Radio Veroni ca, die, in de commercie verstikt, zijn talent onder tafel schuift, bang als ze is dank zij hem tot de ont dekking te moeten komen dat haar publiek plotseling over goede smaak beschikt en niet alles meer klakkeloos van haar wenst te slik ken. Liedjes en gedichten; sinds Bob Dylan, die de kunst van op muziek gezejte literatuur en het spelen met gevestigde meninkjes verstaat zoals het een klassieke troubadour betaamt, zijn- lied en gedicht, zoals het vroeger was, weer naar elkaar toegegroeid. Jules Deelder is een Nederlands voorbeeld van deze traditie. Hij laat zich goed met Dylan vergelijken zonder dat men met een moet denken alwéér met een epigoon van Zimmermann te doen te hebben. Na lezing van zijn bun del blijft vooral het volgende han gen: hij speelt met gedachten zon der zich op één ervan als eindelijk dé waarheid vast te bijten; hc doorbreekt het taboe van het drugs-gebruik speelser nog dan Dylan deed, want hij relativeert de ervaringen van de „kick", terwijl Dylan in zijn „stoned period" hardnekkiger, propagandistischer tegen dit taboe moest aanschop- pen; een humoristische, plezierige bundel. Wim Huyskens, „De poëtische bijl". Is minder autobiografisch dan zijn eerste bundel. De schrij ver heeft zich teruggetrokken op één thema, hij tracht het onmoge lijke te bewerkstelligen, terwijl hij heel goed beseft dat dit niet kan: de wereld (der dingen) is met geen pen te beschrijven, toch doet hij dit onophoudelijk, hopend dat hij en de lezer, even maar, een ver hevigd besef krijgen van hun rela tie, tot de dingen, tot de verzamel de dingen: de wereld. Een mens is geen ding, kan nooit in de. din gen opgaan en zelf een ding zijn. Tenzij in dode toestand, maar dan is hij geen mens meer. Dat de dichter het niettemin toch pro beert, doet hij niet om aan zijn mens-zijn te ontkomen, maar, in tegendeel, om sterk te beseffen hoezeer hij mens is. Ik vermoed dat deze bundel heftige voor- en tegenstanders op zijn weg naar de boekenplank zal ontmoeten. Van beide'partijen kan ik u een reactie geven: Jan Hüsken, journalist van uw lijfblad, noemt het „een vol wassen bundel", de bovengenoem de Willem Wilmink zegt ervan, in De Tijd: „Tegenover zijn manier van dichten sta ik machteloos: hij zou aan Fens waarschijnlijk een betere criticus hebben gehad". De lezer moet zelf maar uitmaken bij wie hij zich aansluit. Gust Gils, „Levend voorwerp". Is let u eens even op de titel aan nummer 2, of zo u wilt omge keerd, verwant. De uitgever heeft dat ook begrepen, want de zesvou dige reeks is wat betreft de au teursnamen niet alfabetisch geor dend. Wat kan „Levend voorwerp" anders betekenen dan mens? Ep over de mens in relatie tot de we reld zegt Gils het zijne, natuurlijk: 2 en 3 vallen niet samen, ook al is hun thema hetzelfde, beiden ver woorden het anders. Gust Gils ge deeltelijk in het Engels, in voor al in het tweede gedeelte van de bundel „japans postjapans" zeer kleine maar veelzeggende mi niaturen, als geschilderd op Ja panse waaiers. Twee voorbeelden uit een cyclus van zeventien 7 begraven levend en wel. gla zen deksels naar elke wind richting. Uit de reeks valt op te ma ken dat de dichter in een vlieg tuig zit, maar men kan tevens in terpreteren dat hij zich in de we reld bevindt. 13 woord wordt wet. Wet wordt steen, steen wordt ijzel. ijzel smelt, water verdampt. Niet het denken en daaraan vastgekoppeld de formule is oorzaak van het natuurgebeu ren, maar het natuurgebeuren is oorzaak van de formule en het menselijk brein. Dit zou men kun nen inbrengen tegen dit gedicht, maar hierin wordt feitelijk een fi losofische cirkel getrokken: uit dode materie -aarde- ontstond le vende materie -de denkende mens die weer tot dode materie inkeert, enzovoorts. Het minimale woord gebruik geeft een maximale ,kick' Wereldwijd zogezegd. Wie dit kan, toont vakmanschap. Lizzy Sara May, „Grim". Na een aantal jaren van poëtisch zwijgen een nieuwe bundel van de ze dichteres en prozaschrijfster. Het openingsgedicht draagt de zelfde titel als de hele bundel en beschrijft een jeugdervaring: moe der leest voor uit de sprookjes van Grimm, bijgeloof en wreedheid van het volk. Tot twaalf jaar nacht merries. Moeder troost haar: dro men zijn bedrog, kind. De laatste regel van het gedicht luidt: „Hoe staat het met syndromen?" Een nuchtere vraag, die met de be schreven kinderlijke, angstaanja gende spookwereld niets van doen lijkt te hebben, maar het tegen deel blijkt waar. Een' syndroom is, zoals het woordenboek ietwat plechtig zegt, het geheel van ver schijnselen ener ziekte. Welke ziekte blijkt uit het verloop van de bundel. Die ziekte heet wereld ën wat erop gebeurt. De nachtmerrie blijkt echt: Grimm werd Grim. Een grimmige wereld. Het gedicht „Provengaals" lijkt lieflijk, maar „ook hier graasden de tanks". Inl „Microcentrum I" heet het: „aan zien dat de aarde scheurt". „An- tidroom" begint met de regel: „Ik beweeg mij tussen de slapenden". Zoals de titel al aanduidt, wordt er geen droom maar werkelijkheid beschreven. De slapenden zijn de mensen op deze planeet, die van het huis van de wereld een bunker hebben gemaakt. Huis, stad, streek, de ik-j ij-verhouding staan symbool voor deze grimmige we reld. En na deze constatering van de lezer is het niet toevallig dat de dichteres 'dan twee gedichten, 1938 en 1944, in haar bundel heeft, opge nomen. De sprookjesvertellende moeder wordt zelf het slachtoffer van een allesbehalve angstige droom: door de moffen „gehaald". Hoe zij „verdween", het wordt eenvoudig maar dramatisch mee gedeeld, voor de goede verstaan der: „Toen we een jaar later haar bezittingen kregen vonden we haar kalender verwisselba re kaartjes in een houder hij was blijven staan op veertien april alleen dit kaartje was ver geeld". De wrede wereld draait door. In „De gouden haren van de duivel", hoe „sprookjesachtig", krijgen de Amerikanen en de door hen geliefkoosde oorlog in Viet nam er op papier van langs. Marie-Claire de Jonghe, „De le men liefde". N.a.v. haar eerste bundel, „Jaja", is veel over haar pseudoniem verondersteld. Marten Hartkamp vermoedde in de NRC dat het geen debutant(e) kon zijn. Hopper (Nico Scheepmaker) schreef in de Volkskrant dat het een boek van Hugo Claus moest zijn. Vrij Nederland onthulde dat het een gezamenlijk werkstuk van een groep auteurs was. Hopper liet zich niet misleiden. Wie achter dit pseudoniem zit, weet alleen De Bezige Bij te vertellen. „De lemen liefde" beschriift een homoseksue le relatie tussen twee vrouwen. Een van de twee is dood. De lief desrelatie wordt dus vanuit -de herinnering beschreven. Die krijgt inhoud in een begrijpelijke taal, die zich zonder veelmoeite lezen laat. Klassieke liefdespoëzie, die voor velen misschien niet meer „hoeft", maar men bedenke dat een homoseksuele liefdesrelatie als een echte, menselijke verhoifding nog altijd op weerstanden stuit. Dat mag niet waar zijn. Ik meen dat juist de heteroseksuele criti cus, die ik menselijkerwijs gespro ken ben, hierop moet wijzen. Als Claus de auteur van dit werk is, dan helemaal, want dan heeft hij er ongetwijfeld dezelfde bedoeling mee. Waarom toch Claus? De soms lUrokke beeldspraak doet aan Claus denken. Dat ben ik met Hopper wel eens. Ik citeer het eer ste gedicht: „In het licht dat als razend uit de grond groeit Be weegt je linkerhand niet meer. De dood is wit en bleek. Je adem die naar halmen gedrde Is gebarsten, ergens, En je lon gen zijn gestold. Ik durf je kil te niet te strelen". Habakuk II dé balker, „Boeren gedichten". Een debuut onder pseudoniem. Habakuk I is natuur lijk de profeet Habakuk, die bloemrijk aanzegt hoe de Here de Chaldeeën een vernietigingstocht over de wereld zal laten onderne men. Dan trekt de profeet zich te rug om van de Here te vernemen waarom. God wil zijn volk verdel gen, omdat het andere volken wil vernietigen. We zitten weer eens op de wereld. „Gij hebt schande tegen uw huis beraamd, toen gij het voornemen had hele volkeren te verdelgen; dus hebt gij uw le ven verbeurd. Want de steen schreeuwt uit den muur en de balk antwoordt hem uit het houtwerk". De balker? Een sprekende balk? Jawel, maar misschien nog meer het dier dat balkt, de ezel. De dich ter die zich een ezel noemt, het symbool -weten we onderhand al lemaal- van de domheid en van (in het oosten) de godheid. Is een grotere tegenspraak denkbaar? Is een grotere tegenspraak dan de mens denkbaar? Op niets dan op zettelijke tegenspraak is de bundel „Boerengedichten" gebouwd. De dichter begint met de ontkenning dat hij poëzie schrijft, maar hij doet het'. Hij zegt, zingt, kraait, schreeuwt, brult, maakt waar en doet weer teniet. Wat hij zo barok beschrijft, is niets anders dan een wereld barstensvol tegenspraken. Soms zit hij schijnbaar betekenis loos voor zich uit te dazen, althans Tijd-criticus Willem Wilmink meent dat de Bezige Bij de dichter goed moet coachen en citeert dan: „Een spaakloos wiel rijdt spra keloos maar nog altijd rond doodstille kim van scherven tege; moet". Wat het betekent, lijkt hij niet te weten, maar het is simpel weg een beeld voor deze rondwen telende aardbol. Elders zegt de dichter dat de mens uit deze steen klomp is ontstaan. En uiteindelp weer onder steen inslaapt. Laat ste gedachte over deze bundel: het is de mens die de wereld in aan waanzin grenzende tegen spraak versplintert. „Doodslaan is zijg opdracht is het niet?" Voor wie deze tegenstrijdigheid niet wenst te zien, is deze bundel wel licht een onverteerbaar brok pes simisme, voor de juiste dwarskij ker wie weet betreurenswaardige realiteit. WIM HUYSKENS dergaat maar wegsmelt in een orgie van indigo, violet, turkoois, g< oranje, rood en koningspurper, is 1 na ten prooi gevallen aan de nleis I ontziende mens, Gretige mijnonda- zoekers vermoedden waarschijn lijk niet ten onrechte dat het 8 wemelde van de kostbare delfstoffen, Het was de tijd. dat Amerika bibber de van de goudkoorts en het ontplof-1 fende dynamiet. „Maar het is niet doorgegaan", zegt de piloot, die ach teraf dat spugen op de Canyon niet al te letterlijk heeft bedoeld. Presi. dent Theodore Roosevelt kwam in 1903 het natuurwonder aanschouwen I en had geen rust, voordat de Grant I Canyon precies 50 jaar geleden to! I nationaal park werd vërheven, Sindsdien kijken ze je er al argwa nend aan, ala je een steentje op-1 raapt. Alleen de Colorado mag straffe-1 loos zijn gang gaan. Die mag iedere dag 500.000 ton meeslepen en, zich steeds dieper invretend in het Kaibab plateau, door blijven werken aan i' verfraaiing van zijn canyon. Nog 70) I meter dieper mag hij graven dan is het hoogteverschil overwonnen i is de onstuimigste aller rivieren eii delijk getemd. De insnijding zal zi; afgelopen en er begint een nieuwe I fase de verbreding van het dal, Dit zal het einde betekenen van de pinakels er, tafelbergen, die de Grand Canyon het aanzien geven van een door godenhanden opgerichte super-1 architectuur. De randen zullen terug gedrongen worden en als zich ge nieuwe opheffingen en dalingen v het terrein voordoen zal er van grootste afgrond ter wereld nog slechts een 100 kilometer brede vlakte overblijven, waarin, op dikke laag eigen afzettingen, een tra-1 ge, oude Colorado stroomt. Maar gij, die niet wilt stervenI alvorens de Grand Canyon in all zijn praal en majesteit te hebbenI aanschouwd - wilt niet wanhopen I Voordat het zover is, zullen mii-f joenen jaren verstrijken. Er is i tijd. AMSTELSLUIS 17 vn Buenos Aire nr Durban ARES 17 te Arica nRITSUM 16 te New Orleans rUOLUTECA 17 te Cristobal GEERTJE BUISMAN 17 te Mar- seille roHANNES FRANS 16 vn Ports mouth nr Willemstad ICHASIELLA 17 te Curacao JDJRWELLOYD 16 in Panamakanaa nr Balboa POELDIJK 17 te Savannah gTEENKERK 16 vn Rouaan nr Dakar THERON 17 te Barbados VIANA 16 vn New York nr Curacat ADULIS 14 te Port Sudan ALIOTH 17 te Salvador fALAMARES 16 te Almirante GULF ITALIAN 17 te Bantry HERCULES 16 te Cristobal JASON 17 te Kingston KERMIA 16 vn Stantow KONINGS WAARD 16 te Teesport LALIBELLA 16 te Delawarecdty UBERIAKUST 16 van Hamburg nr Rotterdam NÊDERLINGE 16 vn Antwerpen nr Vlissingen STRAAT MOZAMBIQUE 17 te East London STRAAT FREETOWN 17 te Luanda CASTILLA 17 te Tripoli CHEVRON DELFZIJL 16 te Immingham CHEVRON AMSTERDAM 16 vn Gibraltar' nr Zueitina GANYMEDES 16 vn Antwerpen nr Rotterdam GEESTLAND 16 dw Azoren nr Barbados GORREDIJK 16 vn Antwerpen nr Wilmington GROTEDIJK 16 vn La Pallie nr Le Havre „OPIONELLA 17 te Oslo EoRENIA 16 vn Aden nr Djibouti fISSISSIPPILLOYD 16 te Belawan 'OLYPHEMUS 17 te Penang 'ROVENIERSSINGEL 18 te Guanta verw ITRAAT COLOMBO 17 te Colombo TRA AT LOMBOK 17 te Mauritius ItJIBANTJET 17 te Tanga ITREA 16 vn Durban nr Mena al Ahmadi ;EELAND 16 vn Khorramshahr nr Bushire ONNEKERK p 16 Gibraltar nr Genua iAWEAN 17 dw Mozambique nr Mombasa ENGKALIS 16 vn Kaapstad 19 te Port Elizabeth verw TELYSIA 17 te Stockholm IDER EBRO 17 vn Dar Es Sa laam nr Tanga ITRAAT HOBART 17 vn Nagoya 18 te Yokohama verw 'AMARA 17 dw Socotra nr Dar Es Salaam 'ANAHAIG 17 vn Assab nr Rotterdam 'JILUWAH 18 te Sydney verw OMBURGH 16 te Rotterdam 1MLAND 17 vin Amsterdam rar Tanerife rAASTERLAND 17 vn Amsterdam nr Maceio IANYMEDES 17 te Rotterdam OOILAND 17 vn Amsterdam nr Bremen .GNO 17 te Rotterdam ,IAS 16 te Rottendam .BERIAKUST 17 te Rotterdam ERCURIUS 17 te Rotterdam IPAARNEKERK 16 te Rotterdam 1TMARSUM 17 vn Rotterdam nr Antwerpen iGNES pass 14 Vlissinigen nr Husnm ■ERNAiiD JOHN 15 te Amsterdam 'ERTA pass. 13 Vlissingen nr Antwerpen 'AHO ME YK UST 14 110 n vn Dakar nr Amsterdam HOORN IT te Pamiamakamaal verw. 1RWELLOYD 15 210 zw vn San Juan Delsur nr Balboa 'HILIPPIA 16 te Hovic verw. -OTTERDAM 15 verw te Hongkong 1STELMOLEN 17 te Albany ■CHIMEDES 18 te Le Havre verw. TYS 17 vn Saigon nr Singapore ATJAN 18 te Hobart verw. 'ASTILLA 18 te Tripoli verw. IUIVENDRECHT 19 te New Casüe nsm verw. •TERSUM 17 vn Antwerpen nr Londen •RA 17 te Stockholm •RON 17 t.a. Turks Eil. nr Houston "SSISSIPPILLOYD 17 te Belawan JSILLOYD 16 te Mina al Fahal .DERWAAL pass 17 Mauritius nr Singapore 17 te Lagos •OTTERDAM 17 vn Hongkong nr Kobe ■ERVAASKERK pass Sabang nr Rotterdam den haag (anp) Voor de Ne- M7n Ipe'uh'Olind'Ustrie is het jaar w funstig begonnen, zo meldt de rouging Nederlands Fabrikaat. s gevolg van de herwaardering der v Duitse mark in 1969 en ver- i, e kostenverhogingen zijn de prij- L Van Duitse meubelen sterk ge ltot Dit. heeft geleid niet alleen s- oen daling van invoer van Duit- Zons eU maar °°k t°t een bij- Se n,Sr J>r°te vraag naar Nederland- ook Duitsland. Trouwens haar 'te ?ndere landen is de vraag Nederlandse meubelen momen- ■Vo f®61' levendig. Hetzelfde geldt lis r!o j binnenland. Dientengevolge he mo°Ii?e'^os"ie van de Nederland- Jg^ji koelindustrie omhoog gespron- coni,, i '9 aa'n'd. werk. Volgens de de Noïi urtest heeft 31 procent van hen fcrrlandse meubelindustrie met hamne r, aan arbeidskrachten te Wort a' De productiemogelijkheden derbna hierdoor belemmerd. De Ne- vorjg i 6 meHhelindustrie heeft zich niiJL, r bijzondere exportinspam- getroost. Hierdoor koin die itelik -- (tot met 24 pet. toenemen iKuld t^odSe.' Uitkr»7v»ci4-«_ «rei 4* pci. uoenemen luldenTjyaar<ie van 155,- miljoen lab m' 's 16 procent van de natio- l°nder^! ^omsten van het structuur- Pudustri der Nederlandse meubel de bejel ,fn de aanbevelingen van zittersLuumigsooimmidssie onder voor ga Aart van "M- W- H- H- Focke- |leden v»ea? zullen op 20 mei a.s. aan helfabriï1 centrale bond van meu- be vers a worden aangeboden, gaaering van genoemde bond e c a Z g 1 t 2 v d u n n e t b 7 b v n 5 n e d A n

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 8