de aanslag op rauter
[Eenvoudig karweitje
[iep uit op een
[geweldige catastrofe
hoed vrouwKINDJES HALEN NIET meer UITSLUITEND liefdewerk
Zes maart
25 jaar
geleden
1st
EURS
DE STEM VAN ZATERDAG 7 MAART 1970
Op een trieste maartnacht, nu
25 jaar geleden, de vrijheid
doemde al op aan de kim, door
zeefden vier verzetsstrijders op
de straatweg tussen Arnhem en
Apeldoorn een open Duitse auto
met kogels. 243 gaten werden
later in de carrosserie geteld. In
de auto zat de SS-Gruppenführer
en Generalleutnant der höhere
S.S. und Polizei J. B. A. Rauter.
De volgende morgen bleek hij
de enige te zijn van de inzit
tenden die nog in leven was.
De wraak van de Duitsers was
verschrikkelijk, meer dan 400
verzetsstrijders, overal in Ne
derland gearresteerd, werden in
de dagen daarna gefusilleerd.
(Van een onzer verslaggevers)
WOESTE HOEVE Geert, Sepp, Henk en Wim hadden die nacht een betrekkelijk
Igemakkelijke opdracht. Er was een legerauto nodig. Zwaar bewapend als ze waren
jmoest het voor hen op de stille straatweg tussen Apeldoorn en Arnhem geen pro-
Iblemen opleveren een Duitse auto, als die kwam, aan te houden, de inzittenden
dwingen de wagen over te geven en dan weg te rijden. Om alles nog gemakkelijker
■te maken hadden ze zich gekleed in de uniformen van Oberscharfuhrer en Rottenfüh-
Irerdes S.S. Elke Duitse auto zou stoppen bij een „officieel" bevel.
Ze hadden zich vroeg in de
kacht geïnstalleerd. Traag gaat de
lijd. Danmotorgeronk. Ze zijn
lenuwachtig. Nee, die komt niet
hierheen. Vliegtuigen trekken
over. In de verte flakkert
Ifweergeschut. Stilte. De stilte
kan de bossen, plotseling een tak
Hie kraakt. Een dier dat op prooi
uitgaat. Ze wachten.
Weer motorgeronk, het is gen luxe
juto. Het heeft geen zin die aan te
luden. De duidelijke opdracht van
districtssabotagecommandant aan
iotagecommandant Geert was een
^ehrmachtvrachtwagen buit te ma-
en daarmee een partij vlees te
i halen, eendeels om de verzets-
ijders te voeden, anderzijds om de
jtoeldoornse bevolking wat te geven.
I Het ronken van een zware motor
loorscheurt de stUte. Een vrachtwa-
|en. Ze horen het nu duidelijk. Ze
lpnngen naar voren. De wagen, een
ken BMW, dus toch een personen-
■agen, stopt.
I Sepp vraagt naar de papieren. De
ian rechts voorin Rauter grijpt
lijn wapen: „Wass ist denn los
llensch? Wissen sie denn nicht wie
kir sind?".
De achterste inzittenden grijpen
eveneens naar hun wapens. Geert,
terzijde van de wagen, beveelt hem
uit te stappen en niet te schieten, de
Duitsers hadden argwaan gekregen.
Dan gaat er iets mis. Geert springt
schrijlings op de motorkap en vuurt
tweemaal met zijn pistool door de
voorruit. Hij springt opzij, beveelt
„vuur". Was hij te zenuwachtig? De
zaak was verloren. Er valt een schot
uit de Duitse auto, na dat schot nog
een, en nog een. Geert, Sepp, Henk
en Wim blijven schieten tot er niet
meer wordt terug geschoten. Uit de
auto komt een diep rochelen. „We
hebben ze, de honden", zegt een van
hen.
Geert, Sepp, Wim en Henk trokken
zich terug. De wagen was voor hen
onbruikbaar geworden. 243 kogels
hadden de carrosserie doorzeefd. Ze
doorzoeken hem ook niet meerop
de ochtend van de zevende maart
wordt de auto zo gevonden.
De gevolgen van deze nacht zijn
verschrikkelijk. In de dagen die vol
gen worden honderden verzetsstrij
ders uit de gevangenissen gehaald,
overal in Nederland worden ze voor
de lopen van de vuurpelotons gezet.
De eersten die vallen de achtste
maart zijn er 117. Op de plaats van
de overval op de auto de woeste
hoeve boeten zij met hun leven de
mislukking van Gert, Sepp, Henk en
Wim.
Koel wordt die dag overal in Ne
derland een bekendmaking opgeplakt:
„De höhere SS- und Polizeiführer
maakt bekendwegens een in den
nacht van 6 op 7 maart op den rijks
weg Arnhem-Apeidoorn gepleegden
laffen moordaanslag op de inzitten
den van een auto der bezettenden
macht, werden in de vroege morgen
uren van 8 maart eenige honderden
terroristen en saboteurs standrechte
lijk gefussilleerd. Wie dit plakkaat
beschadigt of afscheurt, valt onder de
scherpste Sicherheitspolizei-maatre-
gelen.
.Nog nooit heeft de bezetter zo hard
teruggeslagen, de Befehlshaber der
Sicherheitspolizei und die SD. Schön-
garth had een goede scholing gehad
in massamoorden in oost-Europa.
Nederland was geschokt. Het nieuws
van de aanslag op Rauter druppelde
maar langzaam door. De illegale
blaadjes verschenen onregelmatig.
Hoe slecht de nieuwsvoorziening was
blijkt wel uit het feit dat bijvoorbeeld
de Nieuwsbode orgaan van de vrije
pers van dinsdag 13 maart 1945
schrijft
„Binnenlands nieuws"het „geval"
Rauter. De laatste dagen doen hevi
ge geruchten de ronde dat de super
germaan Rauter gedood zou zijn.
Ons bereikte het bericht dat zijn
auto op de Veluwe door een gealli
eerd vliegtuig is aangevallen. Rau
ter zou aan de zware verwondingen
zijn overleden. De höhere Polizei
fiihrer kreeg twee schoten door de
longen en een door de kaak. Een bij
hem inzittende officier was terstond
dood. Men brengt dit bericht in ver
band met de massamoord die overal
heeft plaatsgehad, waaronder ook
een 70-tal te Amsterdam welke bij
het voormalige Rozenoord a/d Am-
steldijk doodgeschoten zijn. Een an
dere lezing zegt echter dat deze
massamoord in verband gebracht
moet worden met het feit dat te
Ouderkerk a/d Amstel een schip
met weermachtgoederen door ont
ploffing tot zinken is gebracht."
Twee dagen later komt er in het
zelfde blad een rectificatie
„Rauter is niet zoals oorspronke
lijk werd gemeld door een Engels
vliegtuig gemitrailleerd, doch door
Nederlandse patriotten aangeval
len".
Bezet Nederland krijgt nu executie
na executie te verwerken. De Waar
heid toen ook ondergronds van
23 maart 1945 weet te berichten dat
Op een vuilnishoopf!) aan de krui
sing Weteringschans-Vijzelstraat 26
mannen zijn gedood. Dat was 12
maart. Enige dagen daarvoor heb
ben er 75 „aan den Amstel bij
Zorgvlied het leven moeten laten".
In Ouderkerk en ook in Rotterdam
werden passanten gedwongen het
gruwelijke schouwspel van een an
dere weergaloze misdaad gade te
slaan. 60 Verzetsstrijders lieten in
Ouderkerk het leven. Een voor een
werden zij door een beul in burger
met het pistool afgemaakt.
Zaterdag 17 maart kan het Parool
vrij onverveerd aan de onzeker
heid rond de fusillades en de aanslag
op Rauter nog geen einde maken
„Dinsdagnacht 6 maart werd de au
to van generaal Rauter, die van
Arnhem naar zijn hoofdkwartier in
Apeldoorn terugkeerde, bij de
Woeste Hoeve aangehouden door
enkele mannen in Duitsch uniform,
die op de inzittenden een aantal
schoten loste. De adjudant van
Rauter en zijn chauffeur werden op
slag gedood. Rauter zelf werd zwaar
gewond. Eerst vele uren later werd
hij door voorbijgangers gevonden en
naar het hospitaal in Apeldoorn
vervoerd. Onmiddellijk verspreid
den de Duitschers het gerucht, dat
hij daar na aankomst overleden
was en tot vandaag toe trachten zij
dit vol te houden, ofschoon intus-
schen onomstootelijk is komen vast
te staan, dat hij nog leeft. Zij had
den blijkbaar een voorwendsel no
dig om een moordpartij te ontkete
nen. Op donderdag 8 maart werden
namelijk op de plaats van den aan
slag 120 Nederlandsche mannen op
last van Brigadenführer Schöngarth
door de Grüne Polizei vermoord.
Hun lijken bleven uren liggen en
voorbijgangers werden gedwongen
er langs te loo pen zonder dat zij
hec gezicht mochten afwenden. De
slachtoffers waren gevangenen uit
de S.D.-kerkers van de omliggende
kommando's. Dien zelfden dag wer
den er in Amsterdam 52 gevange
nen gefusilleerd en in tal van an
dere plaatsen overeenkomstige aan
tallen. Het totaal der slachtoffers
bedroeg dien dag bijna driehonderd.
Intusschen is het hoogst twijfelach
tig, of de aanslag door Nederlanders
werd gepleegd. De leiders der ver-
zesbeweging hebben er geen op
dracht toe gegeven. Het is veeleer
aannemelijk, dat de schietpartij
door Rauter's Wehrmacht of door
N.S.B.'ers werd georganiseerd of
da+ een der vele groepjes Duitsche
deserteurs, die plunderend en roo-
vend over de Veluwe trekken, voor
de schoten verantwoordelijk is."
In hetzelfde nummer een spe
ciale uitgave „naar aanleiding van de
Duitsche S.D.-terreur der laatste we
ken" wordt Nederland nog eens op
geroepen het verzet te doen oplaaien:
„Ons geheele volk moet toeslaan,
dit beteekent nog niet, dat een al-
gemeene volksopstand ontketend
moet worden. Daarvoor zijn wij niet
sterk genoeg bewapend. Maar het
beteekent wel, dat de plaatsen, die
de afgeloopen weken door honder
den executies in de gelederen der
illegaliteit opengevallen zijn, aange
vuld moeten worden. Voor eiken
gevallen strijder moeten zich hon
derd, duizend nieuwe krachten aan
melden. Voor eiken Nederlandschen
man, die zichzelf respecteert, is er
nu nog maar één mogelijkheidte
treden in de rijen van het onder-
grondsch verzet. Het beteekent te
vens, dat het verzet tegen den vij
and opgevoerd moet worden tot een
hoogte, die het tot nu nog niet be
reikt heeft."
Maar het verzet lijkt vakkundig
gebroken, de „bloed-maart 1945", zo
als De Waarheid het noemde, heeft
zijn werk gedaan. Twee maanden la
ter is Nederland vrij. De laatste klap
is uitgedeeld.
In het grote gebod, gedenkboek van
het verzet van L.O. en L.K.P., wordt
de hele zaak afgedaan met maar één
zin: „de zesde maart 1945 bracht de
Rauterramp". Geen woord over hoe
alles gegaan is - het verzet zweeg en
zwijgt. Uit piëteit voor de vele hon
derden doden? Of omdat een fout
moeilijk goed te praten is?
De waarheid over wat werkelijk ge
beurd is is te vinden in archieven die
slechts voor studiedoeleinden toegan
kelijk zijn. De enig bekende publi-
katie is die in „Ik draag u op", sys
teem en werk der Nederlandsche Bin
nenlandse Strijdkrachten, getoetst aan
de lotgevallen van lokale eenheden
(Apeldoorn en omgeving) uitgave uit
1945 ten bate van het fonds nabe
staanden ondergrondsehe strijders
(stichting 40-45). Toch sspreekt zelfs
dit gedenkboek op een wat afwijzen
de toon over het hele voorval
„Geert, de commandant van de
groep, maakte van de Rauterramp
melding bij de afdeling van de
Geheime Dienst Nederland in Hil
versum. Op deze meding werd geen
commentaar ontvangen. Er versche
nen over de gebeurtenis geen publi-
katies in de illegale bladen. Licht
kan men uit dit alles de conclusie
trekken dat de toedracht om be
paalde redenen ten koste van alles
verzwegen dient te worden. Naar
wij hopen is.... voldoende duidelijk
geworden dat dit alles een gevolg
is geweest van de krijgskansen, die
elke oorlogshandeling nu eenmaal
noodzakelijk met zich brengt".
Zo moet het in die rampnacht ge
gaan zijn. Zo ging het dagen daarna
„Een mitrailleur rak-ke-takt
een 40-tal jongens en mannen val
len dood tegen de grond, bloed
loopt uitEen vrachtauto komt
aangereden, de lijken worden op
een baar gelegd. Een Amsterdamse
politieagent verleent assistentie 111
De baar wordt opgetild tot even bo
ven de wagen en dan omgekeerd en
het lijk rolt, slap, op zijn buik in
de vrachtwagen. Zo gaat het tien
tallen keren
Zo beschreef de Nieuwsbode van 22
maart 1945 een fusillade.
Vijfentwintig jaar geleden, een
overval die een ramp uitlokte.
Bloemen bij een monument, voor
jaarsbloemen op de Woeste Hoeve.
Van hen die vergeten.
BREDA Het woord vroedvrouw heeft voor velen een
antieke klank. Het wekt gedachten-associaties op met een
potig man-wijf, dat met opgestroopte mouwen en gesto
ken in een groot, wit schort de arme vrouw in barensnood
snibbige opmerkingen toevoegt, of haar kleinzerigheid ver
wijt. Van Dale meent: een vroedvrouw is een vrouw, die
de verloskunde uitoefent. „Verloskundige" staat er dan
ook wat vrijzinnig op het bordje aan de woning van de
vroedvrouw, die wij interviewden. Ze is een moderne
vrouw met een zorgeloos gezicht. „Er zijn nog veel men
sen, die denken, dat een vroedvrouw verloskundige is bij
vee", lacht ze.. Ze is ongehuwd, maar voelt zich toch wel
een beetje moeder van de meer dan 7000 kinderen, van
wie ze de bevalling leidde. Ze is een vroedvrouw met 25
jaar ervaring, waarvan vijf in Limburg en 20 in Brabant.
bedrijf is het nood-
len met enige
e medewerkers tus-
hebben genoten en
bezit van V.E.V.-
apparaten strekt tot
huidige woonplaats
s kunnen verdienen
worden in onze col-
zocht schriftelijk te
roor een onderhoud
K-HAARLEM
JNDERNEMINGNY
de-Tel.023-284350*
Ze kan zich nog kinderlijk ver
heugen, maar verwondert zich ner
gens meer over. Ze is er een van
de oude stempel, maar juicht de he
dendaagse gang van zaken in de
verloskunde van harte toe.
Raakt het beroep van vroedvrouw
niet uit de tijd? vroegen we haar.
„Het beroep is al eeuwen oud,
maar vooral in de laatste jaren komt
het er door de royale salariëring
steeds meer in. Huisartsen zijn vaak
overbelast en vooral de ouderen on
der hen laten verlossingen graag
over aan de vroedvrouw. Ook onze
volksgezondheid is er een voorstand
ster van; het ziekenfonds betaalt al
leen een vroedvrouw uit; niet een
dokter. De kruisverenigingen atten
deren de vrouw, die een baby ver
wacht, erop, dat verlossing door een
vroedvrouw geheel gratis is. Velen
weten dat nog niet, of willen dat ge
woon niet weten. Het is frappant, te
zien, wat voor een onvoorwaardelijk
vertrouwen de meesten in hun huis
arts hebben. Ik ga altijd van het
standpunt uit „Laat je verlossen door
degene, waarin je het meeste ver
trouwen stelt". Vaak zie ik aanstaan
de ouders denken: kan ze dat nou
wel? Ook hoor ik wel eens de weinig
vleiende opmerking „We hoorden,
dat u ons niets kost, daarom hebben
L!,\nege" maanden wachten: het kindje is er' De vroe<ivrouw bindt de wfj£ de mensen ons
elstreng vakkundig af. nog niet kennen na zoveel jaren. Er
zou veel meer propaganda voor ons
beroep gemaakt moeten worden! In
het begin trok ik me dat soort "op
merkingen erg aan, maar gelukkig
passen de kruisverenigingen nu de
selectie beter toe dan vroeger. Ik
kan hier steden noemen in Brabant,
waar nog een heel duidelijk stands
verschil is. Waar men het te min
vindt een vroedvrouw te nemen. Er
zijn er, die zich ervoor schamen, als
hun kennissen het aan de weet ko
men Ik ga van het standpunt
uit: als je in het ziekenfonds bent,
heb je er toch zélf voor betaald!"
In welke provincies is het meeste
vraag naar de vroedvrouw?
„Die is duidelijk in Brabant en
Limburg. Ik ben hierheen gekomen,
omdat men mij een prachtig garan
tiesalaris bood en later een huis met
praktijk. Dat is in andere provincies
haast onvoorstelbaar. Ik wil een uit
zondering maken voor Limburg,
want daar is de vroedvrouw kind-
aan-huis. In Zeeland kom je bijna
geen enkele vroedvrouw tegen".
Het verschil tussen vroeger en nu?
„Vroeger deed ik bevallingen in 'n
ziekenhuis. Nu heb ik mijn eigen
praktijk. Vroeger ging ik de dorpen
af op de fiets en later, toen ik wat
meer begon te verdienen, op de
brommer. Nu staat er een snelle lu
xe wagen voor de deur. Ik weet nog,
dat ik te arm was om een nieuwe
fietstas te kopen. Ik hield het rom
meltje bijeen met een stuk touw en
toen ik 's nachts in een van de dor
pen aankwam om een bevalling te
doen, vielen al m'n spullen op de
grond. Ik schaamde me dood. In die
tijd verdienden we zo weinig, dat er
geen stukje vlees overschoot. Dagen
aaneen heb ik sla gegeten, gewoon
omdat al m'n geld opging aan de
cursus en aan het sparen voor 'n
praktijk. Vroeger moest je die ko
pen. Tegenwoordig zijn ze blij als je
zonder enig kapitaal wilt intrek
ken!"
Is er sprake van concurrentiestrijd
tussen huisartsen en vroedvrou
wen?
„Dat schijnen veel mensen te den
ken, maar het tegendeel is waar. Is
het een jonge dokter, die pas zijn
praktijk begint, dan wil hij wel graag
wat bevallingen doen om wat onder
de mensen te komen. De wat oude
ren echter zien er wel eens tegen op
's nachts het bed uit te moeten,
's Morgens zijn ze dan niet uitgerust
door hun spreekuur. Zij schuiven
graag wat af. Toch doen ze het met
liefde. Ik heb al heel wat doktoren
horen zeggen: „Ik fluit altijd, als ik
een baby heb „gehaald". Het geeft
je zo'n gevoel van voldoening". Nee,
die concurrentie, dat is een fabel
tje".
Bevalt een vrouw liever thuis, of
in een ziekenhuis?
„De meesten liever thuis. Dan zijn
ze in hun eigen omgeving en dat vin
den ze gezelliger. De man echter sti
muleert altijd de bevalling in het zie
kenhuis. Hij weet, dat zijn vrouw dan
goed verzorgd is en heeft het gevoel,
dat hij het uiterste voor haar heeft
gedaan, wat hij in zo'n situatie kan
doen. Voor de verzekerden is het
voordeliger een kraamverzorgster te
nemen. Voor particulieren komen
kosten van ziekenhuis en thuis onge
veer overeen. Wijkhuipen, die zo'n
twee keer per dag even komen kij
ken, vind ik niet ideaal. De kraam
verzorgster, die ook assisteert bij de
bevalling, is de moeder veel meer
tot steun. Ze heeft een zware taak.
Omdat de honoraria zo zijn opgetrok
ken, komt er ook gelukkig meer ani
mo voor dat beroep".
Wil de man aanwezig zijn bij de
geboorte?
„Ik weet, dat de man tijdens de
bevalling een morele steun kan zijn
voor de vrouw, dus probeer ik het
altijd wel zo te spelen, dat hij erbij
is. Dan geef ik ze wel eens een kar
weitje, bijv. een been vasthouden, of
een arm onder het hoofd leggen. Als
ik zie, dat ze er niet zo goed tegen
kunnen - er zijn er zelfs bij, die
flauw vallen! - dan zeg ik: ga jij
maar even een sigaretje roken of kof
fie zetten. Je kunt wel stellen, dat 90
pet. van de mannen aanwezig is bij
de bevalling van hun vrouw".
Hoe is de medische vorming van
een vroedvrouw? Heeft ze inzicht
in dieet etc.?
„Als je vroeger vroedvrouw wilde
worden, was lagere school al voldoen
de. Nu moeten de meisjes minstens
MAVO-opleiding hebben. De oplei
ding tegenwoordig is fantastisch. De
persoonsvorming is beter. Wil een
verpleegster vroedvrouw worden en is
ze al gediplomeerd, dan moet ze nog
twee jaar een cursus volgen. Deze
houdt in: één week theorie en één
week praktijk. Zonder een verpleeg
steropleiding, doet men er drie jaar
over. Vooral de prenatale zorg is be
langrijk. Wat dieet betreft: kennis
daarvan was vroeger heel belangrijk;
nu stuur je de vrouwen door naar
diëtistes; ze krijgen zwangerschaps-
gymnastiek- alles wordt via de kruis
vereniging geregeld. Dat is voor
de vroedvrouw een hele zorg min
der. Vroeger werd je heel practisch
opgeleid. Ik heb cursisten nog wel
leren koken. Dat is er nu niet meer
bij. Ze worden veel meer academisch
gevormd. Gelukkig komt de aan
staande moeder al heel vroeg op con
trole, tegenwoordig. We doen de kik-
kerproef, nemen de bloeddruk op,
bespreken het gewicht en nemen ook
de Wassermann-test voor onze reke
ning. Deze bepaalt, of de vrouw wel
of geen geslachtsziekte heeft aan het
begin van de zwangerschap. De
laatste jaren is er een opvallende
stijging van het aantal geslachtsziek
ten in Brabant.
Hoe is de salariëring?
„Die is tegenwoordig gelukkig
stukken beter. Per bevalling betaalt
het ziekenfonds een vroedvrouw ge
middeld netto 156,uit. Heeft een
cursiste haar diploma en gaat ze as-
sistereren dan wordt ze gehono
reerd in evenredigheid van de groot
te der practijk. Een vroedvrouw, die
aan een ziekenhuis verbonden is,
wordt ongeveer gelijk betaald als 'n
le verpleegster".
Wat is de juridische verantwoorde
lijkheid van de vroedvrouw?
„Ze is alleen verantwoordelijk voor
het aangeven van de baby. Ze moet
er op toezien, dat dit binnen 3 x 24
uur gebeurt. Als de man zelf niet bij
de bevalling is, mag hij het kind ook
niet aangeven".
Zijn er dankzij de pil etc. minder
ongewenste kinderen?
„Dat geloof ik niet; ik heb ten-
minst? niet die ervaring Ik zeg hier
altijd tegen meisjes, die ongetrouwd
zijn en in verwachting raken
jullie drinken zoveel bier, dat je op
het kritieke moment er niet eens aan
denkt, dat je voorbehoedsmiddelen in
je tasje hebt. Ik kan me echt wel
voorstellen, dat een meisje zich eens
laat gaan. maar ik vind het ver
schrikkelijk als haar toekomstige
partner niet bij haar past. Ik zou
geen enkele vrouw aanraden vlak na
haar huwelijk een kind te nemen. Je
moet de eerste jaren naar elkaar toe
groeien en het met elkaar eens wor
den over de komst van een baby".
Is het ouderpaar, doordat het de
geboorte kan „regelen", nu geluk
kiger met een baby?
„Ik denk niet, dat zoiets enig ver
schil inaakt. Het is wel zo, dat wan
neer een meisje onverwacht tot de
ontdekking komt, dat ze zwanger is,
het de eerste maanden verschrikke
lijk vindt. Het is echter een speling
van de natuur, dat ze het - naarge
lang de maanden verstrijken steeds
beter leert accepteren".
Is de bevalling-thuis niet hinderlijk
met de tegenwoordige kleine be
huizing?
„Dat huishouden gaat allemaal
door Het is opvallend, hoe kinderen
en vader plotseling behulpzaam wor
den. als moeder op het kraambed
ligt. Nee een kleine behuizing noem
ik een woonwagentje. In het bovenste
bed ligt moeder te bevallen, terwijl
in het bed eronder de kinderen lig
gen. 's Nachts komt vader dan nog
in het bed van moeder en neemt de
baby ertussen in. Je begrijpt niet,
dat zo'n kind dan niet „gemold"
wordt"
Welke speciale eigenschappen ziet
u graag in een vroedvrouw?
„Er moet rust van haar uitgaan,
ze moet mensenkennis hebben en tact.
Ze mag zich niet teveel hechten aan
haar gezinnen en moet dus nuchter
zijn. Een zakelijk inzicht is beslist
ook een pro".
U hebt zoveel kinderen het levens
licht doen zien. Hebt u nooit zelf
naar kinderen verlangd?
„Ja, toen ik tussen de 30 en 40
jaar oud was. Toen had ik graag 'n
baby willen hebben. Iemand, die he
lemaal van jezelf is. Nu ben ik daar
wel overheen. Ik geloof, dat diep in
het binnenste van iedere vrouw het
verlangen leeft naar een baby. Ik
zie echter ook, hoe heerlijk mijn be
roep is, hoe zelfstandig. En ik geloof,
dat veel vrouwen me benijden, want
als vroedvrouw kom je altijd op de
allerfijnste momenten ir een gezin:
wa meer er een kindje wordt gebo
ren!"
Annelies v. d. Tol