de aanslag op rauter [Eenvoudig karweitje [iep uit op een [geweldige catastrofe hoed vrouwKINDJES HALEN NIET meer UITSLUITEND liefdewerk Zes maart 25 jaar geleden 1st EURS DE STEM VAN ZATERDAG 7 MAART 1970 Op een trieste maartnacht, nu 25 jaar geleden, de vrijheid doemde al op aan de kim, door zeefden vier verzetsstrijders op de straatweg tussen Arnhem en Apeldoorn een open Duitse auto met kogels. 243 gaten werden later in de carrosserie geteld. In de auto zat de SS-Gruppenführer en Generalleutnant der höhere S.S. und Polizei J. B. A. Rauter. De volgende morgen bleek hij de enige te zijn van de inzit tenden die nog in leven was. De wraak van de Duitsers was verschrikkelijk, meer dan 400 verzetsstrijders, overal in Ne derland gearresteerd, werden in de dagen daarna gefusilleerd. (Van een onzer verslaggevers) WOESTE HOEVE Geert, Sepp, Henk en Wim hadden die nacht een betrekkelijk Igemakkelijke opdracht. Er was een legerauto nodig. Zwaar bewapend als ze waren jmoest het voor hen op de stille straatweg tussen Apeldoorn en Arnhem geen pro- Iblemen opleveren een Duitse auto, als die kwam, aan te houden, de inzittenden dwingen de wagen over te geven en dan weg te rijden. Om alles nog gemakkelijker ■te maken hadden ze zich gekleed in de uniformen van Oberscharfuhrer en Rottenfüh- Irerdes S.S. Elke Duitse auto zou stoppen bij een „officieel" bevel. Ze hadden zich vroeg in de kacht geïnstalleerd. Traag gaat de lijd. Danmotorgeronk. Ze zijn lenuwachtig. Nee, die komt niet hierheen. Vliegtuigen trekken over. In de verte flakkert Ifweergeschut. Stilte. De stilte kan de bossen, plotseling een tak Hie kraakt. Een dier dat op prooi uitgaat. Ze wachten. Weer motorgeronk, het is gen luxe juto. Het heeft geen zin die aan te luden. De duidelijke opdracht van districtssabotagecommandant aan iotagecommandant Geert was een ^ehrmachtvrachtwagen buit te ma- en daarmee een partij vlees te i halen, eendeels om de verzets- ijders te voeden, anderzijds om de jtoeldoornse bevolking wat te geven. I Het ronken van een zware motor loorscheurt de stUte. Een vrachtwa- |en. Ze horen het nu duidelijk. Ze lpnngen naar voren. De wagen, een ken BMW, dus toch een personen- ■agen, stopt. I Sepp vraagt naar de papieren. De ian rechts voorin Rauter grijpt lijn wapen: „Wass ist denn los llensch? Wissen sie denn nicht wie kir sind?". De achterste inzittenden grijpen eveneens naar hun wapens. Geert, terzijde van de wagen, beveelt hem uit te stappen en niet te schieten, de Duitsers hadden argwaan gekregen. Dan gaat er iets mis. Geert springt schrijlings op de motorkap en vuurt tweemaal met zijn pistool door de voorruit. Hij springt opzij, beveelt „vuur". Was hij te zenuwachtig? De zaak was verloren. Er valt een schot uit de Duitse auto, na dat schot nog een, en nog een. Geert, Sepp, Henk en Wim blijven schieten tot er niet meer wordt terug geschoten. Uit de auto komt een diep rochelen. „We hebben ze, de honden", zegt een van hen. Geert, Sepp, Wim en Henk trokken zich terug. De wagen was voor hen onbruikbaar geworden. 243 kogels hadden de carrosserie doorzeefd. Ze doorzoeken hem ook niet meerop de ochtend van de zevende maart wordt de auto zo gevonden. De gevolgen van deze nacht zijn verschrikkelijk. In de dagen die vol gen worden honderden verzetsstrij ders uit de gevangenissen gehaald, overal in Nederland worden ze voor de lopen van de vuurpelotons gezet. De eersten die vallen de achtste maart zijn er 117. Op de plaats van de overval op de auto de woeste hoeve boeten zij met hun leven de mislukking van Gert, Sepp, Henk en Wim. Koel wordt die dag overal in Ne derland een bekendmaking opgeplakt: „De höhere SS- und Polizeiführer maakt bekendwegens een in den nacht van 6 op 7 maart op den rijks weg Arnhem-Apeidoorn gepleegden laffen moordaanslag op de inzitten den van een auto der bezettenden macht, werden in de vroege morgen uren van 8 maart eenige honderden terroristen en saboteurs standrechte lijk gefussilleerd. Wie dit plakkaat beschadigt of afscheurt, valt onder de scherpste Sicherheitspolizei-maatre- gelen. .Nog nooit heeft de bezetter zo hard teruggeslagen, de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und die SD. Schön- garth had een goede scholing gehad in massamoorden in oost-Europa. Nederland was geschokt. Het nieuws van de aanslag op Rauter druppelde maar langzaam door. De illegale blaadjes verschenen onregelmatig. Hoe slecht de nieuwsvoorziening was blijkt wel uit het feit dat bijvoorbeeld de Nieuwsbode orgaan van de vrije pers van dinsdag 13 maart 1945 schrijft „Binnenlands nieuws"het „geval" Rauter. De laatste dagen doen hevi ge geruchten de ronde dat de super germaan Rauter gedood zou zijn. Ons bereikte het bericht dat zijn auto op de Veluwe door een gealli eerd vliegtuig is aangevallen. Rau ter zou aan de zware verwondingen zijn overleden. De höhere Polizei fiihrer kreeg twee schoten door de longen en een door de kaak. Een bij hem inzittende officier was terstond dood. Men brengt dit bericht in ver band met de massamoord die overal heeft plaatsgehad, waaronder ook een 70-tal te Amsterdam welke bij het voormalige Rozenoord a/d Am- steldijk doodgeschoten zijn. Een an dere lezing zegt echter dat deze massamoord in verband gebracht moet worden met het feit dat te Ouderkerk a/d Amstel een schip met weermachtgoederen door ont ploffing tot zinken is gebracht." Twee dagen later komt er in het zelfde blad een rectificatie „Rauter is niet zoals oorspronke lijk werd gemeld door een Engels vliegtuig gemitrailleerd, doch door Nederlandse patriotten aangeval len". Bezet Nederland krijgt nu executie na executie te verwerken. De Waar heid toen ook ondergronds van 23 maart 1945 weet te berichten dat Op een vuilnishoopf!) aan de krui sing Weteringschans-Vijzelstraat 26 mannen zijn gedood. Dat was 12 maart. Enige dagen daarvoor heb ben er 75 „aan den Amstel bij Zorgvlied het leven moeten laten". In Ouderkerk en ook in Rotterdam werden passanten gedwongen het gruwelijke schouwspel van een an dere weergaloze misdaad gade te slaan. 60 Verzetsstrijders lieten in Ouderkerk het leven. Een voor een werden zij door een beul in burger met het pistool afgemaakt. Zaterdag 17 maart kan het Parool vrij onverveerd aan de onzeker heid rond de fusillades en de aanslag op Rauter nog geen einde maken „Dinsdagnacht 6 maart werd de au to van generaal Rauter, die van Arnhem naar zijn hoofdkwartier in Apeldoorn terugkeerde, bij de Woeste Hoeve aangehouden door enkele mannen in Duitsch uniform, die op de inzittenden een aantal schoten loste. De adjudant van Rauter en zijn chauffeur werden op slag gedood. Rauter zelf werd zwaar gewond. Eerst vele uren later werd hij door voorbijgangers gevonden en naar het hospitaal in Apeldoorn vervoerd. Onmiddellijk verspreid den de Duitschers het gerucht, dat hij daar na aankomst overleden was en tot vandaag toe trachten zij dit vol te houden, ofschoon intus- schen onomstootelijk is komen vast te staan, dat hij nog leeft. Zij had den blijkbaar een voorwendsel no dig om een moordpartij te ontkete nen. Op donderdag 8 maart werden namelijk op de plaats van den aan slag 120 Nederlandsche mannen op last van Brigadenführer Schöngarth door de Grüne Polizei vermoord. Hun lijken bleven uren liggen en voorbijgangers werden gedwongen er langs te loo pen zonder dat zij hec gezicht mochten afwenden. De slachtoffers waren gevangenen uit de S.D.-kerkers van de omliggende kommando's. Dien zelfden dag wer den er in Amsterdam 52 gevange nen gefusilleerd en in tal van an dere plaatsen overeenkomstige aan tallen. Het totaal der slachtoffers bedroeg dien dag bijna driehonderd. Intusschen is het hoogst twijfelach tig, of de aanslag door Nederlanders werd gepleegd. De leiders der ver- zesbeweging hebben er geen op dracht toe gegeven. Het is veeleer aannemelijk, dat de schietpartij door Rauter's Wehrmacht of door N.S.B.'ers werd georganiseerd of da+ een der vele groepjes Duitsche deserteurs, die plunderend en roo- vend over de Veluwe trekken, voor de schoten verantwoordelijk is." In hetzelfde nummer een spe ciale uitgave „naar aanleiding van de Duitsche S.D.-terreur der laatste we ken" wordt Nederland nog eens op geroepen het verzet te doen oplaaien: „Ons geheele volk moet toeslaan, dit beteekent nog niet, dat een al- gemeene volksopstand ontketend moet worden. Daarvoor zijn wij niet sterk genoeg bewapend. Maar het beteekent wel, dat de plaatsen, die de afgeloopen weken door honder den executies in de gelederen der illegaliteit opengevallen zijn, aange vuld moeten worden. Voor eiken gevallen strijder moeten zich hon derd, duizend nieuwe krachten aan melden. Voor eiken Nederlandschen man, die zichzelf respecteert, is er nu nog maar één mogelijkheidte treden in de rijen van het onder- grondsch verzet. Het beteekent te vens, dat het verzet tegen den vij and opgevoerd moet worden tot een hoogte, die het tot nu nog niet be reikt heeft." Maar het verzet lijkt vakkundig gebroken, de „bloed-maart 1945", zo als De Waarheid het noemde, heeft zijn werk gedaan. Twee maanden la ter is Nederland vrij. De laatste klap is uitgedeeld. In het grote gebod, gedenkboek van het verzet van L.O. en L.K.P., wordt de hele zaak afgedaan met maar één zin: „de zesde maart 1945 bracht de Rauterramp". Geen woord over hoe alles gegaan is - het verzet zweeg en zwijgt. Uit piëteit voor de vele hon derden doden? Of omdat een fout moeilijk goed te praten is? De waarheid over wat werkelijk ge beurd is is te vinden in archieven die slechts voor studiedoeleinden toegan kelijk zijn. De enig bekende publi- katie is die in „Ik draag u op", sys teem en werk der Nederlandsche Bin nenlandse Strijdkrachten, getoetst aan de lotgevallen van lokale eenheden (Apeldoorn en omgeving) uitgave uit 1945 ten bate van het fonds nabe staanden ondergrondsehe strijders (stichting 40-45). Toch sspreekt zelfs dit gedenkboek op een wat afwijzen de toon over het hele voorval „Geert, de commandant van de groep, maakte van de Rauterramp melding bij de afdeling van de Geheime Dienst Nederland in Hil versum. Op deze meding werd geen commentaar ontvangen. Er versche nen over de gebeurtenis geen publi- katies in de illegale bladen. Licht kan men uit dit alles de conclusie trekken dat de toedracht om be paalde redenen ten koste van alles verzwegen dient te worden. Naar wij hopen is.... voldoende duidelijk geworden dat dit alles een gevolg is geweest van de krijgskansen, die elke oorlogshandeling nu eenmaal noodzakelijk met zich brengt". Zo moet het in die rampnacht ge gaan zijn. Zo ging het dagen daarna „Een mitrailleur rak-ke-takt een 40-tal jongens en mannen val len dood tegen de grond, bloed loopt uitEen vrachtauto komt aangereden, de lijken worden op een baar gelegd. Een Amsterdamse politieagent verleent assistentie 111 De baar wordt opgetild tot even bo ven de wagen en dan omgekeerd en het lijk rolt, slap, op zijn buik in de vrachtwagen. Zo gaat het tien tallen keren Zo beschreef de Nieuwsbode van 22 maart 1945 een fusillade. Vijfentwintig jaar geleden, een overval die een ramp uitlokte. Bloemen bij een monument, voor jaarsbloemen op de Woeste Hoeve. Van hen die vergeten. BREDA Het woord vroedvrouw heeft voor velen een antieke klank. Het wekt gedachten-associaties op met een potig man-wijf, dat met opgestroopte mouwen en gesto ken in een groot, wit schort de arme vrouw in barensnood snibbige opmerkingen toevoegt, of haar kleinzerigheid ver wijt. Van Dale meent: een vroedvrouw is een vrouw, die de verloskunde uitoefent. „Verloskundige" staat er dan ook wat vrijzinnig op het bordje aan de woning van de vroedvrouw, die wij interviewden. Ze is een moderne vrouw met een zorgeloos gezicht. „Er zijn nog veel men sen, die denken, dat een vroedvrouw verloskundige is bij vee", lacht ze.. Ze is ongehuwd, maar voelt zich toch wel een beetje moeder van de meer dan 7000 kinderen, van wie ze de bevalling leidde. Ze is een vroedvrouw met 25 jaar ervaring, waarvan vijf in Limburg en 20 in Brabant. bedrijf is het nood- len met enige e medewerkers tus- hebben genoten en bezit van V.E.V.- apparaten strekt tot huidige woonplaats s kunnen verdienen worden in onze col- zocht schriftelijk te roor een onderhoud K-HAARLEM JNDERNEMINGNY de-Tel.023-284350* Ze kan zich nog kinderlijk ver heugen, maar verwondert zich ner gens meer over. Ze is er een van de oude stempel, maar juicht de he dendaagse gang van zaken in de verloskunde van harte toe. Raakt het beroep van vroedvrouw niet uit de tijd? vroegen we haar. „Het beroep is al eeuwen oud, maar vooral in de laatste jaren komt het er door de royale salariëring steeds meer in. Huisartsen zijn vaak overbelast en vooral de ouderen on der hen laten verlossingen graag over aan de vroedvrouw. Ook onze volksgezondheid is er een voorstand ster van; het ziekenfonds betaalt al leen een vroedvrouw uit; niet een dokter. De kruisverenigingen atten deren de vrouw, die een baby ver wacht, erop, dat verlossing door een vroedvrouw geheel gratis is. Velen weten dat nog niet, of willen dat ge woon niet weten. Het is frappant, te zien, wat voor een onvoorwaardelijk vertrouwen de meesten in hun huis arts hebben. Ik ga altijd van het standpunt uit „Laat je verlossen door degene, waarin je het meeste ver trouwen stelt". Vaak zie ik aanstaan de ouders denken: kan ze dat nou wel? Ook hoor ik wel eens de weinig vleiende opmerking „We hoorden, dat u ons niets kost, daarom hebben L!,\nege" maanden wachten: het kindje is er' De vroe<ivrouw bindt de wfj£ de mensen ons elstreng vakkundig af. nog niet kennen na zoveel jaren. Er zou veel meer propaganda voor ons beroep gemaakt moeten worden! In het begin trok ik me dat soort "op merkingen erg aan, maar gelukkig passen de kruisverenigingen nu de selectie beter toe dan vroeger. Ik kan hier steden noemen in Brabant, waar nog een heel duidelijk stands verschil is. Waar men het te min vindt een vroedvrouw te nemen. Er zijn er, die zich ervoor schamen, als hun kennissen het aan de weet ko men Ik ga van het standpunt uit: als je in het ziekenfonds bent, heb je er toch zélf voor betaald!" In welke provincies is het meeste vraag naar de vroedvrouw? „Die is duidelijk in Brabant en Limburg. Ik ben hierheen gekomen, omdat men mij een prachtig garan tiesalaris bood en later een huis met praktijk. Dat is in andere provincies haast onvoorstelbaar. Ik wil een uit zondering maken voor Limburg, want daar is de vroedvrouw kind- aan-huis. In Zeeland kom je bijna geen enkele vroedvrouw tegen". Het verschil tussen vroeger en nu? „Vroeger deed ik bevallingen in 'n ziekenhuis. Nu heb ik mijn eigen praktijk. Vroeger ging ik de dorpen af op de fiets en later, toen ik wat meer begon te verdienen, op de brommer. Nu staat er een snelle lu xe wagen voor de deur. Ik weet nog, dat ik te arm was om een nieuwe fietstas te kopen. Ik hield het rom meltje bijeen met een stuk touw en toen ik 's nachts in een van de dor pen aankwam om een bevalling te doen, vielen al m'n spullen op de grond. Ik schaamde me dood. In die tijd verdienden we zo weinig, dat er geen stukje vlees overschoot. Dagen aaneen heb ik sla gegeten, gewoon omdat al m'n geld opging aan de cursus en aan het sparen voor 'n praktijk. Vroeger moest je die ko pen. Tegenwoordig zijn ze blij als je zonder enig kapitaal wilt intrek ken!" Is er sprake van concurrentiestrijd tussen huisartsen en vroedvrou wen? „Dat schijnen veel mensen te den ken, maar het tegendeel is waar. Is het een jonge dokter, die pas zijn praktijk begint, dan wil hij wel graag wat bevallingen doen om wat onder de mensen te komen. De wat oude ren echter zien er wel eens tegen op 's nachts het bed uit te moeten, 's Morgens zijn ze dan niet uitgerust door hun spreekuur. Zij schuiven graag wat af. Toch doen ze het met liefde. Ik heb al heel wat doktoren horen zeggen: „Ik fluit altijd, als ik een baby heb „gehaald". Het geeft je zo'n gevoel van voldoening". Nee, die concurrentie, dat is een fabel tje". Bevalt een vrouw liever thuis, of in een ziekenhuis? „De meesten liever thuis. Dan zijn ze in hun eigen omgeving en dat vin den ze gezelliger. De man echter sti muleert altijd de bevalling in het zie kenhuis. Hij weet, dat zijn vrouw dan goed verzorgd is en heeft het gevoel, dat hij het uiterste voor haar heeft gedaan, wat hij in zo'n situatie kan doen. Voor de verzekerden is het voordeliger een kraamverzorgster te nemen. Voor particulieren komen kosten van ziekenhuis en thuis onge veer overeen. Wijkhuipen, die zo'n twee keer per dag even komen kij ken, vind ik niet ideaal. De kraam verzorgster, die ook assisteert bij de bevalling, is de moeder veel meer tot steun. Ze heeft een zware taak. Omdat de honoraria zo zijn opgetrok ken, komt er ook gelukkig meer ani mo voor dat beroep". Wil de man aanwezig zijn bij de geboorte? „Ik weet, dat de man tijdens de bevalling een morele steun kan zijn voor de vrouw, dus probeer ik het altijd wel zo te spelen, dat hij erbij is. Dan geef ik ze wel eens een kar weitje, bijv. een been vasthouden, of een arm onder het hoofd leggen. Als ik zie, dat ze er niet zo goed tegen kunnen - er zijn er zelfs bij, die flauw vallen! - dan zeg ik: ga jij maar even een sigaretje roken of kof fie zetten. Je kunt wel stellen, dat 90 pet. van de mannen aanwezig is bij de bevalling van hun vrouw". Hoe is de medische vorming van een vroedvrouw? Heeft ze inzicht in dieet etc.? „Als je vroeger vroedvrouw wilde worden, was lagere school al voldoen de. Nu moeten de meisjes minstens MAVO-opleiding hebben. De oplei ding tegenwoordig is fantastisch. De persoonsvorming is beter. Wil een verpleegster vroedvrouw worden en is ze al gediplomeerd, dan moet ze nog twee jaar een cursus volgen. Deze houdt in: één week theorie en één week praktijk. Zonder een verpleeg steropleiding, doet men er drie jaar over. Vooral de prenatale zorg is be langrijk. Wat dieet betreft: kennis daarvan was vroeger heel belangrijk; nu stuur je de vrouwen door naar diëtistes; ze krijgen zwangerschaps- gymnastiek- alles wordt via de kruis vereniging geregeld. Dat is voor de vroedvrouw een hele zorg min der. Vroeger werd je heel practisch opgeleid. Ik heb cursisten nog wel leren koken. Dat is er nu niet meer bij. Ze worden veel meer academisch gevormd. Gelukkig komt de aan staande moeder al heel vroeg op con trole, tegenwoordig. We doen de kik- kerproef, nemen de bloeddruk op, bespreken het gewicht en nemen ook de Wassermann-test voor onze reke ning. Deze bepaalt, of de vrouw wel of geen geslachtsziekte heeft aan het begin van de zwangerschap. De laatste jaren is er een opvallende stijging van het aantal geslachtsziek ten in Brabant. Hoe is de salariëring? „Die is tegenwoordig gelukkig stukken beter. Per bevalling betaalt het ziekenfonds een vroedvrouw ge middeld netto 156,uit. Heeft een cursiste haar diploma en gaat ze as- sistereren dan wordt ze gehono reerd in evenredigheid van de groot te der practijk. Een vroedvrouw, die aan een ziekenhuis verbonden is, wordt ongeveer gelijk betaald als 'n le verpleegster". Wat is de juridische verantwoorde lijkheid van de vroedvrouw? „Ze is alleen verantwoordelijk voor het aangeven van de baby. Ze moet er op toezien, dat dit binnen 3 x 24 uur gebeurt. Als de man zelf niet bij de bevalling is, mag hij het kind ook niet aangeven". Zijn er dankzij de pil etc. minder ongewenste kinderen? „Dat geloof ik niet; ik heb ten- minst? niet die ervaring Ik zeg hier altijd tegen meisjes, die ongetrouwd zijn en in verwachting raken jullie drinken zoveel bier, dat je op het kritieke moment er niet eens aan denkt, dat je voorbehoedsmiddelen in je tasje hebt. Ik kan me echt wel voorstellen, dat een meisje zich eens laat gaan. maar ik vind het ver schrikkelijk als haar toekomstige partner niet bij haar past. Ik zou geen enkele vrouw aanraden vlak na haar huwelijk een kind te nemen. Je moet de eerste jaren naar elkaar toe groeien en het met elkaar eens wor den over de komst van een baby". Is het ouderpaar, doordat het de geboorte kan „regelen", nu geluk kiger met een baby? „Ik denk niet, dat zoiets enig ver schil inaakt. Het is wel zo, dat wan neer een meisje onverwacht tot de ontdekking komt, dat ze zwanger is, het de eerste maanden verschrikke lijk vindt. Het is echter een speling van de natuur, dat ze het - naarge lang de maanden verstrijken steeds beter leert accepteren". Is de bevalling-thuis niet hinderlijk met de tegenwoordige kleine be huizing? „Dat huishouden gaat allemaal door Het is opvallend, hoe kinderen en vader plotseling behulpzaam wor den. als moeder op het kraambed ligt. Nee een kleine behuizing noem ik een woonwagentje. In het bovenste bed ligt moeder te bevallen, terwijl in het bed eronder de kinderen lig gen. 's Nachts komt vader dan nog in het bed van moeder en neemt de baby ertussen in. Je begrijpt niet, dat zo'n kind dan niet „gemold" wordt" Welke speciale eigenschappen ziet u graag in een vroedvrouw? „Er moet rust van haar uitgaan, ze moet mensenkennis hebben en tact. Ze mag zich niet teveel hechten aan haar gezinnen en moet dus nuchter zijn. Een zakelijk inzicht is beslist ook een pro". U hebt zoveel kinderen het levens licht doen zien. Hebt u nooit zelf naar kinderen verlangd? „Ja, toen ik tussen de 30 en 40 jaar oud was. Toen had ik graag 'n baby willen hebben. Iemand, die he lemaal van jezelf is. Nu ben ik daar wel overheen. Ik geloof, dat diep in het binnenste van iedere vrouw het verlangen leeft naar een baby. Ik zie echter ook, hoe heerlijk mijn be roep is, hoe zelfstandig. En ik geloof, dat veel vrouwen me benijden, want als vroedvrouw kom je altijd op de allerfijnste momenten ir een gezin: wa meer er een kindje wordt gebo ren!" Annelies v. d. Tol

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 29