(IET
EN
Onveilig verkeer door „rot-mentaliteit
Kinderen behendig op schaatsplankjes
de
igade
ff
iNDAAL
it aller-
llllllllllllllllllllllllllllllllllll
abrieken
ONVOLDOENDE
IVERKEERSKENNIS
OVERDREVEN
HARD RIJDEN
DOORRIJDEN NA
AANRIJDING
DOOR
NORMAN WEBSTER
16
DE STEM VAN ZATERDAG 21 FEBRUARI 1970
owel voor dag- als
voor ploegendienst
voor dagdienst
Irk
V*
edrfjfskleding
ociale voorzieningen
van tot
18 45-IV. IS uur
I 82 19 80-20 00 uur
20 15-20 45 uur
18 45-19 16 uur
19 30-20 00 uur
19 00-19 30 uur
19 45-20 15 uur
Isti 90 18 45-19.15 uur
vaanhoefBtraat 2.
en 1315-17.15 uur
IQ
i yl OÊ 8(1 A' K-
O,brug' "f-Zy.fa Ouderion ^*-r-jjr>«T'
-■^fMnrnrir'ff rl~ i'-r'r -uliat -rif
BREDA/MIDDELBURG De mentaliteit in het verkeer
In Zuidwest-Nederland heeft zich in 1969 omgekeerd even
redig verhouden met de groei van het wagenpark. Politie
functionarissen in West- en Midden-Brabant en Zeeland
verkeersdeskundigen die de problemen in de regio kennen
- vertelden DE STEM dat zij zich grote zorgen maken over
de mentaliteit van een bepaalde categorie weggebruikers.
„In één woord: een rot-mentali-
teit". Deze aan duidelijkheid niets
te wensen overlatende opmerking
komt uit de mond van hoofdinspec-
i teur H. M. A. van de Abeelen, chef
van de verkeerspolitie in Breda. De
I politiemensen ,ppegp^r|, vele facto-
f ren die de aanleiding tot deze poli
tiële uitlating zijn: Weggebruikers
kennen de verkeersregels onvol
doende; ze zijn gemakzuchtig; rij
den onaangepast; te hard, veel te
hard; rijden vaak door na een aan
rijding; negeren opzettelijk ver
keersborden en -voorschriften; fiet
sers rijden over trottoirs; ze steken
geen hand meer uit, enzovoorts.
De gevolgen zijn weer ernstig ge-
West;
In 1969 zijn in Zuidwest-Nederland
j ruim tweehonderdvijftig (250) perso
nen in het verkeer gedood. Tienmaal
zoveel (ongeveer 3.000) mensen zijn
t> de wegen in west- en midden-Bra-
ant en Zeeland gewond geraakt. In
elke streek en stad is dit cijfer ten
opzichte van 1968 groter geworden.
I h de stad Breda zijn in 1969 op elke
I MOO inwoners 23 mensen bij een
verkeersongeval betrokken geweest.
elke duizend inwoners zijn er zes
in het verkeer gewond geraakt.
De groep Terheijden van de rijks
politie beschikt over de meest spre
kende cijfers. Vorig jaar kwamen
oear 80 aanrijdingen ter kennis van
de politie, daarbij zijn niet minder
dan negen doden te betreuren ge
weest. Op elke negen aanrijdingen
één dode!
De Bredase gemeentepolitie heeft
becijferd, dat in de zestiger jaren het
aantal aanrijdingen bijna is verdub
beld (96.9 pet. in 10 jaar). Het wa
genpark groeide in die periode met
205 pet. en het inwonertal steeg met
12.5 pet. Het aantal ongevallen is con
stant blijven meegroeien, ondanks al
le technische vooruitgang.
Algemene indrukken over 1969 van
de door ons gepolste (verkeers)-po
litiefunctionarissen:
Hoofdinspecteur Van de Abeelen:
„Het doorrijden na een aanrijding is
voor mij een ernstig euvel- Vorig
jaar is dit misdrijf in Breda 130 keer
gepleegd;
Iedereen rijdt ook maar door het
rode licht. We controleerde in 1969
drie weken: 219 verbalen. Laat de
mensen toch stoppen. Het verkeer is
een samenspel van miljoenen. Men
houdt in het verkeer veel te weinig
rekening met de ander. De mensen
denken veel te vaak van zichzelf, dat
ze goed rijden en anderen niet;
De meeste verkeersongevallen wor
den veroorzaakt door niet-voorxang
verlenen, een symptoom van de on
verdraagzaamheid in het verkeer".
„Wanneer de weggebruikers dit al
lemaal nu nog in het klein doen, doen
ze het straks ook in het groot. Het
is een gebrek aan fatsoen, een afglij
den van de mentaliteit".
De afdeling verkeer van het district
Breda van de rijkspolitie: „Het ge
drag van de weggebruiker heeft de
veiligheid op de weg jn west- en mid
den-Brabant doen verslechteren;
vaak wordt ze volkomen genegeerd!
Velen wagen zich in het verkeer zan
der de minste kennis van de ver
keersregels. De snelheid wordt steeds
groter en funester bij ongevallen".
Majoor P. H. Borra, commandant
van het district Middelburg van de
rijkspolitie: „Ik sta er weieens ver
steld van: De angst die weggebrui
kers hebben voor een bekeuring is
kennelijk van meer invloed op hun
gedragingen dan de eigen veiligheid.
Pag als de politie in de buurt is wil
len velen normaal-aangepast gaan
rijden".
„Je zou wensen dat de weggebrui
ker zijn ziel wat meer in lijdzaam
heid zou bezitten. Het gaat blijkbaar
nooit hard genoeg"- HIP Van de A-
beelen: „De mensen moeten zich in
het verkeer meer sociaal gaan gedra
gen. Op de middelbare scholen zou
er hoognodig sociaal verkeersgedrag
gedoceerd moeten gaan worden".
Majoor Borra: „Men moet zich be
wust worden, dat alles wordt gedaan
aan een zo goed mogelijke afwikke
ling van het verkeer, maar dat men
nooit uit de verkeersmoeilijkheden
zaj komen".
Zijn filosofie over de verkeersfrus-
tratie: „Er zijn te veel auto's en de
wegen zijn te klein".
Fietsers en bromfietsers zijn op
het Brabantse en Zeeuwse platteland
en in ietg mindere mate ook in
de steden de grote zorgenkinde
ren van het verkeer. Ze vormen de
meest kwetsbare groep verkeersdeel
nemers. Hoofdinspecteur Van de A-
beelen spreekt van „hèt probleem".
Endige waarschuwende, maar ook
angstwekkendecijfers:
Meer dan de helft van het totaal
aantal verkeersslachtoffers in de stad
Breda bestond inl969 uit (brom)fiet-
sers (63 procent). In Middelburg zijn
vorig jaar vijf mensen in het verkeer
gedood; drie ervan reden op een fiets
of een brommer. Op het platteland
is het al niet anders. „Bij ongeveer
één op de vier, vijf ongevallen is een
(brom)fietser betrokken", zegt nia-
joor Borra.
Het „zwakke" deel van de ver
fietsers en voetgangers is enorm
kwetsbaar. Het aantal doden is ver
houdingsgewijs nóg groter dan het
aantal gewonden.
(Brom) fietsers worden voorname
lijk het slachtoffer van het niet krij
gen (afslaand verkeer) van voorrang
of het niet geven van voorrang; bij
het oversteken van verkeerswegen,
waar met hoge snelheden wordt ge
reden. Ze weten te weinig af van de
verkeersregels en ze rijden veel te
hard.
Politiecommentaar„Men beseft
te weinig dat het soms halve moto
ren zijn". „ER is kennelijk een gro
te weerstand om het gas af te slui
ten". Sommigen doen bij het over
steken van een weg hun ogen stijf
dicht en God zegene de greep- Onbe
grijpelijk". (Adjudant J.L. Boogaard
chef verkeersgroep rijkspolitie Mid
delburg).
Eén van de meest klemmende pro"
blemen rond de bromfietsers tenslot
te is het feit, dat zij bij een ongeval
vaak hoofdletsel oplopen (in Breda
van de 254 slachtoffers niet minder
dan 116). Alle politiemensen die wij
spraken, hielden een sterk pleidooi
voor het verplicht stellen voor brom
fietsers van het gebruik van een helm
Voor motor-scooterrijders is dat in
Nederland overigens nog niet eens
wettelijk verplicht.
Majoor Borra: „Heel dikwijls zou
hoofdletsel (of wat nog erger is
hersenletsel) bepaald kunnen worden
voorkomen met een goede helm".
Adjudant Boogaard: „Als ik kinde
ren met brommers had, zouden ze
zonder helm de deur niet uitkomen.
Ook in de stad niet".
Het zuidwestelijk deel van Ne
derland maakt geen uitzondering op
de landelijke regel dat de meeste
verkeersongevallen ontstaan als ge
volg van het onjuist toepassen van de
voorrangsregels („ik heb voorrang
dus rij ik door"). Het aantal „voor
rangsongevallen" waaronder ook
begrepen het rechtdoorgaamd ver
keer, dat door het afbuigend ver
keer geen vrije doorgang is gegeven
en het inhalen in Nederland is der
mate groot, dat men niet meer uit
sluitend het wegverkeer verantwoor
delijk kan stellen voor alle aanrijdin
gen. Dat blijkt ook uiit de verkeers
gegevens over 1969 in zuidwest-Ne
derland.
We vragen ons af wat er mis is
met de voorrangsregeling in Neder
land.
In het ndet-verlenen van voorrang
vonden in Bergen oP Zoom 304 aan
rijdingen (op een totaal van 862) hun
oorsprong. Voor Breda was die getals
verhouding 758 op een totaal van
2770. Om de ernstige gevolgen van
het met-voorrang geven nog duide
lijker te illustreren: Maar liefst 35
pet. van de dodelijke verkeersonge
vallen in West-Brabant zijn er door
veroorzaakt-
Adjudant Boogaard: „Ook op ver
keerstechnisch prima kruispunten
worden nog veel zware ongevallen
veroorzaakt".
De vele intensief bereden wegen
met gelijkvloerse kruisingen en de
beruchte drie-strooks wegen tussen
Tilburg - Breda en Breda Roosen
daal hebben de cijferg extra nega
tief beïnvloed.
De snelheid ig één van de an
dere zeer giftige pijlen die de ver-
keersduivel op zijn boog heeft. Er
wordt (ook) in het zuidwestelijke
deel van Nederland véél te hard ge
reden voor de vaak gebrekkige weg-
situatieg hier. De combinatie van
niiet-voorrang geven en te snel rijden
is dé grote verkeersboosdoener.
De meest slechte weersomstandig
heden weerhouden velen er kenne
lijk niet van toch plankgas te rijden.
Van het totaal van 114 verkeerson
gevallen op het Westbrabantse plat
teland 12 pet. aanwijsbaar het gevolg
geweest van het rijden met een te
hoge snelheid. De meeste kop-staart
botsingen o.m. bij filerijden; in
de mist; voor spoorwegovergangen
en stoplichten moeten hieraan e-
veneens worden toegeschreven. Ie
dereen wil alsmaar harder gaan.
Een bijkomstig gevolg daarvan is,
dat het verkeer de geel-fase bij een
verkeerslicht is gaan benutten als
een verlengde groenfase. In plaats
van het noodzakelijke snelheid min
deren, geeft men gas bij. Majoor
Borra: „Veel ongevallen zijn te her
leiden tot te hard rijden". De Bre
dase politie deelde vorig jaar tijdens
snelheidscontroles 5252 bekeuringen
uit (tegen 4693 in 1968).
HIP Van de Abeelen vindt dat er
bij aanrijdingen „teveel zogenaam
de slachtoffers vrij-uit gaan". „Ve
len rijden te hard, waardoor ande
ren in een kritieke situatie worden
gébracht".
(Misbruik van) alcohol in het
verkeer blijkt ook in 1969 tot de (on)
nodige verkeersellende aanleiding te
zijn geweest-
Kinderen in het verkeer zijn een
bron van blijvende zorg. In West-Bra
bant bleek altijd nog 8 pet. van het
totaal aantal verkeersdoden kinde
ren te zijn, die (plotseling) de rij
baan op- of overschoten.
De veel beschuldigde chauffeurs
van lijnbussen blijken niet veel onge
vallen veroorzaakt te hebben. Een
jacht op hen, zoals de Bossche of
ficier van justitie mr. Duyx heeft
aangekondigd, lijkt ons voor West-
Brabant en Zeeland niet nodig.
We zeiden het a) eerder: Niet al
le oorzaken van de dnizenden ver
keersongevallen zijn toe te schrijven
aan het falen van weggebruikers.
„We moeten er bezorgd over blijven
of (je overheid voldoende geld uit
geeft voor de bevordering van de
verkeersveiligheid", aldus de Breda"
se commissaris van politie, de heer
H. van Goethem. Die veiligheid kan
o.m. worden bevorderd door goede
wegen, goede signalering, doeltref
fende observatie en begeleiding. In
zuidwest-Nederland ontbreekt hier
aan het een en ander.
In verhouding tot het gemiddelde
verkeersaanbod ig het wegennet hier
stiefmoederlijk bedeeld. Dichte ver-
keersdronunen moeten zich langs se
cundaire wegen al dan niet om
geven door een „muur van bomen"
wurmen. De intensiteit is op ver
schillende plaatsen zo groot, dat al
leen een autosnelweg een adequate
oplossing zou zijn.
Er wordt hier aan vele nieuwe
wegen gebouwd, maar de verhoudin
gen groeien nog steeds uit elkaar. De
openstelling van de Volkenrakdam
zal daar nog een handje aan mee
helpen.
Waterstaat werkt naarstig aan de
voltooiing van een nieuwe oost-west
verbinding door Brabant en Zeeland'
Maar voorlopig zal de „dodenader"
tussen Tilburg en Middelburg (rijks
weg 56 en 58) zijn macabere greep
op het verkeer hier houden.
„Iedereen besteedt grote zorg aan
RW 58, maar het blijft natuurlijk een
probleemweg", aldus majoor Borra.
„Ondankg de toename van het ver
keer ig het aantal ongevallen op die
weg constant gebleven en zijn er min
der doden en zwaar gewonden, ge-
villen". Hij schrijft dit toe aam een
gedeeltelijke verbetering van de weg
en een scherpere surveillance.
In Zeeland wordt de verkeers
politie 's zomers zo nu en dan voor
opgaven geplaatst, waar ze niet
meer tegen opgewassen is. Belgen
die naar en van de kust gaan, rij
den meer en meer via Zeeuwsch-
Vlaanderen dat toch al slecht be
deeld is als het over goede wegen
gaat omdat de parallel lopende
Belgische wegen zo mogelijk nog
vaster verstopt zitten.
Op topdagen komt het voor dat
een plaatsje als Sluis (2.870 inwo
ners) gemiddeld 30.000 be
zoekers binnen de veste krijgt. In
'69 telde men rond vier miljoen
gasten voor Sluis, die in 750.000
auto's en met 9.000 bussen kwa
men.
Over problemen gesproken I
PIM GAANDERSE.
KAART EN FOTO'S BOVEN:
Zuidnederlands „dodenader" met en
kele van de meest gevaarlijke pun
ten.
Links de spoorwegovergang in rijks
weg 58 by Riiland-Bath.
Midden het kruispunt „Maple Farm".
Rechts een van de meest gevaarlijke
kruisingen met rijksweg 56 onder
Huiten.
ie Bedford
n revolutionaire
dt aan de
oor wie vervoer
il geconstrueerd
tiger motoren,
t't gewoon!
^vloerhoogte
irkel
of zonder cabine
onderhoud
PEKING Winter in Pe
king: lange blauwe jas
sen, witte verkleumde
gezichten en petten met
kleppen met imitatie-bont
<lie oren, wangen en nek
bedekken.
Geen sneeuw, op een paar
buien na die ieder jaar val
len en die binnen een dag
voorbij zijn. In plaats van
sneeuwstormen dringen fij
ne stofwolken door kieren
in de ramen naar binnen.
De lucht is zo droog dat
neus en keel er 's nachts
van kriebelen.
Maar bijna iedere ochtend is licht
en helder en wanneer het niet te
hard waait valt de kou best mee.
Geen gevoerde jas, geen sneeuw die
opgeruimd moet worden, geen glad
de wegen, geen zout en geen natte
voeten. Buiten spelen de kinderen
op de bevroren grachten en vijvers
van de hoofdstad op hun wonderlij
ke „schaatsplankjes". Onder tegen
een plankje zijn twee evenwijdige
latjes getimmerd, waarin de schaats
ijzers vastzitten. Een kind gaat op
zijn knieën op het plankje zitten en
duwt zich op het ijs vooruit met
ijzeren pinnen waaraan van boven
een handvat zit. Op deze manier
kan het zich erg snel voorbewegen,-
draaien en stoppen. Een tijdje gele
den nam ik mijn schaatsen, vrouw
en oudste zoon (3) mee naar het
Kun Ming Meer bij het Zomerpa
leis. Voor David was het maar een
gewone ijsvlakte, maar ik denk
hij er op een keer belang in
om te weten dat hij ooit met
hijgende, schaatsende vader op
bevroren meer is geweest bij
Jadepaleis, waar een keizerin
neef, keizer Kwang Hsu, gevangen
hield van 1898 tot 1908. Toen ik mijn
schaatsen aanbond was ik een pro
feet van een nieuw tijdperk en een
groep jongens omringde mij op hun
schaatsplankjes. Eén begon een po
pulair deuntje te zingen over de
verguizing van het imperialisme
van de V.S. en het Sovjet-revisionis-
me. Ik keek hem aan als een stren-
dat
stelt
een
een
het
haar
ge revisionist en hij hield op met
zingen. Even later echter zong hij
me „Het Oosten is Rood" luidkeels
toe. Het was een koude dag en mijn
handen leken wel half bevroren toen
ik na het vastbinden van mijn
schaatsen mijn handschoenen weer
wou aantrekken. Van de kinderen
scheen niemand handschoenen of
wanten te dragen, toch zwierden ze
onverdroten over het ijs.
Anderhalve week later sneeuwde
het. We gingen terug naar het Zo
merpaleis, dat er nu veel mooier
uitzag. De besneeuwde daken in de
omgeving vormden prachtige patro
nen en de kwaadaardige leeuwen
en draken zagen er goedmoediger
en vriendelijker uit, evenals een be
sneeuwde politieman.
Tien An Men, de Keizerlijke Poort
van Hemelse Vrede, wordt tijdens
de winter vernieuwd. Het dubbele
gouden dak is door grote hijskranen
verwijderd.
Sla na Tien An Men linksaf, de
boulevard van de Eeuwige Vrede in
en je staat weldra in Wang Fu
Ching, het voornaamste winkelcen
trum. In de winkeltjes langs de
straat staan de mensen zich bij de
kolenkachels midden in de zaak te
waren, zoals in alle winkels in Pe
king. En buiten op de stoep staat de
ijscoman.
(Copyright De Stem-
The Globe and Mail, Toronto)
I 1