Commentaar
Enquête
s
Joegoslaven voelen zich
Arbeiders
zonder
vakbond
lief
n
DR. CORN. VERHOEVEN:
DN.V.
st
)NV.
ÏD N.V.
Stakingen in België
Nationaal
Oefenterreinen
BEREKENINGEN
NAUWKEURIG
ZORG
DE STEM VAN ZATERDAG 21 FEBRUARI 1970
21
12
Sloehaven
een indus-
Ische werk-
:ie met vele
>edrijf.
igelijkheden
sorzien van
itienummer
Personeels-
en wij
nische
lijmen
id van
(iwisse-
sft een
hniek,
af het
52 uw
■de Sloehaven
|n met enkele
unctie bij een
irijf.
l/eling.
korte termijn
voorzien van
fentienummer
l Personeels-
h ..peil.ncen. .peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peil ngen peiungenpeilingen ..peilingenl|l|njghngen peilingen peili
dcm .kireckiNGiy.i ^peilingen peilingen peilingen peiliigen peilingen peilingen .peilingen ..peilingen peiuvigen ^ilingen ^eilii peilingen peilingen peiüijgen
'nm.iku~ci!i ifcii nrii i» peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peil ngen peiliiigen ^iungen pfclunütn peilingen peilingen peil
peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peiilingen peilingen reiunycrarc,l
VELEN hebben in een te waarderen argeloosheid aangenomen dat het
zogenoemde Bevrijdingstientje een geldstuk zou zijn da! ter viering
van de zilveren Bevrijding van de Duitse bezetting in de normale geld
circulatie zou worden gebracht. Hierdoor zou de gehele bevolking in klin
kende munt deel hebben aan een waarlijk nationale gebeurtenis.
Het blijkt echter dat het Bevrijdingstientje minder als wettig betaalmiddel
dan als gedenkpenning is bedoeld. Men zal het kunnen bestellen bij de
postkantoren, detaillisten bij uitstek van 's rijks geldwaarden. Daarmee
wordt het Bevrijdingstientje verlaagd tot een handelfje dat de Staat der
Nederlanden dertig miljoen zal opleveren. We willen niet ontkennen dat
zulks geheel in de nationale traditie past.. Maar men zou de uitbating van
onze gevoelens dan beter hebben kunnen overlaten aan de, op het punt
V3n legpenningen en zo al zeer actieve, goud- en zilverindustrie.
DE voorgestelde uitbreiding van de militaire oefenterreinen heeft zowel
in de betrokken gebieden als in de Tweede Kamer zeer veel kritiek
I opgeroepen. Deze spitst zich voor de betrokken gebieden op de volgende
punten toe: De omgeving van Oirschot midden in een zeer snel verstede
lijkend gebied wemelt al van militaire terreinen; het Kuinderbos bestaat
pas twintig jaar en zou nu al gekapt moeten worden; de uitbreiding bij De
Harskamp gaat ten koste van een grote hoeveelheid natuurschoon.
Het aanbod van Frankrijk oefenterrein ter beschikking te stellen, verlost
minister Schut en staatssecretaris Haex van ten minste één probleem
oefenterrein) in Nederland. Resten nog twee noodzakelijke (volgens De
fensie) uitbreidingen. En daar hebben de deskundigen (van een rijks plano
logische commissie) al oplossingen voor gevonden; in de Lauwérszee en
zeer waarschijnlijk elders in het noorden van het land. Alternatieven die
voor de bewindslieden zeker óók aantrekkelijk moeten zijn.
Maar toch ziet het er naar uit dat minister Schut en de heer Haex vast
willen houden aan behandeling van hun nota over de uitbreiding van de
oefenterreinen. En wel in de huidige vorm. Met vrij grote zekerheid kan
gesteld worden dat de Tweede Kamer deze nota zal afwijzen.
Het lijkt dus verstandiger dat de bewindslieden hun nota intrekken.
Waar minister Schut (ook voor woningbouw) in het spel is, zijn we niet zo
zeker van een bevredigend slot.
aa
ie één keer in een jam-fabriek
geweest is, wordt soms be
weerd, belieft nooit meer jam. Voor
mjj is dat een reden om nooit in
een jam-fabriek te gaan kijken,
want ik vind jam lekker. Maar
hoe staat het met iemand die een
keer gezien heeft hoe een enquête
ingevuld wordt; gelooft hij nog in
de wetenschappelijke objectiviteit
van de uitslag? Ben reden voor dat
geloof zou kunnen zijn, dat de uit
slag zelden verrassend is, dus
meestal aan een verwachting be
antwoordt. Maar dat kan ook uit
gelegd worden als het produkt van
een constructie: er komt eenvou
dig uit wat erin gestopt wordt, een
bestaand vermoeden wordt beves
tigd en dat is dan een soort van
wetenschap. De uitslag is objectief
omdat hij door een machine heen
gegaan is en de machine maakt
geen fouten, omdat zij geen visie
en geen vooroordeel heeft. Het is
wetenschappelijk zijn eigen waar
neming niet al te zeer te vertrou
wen, Bijvoorbeeldik kijk naar
buiten en „zie" dat het regent. Ik
vertrouw mijn waarneming niet,
'ap wat zogenaamd regenwater af
en stuur dat naar een laborato
rium. Het wordt onderzocht en ik
krijg bericht, dat het regenwater
is. Ik neem dus een paraplu mee,
°P wetenschappelijke gronden.
Maar intussen is de zon gaan schij
nen.
Enquêtes lopen achter de feiten
aan, maar ook achter de verwer
king daarvan. Toevallig maakte ik
onlangs mee dat een aantal leer
lingen van een middelbare school
een enquête-formulier invulden in
meest voordeel oplevert of dat wat
moreel het hoogst te kwalificeren
is? Dat is straks ter beroordeiing
aan hen die die uitslag bewerken.
Wat erin gestopt wordt, zal er al
licht ook wel uitkomen, zodat we
te zijner tijd de wetenschappelijke
ontdekking tegemoet kunnen zien,
dat het volgens 99 procent van de
scholieren helemaal niet zo goed
is te doen wat de leraren zeggen.
En dat komt dan doordat die men
sen zo autoritair zijn etc.
Ik weet niet wie het precies zijn
aan de Vrije Universiteit van
Amsterdam die deze lijst geïmpor
teerd en vertaald hebben, sociolo
gen, didactici, andragogen, maar
ik vermoed dat zij weinig met de
praktijk van het onderwijs te ma
ken hebben. Dat zegt misschien
niet zoveel, maar het zou leuk zijn
het te weten, zoals het ook leuk
is te weten, dat het vroeger vooral
paters waren die over het huwelijk
schreven en daarop de meest ver
rassende en poëtische visies ten
beste gaven. Het heeft misschien
iets te maken met de wetenschap
pelijkheid waarvan ik hierboven
een demonstratie gaf.
Wat mij verder zeer opviel was
dat de leerlingen bij het invullen
van hun formulieren geweldig
„spiekten" en met elkaar overleg
den, veel meer dan bij een repe
titie. Misschien kwam dat door het
uitdrukkelijke en wat vreemde
verzoek naam en leeftijd op het
formulier in te vullen, maar dat
geloof ik eigenlijk niet. Ik denk
dat de paniek verband hield met
de noodzaak een eigen mening te
produceren. In elk geval probeer-
bet kader van een onderzoek naar
e'n. „school omgeving preferentie
schaal", naar de opvattingen dus,
üe leerlingen hebben over hun
school en de gang van zaken daar.
Het Amerikaanse voorbeeld lag er
"ier en daar nogal dik op bv. in
een vraag naar de betekenis van
«schooldassen in eigen kleuren".
™at ik ook merkwaardig vond is
Jat een aantal vragen een of twee
beer terugkeerden en dus elkaar
'verlapten o.a. een die betrekking
beeft op de kritiek die leerlingen
a' dan niet mogen hebben op de
«eigen" school.
Er wordt ook hier niet naar fei
ten gevraagd, maar naar meningen
b'- over de stelling „het is het bes
te dat een leerling altijd doet wat
hin leraar wil". De bedoeling is te
weten te komen, hoeveel procent
bet met die stelling eens is, hoe
veel oneens en hoeveel geen me-
h'tg heeft. Die percentages ver
lenen de leraren dan later, als het
wetenschappelijk rapport klaarge
komen is. En het verbazingwek
kende bij zo'n uitslag is dan dat
gaat werken als een norm. Van
j ttstische gegevens gaat de sug
gestie uit, dat eigenlijk iedereen
esraan moet beantwoorden, wil
'J een beetje lekker zitten in de
«ttenlevlng. Als vijfennegentig
met de stelling hier-
j en oneens is, ziet het er voor
o rest niet zo mooi uit. Maar het
«Wet erg waarschijnlijk dat deze
™nderheid de vijf procent haalt,
aw de stelling is zo stinkend
'aai, dat ze alleen al daardoor tot
"fnspraak uitnodigt. Ze is bo-
jidien dubbelzinnig: wordt met
"bet beste" bedoeld dat wat het
den de meesten van hen in geza
menlijk overleg zo niet een eigen
mening dan toch een aanvaard
baar gemiddelde vast te leggen.
Blijkbaar wensten zij niet geïndi
vidualiseerd te wordenin feite
betekent dit dat zij al uitgaan van
de uitslag. En of de vragen nu sug
gestief zijn of niet, zij worden be
antwoord alsof ze dat wel zijn.
Het kan zijn, dat statistici me
thoden hebben om dit effect onge
daan te maken. Maar als het een
regel is dat enquêtes zo ingevuld
worden, zijn ze waardeloos. En
wat men doet met het antwoord
„geen mening" behalve optellen
is mij een raadsel. In sommige
gevallen hield dit antwoord hele
maal niet in, dat een leerling twij
felde, maar dat hij de vraag on
zinnig vond. Een voorbeeld: „leer
lingen die veel kritiek op hun
school hebben, reageren meestal
persoonlijke problemen af". Het is
onzin hierover een uitspraak te
doen zonder verder onderzoek; een
mening zegt niets over dit veron
derstelde feit. Zelfs als tachtig
procent het met deze stelling eens
is, betekent dat alleen maar dat
men er de voorkeur aan geeft te
psychologiseren, liever dan feiten
te onderzoeken. De vraag is tame
lijk onzinnig en kan op het schema
alleen beantwoord worden met
geen mening. Ik vraag mij af of de
organisatoren in staat zijn hierin
een kritiek op hun eigen vraag te
lezen. Van de hele enquête is wei
nig goeds te zeggen. Zij kan hoog
uit een proefschrift opieveren, ge
vuld met getallen over meningen.
Daar zit het onderwijs niet op te
wachten.
vi.
BERGEN OP ZOOM/BREDA De enige absolute zeker
heid die een mens na zijn geboorte overhoudt, is dat-ie dood
gaat. Dat mensen daaraan geld verdienen is een normale zaak
in een maatschappij, waarin ook geboren worden geld kost.
Dat er mensen zijn die aan de een z'n dood een té dikke boter
ham verdienen is onze eigen schuld. De heer L. C. van
Hoogenhuizen uit Breda, directeur van een begrafenisonder
neming zegt: „Een begrafenis is niet goedkoop. Niets is meer
goedkoop. En ook bij ons stijgen de kosten doorlopend. Maar
de grote fout van veel mensen is: dat ze hun begrafenis niet
ail bij hun leven regelen".
In landen als Zweden en België
vormen ziekenfonds en begrafenis
fonds één geheel. In Nederland komt
het nog al te vaak voor dat de na
bestaanden tot de onaangename ont
dekking komen dat de overledene
voor zo'n miniem bedrag blijkt te
zijn verzekerd, dat daar zelfs nau
welijks een kist van kan worden be
taald
Wat kost een begrafenis? De heer
Van Hoogenhuizen: „Er is al direct
het verschil in kosten van begraaf
plaatsen In Oosterhout bijvoorbeeld
kost de begraafplaats 50 gulden, in
Breda 460 gulden. In Breda kun je
zeggen dat een begrafenis altijd ten
minste 900 tot 1000 gulden kost.
Maar het kan ook 4000 gulden zijn.
Als do familie een advertentie in al
le mogelijke bladen wil en een dure
kist en een koffietafel voor 150 per
sonen De begrafenis zelf, met kist
en dragers, kost niet meer dan 400
tot 500 gulden. Maar natuurlijk
maakt het verschil of je één of acht
volgauto's wilt. En in de buurtschap
pen heb je ook vaak de gewoonte
dat iedereen aan de koffietafel deel
neemt. Dat kost nu eenmaal geld".
De heer F. Maurer uit Bergen op
Zoom stuurde ons een lange brief
met berekeningen. Hij schrijft onder
meer: „Als er in een huisgezin een
sterfgeval plaats heeft en men geeft
de regeling van de begrafenis in han
den van een begrafenisondernemer,
dan krijgt men enkele dagen na de
begrafenis de rekening van hem toe
gestuurd. Men ziet dan de grote be
dragen en men vraagt zich dan toch
wel eens af of die niet veel te hoog
zijn Op mijn verzoek aan drie gezin
nen werden mij de rekeningen ge
toond en ik kon niet anders conclu
deren dat de bedragen nogal ongrijp
baar waren, omdat niet alles gespe
cificeerd was en er ook verschillen
in zaten".
De totale bedragen schommelen
tussen de 740 en 990 gulden. Hierbij
waren de kosten van de begraaf
plaats niet meegerekend. Op de
staatjes stond ook geen koffietafel
vermeld Het overbrengen van de
overledene met een lijkauto zou in
het ene geval 77 cent per kilometer
en in een ander geval 1.14 gulden
per km gekost hebben. De lijkkist
kostte in alle drie de gevallen 213
gulden. Voor de rouwkamer moest
men 25 gulden per dag betalen.
Aanspreker, baarkleed, dragers en
verzorging kosten respectievelijk 160
gulden en voor de twee anderen
172,50 gulden. De verschillende prij
zen voor rouwbrieven en overlijdens
advertenties zijn begrijpelijk. Wat
de rouwbrieven betreft: de kwaliteit
van het papier maakt de prijzen al
verschillend".
De heer Maurer rekent voor dat
een aanspreker 35, de dragers 42,
het baarkleed 9 en de verzorging 74
gulden kosten. Hij schrijft: „Als we
nu nagaan dat de verzorging alleen
bestaat uit enkele uren alles rege
len en mij ook bekend is dat men
nog provisie krijgt voor het bestel
len van het drukwerk, de koffieta
fel, de rouwadvertenties enz., dan
kan ik het niet anders zien dan dat
het bedrag voor verzorging te hoog
is".
In het Algemeen Burger Gasthuis
in Bergen op Zoom deelde men ons
mee. dat in die gemeente overal 25
gulden per dag wordt gevraagd voor
het mortuarium en dat dit gebeurt
volgens de prijzenbeschikking van
de staatssecretaris. Wjjnneei; een«oa*
tiënt, die, al in het 2tekSjenmist wjeTff,
verzorgd,: overlijdt, dan vraagt men
geen extra bedrag voor het afleggen
van de overledene. Dat is uiteraard
wel het geval als een patiënt van el
ders wordt gebracht voor die laat
ste verzorging. Dat bedrag is 50 gul
den In Breda berekent men de kos
ten van het mortuarium niet per
dag. In sommige ziekenhuizen is het
gratis, elders vraagt men een to
taalbedrag van 30 gulden.
De directeur van een begraaf
plaats hebben wij gevraagd als des
kundige, die zelf geen belangen
heeft bij een begrafenisonderneming
de cijfers van de heer Maurer te
becommentariëren. Deze deskundige
die er prijs op stelde anoniem te
blijven, vond de bovengenoemde kos
ten voor het overbrengen1 van de
overledene „vreselijk duur". Volgens
berekeningen die hij kende van an
dere begrafenisondernemingen zou
den die iets meer dan de helft moe
ten zijn.
De overige prijzen achtte hij nor
maal. Overigens vroeg hij zich af,
of de specificatie van de heer Mau
rer wel nauwkeurig was. Zijn conclu
sie was w_at dat betreft gelijkluidend
met die van de heer Maurer: „Na
tuurlijk moet de familie een gespe
cificeerde rekening overlegd krij
gen".
Dezelfde opmerking maakte de
heer Van Hoogenhuizen. Die ging
echter dieper op de zaak in: „Men
sen weten wel wat een geboorte kost
en een pakje boter, maar bij de kos
ten van een begrafenis staan ze niet
stil. Daar willen ze eigenlijk liever
niets over horen. Het is misschien
wel begrijpelijk, maar erg onverstan
dig. Het beste is: een polis afsluiten
zodat je bij je leven weet hoe de
begrafenis wordt geregeld. Met het
betalen van die polis is de begrafe
nis betaalt".
„Natuurlijk", zegt hij, „zijn er
goede en slechte kruideniers en zo
zijn er ook goede en slechte begra
fenisondernemingen. Soms zeg je:
hoe kan er. hoe mag hqti Maaj., ej- is
sinds asn tiental jaren ,veri
1 q|n4iqtUpmen in dit y4kl
een verplichte cursus en eërL~
'cieel vékdiploma. Dat klinkt mis
schien wat zakelijk, maar in onze
maatschappij moet je ook deze din
gen zakelijk regelen en wat heb je
ér aan om met vrome- praatjes en
onder bescherming van de heilige
die of die uiteindelijk beduveld te
worden. Bij de begrafenisverenigin
gen nieuwe stijl is er een reële be
scherming voor de nabestaanden.
Die kunnen zich als ze klachten
hebben, wenden tot de bond waarbij
deze onderneming is aangesloten".
Hij blijft bij zijn standpunt: „Het
■is je eigen schuld als je beduveld
wordt.
Als mensen hun bruiloft net zo re
gelen als hun begrafenis, dan zou
een bruiloft ook onbetaalbaar kun
nen worden. Elke bonafide begrafe
nisondernemer kan voorbeelden aan
halen waaruit blijkt dat hij de na
bestaanden tegen henzelf moet be
schermen. En zulke ogenblikken is
eigenlijk niemand in staat zijn hoofd
bij een zakelijke regeling te houden.
Maai- waarom stappen jonge mensen
al niet bij hun begrafenisonderne
mer binnen om alles tijdig te rege
len? Voorzorg voorkomt zorg. En
het is heel goed mogelijk om zonder
hoge kosten alles (van bidprentje tot
koffietafel) nauwkeurig van te voren
in orde te maken".
JAN HÜSKEN
(Van onze correspondent)
BELGRADO De relatie tussen
Joegoslavië en de Sovjet-Unie is
weer eens uitermate slecht en de
woeste onafhankelijke Joegoslaven
zijn zenuwachtig „waakzaam" zoals
dat heet in diplomatieke kringen. Na
de Sovjet-invasie in Tsjechoslowakije
heeft Joegoslavië de onvervalste
vrees dat zij eveneens aangevallen
zal worden. De situatie wordt eens
te meer gezien als alarmerend.
In november, na voortdurende
aanvallen en tegen-aanvallen in de
pers en in regeringsboodschappen,
vloog de minister van buitenlandse
zaken van de Sovjet-Unie, Gromyko,
naar Belgrado om de zaken op te
lappen. Als de Joegoslaven het Hu-
sak-regime in Tsjechoslowakije als
een voldongen feit zouden be
schouwen, en zouden ophouden de
Sovjet-Unie in de kranten aan te
vallen, dan zou het Kremlin het ver
drag van Belgrado van 1955 opnieuw
bekrachtigen. In dit verdrag erken
den Kroetstjov en Boelganin de sou-
vereiniteit van Joegoslavië en ook
haar recht om de eigen persoonlij
ke binnenlandse politiek voort te
zetten en verder kon ze haar neutra
le buitenlandse politiek behouden.
Maar in de afgelopen twee weken
heeft het Joegoslavische ministerie
van buitenlandse zaken opnieuw
gesteld, dat de Sovjet-Unie een be
dreiging blijft vormen. Hst Kremlin
staat voor ernstige binnenlandse
problemen en buitenlandse, waaron
dier waarschijtn4ijk een belangrijke
crisis iin het Verre Oosten met China.
De Moskouse politiek is dus niet te
voorspellen, daarom vormt ze een ge
vaar.
De Joegoslaven beschouwen zich
zelf zo bijzonder kwetsbaar vanwege
Ruslands onkunde om een blijvende
aanwezigheid op het land aan de
Middenlandse Zee veilig te stellen.
De Arabische landen zijn verliezers,
en zij zijn niet in staat de Sovjet-
Unie de vrije hand te geven om te
doen wat ze wil. Ze willen het ech
ter ook niet. Turkije heeft dezelfde
ieeën wat dit betreft.
De enige manier waarop de Rus
sen terrein kunnen winnen, is, vol
gens de jongste Joegoslavische ana
lyses, land te grijpen door middel
van de Brezjnev-doctrine. Deze houdt
in, dat het de plicht van alle socia
listische staten is, om daar, waar
het socialisme bereigd wordt, in te
grijpen. Het socialisme moet gered
worden, heet het dan.
Dit was de rechtvaardiging voor
de invasie in Tsjechoslowakije en de
Joegoslaven hebben nog steeds een
gezonde vrees voor haar sluimerende
baind met de harde lijndenkers in
de Sovjet-Unie. Want de weg naar
Joegoslavië zou lopen van Bulgarije
naar Albanië, dwars door Macedo
nië. Daar ligt de blote zenuw van
Joegoslavië.
Macedonië, na eeuwen vechten
voor autonomie en zelfs voor het
recht om zelf te bestaan als een et
nische eenheid, is een geheel vol
wassen republiek in de Joegoslavi
sche federatie. De meest dienstige
dienaar van de Sovjet-Unie, Bulgarije
maakt daar echter aanspraak op, bij
na tenminste. De Bulgaren hebben al
tijd belangstelling voor Macedonië
gehad. Vrij kort geleden, in 1878, ga
ven de Turken Macedonië aan Bul
garije om binnen het Turkse keizer
rijk te regeren. In hetzelfde jaar na
men zij het echter weer terug. Bij
het verdrag van Versailles in 1919
werd de staat verdeeld onder Bul
garije, Griekenland en Servië. Zo
bleef de situatie tot het eiöde yan
de 2 de wereldoorlog, toen Bulgaar
se revolutionairen in opstand kwa
men. Dit was in het prilste begin
van de nederlaag van de Bulgaarse
fascistische bezetters van Macedo
nië, de revolutionairen voegden zich
bij de partizanen van Tito.
Tegenwoordig zeggen de Bulgafen,
Macedonië te hebben bevrijd, het
geen liederlijke opgewektheid in
Skolpje veroorzaakt. De Bulgaren
gaan echter nog altijd terug naar
1878 en ze beweren, dat de Macedo-
niërs allen afstammen van de een-
te onvervalste Bulgaren. Als men dit
logisch uitlegt, dan betekent het dat
het Kremlin Macedonië als een on
derdeel van het blok kan beschouwen.
In Joegoslavië liegt mén er echter
ook niet om. Ik ben de hele republiek
doorgereisd, van de Griekse grens
tot aan de Albanische. Ik heb met
ministers, hoofdredacteuren, boeren
en studenten gesproken. De haat te
gen Bulgarije en een diepgaande
walging voor haar grote broer, "de
Sovjet-Unie, domineerde in de ge
sprekken.
In de kleine zilversmidsen, tussen
het hameren van de ketellappers en
het geschreeuw en gekibbel van de
talrijke boerenmarkten zenden de
transistorradio's, de jongste commen
taren uit over de Bulgaarse bedrei
ging.
Een deel van de Macedonische
neurose is ook (le zenuwachtige pla
gende angst dat het^ Russische excuus
voor interventie hét bevrijden van
de volksrepubliek Albanië zal zijn.
Eh dan te weten dat bijna de helft
van de Albaanse bevolking in Joe
goslavië woont.
De federale regering hoopt dat de
zaken geregeld worden op bilaterale
regeringsbasis, als de minister-pre
sident, Mitja Ribicic die volgende
week naar Londen gaat Moskou
in het begin van de zomer bezoekt.
Westerse diplomaten zijn echter
meer geïnteresseerd in het ongewo
ne bezoek van Tito aan Moskou in
april op 9e 100ste geboortedag van
Lenin.
(Copyright The Guardian-De Stem)
(Van onze correspondent)
BRUSSEL Zelden heeft een
sociaal conflict in de hedendaag
se geschiedenis van België zoveel
uiteenlopende, dikwijls tegenstrij
dige belangen in de twee verschil
lende kampen verenigd, als bij de
langdurige Limburgse mijnwer
kersstaking te zien is geweest. De
socioloog die zich aan de analyse
van deze opmerkelijke staking
waagt, zal tot zijn verbazing moe
ten vaststellen, dat een analogie
alleen maar te vinden is in pro
letarische uitbarstingen aan het
einde van de vorige eeuw.
Zoals in die tijden van spontane
explosies ging de verbittering zover,
dat zonder enige voorbereiding, zelfs
geen wachtwoord, in twee dagen
tijd 22.000 man het werk hadden
neergelegd. En eveneens de stakers
van die jaren voor het volhouden
van dergelijke massale acties het
nijpend gebrek bleven trotseren, bo
gen ook in dit mijnbekken de ar
beiders niet het hoofd, toen de vak
bonden de steunkassen gesloten
hielden.
De vergelijking kan nog verder
worden doorgetrokken, doordat ook
nu de arbeiders in feite machteloos
stonden tegenover het front van de
sociale klassen, die de machtsmid
delen in handen hebben. Het enige
verschil, maar dan wel heel ken
merkend voor een bepaalde ontwik
keling, bestond in de positie van de
vakbondsleiders, die zich tezamen
met regering en werkgevers in het
andere kamp bevonden. Het is toch
wel zo, dat de regering en nog wel
de socialistische minister van bin
nenlandse zaken, Harmegnies, de
gendarmen leverde en de vakbon
den het stakingsgeld inhielden, om
de arbeiders op de knieën te krijgen.
De vakbondsleiders, die kennelijk
helemaal weggegroeid zijn van de
massa en niet het minste besef had
den van hetgeen er broeide, hadden
zich in dat kamp vastgespijkerd
door het uitspreken van hun veto
bij het uitbarsten van de staking.
De paniek, die zich van hen mees
ter maakte toen zij zich rekenschap
moesten geven van het dramatisch
karakter, kwam wel tot uiting; door
een grove flater van de minister
van arbeid Major, voorheen alge
meen secretaris van het socialistisch
vakverbond, die een ook socialis
tisch verslaggever van de omroep
op een vraag betreffende de staking
uitschuld voor „fascist", toen de
goede man, de minister dus, enige
tijd nadien als „een gezien volks
vriend" zijn opwachting maakte bij
de zesdaagse in Antwerpen ter ge
legenheid van nog wel „de nacht
der naastenliefde" werd hij door de
duizendkoppige massa bij het wie-
Iercircus weggehoond.
i Ook bij de christelijke vakbond,
die trouwens als de grootste van
beide organisaties in het mijnbekken
het ergst in de verdrukking zat,
wisten de leiders zich geen raad.
Een fraai staaltje vain dialectiek
werd daar ten beste gegeven door
de voorzitter Houthuys die op een
vergadering uitriep: „Wij laten ons
niet integreren in het kapitalistisch
stelsel
In de gegeven situatie, dat de
bond aan de zijde van regering en
werkgevers tegen de stakers stond,
moet dat de arbeiders wel als La
tijn in de oren hebben geklonken.
In hun eigen kamp was inmiddels
de verwarring ook niet zo zuinig.
Het ligt voor de hand dat bij ontsten
tenis van een bestuursapparaat,
alle mogelijke hulp en medewerking
dankbaar werd aanvaard.
Daardoor werd het mijnlandschap
een bonte staalkaart van een enor
me politieke diversiteit. Agitatie aan
de mijnen werd verricht door leden
van een beweging „Mijnwerkers-
macht", in het leven geroepen door
hogeschoolstudenten van maoïsti
sche, guevaristische en trotzkisti-
sche richting. De meest opvallende
figuur daarbij was een zachtaardige,
snuggere jonge dame, spoedig wijd
en zijd bekend als de Limburgse
Jeanne d'Arc met de megafoon.
Deze beweging wilde zich niet zo
nauw associëren met het „perma
nent stakingscomité", omdat dit
sterk onder 'nvloed stond van de
Volksunie, de politieke beweging,
die bezwaarlijk anders dan aan de
rechterzijde kan worden gesitueerd.
Electorale doeleinden hebben be
slist meegespeeld bij de opvallende
steun van deze beweging aan de
staking. Voor een andere uiterst
linkse studentengroep, Jonge Wacht,
was dit geen bezwaar om wel mee
te doen en dag en nacht in touw te
blijven. „De derde wereldbewe
ging" van katholiek Vlaamse stu
denten volgde dit voorbeeld.
Opvallend was wel dat de com
munisten, althans de officiële par
tij, er weinig bij te pas kwamen en
ook niet in de pers als „duistere
onruststokers" ter sprake werden
gebracht. Zij droegen alleen hun
steentje bij in het parlement, waar
men dialogen als de volgende kon
beluisteren: „Ga maar eens", aldus
het K.P.-kamerlid Moulin aan de so
cialistische minister van economi
sche zaken Leburton, „aan de mijn
werkers in Limburg vertellen waar
om zij minder verdienen dan elders
in het land".
De minister antwoordt: „Ga maar
eens aan de arbeiders van het Do-
netzbekken vertellen waarom zij
minder verdienen dan in Limburg".
Het kamerlid antwoordt: „Dat is
kinderachtig". De minister repli
ceert met overslaande stèm: „Ga
het maar eens in het Donetzbekken
vertellen, ga maar de student Va<n
Bramtegem in Moskou bevrijden
I
I
I