obbies."
Gabriël Smit: Dichten om zichzelf te ontdekken
<r
Boutens: v
literaire fijnproevers
Bolletje
BVA: geld
ligt voor
het
grijpen
tekendgéén foto's...
ïns plezier in krijgen.
Ie doeleinden
.d. Ven N.V.
VERKOOPSTER
CAISSIèRE
VERKOOPSTER
N.V. STAALIMEX
a. jonge aktieve
commerciële
medewerker
b. aank. typiste
oekenfabriek
ANT" N.V.
Muziek
Vrienden
Gelukkigen
Bacli
Huidarts en
huisarst
„Banken en politie
doen te weinig"
Stil alarm
19
DE STEM VAN VRIJDAG 20 FEBRUARI 1970
19
i hele tippel,
staat veel tegenover. Een
verzicht van alle koddige en
ïderwaardigheden van uw
ig vastgelegd,
mpje in huis. Zorg voor 'n
:stel. Want filmen is eigen-
cuus om
:en foto's
JEDE - CONFECTIE
vraagt een ervaren
en
mondeling of schriftelijk, even
telefonische afspraak no.
01600-
iiK SCHRIJF
ACHTERO
PEN AAN"
(Van onze correspondent
AMSTERDAM Gabriël Smit, die 25 februari zestig jaar wordt, kan terugkijken op een
leven, dat vijftien dichtbundels heeft opgeleverd en tenminste twee drastische kenteringen -
zijn bekering voor de oorlog tot het rooms-katholieke geloof, waarvan hij de zoetgevooisde
bard werd, en, meer recent, zijn breuk met de kerk. Hij praat over het een en het ander onbe
vangen, zij het tastend. Hij kijkt er niet van op, dat hij in „Spiegel van de Nederlandse poëzie"
van Victor van Vriesland is bijgezet tussen J. C. Noordstar en Johan Daisne - vergeelde namen
uit de dertiger jaren. „Je komt in zo'n bloemlezing terecht op grond van je leeftijd", zegt hij.
„Daar is niks aan te doen. Zelf vind ik, dat ik pas gedichten ben gaan schrijven, toen Van
Vriesland zijn bundel al uitgegeven had. Niet dat al mijn werk van daarvoor rotzooi is, maar
ik heb pas laat iets van een eigen stem gekregen. Mijn ellende was, dat ik een vrij grote vaar
digheid in het dichten heb.
Daar heb ik lang last van gehad. Misschien heeft het feit, dat ik
Journalist ben, een rol gespeeldAls journalist moet je vlug met
de pen kunnen omgaan. Het dichten ging veel te makkelijk. Ik schreef
rustig vijf gedichten per dag. Als ik er nu een in de vijf dagen schrijf,
vertrouw ik het al niet - dat vind ik te veel."
KONIJNENBERG 43 BREDA
TELEFOON (01600) 2 23 51
heeft op korte termijn plaat!
voor:
met belangstelling voor
techniek, met ULO-oplei-
ding en ongeveer 20 jaar
voor adm. en verkoop, op
de afdeling Intern Trans
port en Mag azijn inrichting
leeftijd 16—18 jaar, voor
typewerk en andere admi
nistratieve werkzaam
heden.
sollicitaties richten aan de directis
na telefonische afspraak.
ieike 106 - Tilburg - Tel. 04250-21362
IEK VAN POETSKATOEN
'SDOEKEN - POETSLAPPEN
Wanneer is zijn eigen stem geko
men?
Gabriël Smit„vijftien jaar gele
den met de bundel „Ternauwernood".
Maar ik ben bescheiden genoeg om
te erkennen, dat ik hem niet zelf ge
vonden heb. Ik heb het te danken
T. S. Elliot. Zijn gedichten heb
ben een enorme indruk op me ge
maakt. Hij bedrijft de poëzie als een
geïntensiveerde manier van praten.
Hoe moet ik het zeggen? De poëzie
van vroeger gaat uit van de taal als
een ritmisch-muzikale eenheid. Het
is een vorm van zingen. Dat was sinds
de tachtigers de hele traditie van de
Nederlandse poëzie. Wat Verlaine al
:egd heeft - la poësie, c'est de la
I musique avant toute chose. Voor een
man met mijn natuur gold dat heel
rk. Ik ben Utrechter van geboorte.
IDe oudst bekende Gabriël Smit uit
ons geslacht was daar in het begin
van de achttiende eeuw tamboer in
ren stedelijke muziekkapel. Alle
Smitten na hem zijn organist geweest
nde oud-katholieke kathedraal, be
halve ik. Zelf had ik graag musicus
willen worden - componist. Ik heb
ook op de muziekschool gezeten. Maar
ik had er gewoon niet genoeg talent
voor. Misschien ben ik als dichter al
leen maar een gefrustreerd compo
nist. Daar heb ik eigenlijk nog nooit
over nagedacht."
Gevraagd, of hij zich het eerste ge
dicht nog herinnert, dat ooit uit zijn
pen is gevloeid, schrijft hij zonder
aarzeling op
de nacht komt aan
en. roerloos zit 'k te mijm'ren,
levensmoe,
terwijl daarbuiten in de laan
het blanke sneeuwtapijt dekt
alle dagen toe.
„lk was toen vijftien jaar en voor
de eerste keer erg verliefd", herinnert
hij zich. „Er was geen houwen aan.
Ik zat op de hbs en we hadden na
tuurkundeles. Ik verveelde me mate
loos. Buiten viel van die ijle sneeuw.
Stiekem achter mijn boek schreef ik
dat gedicht op. Als ze me vijf minu
ten eerder hadden voorspeld, dat ik
ooit aan poëzie zou gaan doen, had
l?.ze v?or Bek verklaard. Dat kwam
oij ons in huis gewoon niet voor. Daar
was het alleen de muziek. Het kwam
opeens. En opeens wist ik, dat ik
mijn leven lang niets anders meer zou
doen. Ik kocht na school meteen een
cahier en schreef op de kaft: gedich
ten 1. Ik heb nog even op twee artis
tieke benen gehinkt en ben toen met
de muziek opgehouden. Ik merkte,
dat ik de creatieve fantasie miste, die
voor componeren nodig is. Achteraf
spijt het me. Ik ben nu alleen maar
als dilettant tot de piano bevorderd..."
De eerste dichtbundel van Gabriël
Smit verscheen bij Stols in Maas
tricht, toen hij nog geen 21 was en
heette „Voorspel". Hij was aan nie
mand opgedragen. Smit daarover
„Ik was toen nog niet zo ver. Ik was
wel verliefd, maar op een polygame
manier. Ik was verliefd op de vrouw
in het algemeen. Je zou het misschien
niet meer zeggen, maar ik was een
leuke jongen en dan moet je ze van
het lijf slaan. Daar was ik niet sterk
in." Gelovig was hij in die tijd niet.
Het jansenisme, dat hem van huis uit
was meegegeven, had hij losgelaten.
Hij zocht. In die periode ontmoette
hij'de vrouw, waarmee-hij inmiddels
35 jaar getrouwd is en die hem 7 kin
deren heeft gegeven. Ze kwam uit
een streng gereformeerd milieu. Haar
vader was burgemeester van Huizen.
Samen werden ze betrokken bij het
kringetje van Wouter Paap en de hui
dige Nijmeegse hoogleraar Van der
Pol, die streefden naar liturgie-ver
nieuwing in de gereformeerde kerk.
Zijn sluimerende religiositeit werd
wakker. Hoe kwam hij uiteindelijk
bij het katholicisme terecht
Gabriël Smit: „Onder invloed van
de mensen van „De Gemeenschap".
Jan Engelman, Anton van Duinker
ken en zo. Die brachten me in rooms
vaarwater. Achteraf durf ik erken
nen, dat ik me vooral heb laten lei
den door esthetische motieven. In de
katholieke kerk valt altijd wel iets te
kijken - heiligen, lichtjes, gewaden.
Het was de esthetische romantiek, die
me aansprak. Goed, daar heb ik een
hele tijd in doorgebracht. Maar vijf
tien jaar geleden begon ik praat
nu over mijn dichterschap iets te
veranderen. Ik kreeg 't gevoel dat 't
leven iets anders was dan ik altijd
gedacht had. Ik begreep, dat ik op
een veel intensere manier moest gaan
zeggen, wat ik bedoelde. „Ik ging
naar Bommel om de brug te zien" -
dat is veel meer poëzie dan „nauw
zichtbaar wiegen, op een lichten
zuchtde witte bloesems in de
scheemring."
Hoe verklaart hij die ommekeer 7
Gabriël Smit: „Het was gewoon het
feit, dat ik ouder werd. ik was 45.
Niet alleen vrouwen, maar ook man
nen hebben hun moeilijke leeftijd,
geloof me. Je verliest je zekerheden.
Je denkt: verdomme, ik heb niet zo
veel tijd meer. Je ontdekt rottige din
gen - dat je bij voorbeeld niet meer
kunt zuipen wat je wilt. Je merkt fy
sieke slijtage. Je krijgt het gevoel
andere mensen belazer ik desnoods
nog, maar niet meer mezelf. Je neemt
geen genoegen meer met schijn. Je
wilt eindelijk wel eens zijn wie je
bent. Vroeger droomde ik er vaak
van, grote lyrische drama's te schrij
ven. Maar ik ontdekte, dat ik helaas
geen Vondel was, maar gewoon Gab
Smit, en dat daar geen donder aan
te doen was. Ik zag in, dat ik er ge
noegen mee moest nemen, kleine
versjes te schrijven, die allemaal nog
een beetje hetzelfde waren ook. Ik
heb nu eenmaal een klein stembereik.
Ik kan eigenlijk alleen maar een
beetje praten met mezelf. Ik zou bij
voorbeeld graag een woedend gedicht
schrijven, maar ik kan het niet. Ik
heb er een te beperkte natuur voor.
En ik ben vriendelijk uit gemak
zucht Vroeger dacht ik altijd, dat
ik gewoon een vriendelijke ongecom
pliceerde natuur had. Vergeet het
maar. Het kwam, omdat ik helemaal
opging in de roomse blijheid. Ik voel
de me in de kerk als een vis in het
water. Te laat ben ik er achter geko
men, dat het geen water, maar wij
water was".
Is hij misschien uit gemakzucht,
om „bij" te blijven, uit diezelfde kerk
gestapt
Gabriël Smit: „Geen sprake van.
De kerk beschermde me juist voor
veel nadenken. Nu kan ik er niet
meer onderuit, mara 't gaat me moei
lijk af. Bedrogen voel ik me overi
gens niet door de kerk. Hoogstens
door mezelf. Het is een langzaam
proces geweest, met name ook door
mijn luiheid. Zo'n stap vervreemdt
je van de mensen. Het heeft me bij
voorbeeld van mijn grote vriend Van
Duinkerken vervreemd. Mijn vriend
schap met kardinaal Alfrink Och,
zo'n man heeft het druk. Ik zie hem
niet vaak. Maar als we elkaar ont
moeten, gaan we op de oude toon
voort. Én bij de bisschoppen Bluysen
van Den Bosch en Ernst van Breda
kom ik nog wel eens. Dat zijn fijne
mensen. Mijn breuk met de kerk heeft
op onze verhouding geen invloed ge
had. De gedachte aan dit soort vrien
den heeft me lang doen aarzelen. Aan
de andere kant zat ik met het feit, dat
ik gedichten geschreven had, waar
van ik me afvroeg: Jezus Christus,
hoe oud was ik toen? en dan moest
ik bekennen: je was veertig, Gabriël,
en je geloofde er nog in ook."
Hij is als verslaggever naar twee
van de drie Vaticaanse concilies ge
weest. Heeft dat een rol gespeeld
Gabriël Smit: „Zeker. Ik ging er
reuze enthousiast naar toe - ook als
katholiek. En ik wil niet beweren,
dat er niks ia gebeurd. Maai- als ze
beweren, dat een concilie iets met de
heilige geest te maken heeft en de
Tweede Kamer niet dan zeg ik: ver
geet het maar. Het is precies hetzelf-
de gezwam, hetzelfde geschuif met
mensen en belangen. Het gaat niet
over God of over het christendom, al
denken ze dat. Het gaat over een in
stituut, waarvan je meer en meer het
gevoel krijgt, dat het los van zijn oor
sprong een eigen leven is gaan lei
den. Ze hebben, met hele goeie be
doelingen overigens, een machine ge
maakt, die uit de hand is gelopen en
die zijn eigen eisen is gaan stellen.
Maar begonnen is het voor mij met
het oneigenlijke taalgebruik van de
kerk. Daar kon ik als de dichter, die
ik na mijn 45-ste geworden was, niet
meer mee leven. Ik zong het credo
en ik dacht: waar heb ik het nou in
's hemelsnaam over? Vergelijk het
maar met het Wilhelmus. Dat zing ik
ook niet mee, want ik ben niet van
Duits-en bloed en ik ben geen prinse
van oranje - nee zeg, ze zien me op
Soestdijk al aankomen."
Heeft hij alles overboord gegooid?
Gabriël Smit: „Nee, de oorsprong
gooi ik niet weg. Een begrip als drie
vuldigheid functioneert voor mij niet
meer. Ik weet niet, wat ik daar mee
aan moet. Maar ik geloof, dat er op
een of andere manier een God is. Ik
geloof ook, dat de wereld andere
grenzen heeft dan de zichtbare, maar
over een hiernamaals kan ik niet
spreken. Wij kunnen alleen maar
denken in maten, dimensies, tijd. Die
vallen weg met de dood en daarmee
vallen alle begrippen weg. Ik denk,
dat een heleboel katholieken dezelf
de ideeën hebben als ik. Ze blijven
rooms, omdat ze de kerk ervaren als
een redelijk instituut met morele be
ginselen, die ze aanvaarden. Maar dat
is de PvdA of het humanistisch ver
bond ook. Je bent lid van een kerk
om er een dimensie bij te krijgen. Als
je die niet meer erkent, moet je er
mee ophouden'. Ik zeg niet, dat ze niet
veel goeds doen. Ze werken hard.
Maar ik zie heet niet meer."
Christus?
Gabriël Smit„Christus is het
mooiste en grootste en meest edele
mensbeeld, dat we ons kunnen voor
stellen. In het boeddhisme zie ik ook
hele mooie dingen, maar het mist de
sociale dimensia, die het christelijke
mensbeeld heeft. De theologische ter
men, waarin de kerk het vat, kan ik
niet meer bijbenen, maar Christus is
voor mij het beslissende mensbeeld
geworden. Ik zou graag christen wil
len zijn. Ik hoop het te zijn, maar je
bent het nooit. De enige, die het ge
lukt is, is Christus zelf en dat is hem
met in de koude kleren gaan zitten.
Als er een God is, die zich met de
wereld bezig houdt, dan geloof ik, dat
Hij zich op een of andere manier in
Christus zichtbaar heeft gemaakt en
dat die manier bijzonder groot en be
langrijk is. Mijn breuk met de kerk
betekent dan ook niet, dat ik geen
houvast meer heb. Ik kan met wat ik
geloof niets formuieerbaars meer
doen, zoals ik dat vroeger wel kon.
Maar ik ben geestelijk niet failliet.
Integendeel. Ik ben erop vooruit ge
gaan. Ik ben gelukkiger dan ooit."
Hij is de troubadour van het room
se leven geweest. Zijn psalmberijming
staat in 100.000 gezinnen op de boe
kenplank. Heeft hij verraad gepleegd
jegens zijn lezers? Of vindt hij, dat
een dichter geen verantwoordelijk
heid heeft
Gabriël Smit„Verantwoordelijk
heid heb je zeker, dat voel ik tegen
woordig sterker dan ooit. Maar het
gevoel, dat ik mijn lezers verraden
heb, nee, dat heb ik niet. Ik deed toen,
wat ik kon doen. Ik deed het met 'n
heilig geloof in een gemeenschap, die
voor me bestond en die voor anderen
nog bestaat. Mijn werk heeft een
functie gehad. Met name met mijn
psalmberijmingen heb ik ook al
zou ik het nu niet meer zo doen
de weg vrijgemaakt voor meer bij
belse spiritualiteit. Daar hoef ik me
met voor te schamen en ik schaam
me er ook niet voor. Ik hoef me niet
te schamen over het feit, dat ik ver
anderd ben".
Hoe dicht de Gabriël Smit, die zes
tig jaar wordt
Hij zegt„Dichten is voor mij
een manier om me van mijzelf be
wust te worden. Ik schrijf niet voor
een publiek. Ik schrijf om mezelf te
ontdekken. Het leven gaat niet in een
rechte lijn omhoog, maar met trapjes.
Dichten is jezelf rekenschap geven
van het volgende trapje, dat komt -
van de volgende route. Als ik ga
schrijven, weet ik vaak zelf niet wat
het wordt. Het is een verkenning.
Meestal komt het 's avonds. Ik ben
een poëtische nachtvogel. Soms komt
het in maanden niet. Dan word ik
opeens ongedurig, kregel. Mijn vrouw
voelt het eerder aankomen dan ik.
Nou, tenslotte ga ik in mijn werkhok
zitten en schrijf ik achter mijn pen
aan. Ik ga nu voor veertien dagen
naar Israël. Ik weet zeker, dat ik in
die tijd niet zal dichten en dat vind ik
erg. ik kan me geen leven voorstel
len, waarin ik niet zou dichten. Maar
nogmaals: ik ben zeer beperkt. Ik ben
romantisch-impulsief. Ik kan alleen
schrijven over een tuin, over bloeme
tjes. Er is altijd een paard bij. Dat
zijn prachtige dieren met van die
mooie droevige ogen. En met een zie
ke hond wil ik ook nog wel eens wat
doen. Het zijn dezelfde symbolen, die
ik vroeger gebruikte, er is alleen een
andere werkelijkheid achter gescho
ven."
Hij heeft ook veel over liefde ge
schreven. Wat betekent zijn vrouw
voor hem
Gabriël Smit: „Toen ik haar leerde
kennen was ik in Utrecht lid van
een kring, die bestond uit jonge kun
stenaars en intellectuelen. Op een
avond kwam daar een meisje binnen
- een heel rustig, helder, zeker meis
je. Ze ging achter de piano zitten en
begon een Franse suite van Bach te
spelen. Ik dacht: met haar trouw ik.
Ze is voor mij de rots in de branding.
Ze heeft me in dat opzicht nooit te
leurgesteld. In de 35 jaren van ons
huwelijk heb ik haar nooit op esjn
schijn van onwaarheid kunnen be
trappen. Dat is niet niks. Ze is mijn
spiegel. Ik werd bijvoorbeeld ridder
in de orde van oranje-nassau. Nu zou
ik me ervoor schamen, maar toen
vond ik het wel leuk. Mijn vrouw
gaf me daarvoor op m'n duvel. Alleen
maar ijdelheid, zei ze. Ze had natuur
lijk gelijk. Ze is, kortom, het vaste
punt in mijn bestaan,"
Hij heeft ons de primeur van zijn
eerste dichtregels gegeven. Krijgen
we ook die van de meest recente re
gels, die hij geschreven heeft? Hij
haalt bereidwillig een bloknoot met
lijntjes-papier tevoorschijn, waarin
hij met zorgvuldig geschreven ball
point-letters werkt aan zijn nieuwe
bundel, die waarschijnlijk dit najaar
zal uitkomen en die een poëtische be
nadering wil zijn van wat in de mu
ziek nog steeds zijn grote liefde
een thema met variaties heet.
Hij leest vrij toonloos, maar met
grote intensiteit voor
Wanneer je weg bent, ben je overal:
een kleine plooi in het tafelkleed
zegt me je hand, een verschoven stoel
laat je opstaan en door de kamer gaan,
overal is nog het licht om je heen,
maakt je zichtbaar als door het raam
de rode bloemen in je kleine tuin.
Overal handen vol samenzijn, al
wat ik hoor is meer, een strofe
van nachten droomloze slaap in
de hemel van je omhelzing, gians
van streven naar een morgen van heil,
en nu, overdag, het dwalen langzaam
van onze ogen over nog samenzijn
hier in de kamer, wanneer je weg bent.
Püfi
straat 14:10-1 uur, 3-6 uur
jeimeerlaan 94. Breda.
(Van een onzer verslaggevers)
MIDDELBURG Vandaag is het honderd jaar geleden dat in Middelburg
de dichter P. C. Boutens werd geboren. Hij stierf in 1943 in Den Haag.
Boutens had een mystiek en beschouwelijk karakter, waardoor het zal ko
men dat zijn werk slechts voor literaire fijnproevers toegankelijk was.
Alleen zijn Beatrijs sloeg aan bij het grote publiek.
Het uitgangspunt van zijn gedichten was de natuur. Juist in de duinen en
aan de stranden van Walcheren kon hij daarin aan zijn trekken komen.
Regelmatig komt dit eiland terug in zijn werk zoals in het navolgende
Septembermorgen op Walcheren:
Als vlotgedreven van de kimmebanken
Die 't alom duin met sneeuwen koppen kronen,
Schuiven de wolken over 't blauw haar blanke,
Langs weide en hout haar schaduwen schabionen,
Op leêger akker laden statigranke
Boeren de bruine saamgeschoofde boonen:
Gerucht en roep in hoorbre rust verklanken
Den vreê van wie in wijde stilte wonen
Maar wazen verte scheuren schelle schreeuwen:
Daar stuurt een grijze reus de ploegschaar door
Het stoppelveld echter zijn stoere Zeeuwen:
Gierig naar 't aas in de opgesneden voor,
Volgt waaierwiggend in het versche spoor
Gelijk een zilveren zog de zwerm der meeuwen.
Xn ons bericht vasn gisteren over in
tensievere hulp aan geslachtszieken
is een storende fout geslopen. In de
laatste alinea is een huidarts een
huisarts geworden. Gecorrigeerd luidt
deze alinea als volgt:
Dr. Kruisinga heeft die ziekenfonds
raad verzocht een regeling te treffen,
waardoor onderzoek en behandeling
voor een geslachtszieke ook zonider
verwijzing van de huisarts voor zie
kenfondsrekening düOT de huidarts
kan geschieden.
(Van onze parlement, redactie)
DEN HAAG In Nederland
ligt op de banken het geld voor
het grijpen. Het onrustbarend stij
gend aantal bankovervallen (thans
gemiddeld vier per maand) toont
aan, dat in ons land in tegenstel
ling tot b.v. Duitsland veel te wei
nig wordt gedaan aan bescher
ming van het geld aan de loketten
en wat nog erger is aan de
beveiliging van de beambten te
gen gewapende overvallen.
De B.V.A., vereniging van werk
nemers in bank- en verzekeringsbe
drijf en administratieve kantoren,
schrijft in het zojuist verschenen
nummer van zijn orgaan „Perspec
tief" dat de banken, na zich reeds
jaren te hebben bezonnen op maat
regelen, nu wat moeten gaan doen
en dat het politic-apparaat dusdanig
moet wordden gereorganiseerd, dat
snel en effectief tegen overvallers
kan worden opgetreden.
In ons land zijn de banken en hun
beambten veelal weerloos. Pantser
glas, goede alarminstallaties en een
schiet vrije kooi voor de man, die het
geld uittelt, behoren in Nederland
tot de uitzonderingen, aldus de B.V.-
A. Erger nog: ook bij de bouw van
nieuwe banken en filialen wordt te
weinig rekening gehouden met de
veiligheid, wat als het ware invita
tie betekent voor de onderwereld.
Toen vier jaar geleden Nederland
steeds vaker door de overvallers tot
werkterrein werd uitverkoren, be
gonnen geschokte bankdeskundigen
ijverig te bestuderen op middelen tot
beveiliging van de banken, maar
afdoende maatregelfen zijn nog steeds
niet getroffen. In de grote steden
heeft men intussen wel wat bereikt.
Hier kwamen alarminstallaties tot
stand het zogenaamde stil alarm,
dat wil zeggen een alarmering van
de politie in het politiebureau van
uit het bankgebouw en dus niet met
sirenes op de bank en in de ban
ken werden op verschillende plaat
sen maatregelen getroffen als het aan
brengen van tralies en het afsluiten
wan toegangen.
Maar op het platteland is het nog
droevig gesteld, zo constateert de B.-
V.A. In de kleine plaatsen met een
klem korps is het politiebureau niet
altijd permanent bezet, wat nodig is
voor een effectief stil alarm en voor
een razendsnelle actie tegen de mis
daad. Op deze grond worden door de
politie alarminstallaties in kleine po-
litiebrigades afgewezen. Maar in
Duitsland bewijst de plattelandspo-
litie, dat ook onder weinig ideale om
standigheden een alarminstallatie
nut kan afwerpen. En jn de banken
zouden juist op het platteland bevei
ligingen moeten worden aangebracht
want daar zijn de geldinstellingen
het kwetsbaarst.
De B.V.A. wijst op de dwingende
voorschriften, die enige jaren gele
den in Duitsland werden uitgevaar
digd om op plaatsen, waar baar
geld binnen handbereik is, het - per-
foneel tegen aanvallen met gevaar
voor leven of gezondheid te beseher
men. Deze regeling wordt Nederland
ten voorbeeld gesteld. Voorts vindt
de B.V A. dat de politie ook buiten
die steder. tot grotere eenheden moet
komen een organisatiepatroon dat
ook in politiekringen en bij de over
heid wordt voorgestaan. Dan wordt
het mogelijk, voortdurend bemande
centrales in te richten, waarmee de
geldinstellingen via vrij simpele voor
zieningen permanent in verbinding
kunnen treden.
Dan wordt het ook mogelijk di
rect na een eerste alarm uitgebreide
acties op gang te brengen, snelheid
van de politie tegenover het hoge
tempo van de misdaad. Het wordt
de hoogste tijd dat er wat gebeurt,
aldus de B.V.A. Men is blijkbaar te
snel vergeten, dat inmiddels acht
emploés zijn neergeschoten.
(ADVERTENTIE)
Ül
IÖ lekker?
Ja, dat is ze!