obbies." Gabriël Smit: Dichten om zichzelf te ontdekken <r Boutens: v literaire fijnproevers Bolletje BVA: geld ligt voor het grijpen tekendgéén foto's... ïns plezier in krijgen. Ie doeleinden .d. Ven N.V. VERKOOPSTER CAISSIèRE VERKOOPSTER N.V. STAALIMEX a. jonge aktieve commerciële medewerker b. aank. typiste oekenfabriek ANT" N.V. Muziek Vrienden Gelukkigen Bacli Huidarts en huisarst „Banken en politie doen te weinig" Stil alarm 19 DE STEM VAN VRIJDAG 20 FEBRUARI 1970 19 i hele tippel, staat veel tegenover. Een verzicht van alle koddige en ïderwaardigheden van uw ig vastgelegd, mpje in huis. Zorg voor 'n :stel. Want filmen is eigen- cuus om :en foto's JEDE - CONFECTIE vraagt een ervaren en mondeling of schriftelijk, even telefonische afspraak no. 01600- iiK SCHRIJF ACHTERO PEN AAN" (Van onze correspondent AMSTERDAM Gabriël Smit, die 25 februari zestig jaar wordt, kan terugkijken op een leven, dat vijftien dichtbundels heeft opgeleverd en tenminste twee drastische kenteringen - zijn bekering voor de oorlog tot het rooms-katholieke geloof, waarvan hij de zoetgevooisde bard werd, en, meer recent, zijn breuk met de kerk. Hij praat over het een en het ander onbe vangen, zij het tastend. Hij kijkt er niet van op, dat hij in „Spiegel van de Nederlandse poëzie" van Victor van Vriesland is bijgezet tussen J. C. Noordstar en Johan Daisne - vergeelde namen uit de dertiger jaren. „Je komt in zo'n bloemlezing terecht op grond van je leeftijd", zegt hij. „Daar is niks aan te doen. Zelf vind ik, dat ik pas gedichten ben gaan schrijven, toen Van Vriesland zijn bundel al uitgegeven had. Niet dat al mijn werk van daarvoor rotzooi is, maar ik heb pas laat iets van een eigen stem gekregen. Mijn ellende was, dat ik een vrij grote vaar digheid in het dichten heb. Daar heb ik lang last van gehad. Misschien heeft het feit, dat ik Journalist ben, een rol gespeeldAls journalist moet je vlug met de pen kunnen omgaan. Het dichten ging veel te makkelijk. Ik schreef rustig vijf gedichten per dag. Als ik er nu een in de vijf dagen schrijf, vertrouw ik het al niet - dat vind ik te veel." KONIJNENBERG 43 BREDA TELEFOON (01600) 2 23 51 heeft op korte termijn plaat! voor: met belangstelling voor techniek, met ULO-oplei- ding en ongeveer 20 jaar voor adm. en verkoop, op de afdeling Intern Trans port en Mag azijn inrichting leeftijd 16—18 jaar, voor typewerk en andere admi nistratieve werkzaam heden. sollicitaties richten aan de directis na telefonische afspraak. ieike 106 - Tilburg - Tel. 04250-21362 IEK VAN POETSKATOEN 'SDOEKEN - POETSLAPPEN Wanneer is zijn eigen stem geko men? Gabriël Smit„vijftien jaar gele den met de bundel „Ternauwernood". Maar ik ben bescheiden genoeg om te erkennen, dat ik hem niet zelf ge vonden heb. Ik heb het te danken T. S. Elliot. Zijn gedichten heb ben een enorme indruk op me ge maakt. Hij bedrijft de poëzie als een geïntensiveerde manier van praten. Hoe moet ik het zeggen? De poëzie van vroeger gaat uit van de taal als een ritmisch-muzikale eenheid. Het is een vorm van zingen. Dat was sinds de tachtigers de hele traditie van de Nederlandse poëzie. Wat Verlaine al :egd heeft - la poësie, c'est de la I musique avant toute chose. Voor een man met mijn natuur gold dat heel rk. Ik ben Utrechter van geboorte. IDe oudst bekende Gabriël Smit uit ons geslacht was daar in het begin van de achttiende eeuw tamboer in ren stedelijke muziekkapel. Alle Smitten na hem zijn organist geweest nde oud-katholieke kathedraal, be halve ik. Zelf had ik graag musicus willen worden - componist. Ik heb ook op de muziekschool gezeten. Maar ik had er gewoon niet genoeg talent voor. Misschien ben ik als dichter al leen maar een gefrustreerd compo nist. Daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht." Gevraagd, of hij zich het eerste ge dicht nog herinnert, dat ooit uit zijn pen is gevloeid, schrijft hij zonder aarzeling op de nacht komt aan en. roerloos zit 'k te mijm'ren, levensmoe, terwijl daarbuiten in de laan het blanke sneeuwtapijt dekt alle dagen toe. „lk was toen vijftien jaar en voor de eerste keer erg verliefd", herinnert hij zich. „Er was geen houwen aan. Ik zat op de hbs en we hadden na tuurkundeles. Ik verveelde me mate loos. Buiten viel van die ijle sneeuw. Stiekem achter mijn boek schreef ik dat gedicht op. Als ze me vijf minu ten eerder hadden voorspeld, dat ik ooit aan poëzie zou gaan doen, had l?.ze v?or Bek verklaard. Dat kwam oij ons in huis gewoon niet voor. Daar was het alleen de muziek. Het kwam opeens. En opeens wist ik, dat ik mijn leven lang niets anders meer zou doen. Ik kocht na school meteen een cahier en schreef op de kaft: gedich ten 1. Ik heb nog even op twee artis tieke benen gehinkt en ben toen met de muziek opgehouden. Ik merkte, dat ik de creatieve fantasie miste, die voor componeren nodig is. Achteraf spijt het me. Ik ben nu alleen maar als dilettant tot de piano bevorderd..." De eerste dichtbundel van Gabriël Smit verscheen bij Stols in Maas tricht, toen hij nog geen 21 was en heette „Voorspel". Hij was aan nie mand opgedragen. Smit daarover „Ik was toen nog niet zo ver. Ik was wel verliefd, maar op een polygame manier. Ik was verliefd op de vrouw in het algemeen. Je zou het misschien niet meer zeggen, maar ik was een leuke jongen en dan moet je ze van het lijf slaan. Daar was ik niet sterk in." Gelovig was hij in die tijd niet. Het jansenisme, dat hem van huis uit was meegegeven, had hij losgelaten. Hij zocht. In die periode ontmoette hij'de vrouw, waarmee-hij inmiddels 35 jaar getrouwd is en die hem 7 kin deren heeft gegeven. Ze kwam uit een streng gereformeerd milieu. Haar vader was burgemeester van Huizen. Samen werden ze betrokken bij het kringetje van Wouter Paap en de hui dige Nijmeegse hoogleraar Van der Pol, die streefden naar liturgie-ver nieuwing in de gereformeerde kerk. Zijn sluimerende religiositeit werd wakker. Hoe kwam hij uiteindelijk bij het katholicisme terecht Gabriël Smit: „Onder invloed van de mensen van „De Gemeenschap". Jan Engelman, Anton van Duinker ken en zo. Die brachten me in rooms vaarwater. Achteraf durf ik erken nen, dat ik me vooral heb laten lei den door esthetische motieven. In de katholieke kerk valt altijd wel iets te kijken - heiligen, lichtjes, gewaden. Het was de esthetische romantiek, die me aansprak. Goed, daar heb ik een hele tijd in doorgebracht. Maar vijf tien jaar geleden begon ik praat nu over mijn dichterschap iets te veranderen. Ik kreeg 't gevoel dat 't leven iets anders was dan ik altijd gedacht had. Ik begreep, dat ik op een veel intensere manier moest gaan zeggen, wat ik bedoelde. „Ik ging naar Bommel om de brug te zien" - dat is veel meer poëzie dan „nauw zichtbaar wiegen, op een lichten zuchtde witte bloesems in de scheemring." Hoe verklaart hij die ommekeer 7 Gabriël Smit: „Het was gewoon het feit, dat ik ouder werd. ik was 45. Niet alleen vrouwen, maar ook man nen hebben hun moeilijke leeftijd, geloof me. Je verliest je zekerheden. Je denkt: verdomme, ik heb niet zo veel tijd meer. Je ontdekt rottige din gen - dat je bij voorbeeld niet meer kunt zuipen wat je wilt. Je merkt fy sieke slijtage. Je krijgt het gevoel andere mensen belazer ik desnoods nog, maar niet meer mezelf. Je neemt geen genoegen meer met schijn. Je wilt eindelijk wel eens zijn wie je bent. Vroeger droomde ik er vaak van, grote lyrische drama's te schrij ven. Maar ik ontdekte, dat ik helaas geen Vondel was, maar gewoon Gab Smit, en dat daar geen donder aan te doen was. Ik zag in, dat ik er ge noegen mee moest nemen, kleine versjes te schrijven, die allemaal nog een beetje hetzelfde waren ook. Ik heb nu eenmaal een klein stembereik. Ik kan eigenlijk alleen maar een beetje praten met mezelf. Ik zou bij voorbeeld graag een woedend gedicht schrijven, maar ik kan het niet. Ik heb er een te beperkte natuur voor. En ik ben vriendelijk uit gemak zucht Vroeger dacht ik altijd, dat ik gewoon een vriendelijke ongecom pliceerde natuur had. Vergeet het maar. Het kwam, omdat ik helemaal opging in de roomse blijheid. Ik voel de me in de kerk als een vis in het water. Te laat ben ik er achter geko men, dat het geen water, maar wij water was". Is hij misschien uit gemakzucht, om „bij" te blijven, uit diezelfde kerk gestapt Gabriël Smit: „Geen sprake van. De kerk beschermde me juist voor veel nadenken. Nu kan ik er niet meer onderuit, mara 't gaat me moei lijk af. Bedrogen voel ik me overi gens niet door de kerk. Hoogstens door mezelf. Het is een langzaam proces geweest, met name ook door mijn luiheid. Zo'n stap vervreemdt je van de mensen. Het heeft me bij voorbeeld van mijn grote vriend Van Duinkerken vervreemd. Mijn vriend schap met kardinaal Alfrink Och, zo'n man heeft het druk. Ik zie hem niet vaak. Maar als we elkaar ont moeten, gaan we op de oude toon voort. Én bij de bisschoppen Bluysen van Den Bosch en Ernst van Breda kom ik nog wel eens. Dat zijn fijne mensen. Mijn breuk met de kerk heeft op onze verhouding geen invloed ge had. De gedachte aan dit soort vrien den heeft me lang doen aarzelen. Aan de andere kant zat ik met het feit, dat ik gedichten geschreven had, waar van ik me afvroeg: Jezus Christus, hoe oud was ik toen? en dan moest ik bekennen: je was veertig, Gabriël, en je geloofde er nog in ook." Hij is als verslaggever naar twee van de drie Vaticaanse concilies ge weest. Heeft dat een rol gespeeld Gabriël Smit: „Zeker. Ik ging er reuze enthousiast naar toe - ook als katholiek. En ik wil niet beweren, dat er niks ia gebeurd. Maai- als ze beweren, dat een concilie iets met de heilige geest te maken heeft en de Tweede Kamer niet dan zeg ik: ver geet het maar. Het is precies hetzelf- de gezwam, hetzelfde geschuif met mensen en belangen. Het gaat niet over God of over het christendom, al denken ze dat. Het gaat over een in stituut, waarvan je meer en meer het gevoel krijgt, dat het los van zijn oor sprong een eigen leven is gaan lei den. Ze hebben, met hele goeie be doelingen overigens, een machine ge maakt, die uit de hand is gelopen en die zijn eigen eisen is gaan stellen. Maar begonnen is het voor mij met het oneigenlijke taalgebruik van de kerk. Daar kon ik als de dichter, die ik na mijn 45-ste geworden was, niet meer mee leven. Ik zong het credo en ik dacht: waar heb ik het nou in 's hemelsnaam over? Vergelijk het maar met het Wilhelmus. Dat zing ik ook niet mee, want ik ben niet van Duits-en bloed en ik ben geen prinse van oranje - nee zeg, ze zien me op Soestdijk al aankomen." Heeft hij alles overboord gegooid? Gabriël Smit: „Nee, de oorsprong gooi ik niet weg. Een begrip als drie vuldigheid functioneert voor mij niet meer. Ik weet niet, wat ik daar mee aan moet. Maar ik geloof, dat er op een of andere manier een God is. Ik geloof ook, dat de wereld andere grenzen heeft dan de zichtbare, maar over een hiernamaals kan ik niet spreken. Wij kunnen alleen maar denken in maten, dimensies, tijd. Die vallen weg met de dood en daarmee vallen alle begrippen weg. Ik denk, dat een heleboel katholieken dezelf de ideeën hebben als ik. Ze blijven rooms, omdat ze de kerk ervaren als een redelijk instituut met morele be ginselen, die ze aanvaarden. Maar dat is de PvdA of het humanistisch ver bond ook. Je bent lid van een kerk om er een dimensie bij te krijgen. Als je die niet meer erkent, moet je er mee ophouden'. Ik zeg niet, dat ze niet veel goeds doen. Ze werken hard. Maar ik zie heet niet meer." Christus? Gabriël Smit„Christus is het mooiste en grootste en meest edele mensbeeld, dat we ons kunnen voor stellen. In het boeddhisme zie ik ook hele mooie dingen, maar het mist de sociale dimensia, die het christelijke mensbeeld heeft. De theologische ter men, waarin de kerk het vat, kan ik niet meer bijbenen, maar Christus is voor mij het beslissende mensbeeld geworden. Ik zou graag christen wil len zijn. Ik hoop het te zijn, maar je bent het nooit. De enige, die het ge lukt is, is Christus zelf en dat is hem met in de koude kleren gaan zitten. Als er een God is, die zich met de wereld bezig houdt, dan geloof ik, dat Hij zich op een of andere manier in Christus zichtbaar heeft gemaakt en dat die manier bijzonder groot en be langrijk is. Mijn breuk met de kerk betekent dan ook niet, dat ik geen houvast meer heb. Ik kan met wat ik geloof niets formuieerbaars meer doen, zoals ik dat vroeger wel kon. Maar ik ben geestelijk niet failliet. Integendeel. Ik ben erop vooruit ge gaan. Ik ben gelukkiger dan ooit." Hij is de troubadour van het room se leven geweest. Zijn psalmberijming staat in 100.000 gezinnen op de boe kenplank. Heeft hij verraad gepleegd jegens zijn lezers? Of vindt hij, dat een dichter geen verantwoordelijk heid heeft Gabriël Smit„Verantwoordelijk heid heb je zeker, dat voel ik tegen woordig sterker dan ooit. Maar het gevoel, dat ik mijn lezers verraden heb, nee, dat heb ik niet. Ik deed toen, wat ik kon doen. Ik deed het met 'n heilig geloof in een gemeenschap, die voor me bestond en die voor anderen nog bestaat. Mijn werk heeft een functie gehad. Met name met mijn psalmberijmingen heb ik ook al zou ik het nu niet meer zo doen de weg vrijgemaakt voor meer bij belse spiritualiteit. Daar hoef ik me met voor te schamen en ik schaam me er ook niet voor. Ik hoef me niet te schamen over het feit, dat ik ver anderd ben". Hoe dicht de Gabriël Smit, die zes tig jaar wordt Hij zegt„Dichten is voor mij een manier om me van mijzelf be wust te worden. Ik schrijf niet voor een publiek. Ik schrijf om mezelf te ontdekken. Het leven gaat niet in een rechte lijn omhoog, maar met trapjes. Dichten is jezelf rekenschap geven van het volgende trapje, dat komt - van de volgende route. Als ik ga schrijven, weet ik vaak zelf niet wat het wordt. Het is een verkenning. Meestal komt het 's avonds. Ik ben een poëtische nachtvogel. Soms komt het in maanden niet. Dan word ik opeens ongedurig, kregel. Mijn vrouw voelt het eerder aankomen dan ik. Nou, tenslotte ga ik in mijn werkhok zitten en schrijf ik achter mijn pen aan. Ik ga nu voor veertien dagen naar Israël. Ik weet zeker, dat ik in die tijd niet zal dichten en dat vind ik erg. ik kan me geen leven voorstel len, waarin ik niet zou dichten. Maar nogmaals: ik ben zeer beperkt. Ik ben romantisch-impulsief. Ik kan alleen schrijven over een tuin, over bloeme tjes. Er is altijd een paard bij. Dat zijn prachtige dieren met van die mooie droevige ogen. En met een zie ke hond wil ik ook nog wel eens wat doen. Het zijn dezelfde symbolen, die ik vroeger gebruikte, er is alleen een andere werkelijkheid achter gescho ven." Hij heeft ook veel over liefde ge schreven. Wat betekent zijn vrouw voor hem Gabriël Smit: „Toen ik haar leerde kennen was ik in Utrecht lid van een kring, die bestond uit jonge kun stenaars en intellectuelen. Op een avond kwam daar een meisje binnen - een heel rustig, helder, zeker meis je. Ze ging achter de piano zitten en begon een Franse suite van Bach te spelen. Ik dacht: met haar trouw ik. Ze is voor mij de rots in de branding. Ze heeft me in dat opzicht nooit te leurgesteld. In de 35 jaren van ons huwelijk heb ik haar nooit op esjn schijn van onwaarheid kunnen be trappen. Dat is niet niks. Ze is mijn spiegel. Ik werd bijvoorbeeld ridder in de orde van oranje-nassau. Nu zou ik me ervoor schamen, maar toen vond ik het wel leuk. Mijn vrouw gaf me daarvoor op m'n duvel. Alleen maar ijdelheid, zei ze. Ze had natuur lijk gelijk. Ze is, kortom, het vaste punt in mijn bestaan," Hij heeft ons de primeur van zijn eerste dichtregels gegeven. Krijgen we ook die van de meest recente re gels, die hij geschreven heeft? Hij haalt bereidwillig een bloknoot met lijntjes-papier tevoorschijn, waarin hij met zorgvuldig geschreven ball point-letters werkt aan zijn nieuwe bundel, die waarschijnlijk dit najaar zal uitkomen en die een poëtische be nadering wil zijn van wat in de mu ziek nog steeds zijn grote liefde een thema met variaties heet. Hij leest vrij toonloos, maar met grote intensiteit voor Wanneer je weg bent, ben je overal: een kleine plooi in het tafelkleed zegt me je hand, een verschoven stoel laat je opstaan en door de kamer gaan, overal is nog het licht om je heen, maakt je zichtbaar als door het raam de rode bloemen in je kleine tuin. Overal handen vol samenzijn, al wat ik hoor is meer, een strofe van nachten droomloze slaap in de hemel van je omhelzing, gians van streven naar een morgen van heil, en nu, overdag, het dwalen langzaam van onze ogen over nog samenzijn hier in de kamer, wanneer je weg bent. Püfi straat 14:10-1 uur, 3-6 uur jeimeerlaan 94. Breda. (Van een onzer verslaggevers) MIDDELBURG Vandaag is het honderd jaar geleden dat in Middelburg de dichter P. C. Boutens werd geboren. Hij stierf in 1943 in Den Haag. Boutens had een mystiek en beschouwelijk karakter, waardoor het zal ko men dat zijn werk slechts voor literaire fijnproevers toegankelijk was. Alleen zijn Beatrijs sloeg aan bij het grote publiek. Het uitgangspunt van zijn gedichten was de natuur. Juist in de duinen en aan de stranden van Walcheren kon hij daarin aan zijn trekken komen. Regelmatig komt dit eiland terug in zijn werk zoals in het navolgende Septembermorgen op Walcheren: Als vlotgedreven van de kimmebanken Die 't alom duin met sneeuwen koppen kronen, Schuiven de wolken over 't blauw haar blanke, Langs weide en hout haar schaduwen schabionen, Op leêger akker laden statigranke Boeren de bruine saamgeschoofde boonen: Gerucht en roep in hoorbre rust verklanken Den vreê van wie in wijde stilte wonen Maar wazen verte scheuren schelle schreeuwen: Daar stuurt een grijze reus de ploegschaar door Het stoppelveld echter zijn stoere Zeeuwen: Gierig naar 't aas in de opgesneden voor, Volgt waaierwiggend in het versche spoor Gelijk een zilveren zog de zwerm der meeuwen. Xn ons bericht vasn gisteren over in tensievere hulp aan geslachtszieken is een storende fout geslopen. In de laatste alinea is een huidarts een huisarts geworden. Gecorrigeerd luidt deze alinea als volgt: Dr. Kruisinga heeft die ziekenfonds raad verzocht een regeling te treffen, waardoor onderzoek en behandeling voor een geslachtszieke ook zonider verwijzing van de huisarts voor zie kenfondsrekening düOT de huidarts kan geschieden. (Van onze parlement, redactie) DEN HAAG In Nederland ligt op de banken het geld voor het grijpen. Het onrustbarend stij gend aantal bankovervallen (thans gemiddeld vier per maand) toont aan, dat in ons land in tegenstel ling tot b.v. Duitsland veel te wei nig wordt gedaan aan bescher ming van het geld aan de loketten en wat nog erger is aan de beveiliging van de beambten te gen gewapende overvallen. De B.V.A., vereniging van werk nemers in bank- en verzekeringsbe drijf en administratieve kantoren, schrijft in het zojuist verschenen nummer van zijn orgaan „Perspec tief" dat de banken, na zich reeds jaren te hebben bezonnen op maat regelen, nu wat moeten gaan doen en dat het politic-apparaat dusdanig moet wordden gereorganiseerd, dat snel en effectief tegen overvallers kan worden opgetreden. In ons land zijn de banken en hun beambten veelal weerloos. Pantser glas, goede alarminstallaties en een schiet vrije kooi voor de man, die het geld uittelt, behoren in Nederland tot de uitzonderingen, aldus de B.V.- A. Erger nog: ook bij de bouw van nieuwe banken en filialen wordt te weinig rekening gehouden met de veiligheid, wat als het ware invita tie betekent voor de onderwereld. Toen vier jaar geleden Nederland steeds vaker door de overvallers tot werkterrein werd uitverkoren, be gonnen geschokte bankdeskundigen ijverig te bestuderen op middelen tot beveiliging van de banken, maar afdoende maatregelfen zijn nog steeds niet getroffen. In de grote steden heeft men intussen wel wat bereikt. Hier kwamen alarminstallaties tot stand het zogenaamde stil alarm, dat wil zeggen een alarmering van de politie in het politiebureau van uit het bankgebouw en dus niet met sirenes op de bank en in de ban ken werden op verschillende plaat sen maatregelen getroffen als het aan brengen van tralies en het afsluiten wan toegangen. Maar op het platteland is het nog droevig gesteld, zo constateert de B.- V.A. In de kleine plaatsen met een klem korps is het politiebureau niet altijd permanent bezet, wat nodig is voor een effectief stil alarm en voor een razendsnelle actie tegen de mis daad. Op deze grond worden door de politie alarminstallaties in kleine po- litiebrigades afgewezen. Maar in Duitsland bewijst de plattelandspo- litie, dat ook onder weinig ideale om standigheden een alarminstallatie nut kan afwerpen. En jn de banken zouden juist op het platteland bevei ligingen moeten worden aangebracht want daar zijn de geldinstellingen het kwetsbaarst. De B.V.A. wijst op de dwingende voorschriften, die enige jaren gele den in Duitsland werden uitgevaar digd om op plaatsen, waar baar geld binnen handbereik is, het - per- foneel tegen aanvallen met gevaar voor leven of gezondheid te beseher men. Deze regeling wordt Nederland ten voorbeeld gesteld. Voorts vindt de B.V A. dat de politie ook buiten die steder. tot grotere eenheden moet komen een organisatiepatroon dat ook in politiekringen en bij de over heid wordt voorgestaan. Dan wordt het mogelijk, voortdurend bemande centrales in te richten, waarmee de geldinstellingen via vrij simpele voor zieningen permanent in verbinding kunnen treden. Dan wordt het ook mogelijk di rect na een eerste alarm uitgebreide acties op gang te brengen, snelheid van de politie tegenover het hoge tempo van de misdaad. Het wordt de hoogste tijd dat er wat gebeurt, aldus de B.V.A. Men is blijkbaar te snel vergeten, dat inmiddels acht emploés zijn neergeschoten. (ADVERTENTIE) Ül IÖ lekker? Ja, dat is ze!

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 19