STEEN NA STEEN GERTRUPISKERK DE EEUWEN TE BOVEN DE STEM 12 mm BERGEN OP ZOOM De muren zijn groen van het vocht. De groe ne schimmel kruipt als klimop langs de pilaren. Op sommige plaatsen kijk je dwars door het gewelf heen naar de lucht. Maar boven een van de ingangen wordt hoopvol verwezen naar psalm 68. Terwijl de ganzen ons gakkend onze kerkgang betwisten lezen we de tekst, die in grote kapitalen boven de zijdeur is aangebracht: GODTS BERCH IS VRUCHT- BAER. En met die vruchtbaar heid is beslist niet de schimmel bedoeld, die men sinds kort aan het bestrijden is met grote hete- luchtblazers en nog effectiever: met het herstellen van daken en muren, want aan de Sint-Gertru- diskerk in Bergen op Zoom (de peperbus of de grote kerk) is men nu echt begonnen. Brand, storm, oorlog en economi sche voorspoed of verval, markeren ook de geschiedenis van de Bergse kerk, die (maar dat is eerder legen de dan geschiedenis) al in 650 ge bouwd zou zijn op initiatief van de heilige Geretrucla, abdis van N'ijvel. Deze pagina kwam tot stand dank zij de bereidwillige mede werking van de restauratielei ding, die over haar werk de no dige gegevens verschaftte. Om enerzijds te vermijden dat de lezer onthaald wordt op een gro te serie namen van medewer kers aan de restauratie en om anderzijds niemand over te slaan, hebben we afgesproken, geen namen te vermelden. Dit kan niet gelden voor de heren Kor- neel Slootmans, oud-archivaris van Bergen op Zoom en ir. C. L. Temminck Groll. Aan hun publikaties ontlenen wij ons his torische materiaal. Die publika ties zijn respectievelijk „Bergen op Zoom, een stad als een huis", de pagina's 136157 en „De St.- Geertruidskerk te Bergen op Zoom". Pas zes eeuwen later is er echt spra ke van een kerkje op de plaats waar nu die Gertrudis staait. Na de grote staidsbrainid vain 1397, waaruit de stoe re toren in elk geval werd gered, be gint er pas helderheid te komen over de bouwgeschiedenis. En natuurlijk verschijnen daarin de namen van de grote bouwmeesters Anthonis en Rombout Keldermans. De eerste ont wierp in 1489 een groots uitbreidings plan. Voor een deel slechts werd dit plan voltooid. Koor en dwarsschip waren klaar toen de kerk in 1581 overging naar de gemeenschap die de nieuwe religie beleed. De econo mische bloei van Bergen op Zoom was echter voorbij en het „Nieuwe Werk", zoals men het vergrotings plan noemt, werd niet meer voltooid. Integendeel, de gedeelten ervan die in aanbouw waren geweest, werden steeds bouwvalliger en werden in de loop van de zeventiende eeuw ge sloopt. Van het Nieuwe Werk restte in 1700 alleen nog de westerzijbeuk van het grote transept, die door de koor omgang van de oudere kerk heen- snijdt. Het overige werd tot de fun damenten toe weggebroken, vrij ge komen materiaal werd gebruikt voor de verdedigingswerken van de stad en op het lege terrein plantte men bomen. Dat was in 1704. In 1747 werd de stad door de Fransen beschoten. De grote brand die daarbij uitbrak heeft de kerk onherstelbaar verwoest. Het du re restauratieplan van de Rotterdam mer David van Stolk had geen kans van slagen. Er zou een achttiende- eeuwse kerk uit te voorschijn ge komen zijn, die van gelijke hoogte was als de oude kerk. Men koos om wille van de krappe geldmiddelen voor een eenvoudiger plan, dat werd uitgevoerd onder leiding van Dirk Dijkerhof. Koor en dwarsschip werden verlaagd tot de hoogten van de oude zijbeu ken. Dat betekent ,een verschil van zo'n meter of tien. Geld voor gemetselde gewelven was er ook al niet. Het werden de hou ten tongewelven, zoals die er nog al tijd zijn. De hervormde gemeente, die de kerk bijna vier eeuwen in beheer heeft gehad, kon de lasten van de lang zaamaan weer vervallende kerk on mogelijk langer dragen. En zeker niet de kosten van een restauratie opbren gen. Ze kwam tot een ruilovereen komst met de burgerlijke gemeen te, die alles op alles heeft gezet om de oude Gertrudis, die indrukwek kende schaduw van de middeleeuw se kerk, voor ons te behouden. Monumentenzorg, voor wie de kerk een belangrijk Zuictoederlainids mo nument is, betaalt 95 procent van de restauratiekosten. Jaarlijks vraagt de restauratie van Markiezenhof en Gertrudis 1,25 mil joen gulden, waarvan de Gertrudis een half miljoen. Men mag de totale restauratiekosten van de kerk op zo'n tien miljoen schatten. De restauratie, die dit najaar begon, is dus voorlopig nog niet voltooid „Gelukkig heeft men nooit veel geld gehad om te restaureren", zeg gen de restaurateurs van vandaag. Dat klinkt paradoxaal, maar men mag zonder overdrijving stellen, dat we eigenlijk pas sinds 1950 weten, hoe je nu eigenlijk echt moet res taureren. Restaurateurs hebben in de loop der eeuwen waarschijnlijk even veel verwoest als generaals. Ga d'r ook maar aan staan! Wat ga je doen met een stuk muur van vijf bij vijf meter, waar je vier bouwperio des bij elkaar kunt vinden En de uitvoerder is de eerste, die onherstelbare schade kan aanrich ten, alleen maar door een stuk muur af te bikken. Hij is de eerst verant woordelijke. Laat hij een muurschil dering wegbikken? Nooit zal iemand het weten. Daar ligt dan ook zijn ver antwoordelijkheid. Vandaar dat men in deze speciale bouw werkt met de best geselecteerde bouwvakkers, die overigens minder verdienen dan hun collega's op de nieuwbouw-steigers. Restauratie is een kwestie van com promissen. Je maakt een keuze voor funderingen, die men dan over 150 jaar bij de volgende restauratie juist weer tevoorschijn wil halen. Het kan, als men maar voorzichtig restaureert en veel documenteert en beschrijft, zodat het nageslacht de restauratie geschiedenis bijna van steen tot steen kan volgen. Maar juist omdat men voorheen te weinig geld had om gron dig te herstellen, is de Gertrudis van vandaag nog zo eerlijk als goud en herkenbaar in bijna elk onderdeel. Bergen op Zoom is rijk aan monu menten. In de eerste plaats is er het Markiezenhof, maar daarnaast het stadhuis en de gevangenpoort. Beide laatste hebben hun nieuwste restauratie al achter de rug. Dan is er nog een rijkdom aan achttiende- eeuwse woonhuizen. Al die rijkdom betekent echter een enorme financië le belasting. Maar gelukkig weet deze kerngemeente, die haar hoop heeft gebouwd op de industrialisatie, dat een mens niet leeft van brood al leen. Gelukkig ook heeft men voor enkele monumenten een zeer zinvolle hedendaagse bestemming gevonden. Gelukkig, want de meeste oude bouw werken zijn vervallen omdat niemand er meer wat mee wist te doen. Mis schien wordt dat straks een probleem bij de Gertrudis. Maar voorlopig is dat nog helemaal niet acuut. Tijdens de restauratie zal er ook wel een ge bruiksplan groeien, tijdperken, voor het verdwijnen van Datzelfde moet je ook zeggen van de restauratie: een restauratieplan moet groeien. Wat moet je dioen met grafstenen? Natuurlijk worden ze tij dens de restauratie opgeborgen. Maar daarna? Op de oude plaats? Het ligt er aan. Is de kans op slijtage niet te groot als de kerk een nieuwe bestemming krijgt? Komen er stoelen op te staan? Maar het eerste probleem is toch: wa ter uitsluiten, vensters dichtten en een noodverlichting aanbrengen. Daar is men nu mee bezig en men begon bij het koor omdat dit het slechtste deel was, al 150 jaar niet in gebruik, want de hervormde gemeen te benutte alleen het schip. Dat werd dan ook het beste onderhouden. Koor en ommegangen staan nu voor een deel in 23 meter hoge stalen stei gers, gebouwd op de zamdvloer die overbleef na het wegnemen van de zerken. Vandaaruit zJijn de restaura teur bezig met de kap van het koor, die nog voor tweederde in bruikbare staat is. Men moet de beschieting van het houten tongewelf verwijderen om de kaprestauratie mogelijk te ma ken. Spant voor spant en steen voor steen komt de oude Gertrudis de eeuwen weer te boven. Voorlopig zijn we nog niet zo ver. Voorlopig zijn we nog dichter bij de tijd, waaraan architect E. Canneman dacht toen hij de stenen bladeren van de kapitelen zag vallen: het herfsttij der middeleeuwen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1970 | | pagina 13