ALS JANET
IN DE LUCHT ZIT
WORDEN ER GEEN
FOUTEN GEMAAKT
skker van
Cijfers
voor
gedichten
De Gouden
Naald
in Tilburg
EKHOUDER
VAN SECRETARESSE TOT PILOTE
i
GEN N.V.
Otter
Secretaresse
Opgewonden
16
die eventueel genegen
iid van de directie waar
der nr. 73411 bureau van
en binnen ons
lg van de groei
odzakelijk deze
en ambities is
vaarbij de werk-
de sub-admini-
i, ter versterking
lie een voltooide
iten en tevens in
loekhouden.
of zij die voor-
t te verwerven.
jrden waaronder
dertiende maand-
emieerde spaar-
naar en van het
de woongelegetv
Dleiding en erva-
sfoto, met in de
tankelijk van de
nnen 10 dagen te
oneelsdienst van
ie Vlissingen.
DE STEM VAN ZATERDAG 14 FEBRUARI 1970
pi
i I
i;:.' -I
arbwerke-Hoechst
met een perso
en een wereld-
scheidenheid aan
n andere anorga-
en pharmaceuti-
rein aan de Stoe
lende chemische
bsforzuur- en een
ie in volle gang.
de jaarwisseling
osforfabriek thans
dstoffenfabriek is
(Van een onzer verslaggevers)
LONDEN Toen de Britse Sheila Scott als enige vrouwe
lijke deelnemer aan de Londen-Sydney lucht-race nog de
volle aandacht van de wereld trok, trad iemand anders al in
haar voetstappen. Zonder ophef klom een vrouwelijke
piloot op het vliegveld Gatwick in een klein vliegtuigje en
begon haar solovlucht naar Australië. Voor Janet Ferguson
was het gewoon weer een routinevlucht. Ze was erg ver
legen toen ze onlangs de Sir Alan Cobhaf-beker kreeg voor
de beste pilote in 1969 Sheila Scott was de vorige houd
ster. „Waar is dat nu goed voor?" vroeg ze verbaasd.
bescheiden en eigenlijk onbekende Janet Ferguson is een van de
tste polites ter wereld. Ze heeft een serie prestaties op haar naam staan,
die menig mannelijke piloot, jaloers maakt. Ze is kalm, behendig en inven-
Ieder jaar vliegt ze op haar een- eigen vliegtuig en ze heeft nog nooit
lepije duizenden kilometers over de een lucht-race gewonnen,
hoeilijkste routes ter wereld: over Janet is eigenlijk een heel aparte
froestijnen, zeeën, oerwouden en vrouw. Ze is een pure beroepspilote:
neeuwvelden. Toch heeft ze geen ze vliegt voor haar brood. Ze is een
e prijzen van de Carraro-trek-
ieel erg goedkoop zijn ze, met
n een extra lage prijs bij colt-
taling, zonder inruil en ze'
an de trekker
e prijzen van de Carraro-trek-
nee? vraag dan de special
;atalogus aanwij sture
raag toe
INFORMATIEBON
Stuur mij per omgaande foldermate
over de
Naam
T.a.v.
Adres
Plaats
Telefoon:
In gesloten envelop zonder postzege'y*^
aan: H J Hoegen Dijkhof HandeltoJ
Antwoordnr 95, Doelinchcm
uitzondering in het moeilijke, precie-
se en uitsluitend mannelijke wereldje
van piloten die vliegtuigen van de
fabriek naar de basis vliegen.
Janet praat heel gewoon over haar
beroep. Ze vindt het gewoon een rou
tine om vliegtuigen van verschillen
de vorm en grootte op te halen van
of ie brengen naar alle moge
lijke uithoeken van de wereld en dat
vaak onder slechte weersomstandig
heden. Als men maar lang genoeg
aanhoudt geeft ze toe dat ze inder
daad moet weten hoe ze al die toestel
len moet vliegen.
Ze vertelt heel terloops iets over
een vlucht die ze vorige winter
maakte. Ze moest een oude Otter,
een groot plomp 11-persoonstoestel
met één motor, van Engeland via IJs
land en Groenland naar Canada bren
gen. Het toestel had geen voorzienin
gen zoals een apparaat om ijsafzet
ting tijdens de vlucht te voorkomen.
Als ze in een ijskoude wolk zou vlie
gen, dan zou dat fatale gevolgen kun
nen hebben. Janet moest twee weken
op IJsland doorbrengen om gunstige
weersomstandigheden af te wachten
voor de oversteek naar Groenland.
Zelfs bi; goede weersomstandigheden
bleek het toestel niet voldoende uit
gerust te zijn om Sondrestrom, een
provisorisch vliegveld te halen. Ja-
net moest daarom naar Nassarssuaq,
een landingsstip, die aan het eind
van een fjord ligt en is ingesloten
door bergen. Omdat Narssarssuaq al
leen is uitgerust voor landingen bij
daglicht (en daglicht is schaars in de
winters bij de Noordpool) proberen
de piloten de landingsstrip zoveel mo
gelijk te vermijden. Desondanks
kreeg Janet het toestel door haar
kalmte en onberispelijke navigatie bij
daglicht aan de grond.
Janet Fergusons werkgever, Peter
Nock, zei over deze bijzondere vlucht:
„Als Janet in de lucht zit dan weet
je dat er geen fouten gemaakt wor
den!" Peter Nock is een van de meest
ervaren Europese piloten en heeft
een eigen maatschappij. Hij heeft Ja-
net de kans gegeven zich waar te ma
ken. Drie jaar geleden brak hij met
de traditie en wees tientallen manne
lijke sollicitanten af om Janet in
dienst te nemen. „Ze is een uitste
kendie piloot, die heel toevallig een
vrouw is", legt hij uit. „Ze heeft het
in haar vingertoppen zitten; als ze
maar even aan de knuppel zit, weet
ze precies wat ze met het toestel kan
doen".
Het vorige jaar overreedde Peter
Nock de Britse vliegtuigfabriek Haw
ker Siddeley met de tot dan toe ge
bruikelijke gedragslijn te breken en
Janet te laten helpen met de leverin
gen van de HS-125 via de pool-route
naar Amerika. De HS-125 is een
nieuw gevechtsvliegtuig met straal
aandrijving dat ongeveer f 2.150.000
kost. Nog nooit had een vrouw zo'n
toestel afgeleverd.
Janet Ferguson heeft nooit de gun
stige omstandigheden gekend, waar
onder andere pilotes leefden. Zo had
zij geen familie die in het vak zat
of zoals de oudere generatie van
pilotes vliegervaring van de oor
log. Van haar salaris (ze was secre
taresse in Londen) nam ze „voor de
lol" vlieglessen. Langzaam maar ze
ker groeide haar lijst van prestaties
tot ze in staat was haar brood te ver
dienen als vlieg-instructrice. Vervol
gens behaalde ze het British Com
mercial Pilot's-brevet en kreeg als
eerste vrouw in Europa de Amelia
Earhart-studiebeurs, waardoor ze in
staat werd gesteld Amerikaanse bre
vetten aan haar Britse toe te voegen.
In de daaropvolgende jaren had
Janet ieder „vliegend baantje" be
halve het vliegen op vaste luchtlij
nen zelfs luchtonderzoek en het be
sproeien van gewassen vanuit de
lucht. Gedurende een zomer bracht
ze koeien van een boer uit Jersey
naar kopers, die over heel Europa
verspreid waren. Ze vloeg toen in
een oude Anson, waarin maar drie
koeien of zeven kalveren per vlucht
konden.
Janet haalde haar moeder ertoe
over om op haar leeftijd vam zestig
jaar vlieglessen te nemen en loodste
haar door het examen voor het pri
vaat-brevet.
Janet heeft een lange weg af moe
ten leggen om haar huidige positie
in de vrouwen-luchtvaart te berei
ken. Vlak voor haar vlucht naar
Australië was ze nogal opgewonden
over de kansen van Sheila Scott in
de Londen-Sydney lucht-race, want
de dames zijn dikke vriendinnen. In
haar huisje staat een klein zilveren
modelletje van Jasom, het vliegtuig
van Amy Johnson. Het vertelt zijn
eigen verhaal.
Janet Ferguson breekt geen re
cords, maar ze heeft een typerende
moed. De Sir Alan Cotham-drofee is
voor bijzondere prestaties. Janet
heeft hem beslist verdiend.
Foto boven:
Janet Ferguson kijkt de vlieg
route nog even na voordat ze
van Londen opstijgt om een
vliegtuig te leveren aan de
Royal Flying Doctor Service
in Australië.
Foto linksboven:
Janet Ferguson na afloop va»
haar solo-vlucht van Engeland
naar Wellington.
kitscherig aan. Van mij
met een 6over.
mag ze
J. C. Bloem: „Poëtica". Uitge
ver Polak en Van Gennep. Dit
uitstekend verzorgde boekje van
84 bladzijden kost I. 16,50.
De prijs is te gortig, de inhoud
is geen poëzie, maar gaat over
poëzie. De dichter Bloem heeft
zijn sparen verdiend op het terrein
van de dichtkunst en op dat van
de literaire kritiek. Een aantal
kritieken over poezie zijn in dit
boekje gebundeld. Wat vrijwel on
middellijk opvalt, is dat die een
voudige en prettig leesbare ver
handelingen over poëzie, veelzeg
gend zijn m.b.t. de dichter zelf en
zijn eigen poëzie. Nooit schept hij
over zichzelf op, geen enkele maal
plaatst hij zijn eigen werk op een
te hoge sport van de literaire lad
der. Om sportjournalist Nico
Scheepmaker aan te halen: De
poëzie van Bloem behoort tot de
Het is maar dat u het weet: ze
bestaat nog altijd, die hardnekki
ge, in alle toonaarden zingende en
krijsende dame, van wie al even
hardnekkig wordt beweerd dat
haar dagen zijn geteld: mevrouw
de Powezie. Het merkwaardige is
echter dat zij, als er al sprake is
'M een zwanezang, nog aardig
uit volle borst en veelvuldig het
loodje wenst te leggen. Want wie
meent, dat men gedichten zelfs
aan de straatstenen niet kwijt kan,
komt telkens toch een klein beetje
bedrogen uit, wanneer er alweer
een forse stapel bundels en
niet eens de volledige oogst van
de uitgevershuizen ter bespre
king voor hem ligt. Brandend be
wijs van het tegendeel? Zijn de
uitgevers knettergek geworden?
01 beseffen zij, nu van alle kanten
de dood van de roman wordt aan
gezegd, dat eindelijk de paradijs-
poorten voor madame zijn openge
gaan?
Hoe het ook zij, de bundels lig
gen er: lees en doe een greep uit
ue grote hoeveelheid, altijd prijs;
wat mi] niet zint, bevalt misschien
u of omgekeerd. Ik geef ook maar
een oordeel, nadat ik u gezegd
heb bij wie de stuff (toe. vooruit,
begin er een3 aan, u weet niet
wat u mist) te krijgen is. Ten be
hoeve van hen, die meer houvast
Uit getallen halen, geef ik ook een
cUfer voor elke bundel.
Hans Warren: „Tussen hybris
®n vergaan". Uitgever Bert Bak
ker. Prijs: f. 7,90. Voor wie niet
met het oude Grieks vertrouwd is:
hybris betekent letterlijk over
moed.
„Aardige brieven, verzen met
zo begint een van zijn ge-
0™. i „voor een jonge dichter"
getiteld Het geeft precies weer
at ikzeli van deze bundel vind,
aarin veel homo-erotische liefdes-
voorkomt. Ik herinner me
oeger hetere gedichten van War-
n te hebben gelezen. Deze bun-
at Praalpoëzie zonder pakken-
?e ,beeMspraak. Een leerling, die
m de derde klas uitstekend was,
Muit i11".. de vierde zeer zwak
W, krijgt van mij op zijn kerst
rapport geen dreun. Hans Warren
heeft deze keer voor poëzie een 6.
Gerrit Komrij: „Alle vlees is
als gras of het knekelhuis op de
dodenakker".
Uitgever van deze mond-vol:
Meulenhoff. Prijs: f. 6,90. U raadt
het precies: hergeboorte vian de
negentiende eeuw in deze zeer he
dendaagse gedichtenbundel. Vak
kundige kitsch met een plezierig
bijsmaakje. Alles rijmt nog ook.
Veelzeggend is dat, ,wie de dichter
thuis bezoekt, sfeervol kaarslicht
voor Mariabeeldjes en fondantkleu-
rige Jezusgezichten aantreft. Voor
kenners van de popmuziek: de ge
dichten van Komrij doen denken
aan „Camp" Aardig, maar op den
duur nogal oppervlakkig. Wat voor
cijfer krijgt een scholier, die alle
kneepjes van het Libelle-verhaal
subliem blijkt te beheersen? Het
mooiste cijfer dat bestaat, niet
slecht en niet heel goed: 7.
Henriette Roland Holst-Van der
Schalk- „Jeugdwerk 1884-1892".
Uitgever Meulenhoff. Prijs f. 7,90.
Garmt Stuiveling verzorgde inlei
ding en verantwoording.
Het lijkt een eeuwigheid gele
den: in 1893 verschenen haar eer
ste gedichten in De Nieuwe Gids,
in 1895 haar eerste bundel. Wat ze
voor die tijd maakte is nooit gepu
bliceerd, wel door vrienden be
waard. Professor Stuiveling gaf
het kortgeleden uit, ongetwijfeld
bij wijze van hommage aan de vo
rig jaar 100 jaar geleden gebore
ne. Het is duidelijk jeugdpoëzie:
rechtuit autobiografisch en het
hoofdthema de liefde, die niet in
vervulling ging. Tot ongeveer 1890
is de taal van haar gedichten meer
door de dominee dan door de be
weging van Tachtig beïnvloed.
Daarna wordt het anders, als de
dichteres Verwey ontdekt. Ik kan
niet zeggen dat ik van deze poëzie
„weg" ben. Ze lijkt me eerder
voor de onderzoeker dan voor de
lezer uitgegeven. De inhoud is aan
de magere kant, het leed of de
vreugde van de dichteres doet mij
Mr. J. C. Bloem
Henriette Roland Holst
„eerste divisie". Niet alleen voor
deze eerlijke zelfkennis, maar
vooral voor de gewone manier
waarop hij over dichten schrijft,
verdient Bloem een 9. Jammer
van die ongewone prijs.
Frank Herzen: „Residu". Uitge
ver A. W. Sijthoff. Prijs f 4,90.
De verhalenbundel waarmee
Herzen debuteerde, „En zondags
een stukje vlees", las ik een tijd
geleden in de trein van Amster
dam naar Parijs. Niet slecht, niet
overrompelend geweldig. De mees
ter slaakt een zucht en geeft de
zoveelste 6.
Zijn poëzie-debut bezorgt me de
zelfde gewaarwording. In de bun
del komt een gedicht voor, dat
eveneens „Residu" heet: „Tussen
de geboorte en het wormenmaal
blijft een handvol woorden voor de
rusteloze verzamelaar". U ziet:
leugens vertelt de dichter niet,
maar wat hem in dit gedicht en
elders in deze bundel ontbreekt, is
een taalgebruik, dat je iets doet,
dat je desnoods een draai om je
oren geeft. Leegte en angst zijn
woorden die de dichter noemt in
plaats dat hij leegte en angst op
roept zonder deze woorden letter
lijk te gebruiken. Regels als „hoe
zal ik je benoemen?" en „gescho
len hebben in eikaars namen" ge
ven de beperking aan van zijn
liefdesgedichten. Zichzelf noemt hij
„Deze stad zonder namen". Zijn
beeldspraak is traditioneel, zo u
wilt: achterhaald.
Willem M. Roggeman: „Het ora
kel van New York City". Uitgever
Manteau. Prijs: ong. f. 5.
Wie van iets niet zeker is, moet
net doen of hij slim is, zal de cri
ticus wel gedacht hebben, toen hij
schreef dat voor een verantwoord
oordeel over „Het orakel van New-
York City" grondig lezen en herle
zen een vereiste is. Ik heb zijn
raad maar opgevolgd, omdat ik
eerlijk gezegd niet goed raad wist
met deze bundel: goed of een mo-
iieus samenraapsel uit andermans
poëzie? Waarom zijn wij behept
met de gedachte dat iets minder
goed is, zodra het overeenkomsten
vertoont met reeds bestaand werk?
Omdat wij, hoe dan ook, oorspron
kelijkheid eisen van onze kunste
naars. Dit is een beperkt uitgangs
punt, indien we zoveel mogelijk
mensen met kunst vertrouwd wil
len maken, want juist dan is de
functie van de middelgrote artiest
van groot maatschappelijk belang.
Niet de eenlingen aan de top ma
ken het kunstleven uit. Dus: de
bundel van Willem M. Roggeman
is goed, ondanks invloeden van de
Spaanse dichter Garcia Lorca, van
Vroman. van de Vijftigers, van
jazz en poetry a la Ted Joans, die
ik met zeer eenvoudige teksten in
combinatie met jazz evocerende
dingen heb zienhoren doen. Deze
bundel is geen huis-tuin-keuken
plagiaat geworden. Misschien is
een 8 iets te veel, maar een le
raar kan beter iets te veel dan
iets te weinig geven.
WIM HUYSKENS
Compositie van mevrouw A. M. Oomes-Jansen.
TILBURG In het Tilburgse
textielmuseum zijn tot en met 31
maart wandkleden te zien. Het be
treft een keuze uit de beste inzen
dingen (2000) in de Libelle wand-
kledenwedstrijd van november
jongstleden. Amateur-inzendingen
wel te verstaan.
En men zou het niet zeggen. De
expositie is van een dusdanig hoog
peil dat menig mij bekend profes
sioneel doek er volledig zou mis
staan. Men heeft voortdurend moei
te zich te realiseren dat het hier
in hoofdzaak huisvrouwenhobby be
treft. Ik moet er wel direct bij ver
tellen dat de mannelijke weder
helft in veel gevallen schilder is, of
reclameman of iets dergelijks,
maar dat doet niets af aan de ar
tistieke begaafdheid van de inzend
sters zelf. Noch aan hun geduld,
toewijding of liefde voor het mé
tier. Waarmee ik dan tevens zeer
voorname bestanddelen van het
wandkleed genoemd heb. Want niet
zelden zijn dit de ingrediënten die
voor die speciale charmante bij
smaak van deze tak van kunst
zorgen.
Kan men een schilderij tegen
woordig vervaardigen zonder enige
kennis van zaken of vaardigheid,
hier is zulks volstrekt ondenkbaar.
De titel „De Gouden Naald" slaat
op de wedstrijd die opnieuw aan
deze tentoonstelling verbonden is.
Via een formuliertje dient het pu
bliek zijn voorkeur kenbaar te ma
ken. Een zeer moeilijke zaak.
Het valt direct op dat de meeste
inzendingen van boven de Moerdijk
komen. Tot de zeer gunstig opval
lende „Zuiderlingen" behoort ech
ter mevrouw A. M. Oomes - Jan
sen uit Breda, die in haar „Com
positie" buitengewoon grafisch, vol
humor en flamboyant werkt met
de onmogelijkste materialen waar
van zij de consequenties aanvaardt
en volledig uitbuit, prachtig van
openwerking en smuk. In „Mijn
vier Heemskinderen" toont ze een
prachtig stralend blauw gamma
waarin archaïserende, zowat Oud
griekse vormen. Strenger, maar
ook schilderachtiger is het werk
van mevrouw J. M. de Jong -
Bloem, dat vaag reminiscenties
wekt aan Miro en Klee. Ook me
vrouw C A. Rombout's „Gezin"
verrukte vele bezoeksters, door een
serene symmetrische harmonie.
Naaldvirtuositeit in een bijna im
pressionistische vibrerende meng
techniek vertoont het werk van me
vrouw G. Vermeulen-Fleskens.
Men vindt Oosterse praal en ver-
sierdrift, humoristische transforma
ties van het kleed-zélf, magisch-re-
ligieus aandoend macré knoop-
werk, uiterste verfijning en volledig
doorgevoerde openwerking. Origina
liteit in een wonderlijke materiaal
keuze toont het soms robuust stoe
re werk van mevrouw L. van Maa-
ren - van Dijk. Als tip vioor de
grootste kanshebber noteerde ik
voor u mevrouw C. G. Watzema -
Andriesse, wier frames, door tijd
gebrek (helaas) maar op de ma
chine gestikt, toch nog het meest
professioneel overkomen.
JAN ASSELBERGS.