Commentaar
RIJMEN
Luchtvervuiling valt
onder de noemer zonde
Israël in
zichzelf
verdeeld
GEREFORMEERD PREDIKANT L. VAN DER VEER
mm
mfm*
00 dagen Willy Brandt
DR. CORN. VERHOEVEN:
v -
I.V.
'erialen
rekent IJ voor
i kosten mag*
TWEESLACHTIG
SCHUW
VROUW
ACHTERSTAND
DE STEM VAN ZATERDAG 7 FEBRUARI 1970
In mensen
een goed
te bouwen.
|bolIng biedt
sector aan
U£I'ÜNGdcii IMSNGE^„ PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ...PEILINGENI PEILINGEN PEILINGENlw£EJjJNGIc.UNGFN^
lUNGEN.PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN .PEILINGEN PE^INGEN PEILINGEN Kb pE1L,1JGEN
ÉN PEILINGEN PEIL NGEN PE LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PEILINGEN PEILINGENrtiL nolin reiunivc
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PALINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL
nes, kranen
zo mogelijk
ch-commer-
richten aan
AAN 98-100
M- NOORD
ig Internaat
ketbakkersdiplo-
ilad.
WÊmmSmi
'N AMERIKA is het een gewoonte om na honderd dagen nieuw presiden
tieel bewind een voorlopige balans op te maken over het optreden
de nieuwe machthebber. Doet men zoiets ten aanzien van de West-
uitse regering-Brandt (die nu dik honderd dagen de teugels in handen
leeft) dan kan men niet ontkennen dat er sprake is van een frisse nieuwe
olitiek. Hef optreden van Brandt heeft het buitenland nu al een nieuw
eeld van Duitsland gegeven.
Het is ook voornamelijk op het gebied van de buitenlandse politiek dat
randt opzienbarende acties onderneemt. In het binnenland liggen de
;aarten moeilijker. De socialisten willen van Duitsland een moderne wel-
ijnsstaat maken. Twee hindernissen zijn daarbij te overwinnen: op de
jrste plaats de inflatiebestrijding die het politiek onmogelijk maakt thans
ostbare sociale programma's te lanceren en ten tweede: de C.D.U- Om
ffectief te kunnen hervormen zal Brandt de C.D.U. voor langere tijd moe
uitschakelen als kanshebber op een nieuwe regeringsperiode. De laatste
piniepeilingen zijn wat dit betreft voor Brandt tamelijk geruststellend,
ijn populariteit is volgens een van deze onderzoekingen groot: 80 pro
mt van de Westduitsers is tevreden over hem.
Op het terrein van de buitenlandse politiek is Brandt het meest actief,
ij is begonnen met een diplomatiek offensief naar het oosten dat in de
sschiedenis van de Bondsrepubliek zijn weerga niet kent. Zijn doel is het
innen van het vertrouwen der Oosteuropeanen. Hij is de eerste bonds-
inselier die inziet dat de Oosteuropese beschuldiging als zou de Bonds-
«publiek „revanchistisch" zijn niet alléén propaganda is,- maar dat daaraan
!n wezenlijke vrees voor Duitsland ten grondslag ligt.
Die vrees en de daaruit voortvloeiende achterdocht moet worden weg-
inomen. Brandt heeft daartoe zijn bekwaamste mensen naar Moskou en
arschau gestuurd. De onderhandelingen zullen moeilijk en langdurig zijn.
Maar Brandt heeft veel goede wil getoond door openlijk te erkennen dat
lertwee Duitslanden zijn en door toe te geven dat ook de huidige grenzen
m Oost-Europa een politieke realiteit zijn, waarmee de nieuwe Bondsrepu-
liek rekening houdt.
Dit is een veelbelovend begin al is het niet genoeg om op basis daar
van nu al een goed resultaat te voorspellen.
leden.
Iterieur.
I J Rijmen is iets heel raars. Het is
niet raar dat er in onze taal woor
den zijn die op elkaar lijken. Sta-,
tistisch gesproken is dat nogal van
zelfsprekend. Maar het is wel een
rare bezigheid die woorden te zoe-
ken, bijeen te zetten en dan op een
I bepaalde manier te genieten van
1 zo'n georganiseerde toevalligheid.
In boeken over poëzie wordt dat
genieten dan bij voorkeur in ver
band gebracht met welluidendheid.
De herhaling van het rijm is een
vorm van schoonheid of harmonie,
een esthetisch element in een vers.
Maar het gekke van het rijm is
dat het niet zo zeer met poëzie te
dat het niet zozeer met poëzie te
maken heeft en dat zijn effect niet
alleen esthetisch is. Het kan ook
zeer komisch zijn, zeer irriterend
of zeer verrassend. Het rijm kan
van halve waarheden hele waarhe
den maken door als het ware twee
helften aan elkaar te voegen. Het
feit dat woorden rijmen schijnt er
op te wijzen, dat ze bij elkaar ho
ren, var. eeuwigheid voor elkaar
bestemd zijn of iets dergelijks; en
de klik waarmee zij bijeengevoegd
worden, moet dan het bewijs leve
ren dai ze samen een waarheid
vormen. In spreuken komen aller
lei vormen voor: tevreden rokers
zijn geen onruststokers, avondrood
water in de sloot, Haagse Post
geen roomse kost. Volgens een
zeer primitieve maar blijkbaar on
ontkoombare gedachtengang is het
rijm gemaakt om waarheden te
bewijzen binnen de taal zelf waar
in het gebruikt wordt, zonder ar-
gumenten van buiten af. Wat rijmt
ls op zijn minst al niet meer onge-
"■pd eri dat is genoeg om waar
schijnlijk te zijn. Wat gedacht kan
j worder. is ai bijna waar.
Kleine kinderen spelen hier al
I mee. Zij zoeken rijmwoorden om
waarheden te formuleren Als de
'aatste klank bij de eerste uit
komt is de cirkel van hun bevin-
I oiogen rond. „De zon is een bal-
1'°n'; het bewijs is geleverd door
bot rijm; het kan geen toeval zijn
oat beide woorden gelijk eindigen.
I het gebeurt ook we] dat ze zo
I maar een woord maken om te
rif16" 4e kracht van het bewijs
i 'gt dan in een veelzeggende na-
"ruk op het eerste woord. „Ome
I 8 koekepees", zei ons neefje
an vier en hij keek me daarbij
.an mej alle olijkheid die maar
I t°°n 'let P'aatsen van een ui-
I 7rvffiatf ®evatte opmerking, in
n gevallen moet je, geloof ik,
vi ^an broekeman" of iets
sort strekking zeggen, om de
L,? te scoren, maar ik
t °lr'dan altijd geweldig te schif-
Jhc 'n .verbazing over het ver-
ijnsel is zo groot, dat ik aan
t tkoöuktie ervan verder niet
Bi Het heeft ook wei-
'8 Z1n om in een woordenboek te
I nPBS'Zoeken o]- bet woord „koeke-
I een r"el bestaat en daardoor
se wezentje van een wis-
b„( bbnzin te redden. Het woord
woonvl161 en het jongetje is ëe"
i n gek, zat van woorden: hij
rijmt en dat is iets heel raars.
Tevergeefs zoek ik in allerlei
boeken naar een verklaring of
zeif3 maar beschrijving van dit
gekke, geschifte rijmen. Het
schijnt nooit iemand opgevallen
te zijn Wel is erop gewezen dat
in de oudheid het rÜm als ko
misch of irriterend ervaren werd.
Het verschil daartussen is kleiner
dan men geneigd zou zijn te den
ken; het is vooral een verschil in
duur Wat de eerste keer komisch
is, wordt de tweede keer al een
beetje irriterend. De herhalings
dwang die in het rijm naar voren
komt, is een dood en mechanisch
element in het leven en volgens
Bergson is het dat wat ons laat
lachen en ons ergert. Er is ver
der ook gewezen op het rijm in
spreuken en hét comfort dat dit
biedt bij het onthouden daarvan.
Er is zelfs een zekére inventarisa
tie van betekenissen die het rijm
in spreuken kan hebben al naar
gelang die gaan over het weer,
over levenswijsheid, over mense
lijke eigenschappen etc. Dat alles
zou nog eindeloos uitgebreid kun
nen worden totdat het even ge
wichtig zou zijn als de studies
over de schoonheid en het wel
luidend karakter van het rijm.
Maar het zou de kern van de
zaak niet raken
Die kern moet iets raars zijn,
een menselijke vervreemding in
de taal. Vervreemding wijst op
een macht buiten de mens. Die
macht werkt in de taal en be
schikt daarover; zij bepaalt haar
betekenis. Noem het een kosmi
sche macht die magisch werkt.
Wij moeten, geloven primitieve
mensen ons leven naar die macht
richten Menselijk leven is leven
„volgens de natuur", in overeen
stemming en parallel met de
machten. Dat is een oude, primi-
ti-ve en vervreemdende gedachte.
Overal speuren primitieve men
sen naar tekenen, waaraan zij die
parallelliteit kunnen toetsen. De
hele antieke religie en wijsheid
zijn zo'n speurtocht. Misschien is
het rijm een van de tekens waar
naar gezocht wordt; zijn parallel
lisme wijst op evereenstemming
met de machten; zij is door die
machten in de taal gelegd, inge
bouwd als een teken. Wij hoeven
het rijm als het ware maar te
vinder om in het klikken van de
rijmwoorden de harmonie en over
eenstemming te horen van onze
kleine wereld met de grote we
reld daarbuiten, van taal en wer
kelijkheid, denken en zijn.
Die overeenstemming is vanouds
„waarheid" genoemd. In zijn pri
mitiviteit heeft het rijm veel
meer te maken met de waarheid
dan met esthetisch raffinement.
Maar ook die schoonheid of lie
ver: die welluidendheid is afge
leid van harmonie, overeenstem
ming en parallelliteit. Alles wijst
in dezelfde richting, maar wie al
te ver in die richting gaat, dreigt
onverstaanbaar te worden voor
mensen die alles heel gewoon vin
den.
WILLEMSTAD Wanneer een gereformeerde predikant
over zijn religieuze beleving vertelt, zullen velen wellicht een
„donker-zwart" verhaal over hel en verdoemenis verwachten;
maar niets is minder waar bij ds. L. van der Veer (33), gere
formeerd predikant te Willemstad.
„De mensen zijn tegenwoordig wat nuchterder geworden.
Als predikant ben je in je beroep bezig met de relatie tot God.
Vroeger was dat een zaak die men wat eenzijdig benaderde.
Dat „vertikale" is veranderd. Het is allemaal gezonder komen
te liggen; wat dichter bij de grond. Men gaat nu praten over
de intermenselijke situatie, die me~ 'iüieoze inhoud geeft".
„Bij een predikant ligt het accent nu misschien sterker op de
medemenselijke relatie dan vroeger. Het beeld als in die oude
christelijke romans van dominees die hele avonden voor hun ge
meente zaten te bidden, komt eenvoudig niet meer voor", aldus ds.
Van der Veer, die na te zjjn afgestudeerd Willemstad als eerste ge
meente koos.
„Godsdienst is te veel apart ge
zien", vindt hij. „Men leefde vroe
ger in bepaalde vakjes en de religie
zat in een daarvan. Maar je hele
handel en wandel moet sterk be
paald worden door je religie. Ik zou
willen dat christenen duidelijker za
gen, waar de dingen scheef liggen.
Neem het probleem van de lucht
vervuiling. Een christen moet vanuit
zijn christen-zijn veel harder aan de
bel trekken- die verontreiniging is
een maatschappelijk onrecht", aldus
ds. Van der Veer.
„Die luchtvervuiling gaat het men
selijk geluk bedreigen; is een stuk on
gerechtigheid. Luchtvervuiling valt
voor mij onder de noemer zonde, om
dat ik denk dat God dat zo niet wil.
Zonde was vroeger, samen naar bed
gaan voor het huwelijk".
Baanbrekende taal voor een gere
formeerde dominee. De herder van
een gemeente, waarvan de leden
vroeger in een opzettelijk isole
ment hebben geleefd. Een afzonde
ring die nog eens werd versterkt door
de omstandigheid dat zij als kleine
minderheden tegen een grote roomse
overmacht aanwoonden.
Dé laatste 25 jaar is er al veel ver
anderd voor deze gereformeerde be—
-volkingsgroep niet te verwarren
met de leden van bepaalde gerefor
meerde groeperingen (Tholen, El-
speet, Staphorst, Urk) maar juist
's Zondagsavonds probeer ik wel
een stevig brok theologie naar voren
te brengen. De mensen gaan dan
met hoofdpijn de kerk uit; maar dat
willen ze wel. Ik wil ze graag in
hun eigen mogelijkheden aanspreken.
Langzamerhand groeit er ook een
discussie. Niet tijdens de dienst, maar
daarna".
Ds. Van der Veer, die op zondag
drie of vier keer preekt er zijn
veel vacante plaatsen in de West
hoek laat zijn diensten niet langer
dan één uur a vijf kwartier worden.
Gevraagd naar hoe hij zelf zijn be
roep ziet, zegt hij „predikant is spre
ker namens".
Hij noemt het ook „tweeslachtig".
„Je functioneert naar twee kanten:
van God naar de mensen en samen
met die mensen naar God; natuurlijk
vooral 's zondags op de kansel, maar
in de week ook als gespreksleider,
sluiting van deze streek wil ik graag
meemaken. Er staat een turbulente
periode te wachten met ingrijpende
gevolgen voor de mensen. Een uit-
terst moeilijke zaak, die je goed moet
voorbereiden. De gemeentelijke over
heid mikt op een grote bevolkings
uitbreiding. Er moeten industriemen
sen komen wonen tussen landbouw-
publiek".
Ds. Van der Veer weet dat hierbij
hotsingen kunnen volgen: „Ik pro
beer de zaak wat open te krijgen; de
mensen wat los te maken. Er over
praten; ook al staan de mensen er
schuw tegenover".
„De bevolking in de Westhoek is
niet gewend om zich in te stelen op
nieuwe situaties. Toch is er al veel
veranderd, h.v. in de gezagsverhou
dingen. Tot voor kort hebben hier
een soort feodale toestanden geheerst,
die door de kerk gedekt werd. Een
kleinere schaal van wat je leest over
de rooms-katholiekekerk in Brazilië.
In zulke zekerheden mag ik graag
prikken, er vragen over stellen, on
danks de schrik die dat teweeg
brengt", aldus ds. Van der Veer.
Een predikant die de revolutie
predikt?
„Onze kerk is heel lang een kruide-
nierskerk geweest met al zijn be
krompenheid. Men liet het denken
aan bepaalde topgroepen over. Ik wil
bijvoorbeeld niet dat een jongen die
op mijn catechisatie komt, zonder
meer in militaire dienst gaat. Zoiets
is niet als een bepaalde vaste regel,
waar je je maar aan hebt te houden.
Je moet zelf met het voor en tegen
van de militaire 'dienst klaar ko
men", aldus de heer Van der Veer.
„Je moet de jongeren leiden; veel
doen aan hun vorming. In mijn
jeugdtijd was catechisatie iets als het
uit je hoofd leren van pasklare ant
woorden. Er was voor geen greintje
zelfdenken plaats. Natuurlijk zijn
er een heleboel zaken, waar de
bijbel niets over zegt. Met de bege
leiding hoop je dat ze in staat zullen
zijn zelf een visie op te bouwen. Vo
rige week bijvoorbeeld hebben we
over homoseksualiteit gepraat. Dat
was vroeger ondenkbaar; sprak je
over de Heilige Drieëenheid. Dat in
teresseert de jongens geen barst na
tuurlijk", zegt ds. Van der Veer.
Om aan te tonen dat er bij de gere
formeerden het nodige is veranderd,
vertelt hij dat de gezamenlijke ker
ken in Willemstad deze zomer in de
openlucht dienst gaan houden. Al'le
gemeenteleden hebben televisie en
„ze dansen hier tegen de klippen op.
Ik ben de eerste predikant hier die in
een auto rijdt. Mijn voorgangers kwa
men de gemeente niet uit. Sommige
mensen betreuren de nieuwe gang
van zaken misschien, maar ze hebben
er wel begrip voor".
Maakt hij niet een andere groep ge
lovigen?
„Ik hoop op een mentaliteitsver
andering; op een andere levenshou
ding. De jonge predikanten zoeken
persoonsverandering. Dat zal bij de
jongeren moeten beginnen. Hun be- jeugdvormer, adviseur en vriend
J--"voor wie leed dragen". Natuurlijk
kom je veel teleurstellingen tegen.
Soms moet je afstand nemen. Je
hebt snel anderen gewond of in het
harnas gejaagd. Het overkomt me
zo 's zaterdagsavonds wel eens, als
ik de kerk in het aangezicht van de
zondag binnengelopen ben, dat ik er
helemaal geen zin in heb. Je voelt je
leeg of zondig".
„Uiteraard heb je zo je specifieke
problemen. De meeste jonge predi
kanten missen de bisschopsfiguur, de
„pastor pastorum", bij wie je kunt
uithuilen. Dat doe je nu maar bij
elkaar, maar ik geloof toch dat het
een leemte in onze kerk is, aldus ds.
Van der Veer.
Hij ziet overeenkomsten tussen zijn
werk en dat van een priester: „In
het pastoraat gaat het werk gelijk
op. We helpen mensen in nood om
tot een stuk klaarheid te komen. De
katholiek heeft eerder kans ambtelijk
bezig te zijn dan zijn protestantse
collega. In de kerk neemt hij ook een
andere plaats in en aah het sterfbêd
bedient hij de sacramenten, terwijl ik
er alleen als een vertrouwde vriend
ben. Maar het zijn maar nuancever
schillen hoor".
De jonge predikanten zijn, zo ver
telt de heer Van der Veer, hun werk
duidelijk anders gaan zien. „De ge
meente ziet de predikant no<g als de
herder die regelmatig binnenstapt,
verjaardogen meemaakt. Dat wil
len we niet meer doen en doen het
ook niet meer. We vinden dat we te
duur zijn om zo'n herenleventje te
leiden".
wustwording moet worden gestimu
leerd".
Op het gevaar af dat die bewust
wording zo groot wordt dat zij zich
van de kerk afkeren?
„U praat bijna als een verontruste
ouderling. Ik zie dat gebaar he
lemaal niet. Vroeger was het geloof
meer het volpompen van het geheu
gen, maar nu is het meer een kwes
tie van mentaliteit".
Naar zijn gevoel kijken mensen die
niet tot zijn kerk behoren „normaal"
tegen zijn beroep aan. In Willemstad
is bij de hervormde kerk de predi
kantenplaats momenteel vacant en
sedert enige tijd is er ook geen pas
toor meer. Tal van mensen van bui
ten mijn geloofsgemeente doen nu een
spontaan beroep op me. Zelfs rooms-
katholieken komen gewoon hierheen
als ze in de knoop zitten".
De oecumene zal aan hem een uit
stekende pleitbezorger hebben?
„De ontwikkeling zou wat harder,
kunnen gaan. De toporganen hij ons
lopen niet voorop. Hoewel, de her
vormden hebben de naam dat hun sy
node grote stappen voorwaarts maakt
maar de achterban gaat helemaal
niet zo snel mee. Bij ons kjjkt de top
naar wat men in het veld doet en
daar past men zich bij .aan. Het is wel
verstandig het kalmer aan te doen,
in de Westhoek van N.-Brabamt staat anders wordt het zo gauw kreterig",
nu veel meer te gebeuren: „De ont- ^egt ds. Van der Veer.
Hij duidt zijn geloofsgemeente
die rond 400 leden telt, zoals de mees
te gemeenten in de Westhoek aan
met: „Het is één groep met vele scha
keringen. Een groepje is van de be
houdende kant, meer als de Gere
formeerde Gemeenten. Men stelt zich
kritisch op tegenover de predikant.
Is hij progressief dan gaat men te
gen hem in, maar ook omgekeerd".
De Willemstadse dominee probeert
iedereen aan zijn trekken te laten ko
men. „In de morgendienst probeer ik
zo'n breed mogelijke groep aan te
spreken. De jeugd desnoods op een
hossende manier, al zullen de oude
ren daar tegen gekant zijn.
Mevrouw Van der Veer vindt dat
de vrouw in een gereformeerd gezin
dezelfde plaats inneemt als een vrouw
in welk ander gezin. „Ze is iets
huismoederlijker dan de gemiddel
de huisvrouw" vindt ds. Van der
Veer. „In Willemstad kun je ook
moeilijk anders", zegt zij. „Ik kan
ook overdag ergens gaan werken als
ik wil en naar de gymnastiek gaan,
en noem maar op".
„Er zijn natuurlijk wel enkele pa
tronen die blijven; die van de zon
dag bijvoorbeeld", zegt ds. Van der
Veer. „Wat er nu nog van de zon
dagsrust is overgebleven; nee dat is
mij te gortig. De mens heeft die dag
nodig om een beetje zichzelf te zijn.
Het is erg dat er op zondag mensen
moeten werken, waar het niet wer
kelijk nodig is. Industriële winsten
worden boven het menselijk geluk
gesteM".
Dat gewone menselijk geluk kan
dat ook worden bereikt door op zon
dag te voetballen?
„Dat zou ook kunnen. Maar van
een gereformeerd kerklid verwachten
we dat de kerkgang tot die zondags
beleving behoort", aldus ds. Van
der Veer. „Persoonlijk kan ik me niet
voorstellen dat iemand zich ontspant
in het zich doodlopen achter een bal.
Het is toch leuker met het hele ge
zin weg te gaan; of in ieder geval
het gezin bij elkaar te houden. Laat
men zich op de vrije zaterdag in zijn
persoonlijke hobby's uitleven en de
zondag tot de dag van het gezin ma
ken. In de Westhoek zijn gelukkig
nog veel bijzonder goede gerefor
meerde gezinnen, waar men fijn sa
men leeft en een groot vertrouwen
in elkaar stelt".
Ds. Van der Veer lacht smakelijk
als we hem vragen of hij zijn vrouw
inspraak geeft. „Het huishouden is
van mij", zegt zijn vrouw. „De gezin
nen zijn misschien sterker dan ande
re patriarchaal". Haar man zegt
het wel op prijs te stellen dat vrou
wen tegenwoordig ook in de gerefor
meerde kerk een meer volwaardige
rol mogen spelen. „Ik mag die vrou
welijke noot wel. Hier heeft het wat
schrik gegeven".
Geboortenbeperking is voor hem
een „heel aanvaardbare zaak". „Maar
het is verdrietig als jonge gezinnen
geen kinderen willen nemen. Wij zijn
ontvangers van een geschenk. Ais ik
aan de andere kant hoor spreken in
termen alsof man en vrouw een pro-
duktieteam zijn word ik misselijk'
Ds. van der Veer vindt dat er in zijn
geloofsgemeenschap een „enorme
achterstand is op het gebied van de
seksuele voorlichting".
Wat vindt zijn vrouw van het ce
libatair priesterschap?
„Ik zie er de zin niet van in. Bij
ons kan er wel een gezin zijn, waar
om bij hen niet?" Ds. Van der Veer:
„Ik heb in het bijzondere jeugdwerk
nauw met een kapelaan samenge
werkt. Als de kapelaan me 's avonds
wilde spreken, zei ik wel eens: dat
is wel jammer voor mijn vrouw, dan
moet zij weer alleen zitten. Omge
keerd had de kapelaan 's avonds
vaak ook weinig tijd. Hoe dikwijls
zei hij niet: „O nee, ik kan niet. Ik
moet kaarten met de huishoudster".
PIM GAANDERSE
'v-
v -V 1
(Van onze correspondent)
TEL AVIV Diep in de twin
tigste eeuw is in Israël rond de
vraag Wie is Jood een felle gods
dienstoorlog uitgebroken. De uit
spraak van het hooggerechtshof
dat de kinderen van de marine
officier Benjamin Shalit door het
ministerie van binnenlandse za
ken als zijnde van Joodse natio
naliteit zonder godsdienst dienen
te worden ingeschreven, heeft de
twintig jaar oude lont ontstoken.
De officier huwde tien jaar gele
den met een niet-joodse Engelse
vrouw, die hij tijdens zijn studie
tijd in Schotland ontmoette.
Uit dit huwelijk werden in Israël
twee kinderen, geboren. De vader,
zelf in Israël 'geboren en getogen,
wenste zijn kinderen als niet-gelovi-
gen van joodse nationaliteit bij het
bevolkingsregister in Haifa te laten
inschrijven. De ambtenaar weigerde.
„Uw vrouw is geen jodin en dus kun
nen we uw kinderen volgens onze
traditie niet als van joodse nationali
teit inschrijven. Uw vrouw zal zich
moeten bekeren. Er zit niets anders
op".
De marine-officier ziet het daar
niet bij. Tegen de weigering van de
ambtenaar om zijn kinderen naar
eigen inzicht te laten registreren,
ging hij hij het hooggerechtshof in
Jeruzalem in hoger beroep. Zelf ver
dedigde hij anderhalf jaar zijn op
het eerste gezicht hopeloze zaak.
„Mijn kinderen zijn in Israël gebo
ren, in joodse omgeving. Daarom
sta ik er op, dat zij tot het joodse
volk behoren, ook al belijden zij de
joodse godsdienst niet". Het hoogge
rechtshof gaf Shalit met vijf tegen
vier stemmen gelijk. Het ministerie
van binnenlandse zaken werd op
dracht gegeven te handelen zoals
Shalit het wilde.
Zo gemakkelijk is de orthodoxie
de opperrabijnen en de minister van
godsdienstzaken, voorop niet uit
het veld te slaan. De religieuze mi
nister dreigden onmiddellijk uit de
regering van nationale eenheid te
treden.
Opperrabijn Nissem sprak van een
tragische scheuring van het joodse
volk in twee-elkear vijandig; gezinde
kampen. „Alleen kinderen geboren
uit joodse moeders en geen andere
dan de joodse godsdienst belijdend
zijn volgens de Halacha, de joodse
religieuze wetgeving, joden. Zo is
het tweeduizend jaar geweest. En zo
zal het blijven".
Die religieuze wet heeft een diepe
historische betekenis. In tijden dat
volkeren door geweld of door cul
tuur-beïnvloeding in elkaar opgingen,
heeft deze wet het joodse volk, -al
thans zo beweren de rabbijnen, „zui
ver" gehouden. Het is een moeilijk
te bestrijden argument dat de moe
der van een kind altijd de natuurlij
ke moeder moet zijn. De vader kan
van alles zijn. Zo heeft de ijzeren
wet het joodse volk in ballingschap
bij elkaar weten te houden.
Dat er donkere, lichte, grote en
kleine joden zijn, komt voort uit het
feit dat het joodse volk in balling
schap veel vreemde vaders heeft ge
had en slechts één moeder: de jood
se moeder. De rabbijnen zorgden er
tweeduizend jaar lang voor dat haar
nakomelingen in het joodse volk wer
den opgenomen. Daarom was en is
de joodse moeder nog steeds het
garantie-bewijs van het joodse volk.
Zo zien de rabbijnen het. Daar valt
niet aan te tornen.
De uitroeping van de staat Israël
in 1948 heeft die traditie echter ach
terhaald zonder dat de rabbijnen
zich daar bewust van waren. In
Israël groeide en groeit een nieuw
volk. Israëliërs, atheïsten vaak ,die
niet meer het gevoel hebben jood te
zijn. Het is deze groep Sabres (de in
Israël geborenen), waarvan Benja
min Shalit zich de woordvoerder
heeft gemaakt, die tegen de rabbij
nen in opstand is gekomen. Niet-reli-
gieus Israël (50 procent) wil zich be
vrijden van de theocratie, van de
„dictatuur van de rabbijnen".
In wezen vecht jong Israël voor
de scheicung van kerk en staat. De
rabbijnen willen daar niet aan. Deze
traditionele zienswijze stuit echter op
praktische moeilijkheden. Reeds ja
ren vecht Israël voor de rechten van
drie miljoen Russische joden, die
naar Israël willen emigreren. Golda
Meir, Iraëls eerste minister, weet
goed, dat tegen de 40 procent van de
Russische joden gemengd gehuwd is.
Tenzij de niet-joodse vrouwen van
Russische joden zich laten bekeren,
is emigratie voor hen een moeilijke
zaak.
Vandaar dat de orthodoxie er mee
heeft ingestemd kinderen uit derge
lijke gemengde huwelijken alle rech
ten, het Israëlisch staatsburgerschap
inbegrepen, volgens de wet van te
rugkeer toe te kennen, indien het
ijzeren gordijn inderdaad voor de
Russische joden wordt opgehaald.
In ruil voor deze materiële conces
sie verlangt de orthodoxie, dat het
parlement een wet aanneemt, waar
door de uitspraak van het hoogge
rechtshof ongedaan wordt gemaakt.
Dat kan. omdat Israël nog steeds
geen grondwet heeft die de positie
van het hooggerechtshof in het
staatsbestel precies vastlegt. Daar
wil liberaal Israël nu juist niets van
weten.
De botsing tussen beide groepen
neemt nu de vorm van een gods
dienstoorlog aan. Israël en het jood
se volk wprden op het hoogtepunt
van het Israëlisch-Arabisch conflict
mot een scheuring bedreigd. Dat
heeft Benjamin Shalit niet gewild.
V