SIRE RAAKTE
MET „65+
DUIDELIJK
DE ROOS
VS
Politic-patrouilles
bij alle scholen
in Washington
Omschakeling in het literatuuronderwijs
Prijs voor topprestatie op reclame-gebied
[„LITERAIRE VERKENNINGEN" MET COMPLICATIES
v>
BENDER
Nieuw in Albert Heijn's PMC
Gratis folder in alle Albert Heijn winkels
'S
„SPELEN" MET PISTOLEN GEWOON
Nieuw boek over
Russische partij-
gescliiedenis
PIANO PER
ggp
CENTIMETER
15
DE STEM VAN DONDERDAG 8 JANUARI 1970
15
Gisteren
werd ik weer
moeder.
't Zal 'n paar dagen terug geweest zijn,
dat dat aardige jonge vrouwtje van een
paar huizen verderop bij me aanbelde en
me heel verlegen vroeg, of ik misschien
op die en die avond op haar dochtertje zou
willen passen.
Nou mens, ik sprong 'n gat in de lucht
Eindelpk weer 'ns zo'n klein ding
om te vertroetelen... Heerlijk!
Ze had allemaal lekkers voor me
neergezet en toen ze thuiskwamen hebben
we nog 'n tijd gezellig zitten kletsen.-
Aardige man ook.
Heeft wel wat van m'n jongste, Henk,
die in Australië woont. Geëmigreerd.
Die zie ik dus niet zo vaak meer, hè.
En Peter woont ook niet direct naast de deur.
Ja, je hebt dat op z'n tijd echt nodig,
dat „contact met de medemens",
zoals ze op de TV altijd zo mooi zeggen.
In ons land leven méér van deze vrouwen.
En mannen. Die niet bij de pakken
neer willen zitten. Die wat willen doen.
Corrigeren. Controleren. Administreren,
't Doet er niet zoveel toe wat.
Wellicht kunt u één van hen gebruiken. Ja?
Plaats dan een annonce in de krant.
Met onderstaand vignet.
(Het blad waarin u gaat adverteren
heeft het in zijn bezit).
Wij weten dan dat het
om oudere werkkrachten gaat.
1.342.567 Nederlanders zijn bejaard
Niet verjaard.
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM „Ze vroegen een jongen van achttien, ze na
men mij", zegt een montere man van boven de 65. Het is één van
de vijf uitgekiende slogans waarmee SIRE (kort voor Stichting
Ideële Reclame) werkgevend Nederland opwekt, om aow'ers met
jeukende handen niet aan de kant te laten staan. De actie is een
duidelijk succes. De figuur, die uit de advertentie-kolommen drif
tig over zijn schouder kijkt en uitroept: „Ik ben je opa niet, geef
me wat om handen", is in korte tijd een begrip geworden en de
oma met de kleuter op de arm, die glimlaoht: „Gisteren werd ik
weer moeder", heeft veel respons gehad.
SIRE heeft met zijn nieuwe 65
Eeheten initiatief de roos geraakt.
Niemand zal het ten onrechte vin
den, dat de stichting daarom mor
gen in Amsterdam de Willem Grol
lenbergprijs krijgt uitgereikt een
tot dusver driemaal toegekende on
derscheiding voor een topprestatie
op reclame-gebied.
SIRE heeft met zijn advertenties,
die door vele bladen en tijdschrif
ten gratis worden geplaatst, een re
servoir aangeboord, even geheim en
vol energie als eens de bel van
Slochteren was. Er blijken duizen
den en duizenden aow-trekkers te
zijn, die er naar hunkeren, zich
nuttig te maken.
De man in de SIRE-advertentie,
die trots vertelt „hoe ik van procu
ratiehouder jongste bediende werd"
is geen verzinsel. Hij bestaat in
veelvoud.
Cijfers zijn in het Amsterdamse
SIRE-hoofdkwartier niet bekend,
maar men heeft wel voorbeelden,
die aantonen, wat de actie heeft
losgemaakt. In het blad „De Werk
gever" plaatste de federatie van ka
tholieke en protestantse werkge
versbonden in Den Haag een 65
advertentie, waarin twee hulpen
voor vijf uur in de week werden
gevraagd voor het klaarmaken van
de uitgaande post. Er kwamen met
een de volgende dag 75 serieuze
aanmeldingen van aow-trekkende
kandidaten. Mensen, die alleen maar
iets om handen wilden hebben - dat
het betaalde, was bijzaak.
Een Amsterdams blad, dat huis
aan huis wordt verspreid, heeft op
de actie ingehaakt door werkwilli
ge bejaarden de kans te geven, in
haar kolommen namen en wensen
kenbaar te maken. Het aantal aan
meldingen is al boven de duizend
gekomen. Slechts één enkele nega
tieve reactie tot dusver bij SIRE -
van een meneer die nijdig schreef:
„Mag ik asjeblief van mijn pen
sioen genieten?". SIRE heeft hem
geantwoord: „Natuurlijk meneer, u
bent een gelukkig man, maar niet
iedereen is als u."
Algemeen gezegd beoogt SIRE
het openbare belang te dienen door
de kennis en de middelen van de
Nederlandse reclame-wereld in al
haar geledingen beschikbaar te stel
len voor de gehele bevolking. Sinds
haar oprichting in 1967 heeft de
stichting door middel van acht cam
pagnes zonder commercieel doel ge
probeerd, de intermenselijke be
trekkingen te verbeteren. Eerst
kwam de actie „studenten zoeken
kamers". Daarna wierp SIRE zich
op zaken als de hoffelijkheid, de
medemenselijkheid, het schoonhou
den van wegen en stranden en
(„schrijf eens, bezoek eens, praat
eens ach, u weet zelf wel met
wie") de eenzaamheid.
Als het een commerciële zaak
was, zou SIRE ondertussen zijn uit
gegroeid tot een miljoenenbedrijf,
maar alles gebeurt gratis. De beste
fotografen, tekstschrijvers, lay-out
mensen en marktdeskundigen van
Nederland stellen hun talenten be
langeloos in dienst van de campag
nes. Kranten, weekbladen, tijd
schriften en de televisie bieden
voor honderdduizenden guldens ad
vertentieruimte aan.
Toch waren de SIRE-mensen niet
tevreden. De acties zijn mooi, vond
men, maar te weinig gericht. Je
kunt wel iemands bereidwilligheid
opwekken om eens met een ander
te praten, maar waar moet hij pre
cies heen? Zo ontstond de behoefte
aan een meer concrete campagne
met duidelijk meetbare resultaten.
Het werd 65+ - de aanpak van
het duidelijke probleem der werk
willige gepensioneerden, dat in Ne
derland nog nagenoeg braak ligt.
De arbeidsbureaus doen wat aan
bemiddeling (in Amsterdam werd
deze week nog een stukadoor van
72 geplaatst) en er zijn enkele, me
rendeels particuliere werkplaatsen
met weinig mogelijkheden en lange
wachtlijsten. Dat is alles. 1.342.567
beiaarden zijn er in Nederland,
waarschuwt SIRE in zijn adverten
ties. Laat ze niet in de kou staan.
De man, die vermoeid-berustend
uit de advertentiekolommen staart
en verzucht: „Ik ben veroordeeld tot
welverdiende rust" is er één uit
velen.
(ADVERTENTIE)
j« MMj
BesWW'
(Van onze correspondent)
WASHINGTON Het spelen met pistolen is zo gewoon en zo dodelijk
geworden, dat er in Amerika voortaan de gehele dag door de politie bij
iedere lagere- en middelbare school in Washington gepatrouilleerd zal wor
den. Gedurende enige tijd patrouilleert de politie reeds bij vele scholen
in New York en Chicago.
Het besluit om de sciiloen in Washington onder politietoezicht te plaatsen
werd tijdens een drie uur durende vergadering genomen. Deze vergadering
volgde op een dag, waarop een 15 jaar oude leerling werd doodgeschoten
en zich niet minder dan drie andere ongelukken, waarbij vuurwapens waren
betrokken, op scholen voordeden.
De jongen, die -gedood werd hij
was een neger, zoals 94,1 procent
van de leerlingen van de openbare
scholen in Washington werd naar
men zegt, per ongeluk in de borst
geschoten, toen hij en een vriend een
pistool onderzochten. Ongeveer 90
minuten eerder was er op een andere
school een 14 jaar oude jongen in de
heup geschoten. Men beweerde ook,
dat dit een ongeluk was.
Het derde voorval was minder toe
vallig. Hierbij beweerde een 15-jarige
jongen, dat een groep medeleerlin
gen, die getracht hadden hem te be
roven, op hem schoten, toen hij weg
probeerde te rennen. Hij bleef on
gedeerd.
In het vierde geval nam de politie
een pistool af van een 16-jarige leer
ling.
Het is duidelijk, dat de gevaren
reeds vroeg voor de schooljeugd van
Washington beginnen. Beroving
schijnt normaal te zijn. Het wordt af
persing genoemd. Oudere en grotere
jongens dwingen de kleinere om het
geld, dat zij bij zich hebben, te over
handigen. Als het nodig is, wordt er
geweld gebruikt. De leraren zelf zijn
niet gevrijwaard en zij dragen ge
woonlijk zo weinig mogelijk geld bij
zich. Deze herfst werd er een lerares
vóór haar klas beroofd.
Bijna een jaar geleden werd er hier
een leraar doodgeschoten door twee
17 jaar oude leerlingen, toen hij hen
BREDA Vrijwel iedereen is er-
tvan overtuigd, dat het gangbare on-
I derwijs in de Nederlandse liter uur
op de middelbare school hard aan
revisie tor is. In theorie ligt de zaak
niet zo moeilijk. We moeten af van
de chronische literatuurgeschiedenis,
.vol feiter en feitjes, waarbij een ge
dicht en een prozafragment alleen
maar als illustratiemateriaal dienst
doen De letterkunde zelf moet cen
traal komen te staan. Meteen dient
ook de alwetende leraar te verdwij
nen, samen met zijn leerlingen moet
hij het literaire werk gaan benade
ren. De leerling hoeft dan ook niet
ianget allerlei feiten te memorise
ren, maar dient een gedicht, novel-
j ie en roi.-an te gaan begrijpen en
vooral waarderen.
Met óii als achtergrond is men de
pratste jaren op een aantal middel-
oare scholen aan het experimente-
I ren geslagen met nieuwe vormen
van literatuuronderwijs. Het aantal
publicaties hierover in de vakpers
neemt gestadig toe. Langzamerhand
komen er ook leerboeken die de ou
de literatuurgeschiedenissen - met -
bloemlezing gaan vervangen. Over
het verdienstelijke boek „De dubbel
fluit" van de Vlaamse leraar Anton
van Wilderode werd in deze krant
al geschreven. Er verschijnen de
„Kort en Goed" uit, J.M. Meulen-
hoft uit Amsterdam de „Cahiers voor
lett-i kunde". Beide reeksen bevatten
vrij korte teksten, variërend van 20
tot 60 blzen geven op de omslag-
pagma's li- woord en beeld informa
tie over schrijver en werk. Die in
formatie ii. soms zó goed en volle
dig, dat er voor de leerling weinig
moei te ontdekken overblijft
De problemen die zich bij de om
schakeling voordoen zijn echter be
paald niet gering. Dat ervaart rnen
momenteel- op de pedagogische aca
demies (kweekscholen), waar men
waarschijnlijk het verst is met het
werken in de nieuwe richting, om
dat het examenmogramma daartoe
al de mogelijkheid opent. Hier zetten
studenten zich individueel of in
groepsveiband aan de studie van be
paalde liieraire verschijnselen. Wil
dit enig resultaat hebben, dan moe
ten ze kunnen „lezen" en dienen ze
ooit te weten hoe literatuur bena
derd moet worden. Daarnaast is bij
het verwerken van vakliteratuur o-
ver het te bestuderen verschijnsel
kennis van het literaire jargon en
vaak ook van de literatuurge-
scniedeni? vereist. De complicaties
voor de teraar zijn evenmin gering;
hij moet leiding geven aan een groot
aantal projecten, terwijl de noodza-
kelijke hulpmiddelen (leerboeken,
atste jaren tegen redelijke prijzen biografieën en soms ook 'n goed ge-
ons steeds meer moderne tekstboe- outilleerde schoolbibliotheek) ontbre
ken De uitgeverijen Querido in Am- ken
steidam en Wolters-Noordhoff in Gro- E°r aantal neerlandici uit Neder-
mngen brengen gezamelijk de reeks land en Vlaanderen hebben ingezien
I
dat samenwerking is om het materi
aal te produceren waarmee de indi
viduele leraar vooruit kan. Ze beslo
ten om onder de titel „Literaire
verkenningen" een reeks totaal nieu
we boeken samen te stellen, waar-
moe in de moderne richting gewerkt
kan worden. Initiatiefnemer en re
dacteur van de serie is de uit Steen
bergen afkomstige dr. Martien J.G.
de Jong, hoogleraar aan de Facul-
tég Universitaires in Namen. In het
lerarenblad „Levende Talen" heeft
hij onlangs bedoeling en achtergron
den van de nieuwe werkwijze uiteen
gezet. Eer. equipe van ongeveer veer
tig Nederlandse en Vlaamse docen
ten MA.VO., H.A.V.O., V.W.O., pe
dagogische academie en universiteit
maai tevens critici die niet in de
school, maar wel in de levende let
terkunde actief zijn, zijn momenteel
bezig met het schrijven van de boe
ken. Ze volgen daarbij ongeveer een
zelfde stramien. Elk boek zal name
lijk uit vier afdelingen bestaan: een
algemeen verkennende inleiding, een
afdeling met literaire teksten, een
bio-bibiiografisch gedeelte met lite
ratuuropgave over de bereffende au
teurs en gegevens over tijdgeest e.d.
en tenslotte een werkboek met twee
soorten vragen en opdrachten, nl.
die waarop het antwoord te vinden
is in de „Literaire verkenning" zelf
en andere waarvoor men gebruik
moet maken van de bronnen die ge
noemd zijn in de bio-bibliografische
afdeling
Tjjdens het schooljaar 1969-1970 zul-
l
Jen maar liefst twaalf delen verschij
nen, die o.m. zulke uiteenlopende on
derwerpen behandelen als de Middel
eeuwse liefdespoëzie, het Wilhel
mus, Vondels toneelreizen, Wolff-De-
ken i.v.m. verlichting en romantiek,
Nederlandse science-fiction, Arthur
van Schendel, de toneelschrijver Heij-
ermans en de Amsterdamse dichter
school (Den Brabander, Van Hat-
tum, Hoornik). Op dit moment zijn
er al vier delen uit: „Oude klan
ken, nieuwe accenten de kunst
van de rederijkers" (Prof. dr. Gil
bert Degroote); „O, zoete vrijheid -
Vondel als strijder voor vrijheid en
vrede" (dr. Lieven Rens); „Ik hoor
trompetten klinken de dichters Re-
vius en Camphuysen" (dr. Huib van
den Doel) en „Tachtig jaar na tach
tig' (prof. dr. Marcel Janssens).
Ik vind het een bezwaar dat de
meerderheid van de verschenen en
aangekondigde delen betrekking
heeft op de oude literatuur (voor
1880) en dat slechts een enkel boek
je zich geheel richt op de allermo
dernste letterkunde. In he „Leven
de Talen"-artikel maakt Martien de
Jong zich ook nogal gemakkelijk af
van de opvatting van dr. Würzner,
dat het gezamelijk „kreatieve bezig-
zijn met de literatuur" door de le
raar en zijn leerlingen het best kan
gebeuren aan de hand van moder
ne teksten omdat de leerling „tegen
woordig toch al weinig historisch be
sef" heeft.
Men dient ook te bedenken, dat
de nadruk bij het geschiedenisonder
wijs steeds meer valt op de laatste
eeuw Toch is het goed enkele wer-
keujke hoogtepunten uit de oude li
teratuur een Reinaert, Bredero
en Multatuli bijv. in de klas te
bespreken maar behoren de meeste
van de genoemde onderwerpen hier
toe' Men krijgt de indruk, dat min
der uitgegaan is van wat voor de
leerlingen belangrijk is, dan van de
wetenschappelijke specialisatie der
(toevallige) leden van de schrijven
de equipe.
Het interessantste van de vier
verschenen delen is dat van de jon
ge Leuvense hoogleraar dr. Marcel
Janssens: „Tachig jaar na tachtig".
Deze titel is overigens al even wei
nig juist als de ondertitel „De evo
lutie van het personage in de Ne
derlands,- vertaalkunst van Couperus
tot Michiels". In feite gaat het hier
namelijk om een analyse van zes
romans en novellen uit de moderne
Nederlandse literatuur: „De stille
kracht" (Couperus), „Angiolino en
de lente" (Van Schendel), „De jazz
speler" (Roelants), „Karakter" (Bor-
dewijk), Het dwaallicht" (Elsschot)
en Het boek alfa" (Michiels). De
analyses zijn ronduit voortreffelijk
(met „Het boek alfa" als hoogtepunt)
de tekstkeuze is uitstekend en de bi
bliografie geheel up-to-date. Beter
ook dan de drie andere beantwoordt
dit boek aan een der doelstellingen
van de reeks, nl. dat de werkwijze
dient am te sluiten bij de methoden
van literatuuronderzoek in het we
tenschappelijk onderwijs. Maar te
vens houdt dit gevaren is, zoals m.i.
uit ait bor-k van Janssens blijkt. Zijn
algemene inleidende beschouwing is
gesteld m een jargon, dat weliswaar
geen problemen oplevert voor wie
vertrouwd is met de moderne essay
istiek (bijv. door Janssens voortref
felijke dissertatie „De schaduwlo
per"), maar dat het tevens nagenoeg
onbruikbaar maakt voor de gemid
delde H.A.V.O.- en V.W.O.-leerling.
Redacteui en samenstellers van de
reeks verdienen veel waardering
voor hun pionierswerk, maar al li
terair verkennend dienen ze meer be
dacht te zijn op didactische hinder
lagen
FRITS NIESSEN
betrapte bij het beroven vein, de
schoolbank.
Het is duidelijk, dat het de scholie
ren helemaal geen moeite kost om
aan pistolen of munitie te komen.
De politie schat, dat ongeveer een
kwart van de 4100 gewapende over
vallen, die gedurende 1968 in Wash
ington plaatsvonden, door jeugdigen
van onder de achttien jaar werden
gepleegd.
(copyright De Stem/The Guardian)
MOSKOU (Rtr.) Het lang ver
wachte boek met de nieuwe officiële
geschiedenis van de Russische com
munistische partij is nu in de Sovjet-
Unie in de verkoop gebracht. Op
merkelijk is dat er enkele wijzigin
gen met betrekking tot Stalin en
China in zijn aangebracht vergele
ken met de versie, die in oktober
j.l. werd verstrekt aan bibliotheken,
partijafdelingen en instellingen.
Mensen die beide versies nauw
keurig hebben vergeleken, zeggen
dat de wijzigingen een verdere ver
zwakking van de al danig verzachte
kritiek op Stalin behelzen. En aan
de aanvallen op China wat van hun
scherpte ontnemen al is het voor
naamste gehanhaafd. Het werk zelf is
een volledig herziene uitgave van de
partijgeschiedenis, waarvan de laat
ste versie in 1962 in de tijd van
Chroestjev was gepubliceerd.
De voornaamste wijzigingen betref
fende Stalin gelden de kritiek op het
in de „Chroestjev-editie" vermelde
feit, dat Stalin het gevaar van een
Duitse aanval op de Sovjet-Unie in
de tweede wereldoorlog had onder
schat en dat zijn zuiveringen onder
generaals aan het eind van de jaren
dertig het leger ernstig onvoorbereid
lieten. Een paragraaf over de Russi
sche militaire moeilijkheden na de
Duitse aanval in 1941 is geschrapt en
vervangen door een paragraaf waar
in louter de sterkte van de Duitse le
gers vordt beschreven.
Prof. Gilbert Degroote: ..Oude
klanken, nieuwe accenten", 139 blz.:
f 9.45
Dr. Lieven Rens: „O zoete vrij
heid!", 123 bl.; f 8,50
Dr. Muib G. van den Doel: „Ik
hoor trompetten klinken", 93 blz.;
f 7,-
Prof. dr. Marcel Janssens: „Tachtig
jaar na tachtig", 140 blz.; 9,70
De reeks „Literaire verkenningen"
verschijnt bij A. W. Sijthoffs Uitge
versmaatschappij in Leiden en is
zonder werkboek ook in de boek
handel verkrijgbaar.
(ADVERTENTIE)
Muzikale flatbewoner 'of concertpia
nist. Wij streven naar maatwerk in
onze adviezen. Daarom nemen wij de
tijd ons in Uw problemen te ver
diepen. En daarom hanteren wij naast
de stemvork ook de duimstok. Uw
woonruimte, budget of extreme eisen
prikkelen ons tot het vinden van een
passende oplossing. Neem bij Bender
de tijd om dit zelf te ervaren.
deskundig in klank
Breda, van Coothplein 12 - tel. 30164
Amsterdam - Arnhem - Leiden - Rotterdam