tuk ligheid De vishandel komt best aan zijn trekken De Stem ISTE of ISTEA Zoals de ouden zongen Wij poetsen onze tandjes lbergs ■DIENDE 'EM Herhaalde oproep Mao De charmante koffiepot atieve kracht N ANDEL Bontmantels Kees van de Ven TOTAAL UW KRANT faspik ONDANKS GEMIS VAN VRIJDAG - VASTENDAG Graten Verse vis DE STEM VAN DINSDAG 30 DECEMBER 1969 20 IS" JL g mechanische Boek- ,'oor de functie van o-diploma vereist, uden strekt tot aan- sollicitaties te richten ,e N.V. Van Rijckevor- amheden op Shell- /loerdijk. ZN. N.V., I 90 - Oosterhout, >0 3352 4744 v.-cg ens. reorganisatie lation Rijksweg 27, Oos- le diensten. Personen Huigen en liefst met het aanmelden uitsluitend P1833-313, Sleeuwijk ;tijdig gepensioneerden Lange perslaner^ pattes Lange nertspootje» f 750,— Nieuw landstraat 8 Tilburg tel 04250-26817 gemeente kan worden ge- van genoten opleiding r. |>rdt het bezit van het |0 en machineschrijven. r maand: E9.tot f 603. 4F 564.— tot f 741.— ■de per 1 januari 1970 111 fcstelde verhoging van Isonen beneden de leeftijd lar geldt de gebruikelijke fis). I) dagen na het verschijnen lurgemeester. DAT POLITICUSJE spelen moeilijker is dan het er op het eerste gezicht uitziet, hebben ongeveer zeventig jongeren het afgelopen weekend ervaren op het kasteel Bouvigne in Breda. Zij waren daar bijeengekomen om als officiële Katholieke Volks Partij Jongeren een kerst congres te houden. Omdat de politici in de dop blijk baar beseften dat ze nog wel iets van hun grote broers in de Tweede Kamer konden leren, hadden ze er daar een paar van uitgenodigd. Zo mocht de geachte afgevaardigde voor de KVP in de Tweede Kamer de heer Westerberp, een middagje lang voor geachte voorzitter spelen. („Ik zat alsmaar naar rechts te kij ken", liet hij zich Op een gegeven ogenblik ontvallen). De jongeren hadden zelfs een hele hoge ome uit genodigd, de geachte heer Veringa, die moest komen vertellen, waar de congresleden zich over moesten uit spreken, namelijk democratie (u weet wel, allemaal iets te zeggen hebben). De geachte minister begon zijn rede met de wereldschokkende me dedeling dat we allemaal een nieu we maatschappij willen. Hoe komt hij erop, vraag je je af. De geachte minister vervolgde dat vooral de jongeren zich graag progressief op stelden. De zesenzestig stropdassen plus twee truien en één minirok in de zaal knikten instemmend. Toen de geachte minister de maatschap pijverandering in de volgende beeldspraak samenvatte „Vroeger kleedden jonge meisjes zich als vol wassen vrouwen, tegenwoordig kle den volwassen vrouwen zich als jonge meisjes", verscheen er zelfs een glimlach op de waardige ge zichten van de zesenzestig briljan- tiene-scheidingen plus drie baarden en een paardestaart. Na de rede mochten de jongeren vragen stellen aan de geachte mi nister. Wel, daar krijg je natuurlijk niet elke dag de kans voor. De meeste KVPJG'ers durfden echter niet zo goed. De minister zag er waarschijnlijk té deskundig uit. Eén vent verstoutte zich (misschien wel een latere oppositieleider) en stelde zomaar de vraag of de minister zich nooit verveelde in de Kamer. Een boute waag, nietwaar? De minister wilde echter niet de illusies van alle eventuele politieke carrière makers in de zaal vernietigen en antwoordde dat hij zich in de Ka mer altijd veel te zenuwachtig voel de om zich te kunnen vervelen. Aan het slot van de eerste dag werden de leden verdeeld in ver schillende secties (dat zijn groepen) om te gaan praten over democratie in alle geledingen op alle niveau's van alle groepen in brede lagen. Nou, op die sectievergaderingen hebben ze hun best gedaan. Sjonge, sjonge, maar liefst eenentwintig moties moesten de volgende dag in stemming gebracht worden. (Dat presteert zelfs de SGP niet, merkte een van de bestuursleden op). Daar was vooreerst een jongen die hele maal uit Friesland was gekomen om te pleiten voor het in stand houden van het spoorlijntje naar Staveren. Van alle kanten gesteund uiter aard, want de jongen moest 's a- vonds nog thuis zien te komen. Ont roerend was ook de motie, waarin werd gezegd dat de militair „recht op rust" heeft. Over de militaire parades werd opgemerkt dat de ge meenteraden maar moesten beslis sen of die wel of niet gehouden moesten worden. (Niemand die zich afvroeg: wat betekent ook al weer democratie in het leger? Dat de maten zelf iets mogen inbrengen of dat de gemeenteraden dit voor hen moeten doen?), én geachte af gevaardigde werd de lawine sten cils op een gegeven ogenblik te veel en riep uit: „Ik schrik me elke keer dood als er weer zo'n PAK door de deur komt." In de laatste motie die in stem ming gebracht werd, stond een plei dooi voor de instelling van een commissie die een verklarende woordenlijst moest gaan samenstel len voor alle politieke termen. Er waren dus blijkbaar ook jongeren die iets begrijpelijker wilden piepen dan de ouden plegen te zingen. Als het verhaal juist is, zou de katholieke kerk indertijd de vastendag hebben ingevoerd om ook de vissers aan hun trek te laten komen. Het zou een zuiver economische maatregel geweest zijn en een van verdelende rechtvaardigheid tevens. Wat daarvan waar is, moet in het midden blijven, feit is, dat het nog niet zo heel lang geleden is, dat de katholieken vrijdags op straffe van doodzonde geen vlees mochten gebruiken noch jus uit vlees joereid. Dat werd aan het begin van de vastentijd, vanaf de preekstoel voorgelezen sn wie zich daaraan onttrekken wilde, moest slinkse wegen be wandelen. We hebben in die jaren alle maal wel eens de huismoeder meegemaakt, die nog een res tant je worst in de kast had staan (ijskasten moesten toen nog uit gevonden worden) en die het „zonde-voor-God" vond om die worst weg te gooien, omdat die op vrijdag niet gegeten mocht worden en zaterdags bedorven zou zijn. Meer dan nu in deze tijd van overvloed wenste men dankbaar te zijn voor het dage lijks brood, zodat moeder het niet over haar hart kon verkrij gen de worst aan de verrotting- zonder-meer prijs te geven, zo dat zij aarzelend op de boterham van de vrijdag werd gelegd en geconsumeerd. Het werd ge biecht, dat wel. Zo was er in iedere parochie van die jaren altijd wel de een of an dere rijkaard aan te wijzen, die het zich permitteren koin tóch op vrij dag vlees te gebruiken. Hij hoefde namelijk alleen maar op reis te gaan. Want de man, die onderweg was, mocht in het restaurant van zijn keuze op vrijdag de dikste biefstuk laten aanrukken, die hij betalen kon. Hij was dan gedispen seerd. Een overblijfsel waarschijn lijk uiit de tijd, dat het reizen en trekken veel van iemands lichaams kracht vergde. Zo was er ook altijd wel iemand in die dagen, die het verhaal ver telde van de pastoor, die zich vrij dags de heerlijkste paling in gelei liet voorzetten in plaats van een vet te osselap. Er blijkt uit dit alles dat vis in die tijd als minderwaar dig werd gezien ten opzichte van vlees en die discriminatie is ver dwenen nu het vrij dag-verbod is opgeheven. Vanaf die dag trad de vis in vrije concurrentie met het vlees. Toegegeven, als kind waren wij niet zo erg op vis gesteld. Wij had den een broertje dood aan de gra ten, die zo zorgvuldig verwijderd moesten worden, wilde je niet met een graat in je keel blijven zitten wat allerlei complicaties opleverde, die met droog brood moesten wor den opgeheven. Onze ouders waren dol op stokvis, waarbij rijst met uien werden opgediend, veel mos terd werd gebruikt en alles over goten werd met botersaus. De stank van die vis alleen al maakte ons onpasselijk. Maar in die dagen wer den nog geen lieverkoekjes gebak ken: het was opeten geblazen. La ten staan betekende, dat je met een lege maag naar bed kon. Nu is onze visie op vis metter- jaren wel veranderd. Vis in allerlei toestamden vinden we het eten meer dan waard. Het zou denkbaar zijn, nu het vleesverbod op vrijdag d'oor de kerk naar de rariteitenzolder is In dieze maanden is de mossel im", dezelfde mossel, die in de tijd, dat de vastenperiode nog bestond, zo'n beetje denigrerend werd be keken. „Maar zolaing de mensen be staan, zullen er vis-etens blijven besloot een vam onze geënquêteer den. „Alleen garnalen zijn vandaag de dag wat duur. Dat komt door de export naar Framikrijk, daar eten ze ze niet, daar weten ze ze." IN een van de vele kantoorgebou wen van onze residentie zetelt sinds 1966 de stichting Hygiëne. Een stichting, die nauwelijks geld heeft om de handdoeken in haar toiletten te laten verschonen. Er is zo weinig geld dat men zelfs niet eens per jaar een verslag over de activitei ten kan laten verschijnen. Het jaar verslag 1967-1968 (JARENverslag zou beter op zijn plaats zijn) kon pas in december 1969 gedrukt wor den. Vandaar dat we nu pas enkele cijfers over deze stichting kunnen geven. Uit het jaarverslag blijkt dat de stichting Hygiëne 30.000 gulden sub sidie per jaar ontvangt. Van dat geld plus van enkele kleine bij dragen van het bedrijfsleven orga niseert zij tentoonstellingenlaat zij affiches maken (Pauzeneem even tijd om je op te frissen, Schoon zijn op camping en sportterrein, Dagelijks wassen, nooit vergeten, Wassen is gezond, Wij wassen onze handjes, onze neusjes, onze mond en wij poetsen onze tandjes, daar mee blijven wij gezond) houdt zij lezingen, geeft zij brochures uit, kortom, van dat geld probeert zij Nederlanders te vertellen hoe zij nóg schoner kunnen zijn. Want de stichting vindt dat het superschone imago dat wij in het buitenland hebben, helemaal niet overeenstemt met de werkelijkheid. Daarbij moet gezegd worden dat veel van de vuiligheid, waar de stichting zich blijkens het jaarver slag aan ergert, door buitenlanders wordt meegebracht. Speciale aan dacht is namelijk besteed aan de vervuiling van de stranden (en wel ke Nederlander komt daar nog?) en aan de vervuiling van de bermen langs de openbare weg, voorname lijk in (uit) de hand gewerkt door de sanitaire stop. (en dat laatste is vooral een probleem van buiten landse toeristen). In het jaarverslag staat ook dat het tentoonstellingsmateriaal hard aan vervanging toe is, omdat het hout van verscheidene stand-attri buten bijna verrot is. Wij moeten toegeven dat dit scherp gezien is van het bestuur, want het staat in derdaad een beetje slordig wanneei er houtwurmen en maden uit hei voorlichtingsmateriaal van 'n stich ting kruipen, die pleit voor schoon heid en properheid. verbannen, dat de vishandelaren daar nare gevolgen vam ondervon den. Een kleine enquête leert heel an ders. We hebben enkele vishandela ren gevraagd hoe het met vis- etend Nederland stond. Het ant woord luidde unairïiem, dat we ons daar geen zorgen over behoeven te maken, dat de vishandel floreert als nooit tevoren en dat eerder van een opleving sprake is dan van een te ruggaing in de afzet. Psychologisch is dat misschien wel verklaarbaar: vroeger werd de katholiek gedwon gen vis te eten (hij kon het ook met eieren doen, maar die waren meer in trek bij het ontbijt) en ■werd wis-ails-een-soortr vervangmgs-- middel beschouwd. Nu vis en vlees in wije concur rentie tegen over elkaar staan, blijkt dat de vis haar eigen markt heeft behouden en die zelfs heeft uitge breid. Er wordt om te beginnen nog heel veel vis op vrijdag gege ten. Maar ook op andere dagen ligt de vis willig in de markt, zodat over het algemeen van een vergro ting van het afzetgebied gesproken kan worden. GAARNE WIL ik nog een keer de oproep van zaterdag herhalen waarin ik vroeg om reacties op mijn beknopte inleiding tot de wereld der dromen. Mensen die interessante, fascinerende, moei lijke of gewone dromen hebben zou ik vriendelijk willen verzoe ken deze op schrift te stellen en aan mij op te sturen (Adres: Tussen Haakjes, Reigerstraat 16, Breda). U maakt het mij een stuk eenvoudiger wanneer u zo veel mogelijk bijzonderheden vermeldt, zoals bijvoorbeeld of u al dan niet in kleur gedroomd heeft, of u zelf een verklaring van de droom heeft, of u op een andere dan voor u normale tijd of wijze geslapen heeft etc. Het is niet de bedoeling dat ik elke droom verklaar, daarvoor zal ons contact te summier zijn. Aan de hand van uw brieven echter kan ik nieuwe onderzoekingen ple gen en bovendien levert u mij stof voor andere artikelen over dit interessante maar helaas nog al te onontgonnen gebied van de wetenschap. Uiteraard is confi dentie verzekerd. Wanneer u daar prijs op stelt kunt u zelfs onder pseudoniem insturen, Het is wel zo dat het publiek het over het algemeen op verse vis houdt. Dat zijn de echte vis-etiers, zei een vam de handelaren. Dat aan tal neemt toe, was de opmerking van weer een ander, omdat men tijdens de vakantie soms kennis maakt met vis-schotels, die zonder meer verrukkelijk zijn en die men ook thuis wel eens klaar wil ma ken. IN HET Vaticaam in die kamer voor de pers, hangt sedert enige tijd het portret van een staande heer wiens gelaatstrekken bijzonder lijken op die van de Chinese leider Mao Tse Toeng. Het portret, dat door een niet na der bekend iemand aan het Vati- caan werd geschonken, is in de ka mer opgehangen in november. De manspersoon heeft een soort van tuniek aan, de gelaatstrekken zijn ietwat aan de vage kant, er staat geen naam op. De journalisten die het Vaticaan bezoeken hadden zich al weken af gevraagd wie de onbekende kon zijn, en velen meenden dat het my sterie gisteren was opgelost toen men een afbeelding van Mao, als jongeman, te zien kreeg dat stond in het blad „Famiglia Christiana", een op grote schaal door de kerk verspreid blad dat in dit bepaalde nummer een rapport over de volks republiek China publiceerde. Toen men de woordvoerder van het Vaticaan in dit alles om op heldering vroeg antwoordde mgr. Fausto Valladinc: „Ik zou het niet weten. Dat portret was ons als ge schenk toegezonden. Toen hebben we het opgehangen, meer niet"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 17