O mijn krullebol dank zij krulset Kunstsmid Jan van de Wiel maakt van witgloeiend ijzer sierlijk smeedwerk QOGOOOöOi ji Van mini- tot maxibedrijf Elektrische haarrollers Vliegende handen REEDS JONG SNOBISME f:'N t Hoe krijgt U een nieuw kapsel in 10 minuten? (Vari een onzer verslaggevers^ Seeland, Denemarkens grootste eiland, is een goe de honderd kilometer breed. Op de Oostkust ligt Kopen hagen aan de Sont, en in een rechte lijn over het land ligt de stad Kalundborg aan de grote Belt. Daar staat een nieuwe fabriek die niet klaar schijnt te komen: met haastige spoed wordt er ff steeds verder gebouwd om de expansie bij te houden van het bedrijf dat elektri sche haarkrulsets vervaar digd onder de naam Carmen Curler. Het lijkt nogal overdreven om in Kopenhagen de showroom voor mooie krullen te bezoeken en naar Kalundborg te reizen om te zien hoe daar krulsets worden gemaakt- Maar als u wist dat momenteel da gelijks 35.000 vrouwen over de hele wereld zo'n set kopen om (evenals 10 miljoen die haar voor gingen) te kunnen luisteren naar de woorden: „O mijn lieve krullebol, jij maakt heel mij hart op hol", dèn geeft u toe dat die haarkrullers van het hoogste belang zijn voor het zieleleven van vrouw en man. Ook voor het materiële leven want ze kosten tussen de f 39,95 en f 129,50. (voor de fabrikant materieel natuur lijk het belangrijkst). Van Kopenhagen dus dwars het ei land over naar Kalundborg. Land en nog eens land, akkers en nog eens akkers. Hier en daar een boerderij, kapitaal complex van wit huis en gebouwen. En daar staat dan aan de Westkust onder eenzelfde wijde hemel en mid den in de ruimte, een laagbouwfront van gele baksteen in bungalowstijl, waarachter men geen immense fa briek vermoedt. Rollers indraaien in droog haar of na het wassen. Nu nog in het gewenste model borstelen. Zes jaar geleden, op de dag af, stichtte hier een „gewone" man met ongewone gaven, Arne Bybjerg Pe- dersen, een bedrijfje met 3 emplo yes op een,lapje grond van 150 m2. Hij ginig electrisch te verwarmen haarrollers jnaken. Oppervlakkig be schouwd nou niet een onderneming om je kapitaal in te steken. Had het toch maar gedaan! Want Arne had goud in zijn vingers. Dat zit nu in een gigantisch bedrijf en staat op de bank! Drie jaar na die onopgemerkte stichtingsdag werd de eerste gele baksteen gelegd voor de huidige fa briek. Toen bouwde hij 1200 m2 vol, maar die oppervlakte is vandaag al weer verdubbeld en als komend voorjaar het project waaraan thans wordt gewerkt, voltooid is, zal het geheel 37.000 m2 beslaan. Dat is daar na toch weer uitbreiding gaat vol gen, kan niet missen. Arne Pedersen had dus een goed idee toen hij begon. Maar een goed idee kan, desnoods met een kleine wijziging,' gauw door reeds bestaande wereldconcerns overgenomen wor den. Bobs daar maar tegenop. Be halve een goed idee had hij gelukkig zoveel organisatorisch talent als no dig is om een product tot het best verkochte op te voeren. Zonder dat talent is het beste nog tot mislukking gedoemd Hij had trouwens ook in zijn kop dat een op de twee vrouwen in de moderne wereld zijn rollers in bet haar zouden draaien Na één jaar stond de personeels sterkte op 5 en werden er 5000 sets gemaakt. Nu vijf jaar later heeft hij 2400 man personeel, binnenkort zijn het er 3000 en gedurende dit jaar zal hij 5,5 miljoen sets verkocht heb ben. Op dit moment is de dagproductie 35.000 sets. Het is gemakkelijk uit te rekenen dat volgend jaar de omzet met 50 procent kan stijgen. Arne was natuurlijk iemand die de juiste man op de juiste plaats kon krijgen. Zijn eigen juiste plaats is al niet meer op de directeursstoel. Hij is nog „slechts" adviseur. Alle haarrollers die in parfumerie- en, warenhuizen en drogisterijen te koop zijn worden gemaakt voor de doe-het-zelver. Dat gaat tegen kap- persbelangen in. Maar kappers heb ben de haarmode niet in de hand. Zij moeten buigen voor de mode die gemaakt wordt door het samenspel van enkele beroemde coiffeurs met enkele grootbedrijven die kappersbe nodigdheden fabriceren. Zij hebben een ingewikkelde zaak van ons kapsel gemaakt. Vandaag zijn we gewassen, gewatergolfd en mooi. Morgen ook nog, als we maar goed stijlgespoten zijn. Overmorgen kan het er nog net mee door, maar daarna wachten we met smart tot we weer naar de kapper kunnen gaan. Is het wonder dat steeds meer vrouwen zélf de handen aan het haar slaan? (Intussen maken dezelf de fabrieken die met de meesterkap- pers conspireerden, nu ook de spul len voor drogist en parfumerie. Zij lijden geen pijn, maar de kapper ziet vooral te weinig jonge klanten). Zes jaar geleden zag de stichter van Carmen Curler deze ontwikke ling zo duidelijk dat hij ervan over tuigd was de vrouwen te winnen met eletrisch voorverwarmde rollers. Plastic rollers hebben een vulling (geheim van de fabrikant: een op was gelijkende substantie). De krul lers worden op het bijgeleverde toe stel met metalen staafjes in 10 minu ten opgewarmd tot 75 graden. Dank zij de vulling behouden zij die tem peratuur buiten het toestel 20 mi nuten lang. Voor een normale krul is vijf minuten ingerold-blijven vol doende. Men kan met een uitgebreide set de eerste ingezette kruller uitrol len als de laatste juist is ingedraaid De Camen Curlers krullen zowel droog als vochtig haar. Na het was sen: droogwrijven. een kwartiertje later aan de slag met de rollers. Deze methode is beter voor het haar dan het gebruik van gewone rollers onder de droogkap. De hitte van de droogkap doet de hoofdhuid uitdro gen; bovendien laat nat haar zich uittrekken tot 120 procent waarna het onder de droogkap weer krimt en „over zijn structuur getrokken wordt. Was de oorspronkelijke gedachte: van de kapper naar de doe-het-zelver het succes is zo groot dat nu al reeds 3 van de 4 Deense kappers deze sets in gebruik hebben voor een Quick-Service. Intussen gebruiken zo wel kapper als klant de set ook voor het krullen van pruiken. De fabriek werkt dag en nacht con tinu in drie ploegen van 8 uur. Ar beiders, maar vooral arbeidsters (hal na hal toont vrouwen die met zenuwslopende haast alsmaar het zelfde onderdeel van het proces uit voeren) worden door 22 bussen in een radius van 50 km van en naar het dunbevolkte land gebracht. (Meer dan de helft van de Denen woont in Kopenhagen). Met de vijfdaagse werkweek verdienen de vrouwen een gemiddeld maandinkomen van f 1200; f 1500,- is geen uitzondering. De razende snelheid van de reppen de handen aan machine en lopende band is verklaard door die ene vrouw aan het einde van de ry, die het stukwerk telt Betrekkelijk weinig handelingen ziin niet geautomatiseerd. Dat rode puntje bijvoorbeeld. Elke kruller draagt een rood puntje op zijn kop. Als mevrouw Piekhaar zit te wach ten bij haar ingeschakelde Curlerset, ziet zij dat rode puntje zwart worden ten teken dat de juiste temperatuur van 75 graden is bereikt. Dit is nog handwerk: rode puntjes zetten, rode puntjes zetten, rode. 40.000 puntje3 in 8 uur. Er gaat een koffiepauze en een lunchpauze in de kantine van af. Misschien liggen dan de handen wer keloos in de schoot en ontspannen zich de verbeten monden. De kantine is ervoor geschapen: een sprookjes achtige Oosters lijkend theehuis, met veel glas, planten, rieten zonnewering en een hoog dak dat geopend kan worden. Het ligt vlak achter de entree van de fabriek, waar een wintertuin vol planten en bloemen een rustpunt voor het oog is Hieromheen zijn de kanto ren en tekenkamers (met 40 ingeni eurs) gevestigd langs de gang die geluiddempend is gemaakt, blauw groene vilten vloeren heeft en een permamente schilderijententoonstel ling aan de muren draagt. Alles wat er bij de vervaardiging van de sets komt kijken wordt in de Kalundborgfabrieken zelf gedaan. Zelfs het bedrukken van de verpak kingen. Met dat al is Carmen de 7e industrie van Denemarken en de grootste plasticverwerkende industrie van Europa. In ons land worden 6 verschillende seta verkocht. En zo ziet u maar weer dat het Assepoesverhaal, dat in onze we reld het verhaal is gewordeh van de schoenpoetser of krantenventer die Amerikaans miljonair wordt, door Arne is overtroffen. In 5 jaWr tijds van vijf medewerkers tot 30.000. In diezelfde tijd van een meneertje uit Kalundborg tot de grootindustrieel die momenteel o.a. 65% van alle in Amerika verkochte haarkrulsets levert. Hij moet nog even doordouwen. Dan is het doelt één op de twee bereikt. ;C0©C1 TILBURG - JAN VAN DE WIEL staat doodstil, met in gehouden spanning, tussen het grote bruinkoolvuur en zijn reusachtig aambeeld. In zijn linkerhand klemt hij de ijzeren staaf, witgloeiend licht het einde in de vlam men, rechts vat hij, als het ware liefkozend, de donker houten stee! van de smeed- hamer. Zonder aarzeling, jaren ervaring en gerijpt vakmanschap manifesteren zich, legt hij het vurige ein de van de staaf op het don kere koude ijzer van zijn smidsblok. Snel vormt de hamer een fraaie krul, vaardig duwt de linkerhand de bijna vloeibare materie in de ge wenste vormen, een zachte tik hier, een klein klopje daar. De lange rechte staaf gehoorzaamt aan de wil van deze man. Die zag in het ruwe materiaal reeds het smeed werk dat hij tot stand wilde bren gen. ..Zo vormt hij dag-in dag-uit uit ijzer, koper en staal weerbarstig materiaal de lampen, haarstoelen, kandelaars, lantaarns, decoratieve trappenhuizen, schenkmanden en nog veel meer. Allemaal unieke scheppingen van smeedkunst, ont sproten aan een rijke fantasie, eerst op schaal getekend en daarna tot le ven gewekt uit vuur en ijzer. Jan van de Wiel, 60 jaar, rijzig met verwonderlijk zachte handen en graag lachende blauwe ogen die wat verbaasd de wereld inkijken, is een van de weinige kunstsmeden die men in ons land nog vindt. „Als het or nog 10 zijn zal het mij meeval len ze.gt hij. Een uitstervend vak? Waarschijnlijk wel. Ook al, omdat jongeren bijna altijd bezwijken voor de verleiding zich te lenen aan se- rie-produktie. „Dan is het gauw met u ,te vak gedaan. Daaraan ambacht. Ik maak unica. 3Juk dat mijn werkplaats ver laat, heeft zijn eigen karakter. Als ik ergens mijn naam opzet, weet de koper dat er nergens een tweede ex emplaar is te vinden dat precies het zelfde is". Achter de kleine winkel aan de Til- burgse Bredaseweg 54 u vindt er juweeltjes van smeedkunst heeft hij zijn werkplaats. Hij doet alles zelf. Vroeger had hij knechten. „Ik ben ermee opgehouden. Ik zou er aan kapot zijn gegaan. Ik moeit al leen zijn, als ik werk. Dan kan ik al les om me heen vergeten en krijgt het ruwe materiaal voor mij iets persoonlijks, iets van mezelf kan ik er dan inleggen. Niets leidt me dan af. Ik ervaar hoe gaat groeien, wat ik in mijn gedachten voor mij zag. Dat is het, waarom ik van mijn vak houd, waarom ik geen massawerk kan maken, waarom ik de zorg van medewerkers niet kan dragen". Dit harde werk dat zulke sierlijke produktan voortbrengt, staart Van de Wiel op het lijf geschreven. Vakop leiding? „Ach, thuis in Vughit zag ik als kind niet anders. Mijn vader was een uiterst bekwaam kunstsmid. Ik ben met dit beroep, ambacht zegt men tegenwoordig, opgegroeid. Toen ik zes jaar, smeedde ik stiekum mijn eerste pook". Hij lacht ontspan nen, als hij terugdenkt aan dat blije maar ook wel spanningsvolle moment 54 jaar geleden. „Vader was weg. Het vuur was afgedekt. Ik nam een ijzeren staaf, trok aan de balg, er volgde een kleine explosie. Wist ik vee] van gassen en wat al nietMaar van dat moment af wist ik dat ik hetzelfde wilde worden als mijn vader". Hij heeft daar thuis in die Vughtse smederij zijn opleiding gekregen. „Maar oen ding heb ik steeds begre pen: ontwerpen is hoofdzaak. Kijk, smeden, goed je vak leren, is be langrijk Maar je schiet er niet veel mee op, als je niet weet vast te leg gen wat je uit dat ijzer, koper of staal wilt vormen. Ik ben al jong be gonnen tekeningen te maken van de dingen die ik wilde smeden. Ik heb tekencursussen gevolgd tot ik 31 jaar was. Nog steeds teken ik alles voor dat ik het ga smeden. Als er mensen bij mij komen die iets willen hebben, ga ik eerst eens bij hen thuis kijken. Wat past bij hen bij hun interieur, bij hup opvatting over het leven? Ik vind dat mijn smeedwerk in harmonie met dat al les moet zijn. Anders vloekt het im mers. En als ik dagen heb gewerkt aan iets en ik vind dat het niet is wat ik me had voorgesteld, komt het mijn werkplaats niet uit". Dan, om er nog eens de nadruk op te leg gen. „Nee, zonder fantasie en zonder dat je kimt tekenen kom je in dit vak nergens". Pratend pakt hij een van de vele mappen die in zijn bureau liggen. „Ik bewaar al mijn' ontwerpen". El ke tekening heeft voor hem een ei gen verhaal, ook over de opdracht gevers, over de worsteling met de ei sen die zij stelden, over hun dank baarheid en vreugde als een uniek stuk werkelijk hun eigendom werd. „Dat stemt tot voldoening". Van die Engelsen die zijn winkel bezoch ten. Ze bouwden ergens in Kent een bungalow. „Nou, het eind van het lied was dat ik al het smeedwerk voor dat huis heb gemaakt. Ik deed hun de naam „De Kievit" aan de hand. Ik installeerde er mijn werk en had, samen met mijn vrouw, drie heerlijke vakantieweken bij die men- setn Of het verhaal van die Duitser, ge- trouwd met een Tilburgs meisje, die toch maar niet „Kijk, die mensen zien helemaal niet het mooie in een eerlijk stuk werk dat nu gemaakt is. Die hang naar antiek is wonderlijk. Ik geloof dat het meestal gewoon snobisme van die mensen is. Ach, ik zou zo'n handelaar, of zo'n buitenlamp, best kunnen laten roesten. Ik denk er niet over. Als je 20 of 30 jaar met zoiets leeft, krijgt het zijn eigen kleur en bekoring, krijgt het ergens in je le ven invloed en betekenis. Dan is het geen dode materie meer, dan leeft het mee. En waarom zou antiek dat meer hebben dan een goed stuk am bachtelijke kunst uit deze tijd"? Hij wijst op een oude muurklok in zijn woonkamer. „Die is nog van mijn ouders en die hadden haar van mijn grootouders. Antiek is ze. Maar voor mij heeft ze waarde, omdat ik weet diat ze in het leven van mijn fa milie steeds een rol heeft gespeeld, niet omdat ze antiek is. Weet u, te- ambacht, dat de vakman steedr nieuwe vormen en uitingsmogelijkhe den vindt, dat hij steeds weer ver rast is over het feit dat zijn beheer sing van de materie hem in staat stelt dat wat zich in zijn geest vorm de zichtbaar te maken. Dat dwingt hem om te kijken naar wat anderen maken en maakten. Elke vakantie is voor mij, en mijn vrouw, ook een soort kunst-bedevaart. Wij bezoeker musea, kijken naar het smeedwerk van ambachtslieden wier naam nie mand meer kant, leren daardoor dat elke tijd een eigen sfeer en eiger. vormgevoelighedd heeft. Maar steeds vind je in het echte eerlijke am bachtswerk iets terug van jezelf, iet: waarnaar je verlangt zonder het tc kunnen definiëren, iets van de schep per die in de materie die hij bewerk te een stukje van zichzelf legde". Hij kijkt even strak voor zich uit peinzend. Gedachten dringen zich kennelijk aan hem op. „Kijkt u op de Lüneburger heide een huis neerzette. „I-k maakte voor hem, on der andere een prachtige open haard. Die mensen komen steeds langs, als ze in de buurt zijn". En ook die Rotterdammer die in de Kempen een boerderij kocht en die helemaal in oude stijl inrichtte. Hij vond d- weg naar de kundige Til- burgse ambachtsman. Van de Wiel. „Elke keer bestelt hij wat. Zijn huis in de Kempen wordt zo langzamer hand een juweeltje". Van de Wiel kan zich opwinden, als hij praat over de mensen, het zijn er nogal wat, die toevallig de winkel binnenkomen en dan hun zin nen zetten op een van zijn scheppin gen. „Is het antiek", vragen ze dan. „Nee, ik heb dat pas zelf gemaakt". „Ja, ja, dachten we al, het roest immers niet, Nee, dan doen we het genwoordig worden er prachtige klokken gemaakt, maar oude model-' len. Waarom zouden die nou niet net zoveel plezier en vreugde kunnen ge ven als die echte antieke klokken? Gewoon een vervelend welvaarts verschijnsel die niet door werkelijke kennis en gevoel voor sfeer gedra gen hang naar antiek"! Met enige weemoed spreekt hij over de tijd, rond 1948, toen hij met vrienden-ambachtelijke kunste naars „Brabants Edel Ambacht" op richtte. „Twee keer per jaar hadden we exposities. Zijn zo heel Brabant doorgetrokken met ons werk. Maar er komen steeds minder ambachts lieden. De organisatie verdween. Je voelt dat je steeds meer een enke ling wordt. Sterft het ambacht uit? Ik weet het niet. Het lijkt er wel op. Jonge mensen zoeken het in massa- werk in een steeds herhalen van een bepaald stuk. Dat kan ik niet. Mis schien dot wel het geheim van het maiar rond in de winkel. Daar staal wat ik gemaakt heb. Ik kan niet be oordelen, of al die stukken, ook die eenvoudige muurlamp, iets van me zelf in zich dragen. Dat moeten an deren ontdekken. Als zij het vinden voelen is misschien eerder het ge val, ben ik gelukkig. Want daarvooi werk ik tenslotte. Natuurlijk, jk moe: leven. Moet dus aan het werk var mijn geest en mijn banden verdie nen. Zo is het nu eenmaal in de we reld. Maar dat is toch maar bijzaak Weet u, ik heb altijd een beetje verdriet als mensen iets mooi vin den en weggaan, omdat ze er hel geld niet voor hebben. Dat vind ik naar. Mijn vrouw kan dat ook slecht hebben. Maar ja, we kunnen het niet- weggeven". JACQUES LEVIJ FOTO BOVEN Ingespannen tekent Van de Wiel op ware grootte het raam dat hij gaat smeden. Elke lijn krijgt straks haar vorm in ijzer. FOTO ONDER Gloeiend ligt de staaf gebed in de bruinkolen. Bijna is het ruwe mate» hamer" °m Seho<H"zaam te buigen onder de zachte drang van de

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 13