J^erstnummer vroege mis hoe simpel ontknoping verkeersagent DE STEM de valse profeten van amerika door PIET SNOEREN ZOMAAR een ochtend in Los Angeles. Het wachten op een taxi duurt twee minuten. In die tijd passeert een sjofele man, die als een vaandel een bord voor zich uit draagt, waarop de tekst: „God helpt u, God redt u". In die tijd passeren ook twee sjieke dames, die pamfletjes onder de ruiten wissers van de geparkeerde auto's achterlaten, waarop de tekst: „Eenieder, die varkensvlees eet, behoort aan de duivel. Zo zeker als hij het eet, zo zeker zal hij binnen een half uur een leugen vertellen. Het varkensvlees, dat gij eet, zal in uw buik rotten en de heilige geest zal niet in u wil len blijven". Geen toeval, deze religieuze activiteiten op een door de weekse morgen, zo wordt mij verzekerd. Het is normaal voor Los Angeles en het is nor maal voor heel Amerika. Geen land ter wereld kan bogen op zoveel verschillende en vreemd soortige godsdienstig# sekten en NA DE heilige mis van half twaalf, kruipt JENG SASSEN (59) die zondag van mei in de biechtstoel van meneer pastoor. De zon schijnt door het glas-in-lood de kerk is ellendig stil nu de kerkgangers er niet meer kuchen en zuchten. Jeng Sassen is 'n ge waarschuwd man en telt dus voor tweeiemand maakt er in deze mooie meidagen een hobby van om offerblokken in Zuidlimburg se kerken te lichten. Drie pas toors hebben op die manier de bij dragen van dierbare gelovigen al moeten missen. En omdat Jeng Sassen gewaarschuwd is en voor twee telt, is hem tijdens de mis van half twaalf een onbekende jongeman opgevallen die zich "vreemd" gedroeg. Hij krijgt ge lijk. De jongeman keert terug als Sassen nog maar twintig minu ten in de biechtstoel verpoost, loopt behoedzaam naar het offer blok vooraan de kerk en heeft verbazend weinig moeite het te openen. Tot op dat moment heeft Jeng Sassen passief toegekeken dan springt hij tevoorschijn Als hij de jongeman aflevert in de pastorie, zegt de pastoor tot de kerkdief"Ben je geschrokken, jongen? Wil je een kopje koffie?" De barmhartigheid is groot in de ze moderne tijd. Johannes Hubertus Sassen vertelt ae anekdote met enige huiver, want de grens van heiligschennis is voor hem steeds erg dichtbij. Hg is van beroep begrafenisondernemer en weet dus dat berouw vaak net *e laat kan zijn. Hij houdt dat alles dui delijk in de gaten, al zal een leek opperen dat Jeng Sassen bij Moeder de Heilige Kerk 'n potje kan bre ken: al 34 jaar lang dient hij de stromingen als de Verenigde Staten. Sommige daarvan zijn over de we reld uitgewaaid. De Mormonen, die geloven dat Jezus in Amerika ge boren werd en dat hij daar ook te rugkeren zal; of de Jehova's ge tuigen, wier massale doopplechtig- heden in zwembaden ook in Neder land niet onbekend zijn. Maar dat is niets vergeleken bij wat er links en rechts in de Ver. Staten zelf aan exotische religieuze gewassen woekert en gewoekerd heeft, met de zonnige sinaasappe len-staat Californië als bekerhou der. Een paar willekeurige namen, die verderop nog zullen terugkeren. Benjamin Franklin Purnell die zich uitriep tot koning van het Israëliti sche huis van David en alle sexuele verkeer verbood, zelfs in het huwe lijk, maar die er in zijn luxueuze tempel een harem van 20 tot 60 jonge „maagden" op na hield en die, toen hij op verdenking van ontucht werd gearresteerd, in bed werd aangetroffen met een vijftienjarig meisje. Aimee Semple McPherson, die haar volgelingen overdonderde, door op een race-motor naar de kansel te daveren. Guy W. Ballard, die als „aange wezen boodschapper" van de ten hemel gestegen meesters" de sekte Kerk met een nauwgezetheid waar van intussen iedereen dacht dat ie niet meer paste in deze moderne tijd. Al 34 jaar lang is Jeng Sassen uit Maastricht in zijn vrije tijd „Suisse". Een van de misschien slechts tien waarover de Nederlandse Kerk provincie nog beschikt. Want nauw gezet Dienen is niet meer „in", zo als u reeds weet. Maastricht heeft er nog twee: een in de St.-Servaas- basiliek en een in de St.-Martinus- kerk. Jeng Sassen: „Er zijn nog wel hulp-suissen, maar slechts twéé ori ginele suissen in Maastricht". En waarin onderscheiden de twee origi nele suissen zich? Sassen: „Die zijn er altijd. Een hulpsuisse assisteert soms en valt in als de originele suis se ziek is of een hoogenkele keer niet kan. Ikzelf ben de laatste zes jaar nooit afwezig geweest". Ziet u wel. Jeng Sassen draagt een prachtig uniform, compleet met gouden tres sen, 'n fraaie steek op het hoofd, een degen langs de broekspijp of een sleepsabel bij zeer plechtige gebeur tenissen. Hij straalt gezag uit, geheel comform de overlevering die hem in de oertijd als rechterhand van de pastoor en als ordebewaarder nood zakelijk maakte. Een vleugje ro mantiek, als houvast tussen de Ne derlandse Kerk en die van Rome: de hellebaard die pastoor-bescher mer en pausbeschermers torsen, is van dezelfde makelij.- Maar gelukkig is écht vechten er niet meer bij. Nee, in deze nieuwe tijd wandelt Jeng Sassen door de kerk, door de zijbeuken, links en rechts de gods vrucht toetsend. Als jongelingen achterin de kerk hun aandacht niet uitsluitend naar het altaar gericht houden, doet een korte nabijheid van Jeng Sassen wereldse wonderen. Be nevens dat, begeleidt hij de geeste lijken van en naar het altaar, is hij bij iedere huwelijksplechtigheid aan wezig om de bruid naar haar plaats te begeleiden en loopt h(j voorop tij dens processies, al is dit laatste een steeds zeldzamer wordend facet van zijn funktie. Jeng Sassen: „Ik zou wel eens alle bruidjes bij elkaar willen zien, die van de „Groot Ben Ik" stichtte, het geen hem in zes jaar tijd tien mil joen gulden rijker maakte Wie zich verbaasd heeft over Lou de pa lingboer en zijn Mien, kan in Ame rika pas recht zijn hart of zijn neus ophalen. Het verhaal van de gewezen stof feerder Robert Matthews illustreert hoe simpel het is in Amerika ziel tjes te winnen, mits men over een voldoende dosis magnetisme en fan tasie beschikt. Op een dag belde hij lang, mager, wapperende haren en baard, doordringende blik aan bij Elias Pierson, een even rijke als vrome koopman in New York. De dienstbode, die open deed, hief haar handen ten hemel en fluisterde „Bent u Christus"? De vreemdeling schudde het hoofd. „Ik ben de her rezen profeet Mattheus", sprak hij gedragen. De dienstbode viel flauw. Pierson snelde, samen met zijn za kenvriend Benjamin Folger die op bezoek was, toe en droeg het meisje naar binnen. De vreemdeling volg de hen zonder een hand uit te ste ken de ogen afwezig: „Ik ben de profeet Mattheus van het Nieuwe Testament", zei hij opnieuw. „Ik ben opgestaan uit de dood en draag ik in mijn leven naar het altaar heb begeleid. Een hele rij". Tot '63 was hij Suisse in de St.- Jan de Doper-parochie van Maas trichts buitenwijk Limmel. In 1934 had de toenmalige pastoor hem voor die funktie gevraagd. Sassen: „In dat jaar ben ik in de Kerk gekomen. Dat was wat voor me." „Koorezeltje" Sassen zoals hij zichzelf in bescheiden momenten noemt was daar in Limmel elke gehele zondagochtend present. Van af de vroegmis van zes uur tot die van half twaalf. Om vijf uur kwam hij dan uit zijn bed. Zijn vrouw ging steeds mee naar de eerste mis. Nu maakt Jeng Sassen niet meer zoveel uren. Nu begint hij zijn zondagtaak met de mis van negen uur. Mag het alstublieft na zoveel jaren? Vindt hij de figuur Suisse niet uit de tijd? Sassen: „Waarom? Er zijn veel goede dingen in de vernieuwing, ik ben daar niet tegen, maar aan be paalde tradities moet de kerk toch vasthouden. Als u me vraagt: loopt het terug in de Kerk?, dan zeg ik: nee, dat is niet waar. De mensen hebben het tegenwoordig alleen alle maal te goed, alles gaat te makke lijk, ze voelen niet meer zo de be hoefte om vaak een beroep op God te doen." De pastoor: „Niets kan bestaan als er niet in geloofd wordt". Sassen: „Meneer pastoor houdt iets aan het oude vast. Hij ver nieuwt ook, maar geleidelijk zodat het niet zo opvalt. Dat is het fijnste, dan kan iedereen het bijhouden. Weet u waar ik nou maar steeds niet aan kan wennen? Aan de hostie op de hand. Gek is dat toch, hè". Wat vindt Jeng Sassen de plezie rigste kant van zijn kerkelijke taak? „Als de kerk erg leeg is, is niks leuk. Hoe voller, hoe plezieriger. Ik verheug me daarom altijd op de nachtmissen, dan ben ik een tevre den mens". Heeft hij er in al die jaren nooit genóeg van gehad? „Toen ik in Limmel wegging, ben ik een maand buiten funktie geble ven, alvorens naar de St-Martinus- de geest Gods in me". Pierson ge loofde hem onmiddellijk en nam hem op in zijn huis. Al de eerste middag kocht hij hem in de duurste mode zaken zes kostuums, drie dozijn overhemden en zes paar laarzen. Hij beval de dienstbode, de profeet elke dag te helpen bij zijn bad, toen deze dit verzocht. Het meisje pro testeerde, maar Pierson hield voet bij stuk. „Je zult niet de rug van een man wassen, maar die van Mat theus. Je zou je vereerd moeten voelen". Zozeer was hij- gehypnoti seerd door zijn gast, die beweerde 1800 jaar oud te zijn, dat hij een zwaar zilveren Servies voor hem liet smeden, versierd met de leeuw van Juda. En dat hij tenslotte al zijn bezittingen liet overschrijven op de profeet. Ook Benjamin Folger was volko men in de ban van Mattheus geko men. Hij nodigde hem uit, te komen wonen op zijn landgoed. Matthews stemde genadiglijk toe, en nam als de eerste de beste nacht Ann Folger, de vrouw van zijn gastheer, mee naar zijn slaapkamer. Het duurde niet lang voordat ze in verwachting was. Er volgde een tijd van grote opwinding in het huishouden. Er werd een baby-uitzet besteld, waar op de namen van de twaalf aposte len waren geborduurd. Niets was goed genoeg voor de „goddelijke parochie te komen. In die maand liep ik met mijn ziel onder m'n arm, echt waar. Ik was blij dat ik weer als Suisse kon beginnen. Ik doe het graag en dat komt ook omdat de verstandhouding met de priesteri zo buitengewoon is". zoon", die de profeet in het vooruit zicht stelde. Ook Folger maakte zijn bezittingen over op Matthews' naam. De ontknoping kwam toen de bo reling'" een meisje bleek te zijn. Folger en Pierson wezen Matthews ontgoocheld de deur en dreigden met een proces om him eigendom men terug te krijgen. De profeet probeerde daarop zijn twee gasthe ren te vergiftigen, hetgeen bij Pier son lukte. Gek genoeg sprak de ju ry hem vrij. Zodat Matthews zijn misdadige carrière als de profeet Matthews kon voortzetten. Zo mogelijk nog meer verbijste rend is de carrière van James J. Strang geweest een schoolmeester die er met zijn kleine postuur, ko perkleurige baard en vlammende blik uitzag als een ondermaatse aartsvader. De Mormonen zetten hem uit hun kerk, omdat hij te am bitieus was, waarop hij besloot een eigen sekte te stichten. Dat ging als volgt. Op een mooie herfstmorgen trok hij met vijf geest verwanten naar een plek, waar een eik stond, die hem door een engel was aangewezen. Ze groeven tussen de wortels en vonden drie met vreemde tekens beschreven koperen Jeng Sassen, de begrafenisonder nemer die ook zijn overige tijd ten dienste van alle zielen «telt, speldt voor de foto de kerkelijke onder scheiding „Pro Ecclesia" op, in '63 ontvangen wegens bijzondere ver diensten. Meestal bewaart hij hem platen. James Strang zette de „Urim en Thummin"-bril op de neus, die de engel hem gegeven had en kon hij het schrift ontcijferen. „Het is de boodschap van de Rajan Machore van Vorito", kondigde hij aan, „Een machtig profeet is opge staan". Zijn kunststukje bezorgde hem duizenden volgelingen, met wie hij de Bever-eilanden in het noord-oos ten van Amerika bezette tot grote ergernis van de daar wonende vis sers en indianen. Strang loste dat handig op door in de plaatselijke politiek te gaan en het te brengen tot gouverneur van het district, in welke hoedanigheid hij de eilanden gewoon aan zijn sekte cadeau deed. Geen middel tot het doel was hem te drastisch. Aanvankelijk was hij er tevreden mee, voor zijn volgelingen te verschijnen, gekroond met een aureool, waarvan boze tongen beweerden, dat het veroorzaakt werd door een meng-sel van fosfor en wonderolie, stiekem op de sche del gesmeerd, maar later liet hij zich kronen met een heuse kroon, want „God heeft mij geopenbaard dat ik koning James 1 van de Bever eilanden zal zijn". Zijn openbaringen kwamen altijd opmerkelijk goed op tijd. De netten van zijn sekte verboden de samen leving van een man met meer dan in een doosje, met dezelfde zorgvul digheid waarmee h(j zijn uniform steeds weer om een kleerhanger drapeert en naast de kazuifels in de sacristie-kast hangt, de steek in een doos opbergt, de struisvogelve ren in een koker schuift. een vrouw, maar toen hij, een be daagd huisvader, verliefd werd op een jonge onderwijzeres, vond hij nieuwe koperen tafelen met de bood schap, dat god het polygame huwe lijk aanbeval. Het hoeft geen betoog, dat zijn volgelingen ook deze non sens pruimden. Niet zij vermoord den hem uiteindelijk, maar de ja loerse buitenwacht- Benjamin Purnell trouwde op zijn zestiende en pleegde bigamie toen hij negentien werd. Van beroep was hij bezemmaker. Niet bepaald het hout, waar je profeten uit snijdt, zou je zeggen. Toch werd hij er een. Hij ging predikend rondtrekken, zes jaar lang, zijn gehoor boeiend met de goocheltruc van duiven, die rond fladderden rond zijn hoofd en neer zaten op zijn schouders. Op den duur slaagde hij erin, de leiding over te nemen van de reeds bestaande sek te der Israëlieten. Hij noemde zich "De Zevende Boodschapper". Al len, die in hem geloofden; allen, die met hem het zevende koninkrijk zouden stichten, dat de naam „Huis van David" zou dragen, zouden het eeuwige leven hebben. Ongelukkig voor Purnell werd kort daarop zijn dochter Hettie bij een ongeluk le vend verbrand. Hij weigerde haar stoffelijk overschot in ontvangst te nemen. „Ze heeft aan me getwijfeld. De dood is haar welverdiende straf". De autoriteiten namen het niet en joegen hem de stad uit, waarop Pur nell besloot dan maar een eigen stad te stichten. Hij verbond er een enorm pretpark aan. Het enige per soneel werd gevormd door zijn lang harige gebaarde volgelingen. De toeloop was enorm en het geld stroomde binnen, maar voor de Is raëlieten was het geen vetpot. Pur nell, die zich inmiddels had laten kronen tot koming Benjamin van het zevende koninkrijk, behandelde zijn onderdanen als slaven. Ze moes ten in jute gekleed gaan en mochten slechts vegetarisch eten. Vlees, drank en tabak waren streng verbo den evenals elke vorm van sexueel verkeer. Zelfs voor echtparen. Elke maand moesten de Israëlieten schriftelijk en uitvoerig al him zon den opbiechten. Wie hem niet ge hoorzaamde, werd verbannen naar een strafkolonie op een bar eiland in de buurt. Sommige Israëlieten kwamen daar om van honger of verdronken tijdens vluchtpogingen. Ondertussen leefde koning Benja min in grote staat. Hij had een ge middeld harem van 40 minderjarige meisjes om zich heen. Het duurde, tot een verontwaardigde moeder hem durfde aanklagen wegens on tucht. Hij stierf kort na het proces. Maar 't pretpark bestaat nog steeds en het wordt nog steeds bediend door baardige Israëlieten, die hei lig geloven in het zevende konink rijk. Aimee Semple McPherson ls in Amerika's religieuze knollentuin een bloem apart. Haar gebedsgenezin gen waren fabuleus en leverden haar het geld op voor een eigen tempel plus radiostation. Ze schuw de het theatrale effect niet. Ge kleed als verkeersagent gezeten op een zware motor, placht ze door het middenpad te razen. Vlak voor de kansel remde ze, blies op haar politiefluit, hief een wit gehand- schoende vuist op en riep: „Stop... jullie overschrijden de maximum snelheid naar de hel". Haar populariteit was ongekend tot in Australië en Israël toe, Amerika was dan ook geschokt, toen ze op een kwade dag spoorloos verdween. Drie weken duurde haar betreurde afwezigheid. Toen kwam ze terug met het ongeloofwaardi ge verhaal dat ze gekidnapt was geweest en had kunnen vluchten. Wantrouwige journalisten in Los Angeles gingen op onderzoek uit en ontdekten de waarheid. De mooie predikster had de hele zaak verzon nen om enige tijd alleen te kunnen zijn met een even trouwe als ge trouwde volgeling en had haar amou reuze avontuur gefinancierd met collecte-gelden. Het schandaal haalde alle voorpagina's in Amerika en ve le daarbuiten. Maar de reputatie van Aimee leed er nauwelijks onder. Ze bleef pre ken, totdat ze, 54 jaar oud, zelf moord pleegde een zonderling einde voor een apostel. Maar volge lingen gaven echter ook toen de moed niet op. Ze zorgden voor een bronzen lijkkist van 600 kilo, die werd bedolven over bloemen ter waarde van 400.000 gulden. De rouw stoet was 1000 auto's lang. Wat men van sommige Amerikanen ook mag zeggen, ze houden hun valse profe ten in ere. Waar Abraham d« mos terd haalt, doet er niet to#. het oog van de suisse door HARRO COUMANS Een der weinigen: JENG SASSEN uit Maaitricht (foto ANTON WERKER)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 29