„ENKHUIZER ALMANAK" 375 JAAR OUD
Bepleit
vrije
keuze
celibaat
Griekenland gaat eigen weg.....
Geld voor nieuwe
meubelen?
Geld voor een
kostbare studie?
Geld voor
een grote uitgave?
Geld voor
de verhuizing?
Geld voor u:
PARIS
DUYN
Oüt
tevi
In 1970: koud voorjaar,
maar mooie herfst
MINISTER UDINK
WIL WERELDRAAD
Gidsen geen kwijnend restant
van het rijke roomsche leven
c'est
AMRO-Lening
AMRO-Lening
AMRO-Lening
AMRO-Lening
AMRO-Lening
Pijnen
graag nu
medewer
Traditie
Trots
Erfenis
Eeuwen
Zilvervloot
Mooi boekje
PRIESTERS VRAGEN
PAST. CONCILIE:
Papa: mijn bruid loopt tenminste rechts
(voorbeeld: f3000.- lost u af in 18x f 186.22
of 24xf145.35)
(voorbeeld: f 1500.- lost u af in 18x f 93.50
of 24x f73.10)
(voorbeeld: f6000.- lost u af in 18x f367.81
of 24x f285.71)
(voorbeeld: f4000.- lost u af in 18x f248.29
of 24xf 193.80)
Elk bedrag tussen f700.- en f 10.000.-
Een folder met alle inlichtingen ligt voor
u klaar bij elk kantoor van de
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK.
Ontkenning
14
DE STEM VAN DINSDAG 16 DECEMBER 1969
14
(Van een onzer redacteuren)
APELDOORN Hij is er weer,
de nieuwe Enkhuizer Almanak, on
onderbroken verschenen sedert
1595 en nu dus door de n.v. ge
broeders Van Stadem te Apeldoorn
met gepaste trots als de 375ste
jaargang gepresenteerd, 288 blad
zijden in het eeuwenoude formaat
van 8 bij 11 centimeter (nu ja, on
geveer dan) tegen de civiele prijs
van 1,60 gulden in een oplaag van
208.000 en vijf verschillende soor
ten, voor schippers, vissers en
strandwachters, voor marktkooplie
den en kermis-exploitanten en voor
de boeren.
1
Die oplage wijst op onafgebroken
populariteit, en dat is al zo sedert
de overwintering op Nova Zembla
van 1596: in het rijksmuseum wor
den nog een paar blaadjes uit de
Enkhuizer bewaard, die Willem
Barendtsz, Jacob van Heemskerk
en Cornelis de Rijp toen bij zich
hadden.
Die vondst bewijst in elk geval
dat de Enkhuizer Almanak er toen
al was, en met 375 jaar zit men
dus aan de veilige, maar ook aan
de voorzichtige kant: deze alma
nak bestond waarschijnlijk al eer
der misschien wei vanaf 1563.
In het jaar 1563 begint immers
„Het korte Cronycxken" in de
oudste editie die van de Enkhuizer
compleet en vrijwel ongeschonden
bewaard bleef, die van 1686.
i
Hoe dan ook: het is volop tradi
tie dat in dit nog altijd handige
boekje de klok slaat en dus blijft
ook de korte kroniek gehandhaafd.
Tegenwoordig „beginnen we met
jaar 1900" en wel op 16 oktober:
de verloving van koningin Wilhel-
mina en hertog Hendrik van Me-
cklenburg-Schwerin.
Met Enkhuizen intussen heeft de
ze almanak niet zoveel te maken.
Weliswaar vernemen wij dat Jo
annes Stichter, de eerste uitgever,
een uit Enkhuizen afkomstige boek
handelaar was, maar hij vestigde
zich later, aan de Kalverstraat in
Amsterdam, en daar kwam de al
manak vandaan. Die bleef desal
niettemin naar Enkhuizen heten
omdat de watergetijdentafel ook
al een vast programma-punt
toen met de hoogwaterstand van
Enkhuizen begon, destijds een veel
belangrijker haven dan Amsterdam
waar men altijd voor pampus lag.
Amsterdam, terwijl de laatste tien
jaar de Enkhuizer uit Apeldoorn
komt, nog altijd onder de beproef
de vlag van de van ouds vermaar
de Erve C. Stichter.
Als het waar is dat „Almanak"
van het Arabische Al Manakh komt
hetgeen letterlijk „het klimaat"
kan betekenen, is daarmee het
treffende kader geschetst voor het
onderdeel waarmee de Enkhuizer
Almanak vooral zijn vermaard
heid heeft gevestigd: de weers
voorspelling. Dat is al zo in het
exemplaar uit 1686, dat bovendien
de methode van wijlen de heer
Chr. A. C. Nell aangaande het be
rekenen van de afwijkingen van de
normale maandtemperaturen,
waarbij elke maand in drie deca
den wordt verdeeld en in elke de
cade ommekeer dagen vastgesteld,
al dan niet met een „diepe inzin
king".
Op de resultaten van deze me
thode blijft de firma die van de
Gebroeders Van Staden is overge-
Tot 1800 toe bleef de almanak
een uitgave van de familie Stich
ter. Jn dat jaar trouwde een meis
je Stichter met ene Van Staden, en
bracht het publicatierecht als erfe
nis mee. Ook de Van Stadens zijn
nu dood, maar de firma bleef be
staan en droeg de almanak voort,
eerst in 1893 van Amsterdam naar
Haarlem, in 1948 weer terug naar
nuttige wenken voor vissers bevat.
Zo begon het jaer ons heeren
toen „Met vriese". Cabeljaeuw
goet", op 8 januari vervolgd „Met
snee. Sprot goet" om op 12 juni
aan te komen bij „Met Hette. Kar
pers goet".
«a lijkt het op zichzelf niet zo'n
moeilijke gok on. in januari
sneeuw en ijs en in juni warmte te
voorspellen, maar ir de tegenwoor
dige Enkhuizer berust het vooruit
zien op een eigen fabrieksgeheim,
bleven terecht trots.
Om maar eens wat te noemen:
Duitse en Engelse meteorologen
voorspelden vorig jaar december,
dat januari 1969 een koude maand
zou worden. De Enkhuizer daaren
tegen sprak zwart op wit van een
gemiddelde maandtemperatuur die
vrij belangrijk boven de normale
zou liggen, zonder lange vorstpe
riode dus. En wat gebeurde er? De
Enkhuizer kreeg gelijk. Alle aan
dacht dus ditmaal voor de pagina's
90 tot 95 met temperatuur voor
spelling voor het jaar 1970. Hier
worde slechts een tipje van de
sluier opgelicht: een koud voorjaar
een mooie meimaand juni en juli
meer wisselvallig dan constant
warm, augustus koeltjes- maar een
mooie herfst en een zachte, ver
moedelijk stormachtige november-
maand. En hoe dat dan allemaal
precies over de maanden verdeeld
is, leze men in de goeie ouwe Enk
huizer zelf, die ook een yan de
zeer weinig kalenders in dit land
bevat met alle heiligen er nog op:
St. Laurentius, de patroon van de
koks en Sinte Clara, de patronesse
van de televisie, St. Vitus, patroon
van de dans, Sacramentsdag (zon
nig, warm) en de heilige Isidorus
(opklarend, zachter, later regen).
Een mooi boekje dat rustig zijn
gang gaat op de maat van de
eeuwen en zich van de dagelijkse
ijdelheden niets aantrekt. In 1941
drukte het dan ook de verjaarda
gen van het koninklijk huis af, in
1942 de getijtafels van de Neder
landse kust (toen als aeer geheim
beschouwd) en werd deswege bei
de malen in beslag genomen, een
censuur, die achter het net viste,
omdat de Enkhuizer in de boek
handel was weggevlogen.
In 1943 werd de papier-schaarste
als wapen tegen de Enkhuizer ge
bruikt, maar in 1944 was-ie er
weer, op van de Duitsers achter
over gedrukt papier, hetgeen tot
confiscatie van het bedrijf leidde.
Een dwaasheid natuurlijk want
de Enkhuizer overleeft alles. Inde
vorige eeuw diende deze almanak
ook als voertuig, wanneer de maat
schappij tot nut van het algemeen
haar „mengelwerk" onder een
groot publiek bracht zoals vele
leerzame en vermakelijke zang
stukjes.
Aldus had in 1844 de Enkhuizer
Almanak de primeur van een lied,
dat nog altijd uit ons volk opstijgt
op de grote dagen van het vader
landse voetbal, het „triomfantelijk
lied van de zilvervloot" van dr. J.
P. Heye: zijn daden benne groot,
hij heeft gewonnen gewonnen.
Dat was toen, maar wat is er nu?
Heel veel, waaronder nuttige infor
matie, door P. Boomsma onder de
forse titel „Lastig en vies", waarin
opnieuw, zoals in 1967 en 1968 „en
kele lastposten de aandacht krij
gen", gelijk daar zijn de steekmug,
de museumkever, de oorworm
(„er zijn geen gevallen bekend dat
een oorworm bij iemand in het oor
was gekropen en de naam oor
worm berust dan ook nergens op")
de pissebet („ook wel genoemd
steenmot, keldermot, platte zeug,
kelderzog, muurluis enz."), de
bruine rat en de zwarte rat.
Wij herhalen: een zeer mooi
boekje, een waardige Nederlandse
nazaat van de eerste almanak
„Pro annis pluribus", die Georg
von Purbach juist vijf eeuwen ge
leden in Wenen uitgaf.
En zelfs een advertentie voor de
oprechte Haarlemmerolie van 4669
ontbreekt bij deze nazaat niet.
HEEMSTEDE (KNP) „Ten
aanzien van het te voeren be
leid met betrekking tot de ont
koppeling van ambt en celi
baat dient niet de haalbaarheid
voorop te staan, maar de ur
gentie waarmee het zich in de
Nederlandse kerk aandient".
Aldus een „handreiking" voor
de plenaire januarivergadering
van het pastoraal concilie, ten
aanzien van „beleidsmomenten
betreffende ontkoppeling van
ambt en celibaat", die is opge
steld door een redactie-commis
sie van het onlangs in Doorn
gehouden priesterberaad. Taak
van de commissie was het in
Doorn besprokene in handzame
stellingen aan de plenaire ver
gadering aan te bieden, even
wel buiten verantwoordelijkheid
van het episcopaat. De commis
sie bestond uit J. Grieperink,
B. Peters, O. Terreegen, L. ter
Steeg en N. 'Vendrik.
De commissie noemt drie
mogelijkheden tot ontkoppeling
en tot vrije keuze van onge
huwd zijn: 1. Degenen, die zich
aanbieden voor het ambt, niet
meer vooraf verplichten tot
aanvaarding van het celibaat.
2. Gehuwden, roepen tot het
priesterschap. 3. Priesters, die
willen huwen of gehuwd zijn
handhaven in het ambt.
Men bepleit dan te beginnen
langs de weg van de urgentie,
hetgeen inhoudt dat aan toe
komstige ambtsdragers geen
verplichting vooral tot celibaat
gesteld wordt. De mogelijkheid
van vrije keuze moet open blij
ven en als iemand ervoor kiest
moet dit aan de gemeenschap
bekendgemaakt worden. Voor
de huwende of gehuwde pries
ter moet de mogelijkheid blij
ven om in ambtsbediening ge
handhaafd te blijven. Het ver
dient volgens de commissie
voorkeur deze ambtsuitoefening
niet automatisch te continueren
omdat er een andere verhou
ding ontstaat tussen ambtsdra
ger en lokale kerk.
Grote waarde hecht de com
missie aan de begeleiding van
de gelovigen door bisschoppen
en priesters, vooral van diege
nen voor wie een gehuwde
wordt aangesteld.
Het bisschoppelijk beleid zou
er als volgt moeten uitzien. Na
13 januari, wanneer de maan
delijkse bisschoppenvergade
ring wordt gehouden, beter nog
tijdens de plenaire vergadering,
zouden de bisschoppen bekend
moeten maken:
een eigen beleid te voeren
inzake de celibaatskwestie in
functie van de Nederlandse si
tuatie,
de lijnen waarlangs zij dit
beleid wensen uit te voeren;
de tijdslimiet, waarbinnen
zij dit willen verwerkelijken.
De commissie besluit de
„handreiking" met de opmer
king dat „in collegialiteit met -
en in vertrouwen aan de bis
schoppen de ambtsdragers wor
den gevraagd geen voldongen
feiten te stellen tot de datum,
waarop het bisschoppelijk be
leid uitgevoerd gaat worden".
(Copyright De Stem-Het Parool)
(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT „Ik ben een groot
voorstander van een wereld-ont-
wikkelingsraad, waar de stromen
uit de arme landen en die uit de
rijke landen samenvloeien. Zo'n
raad zou de ontwikkelingshulp
moeten evalueren en controleren.
De president van de Wereldbank,
de heer McNamara, heeft mij ge
zegd dat de Wereldbank bereid is
te fungeren als het apparaat dat
de evaluerende en controlerende
taak uitvoert. Uiteindelijk moeten
wij naar een onafhankelijke we
reldraad voor ontwikkelingshulp
koersen, een raad die jaarlijks
rapporteert aan de Verenigde Na
ties".
Dit heeft de minister zonder por
tefeuille, drs. B. J. Udink (ontwik
kelingshulp) verklaard in „Ruim
Zicht", het blad van het N.K.V. Vol
gens de minister lijkt op de lange
duur een succesvolle ontwikkelings
politiek zonder een wereldraad on
mogelijk. Drs. Udink meent dat de
Wereldbank een grote rol kan spe
len. „Het probleem is eigenlijk dat
de wereldbank nog niet door alle
ontwikkelingslanden kan worden ge
accepteerd als „hun" bank, maar
juist daarom zou een onafhankelijke
wereldraad een groot goed zijn."
Minister Udink oordeelt dat het
onafwendbaar is dat de kioof tussen
arme en rijke landen voorlopig nog
aanzienlijk wordt vergroot. „Zelfs
(ADVERTENTIE)
als de relatieve groei van de arme
landen tweemaal zo groot zou zijn
als die van de rijke landen (wat
zeer moeilijk te bereiken is) dan
zou de afstand tussen rijk en arm
toch groter worden. Tien procent
van de honderd is nu eenmaal in ab
solute cijfers minder dan vijf pro
cent van duizend. Het ontwikke
lingsproces moet er vooral op ge
richt zijn de wanhoop over het niet-
groeien uit te bannen."
(Van onze correspondent)
NIJMEGEN Ten on
rechte wordt de jeugdorga
nisatie Nederlandse Gidsen
hier en daar nog gezien als
een geleidelijk wegkwij
nend en vooral nog op het
platteland opererend res
tant van het rijke room
sche leven. Dit blijkt uit
een sociologisch onder
zoek, dat in opdracht van
deze organisatie is verricht
door mej. M. Mannaerts,
als haar doctoraal stage in
de sociologie aan de katho
lieke universiteit, waarvan
dr. Marsman de leiding
heeft gehad. De resultaten
van het onderzoek zijn
neergelegd in het rapport
„Gidsen laten zich gidsen".
Aanleiding voor het on
derzoek was vooral het feit
dat de jeugdorganisatie na
genoeg geheel is aangewe
zen op het werk van vrij
willigers, die gemiddeld
slechts twee jaar in de or
ganisatie blijven, met alle
communicatie- en besluit
vormingsproblemen van
dien- Dit snel roulerende
medewerkersbestand en
problemen van jeugd en
gezin in deze snel verande
rende samenleving, schiep
rechtstreeks de behoefte
aan betrouwbare informa
tie over opvattingen en
wensen van de medewer
kers. Van de totaal 4000
vrijwilligers (voor 33.000
kinderen) heeft ongeveer
de helft het enquêteformu
lier ingevuld.
Uit de aldus verkregen
gegevens blijkt, dat bij het
jeugdwerk het vormings
aspect is verdrongen door
het spelaspect. Men wil
niet primair opvoedend be
zig zijn, maar de kinderen
een plezierige spelmiddag
bezorgen. Dat daardoor in
direct een bijdrage wordt
geleverd aan de persoon
lijkheidsvorming van het
kind, wordt natuurlijk niet
als bijkomstig beschouwd.
De meeste vrijwilligers
blijken voorts argwanend
te staan tegenover de offi
ciële formulering van de
zogenaamde wet en de be
loften, de vlaggenparade
en het uniform, dat door
gaans toch ook niet meer
collectief wordt gedragen.
Per week wordt door de
medewerkers in totaal zo'n
20.000 uur geheel koste'
loos aan het jeugdwerk be
steed. In verschillende
kringen bestaan deson
danks wachtlijsten voor de
kinderen, waaruit blijkt
dat er nog steeds een groot
leidsterstekort bestaat.
Ruim de helft van de
vrijwilligers vindt het be
staan van de specifiek ka
tholieke jeugdorganisatie
eigenlijk ovemouig. Het
exclusief katholieke karak
ter is dan ook te vervan
gen door een grote mate
van openheid, zowel met
betrekking tot de leden als
de samenwerking met an
dere organisaties.
(Van onze Parijse correspondent
Lucas Kleijn)
U/IJ praten de laatste dagen in Pa.
rijs niet ..Heen over de griep
en over het schandaal dat het mini-
sterie van gezondheid niet bijtijds
heeft gezorgd voor vaccin maar ook I
over het schandaal bij de Pa-rijst
abattoirs van La Villette.
Alle Parijse ochtendbladen staan
er vol van. In het weekeinde zijn je
vermeende schuldigen bij de Parijse I
gemeenteraad op het matje geroepen I
want de kosten van La Villette, aan- I
vankelijk geraamd om 250 miljoen
frank, zijn zondag gestegen tot 1 mil.
jard.
De autoriteiten hebben ons over
La Villette gouden bergen beloofd.
Het zou een abattoir worden
noj
veel en veel moderner dan de slacht-
huizen van Chicago. Er kwam zo
goed als geen mensenhand meer ac»
te pas. Alles aan de lopende band.
Op drukke dagen gingen 1600 oi-
sen, 1440 kalveren, 4000 schapen es
1500 arme varkens naar het hierna
maals van de dierenwereld. Er zon
den komen: drie lopende transport
banden voor 70 tot 90 ossen per uur,
twee transportbanden voor 300 scha
pen per uur en dan was er ook nog
een band voor 300 krulstaarten ieder
uur. Machinaal werden de karkassen
aan stukken gesneden, leder brok
vlees werd automatisch geuiogen en
naar de koelkasten getransporteerd
en als de sluitingsklok sloeg, hadden
computers alle facturen uitgeschre
ven en wist men op de centime
nauwkeurig wat een kilo vlees zo»
moeten kosten.
Buitenlanders, schreven de Franse
bladen geestdriftig, waren naar Le
Villette komen kijken en wisten niet
wat ze zagen. Je kon van de grond
eten! Die Fransen toch! Laat ze
maar schuiven!
Dat de oude slachthuizen verdwe
nen, was hard nodig, want die ia-
teerden nog uit de vorige eeuw, toen
Parijs maar twee miljoen mensen
telde. De bouw van het eerste plan
in 1961 was geschat op 250 miljoen
frank. Een jaar later werden het er
350. In 1965 600 en thans zijn het er
1 miljard frank.
Viermaal zoveel. Ook dat being
zal ver worden overschreden, want
men is in La Villette nog steeds aan
het bouwen en moderniseren, kier
jaar bleek dat men ruimte tekort
kwam, zodat in de hoogte of in ie
diepte moest worden gezocht, wat
niet uit de breedte van de geraamde
60 ha kwam.
Vergeten was onder meer een par
keerplaats te bouwen voor 1400 auto
mobielen en vrachtwagens, waardoor
de begroting andermaal met 14 mil
joen moest worden overschreden. Dt
minister van Financiën sputterde toe!
hevig, maar wat kon hij tegen vol
dongen feiten anders doen dan er
zich bij neerleggen?
Dat alles is nog niet het ergste,
lang er nog belastingbetalers zijii
de nood niet aan de man. Maar hel
vervelende is dat de nieuwe slacht
huizen van La Villette niet rendabel
zijn door allerlei omsta
waar de leek geen kijk op heeft. Dt
een zegt: Frankrijk produceert niet
genoeg vlees. Een tweede zegt: ie
Fransen eten veel te weinig vlees. 6
een derde beweert dat de perfect!i
met inbegrip van de hygiëne in U
Villette zover is doorgevoerd dat <je
kostprijzen veel en veel te hoog tij
geworden. In de provincie, niet
heel ver van Parijs vandaan, tnerke»
abattoirs op een veel goedkopere h-
sis, zodat de slagers La Villette B«»
laten liggen en elders laten
waar het veel goedkoper is.
Men overweegt thans diverse mo
gelijkheden om La Villette rend»
te maken. Bijvoorbeeld om het vit
van La Villette te voorzien van e»»
speciaal label. Maar wie zal i
ken, gezien het kleine aantal w-
troleurs waar Parijs over
of een slager niet met die la
knoeien. Een ander plan is
deel van de markt van fruit
groente reeds overgeplaatst van
oude hallen naar het nieuwe
ten zuiden van Parijs, terug te
naar La Villette en van La ViM
een grote supermarkt te m»
voor levensmiddelen.
De komende dagen en weken
de Parijse gemeenteraad 4?®* j
vergaderen en beraadslagen, De J>
gelijkheid is geopperd dat de #W'
nistratie van La Villette de eet
komende jaren niets zal a/scW'I
omdat alle inrichtingen fonkelw1"-
zijn.
Ook is aan de gemeente van
gevraagd voorlopig het water l
te leveren. Waar de directie W
waterleiding natuurlijk niet
denkt, want daar zit men met e
begrotingsmoeilijkheden.
Intussen troosten wij ons in
dat wij het evengoed z°.met,l\
kunnen dan Chicago, al is hef
veel en veel duurder. Dat z8B Ai
een paar weken geleden fli
weet gekomen met de
stroom van atoomcentrales, y?" J[|
centrales werkten voortreffen11- J
dereen uit het buitenland stone
met open mónd naar te kijken, m
de stroom in andere lan^n.l
stukken goedkoper en aer" {i
kwam de Franse industrieel
internationale concurrentie mei
trekschuit achteraan.
Maar waarom zouden wü
kerstdagen door La Villette
vergallen?
13
cv
AMSTERDAM Wer.
de Amsterdamse zesda;
„Als ik het op twintig
„mag ik niet ontevrede
de boeg, staat Ottenbos
zo beroerd voor als hij
op het leidende koppel
vreden zijn.
„Harm Ottenbros", zegi
Hij valt me alles mee. I
baan, maar hij trekt zij
De Hoogerheidese adel:
evenmin ontevreden. De
ten op een gunstig eindri
deze Amsterdamse zesda;
men hem bijzonder gel
wat stroef verlopend debj
piste. In zijn eerste zesd
van Miinsiter, eindigde hij
den. In Zürich waren het
„Maar", attendeert Har
bros: „In Zürich heb ik
aan gedaan. Ze wilden me
len wat ik vroeg. Op aandr
Peter Post deed ik toch r
méér om te trainen dan o
lijk te koersen. Ik spande
en beschouwde het alleen
bereiding op Amsterdam."
In zijn derde zesdaagse h;
Ottenbros ook zo goed als
zijn angst voor het gejakl
piste verloren. „Ik ben raief
als voor ik aan die zesdaags
Het went dat gemanipul;
soms wordt het me toch wl
benauwd als ze zo vreselij;
keer gaan. Dan kan ik he;
niet zo goed meer bekijkei
Als Harm Ottenbros ove;
Keer gaan spreekt, noemt
adem de naam van Peter
die op kop komtzuch
Ottenbros ontkent dat P
net pelototf tegen Duyndam
opzette. „Weet je", zegt hij
ster en Zürich had ik ook
gevoel dat ze me niks g„
dacht ook steeds: ze ziltei
een vervelende manier
Maar toen ik eens goed gin
ken ontdekte ik dat het ge;
mezelf lag. ik reed slecht,
het met Duyndam en Eugen
gens mij ook. Die gingen s
zien omdat ze niet meekom
ze wilden."
Harm Ottenbros' plaatsge;
né Pijnen bezet in het KL
een wat lagere plaats. Met d
Jmi Daler als koppelgenoot
achtste op negen ronden. Pi
het begin had ik het te mi
ben nu ruim een maand in
dienst en al die tijd zat ik
nuut op de fiets. Ik kreeg g
stemming om te trainen. V
dag van deze z
joelde ik dat gemis aan cont-
Het was toen alsof mijn be
stenen zaten, zo zwaar. Ik
na twee jachten bijna in elk
ellende."
René Pijnen mocht van de
re autoriteiten omdat hij vi
oproep het contract tekende,
ook een overeenkomst aangi
ae zesdaagse van Bremen. M
or met hem gaat gebeuren
wee zaken zijn afgewikkeld)
wet bekend. „Ik heb er ge
an zegt René Pijnen met e
^r?-i angstige spanning
K me Seen mede'
geven ben ik als wielrenni
IHift n UltSeschakeld en da
rt l r?e ,ater amper weg te
"eb er trouwens nu al v
keniA18 wielrenner moet je
nmg houden met je voedii
SDroU*3^ ar kan in dienst
2 d weinig van komen.
couro,36 uat het ex?erceren
coureur betekent! Steeds m
is J-"6? ?P de Sr°nd stamp
S7tehebbne^liik'datkUn^
Overplaatsing
e *e"é p'jnen bezint zich
carrier "I u m°selijkheden
flor. als beroeps wielrenne
stanff" °°pt daarbij in -
Am op overplaatsing
kazer JuIiana van 4
gernlTf* naa.r een TVestbraba
comrn "Als ik dan boven.
commandant tref die heg
Gaan de dagen na 1 jn
niet zoetjes-aan lengen?
itiuari
V'agtmans: „De groo
veel nn's maar mi1n forme 1
onder geleden".