„ENKHUIZER ALMANAK" 375 JAAR OUD Bepleit vrije keuze celibaat Griekenland gaat eigen weg..... Geld voor nieuwe meubelen? Geld voor een kostbare studie? Geld voor een grote uitgave? Geld voor de verhuizing? Geld voor u: PARIS DUYN Oüt tevi In 1970: koud voorjaar, maar mooie herfst MINISTER UDINK WIL WERELDRAAD Gidsen geen kwijnend restant van het rijke roomsche leven c'est AMRO-Lening AMRO-Lening AMRO-Lening AMRO-Lening AMRO-Lening Pijnen graag nu medewer Traditie Trots Erfenis Eeuwen Zilvervloot Mooi boekje PRIESTERS VRAGEN PAST. CONCILIE: Papa: mijn bruid loopt tenminste rechts (voorbeeld: f3000.- lost u af in 18x f 186.22 of 24xf145.35) (voorbeeld: f 1500.- lost u af in 18x f 93.50 of 24x f73.10) (voorbeeld: f6000.- lost u af in 18x f367.81 of 24x f285.71) (voorbeeld: f4000.- lost u af in 18x f248.29 of 24xf 193.80) Elk bedrag tussen f700.- en f 10.000.- Een folder met alle inlichtingen ligt voor u klaar bij elk kantoor van de AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK. Ontkenning 14 DE STEM VAN DINSDAG 16 DECEMBER 1969 14 (Van een onzer redacteuren) APELDOORN Hij is er weer, de nieuwe Enkhuizer Almanak, on onderbroken verschenen sedert 1595 en nu dus door de n.v. ge broeders Van Stadem te Apeldoorn met gepaste trots als de 375ste jaargang gepresenteerd, 288 blad zijden in het eeuwenoude formaat van 8 bij 11 centimeter (nu ja, on geveer dan) tegen de civiele prijs van 1,60 gulden in een oplaag van 208.000 en vijf verschillende soor ten, voor schippers, vissers en strandwachters, voor marktkooplie den en kermis-exploitanten en voor de boeren. 1 Die oplage wijst op onafgebroken populariteit, en dat is al zo sedert de overwintering op Nova Zembla van 1596: in het rijksmuseum wor den nog een paar blaadjes uit de Enkhuizer bewaard, die Willem Barendtsz, Jacob van Heemskerk en Cornelis de Rijp toen bij zich hadden. Die vondst bewijst in elk geval dat de Enkhuizer Almanak er toen al was, en met 375 jaar zit men dus aan de veilige, maar ook aan de voorzichtige kant: deze alma nak bestond waarschijnlijk al eer der misschien wei vanaf 1563. In het jaar 1563 begint immers „Het korte Cronycxken" in de oudste editie die van de Enkhuizer compleet en vrijwel ongeschonden bewaard bleef, die van 1686. i Hoe dan ook: het is volop tradi tie dat in dit nog altijd handige boekje de klok slaat en dus blijft ook de korte kroniek gehandhaafd. Tegenwoordig „beginnen we met jaar 1900" en wel op 16 oktober: de verloving van koningin Wilhel- mina en hertog Hendrik van Me- cklenburg-Schwerin. Met Enkhuizen intussen heeft de ze almanak niet zoveel te maken. Weliswaar vernemen wij dat Jo annes Stichter, de eerste uitgever, een uit Enkhuizen afkomstige boek handelaar was, maar hij vestigde zich later, aan de Kalverstraat in Amsterdam, en daar kwam de al manak vandaan. Die bleef desal niettemin naar Enkhuizen heten omdat de watergetijdentafel ook al een vast programma-punt toen met de hoogwaterstand van Enkhuizen begon, destijds een veel belangrijker haven dan Amsterdam waar men altijd voor pampus lag. Amsterdam, terwijl de laatste tien jaar de Enkhuizer uit Apeldoorn komt, nog altijd onder de beproef de vlag van de van ouds vermaar de Erve C. Stichter. Als het waar is dat „Almanak" van het Arabische Al Manakh komt hetgeen letterlijk „het klimaat" kan betekenen, is daarmee het treffende kader geschetst voor het onderdeel waarmee de Enkhuizer Almanak vooral zijn vermaard heid heeft gevestigd: de weers voorspelling. Dat is al zo in het exemplaar uit 1686, dat bovendien de methode van wijlen de heer Chr. A. C. Nell aangaande het be rekenen van de afwijkingen van de normale maandtemperaturen, waarbij elke maand in drie deca den wordt verdeeld en in elke de cade ommekeer dagen vastgesteld, al dan niet met een „diepe inzin king". Op de resultaten van deze me thode blijft de firma die van de Gebroeders Van Staden is overge- Tot 1800 toe bleef de almanak een uitgave van de familie Stich ter. Jn dat jaar trouwde een meis je Stichter met ene Van Staden, en bracht het publicatierecht als erfe nis mee. Ook de Van Stadens zijn nu dood, maar de firma bleef be staan en droeg de almanak voort, eerst in 1893 van Amsterdam naar Haarlem, in 1948 weer terug naar nuttige wenken voor vissers bevat. Zo begon het jaer ons heeren toen „Met vriese". Cabeljaeuw goet", op 8 januari vervolgd „Met snee. Sprot goet" om op 12 juni aan te komen bij „Met Hette. Kar pers goet". «a lijkt het op zichzelf niet zo'n moeilijke gok on. in januari sneeuw en ijs en in juni warmte te voorspellen, maar ir de tegenwoor dige Enkhuizer berust het vooruit zien op een eigen fabrieksgeheim, bleven terecht trots. Om maar eens wat te noemen: Duitse en Engelse meteorologen voorspelden vorig jaar december, dat januari 1969 een koude maand zou worden. De Enkhuizer daaren tegen sprak zwart op wit van een gemiddelde maandtemperatuur die vrij belangrijk boven de normale zou liggen, zonder lange vorstpe riode dus. En wat gebeurde er? De Enkhuizer kreeg gelijk. Alle aan dacht dus ditmaal voor de pagina's 90 tot 95 met temperatuur voor spelling voor het jaar 1970. Hier worde slechts een tipje van de sluier opgelicht: een koud voorjaar een mooie meimaand juni en juli meer wisselvallig dan constant warm, augustus koeltjes- maar een mooie herfst en een zachte, ver moedelijk stormachtige november- maand. En hoe dat dan allemaal precies over de maanden verdeeld is, leze men in de goeie ouwe Enk huizer zelf, die ook een yan de zeer weinig kalenders in dit land bevat met alle heiligen er nog op: St. Laurentius, de patroon van de koks en Sinte Clara, de patronesse van de televisie, St. Vitus, patroon van de dans, Sacramentsdag (zon nig, warm) en de heilige Isidorus (opklarend, zachter, later regen). Een mooi boekje dat rustig zijn gang gaat op de maat van de eeuwen en zich van de dagelijkse ijdelheden niets aantrekt. In 1941 drukte het dan ook de verjaarda gen van het koninklijk huis af, in 1942 de getijtafels van de Neder landse kust (toen als aeer geheim beschouwd) en werd deswege bei de malen in beslag genomen, een censuur, die achter het net viste, omdat de Enkhuizer in de boek handel was weggevlogen. In 1943 werd de papier-schaarste als wapen tegen de Enkhuizer ge bruikt, maar in 1944 was-ie er weer, op van de Duitsers achter over gedrukt papier, hetgeen tot confiscatie van het bedrijf leidde. Een dwaasheid natuurlijk want de Enkhuizer overleeft alles. Inde vorige eeuw diende deze almanak ook als voertuig, wanneer de maat schappij tot nut van het algemeen haar „mengelwerk" onder een groot publiek bracht zoals vele leerzame en vermakelijke zang stukjes. Aldus had in 1844 de Enkhuizer Almanak de primeur van een lied, dat nog altijd uit ons volk opstijgt op de grote dagen van het vader landse voetbal, het „triomfantelijk lied van de zilvervloot" van dr. J. P. Heye: zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen gewonnen. Dat was toen, maar wat is er nu? Heel veel, waaronder nuttige infor matie, door P. Boomsma onder de forse titel „Lastig en vies", waarin opnieuw, zoals in 1967 en 1968 „en kele lastposten de aandacht krij gen", gelijk daar zijn de steekmug, de museumkever, de oorworm („er zijn geen gevallen bekend dat een oorworm bij iemand in het oor was gekropen en de naam oor worm berust dan ook nergens op") de pissebet („ook wel genoemd steenmot, keldermot, platte zeug, kelderzog, muurluis enz."), de bruine rat en de zwarte rat. Wij herhalen: een zeer mooi boekje, een waardige Nederlandse nazaat van de eerste almanak „Pro annis pluribus", die Georg von Purbach juist vijf eeuwen ge leden in Wenen uitgaf. En zelfs een advertentie voor de oprechte Haarlemmerolie van 4669 ontbreekt bij deze nazaat niet. HEEMSTEDE (KNP) „Ten aanzien van het te voeren be leid met betrekking tot de ont koppeling van ambt en celi baat dient niet de haalbaarheid voorop te staan, maar de ur gentie waarmee het zich in de Nederlandse kerk aandient". Aldus een „handreiking" voor de plenaire januarivergadering van het pastoraal concilie, ten aanzien van „beleidsmomenten betreffende ontkoppeling van ambt en celibaat", die is opge steld door een redactie-commis sie van het onlangs in Doorn gehouden priesterberaad. Taak van de commissie was het in Doorn besprokene in handzame stellingen aan de plenaire ver gadering aan te bieden, even wel buiten verantwoordelijkheid van het episcopaat. De commis sie bestond uit J. Grieperink, B. Peters, O. Terreegen, L. ter Steeg en N. 'Vendrik. De commissie noemt drie mogelijkheden tot ontkoppeling en tot vrije keuze van onge huwd zijn: 1. Degenen, die zich aanbieden voor het ambt, niet meer vooraf verplichten tot aanvaarding van het celibaat. 2. Gehuwden, roepen tot het priesterschap. 3. Priesters, die willen huwen of gehuwd zijn handhaven in het ambt. Men bepleit dan te beginnen langs de weg van de urgentie, hetgeen inhoudt dat aan toe komstige ambtsdragers geen verplichting vooral tot celibaat gesteld wordt. De mogelijkheid van vrije keuze moet open blij ven en als iemand ervoor kiest moet dit aan de gemeenschap bekendgemaakt worden. Voor de huwende of gehuwde pries ter moet de mogelijkheid blij ven om in ambtsbediening ge handhaafd te blijven. Het ver dient volgens de commissie voorkeur deze ambtsuitoefening niet automatisch te continueren omdat er een andere verhou ding ontstaat tussen ambtsdra ger en lokale kerk. Grote waarde hecht de com missie aan de begeleiding van de gelovigen door bisschoppen en priesters, vooral van diege nen voor wie een gehuwde wordt aangesteld. Het bisschoppelijk beleid zou er als volgt moeten uitzien. Na 13 januari, wanneer de maan delijkse bisschoppenvergade ring wordt gehouden, beter nog tijdens de plenaire vergadering, zouden de bisschoppen bekend moeten maken: een eigen beleid te voeren inzake de celibaatskwestie in functie van de Nederlandse si tuatie, de lijnen waarlangs zij dit beleid wensen uit te voeren; de tijdslimiet, waarbinnen zij dit willen verwerkelijken. De commissie besluit de „handreiking" met de opmer king dat „in collegialiteit met - en in vertrouwen aan de bis schoppen de ambtsdragers wor den gevraagd geen voldongen feiten te stellen tot de datum, waarop het bisschoppelijk be leid uitgevoerd gaat worden". (Copyright De Stem-Het Parool) (Van een onzer verslaggevers) UTRECHT „Ik ben een groot voorstander van een wereld-ont- wikkelingsraad, waar de stromen uit de arme landen en die uit de rijke landen samenvloeien. Zo'n raad zou de ontwikkelingshulp moeten evalueren en controleren. De president van de Wereldbank, de heer McNamara, heeft mij ge zegd dat de Wereldbank bereid is te fungeren als het apparaat dat de evaluerende en controlerende taak uitvoert. Uiteindelijk moeten wij naar een onafhankelijke we reldraad voor ontwikkelingshulp koersen, een raad die jaarlijks rapporteert aan de Verenigde Na ties". Dit heeft de minister zonder por tefeuille, drs. B. J. Udink (ontwik kelingshulp) verklaard in „Ruim Zicht", het blad van het N.K.V. Vol gens de minister lijkt op de lange duur een succesvolle ontwikkelings politiek zonder een wereldraad on mogelijk. Drs. Udink meent dat de Wereldbank een grote rol kan spe len. „Het probleem is eigenlijk dat de wereldbank nog niet door alle ontwikkelingslanden kan worden ge accepteerd als „hun" bank, maar juist daarom zou een onafhankelijke wereldraad een groot goed zijn." Minister Udink oordeelt dat het onafwendbaar is dat de kioof tussen arme en rijke landen voorlopig nog aanzienlijk wordt vergroot. „Zelfs (ADVERTENTIE) als de relatieve groei van de arme landen tweemaal zo groot zou zijn als die van de rijke landen (wat zeer moeilijk te bereiken is) dan zou de afstand tussen rijk en arm toch groter worden. Tien procent van de honderd is nu eenmaal in ab solute cijfers minder dan vijf pro cent van duizend. Het ontwikke lingsproces moet er vooral op ge richt zijn de wanhoop over het niet- groeien uit te bannen." (Van onze correspondent) NIJMEGEN Ten on rechte wordt de jeugdorga nisatie Nederlandse Gidsen hier en daar nog gezien als een geleidelijk wegkwij nend en vooral nog op het platteland opererend res tant van het rijke room sche leven. Dit blijkt uit een sociologisch onder zoek, dat in opdracht van deze organisatie is verricht door mej. M. Mannaerts, als haar doctoraal stage in de sociologie aan de katho lieke universiteit, waarvan dr. Marsman de leiding heeft gehad. De resultaten van het onderzoek zijn neergelegd in het rapport „Gidsen laten zich gidsen". Aanleiding voor het on derzoek was vooral het feit dat de jeugdorganisatie na genoeg geheel is aangewe zen op het werk van vrij willigers, die gemiddeld slechts twee jaar in de or ganisatie blijven, met alle communicatie- en besluit vormingsproblemen van dien- Dit snel roulerende medewerkersbestand en problemen van jeugd en gezin in deze snel verande rende samenleving, schiep rechtstreeks de behoefte aan betrouwbare informa tie over opvattingen en wensen van de medewer kers. Van de totaal 4000 vrijwilligers (voor 33.000 kinderen) heeft ongeveer de helft het enquêteformu lier ingevuld. Uit de aldus verkregen gegevens blijkt, dat bij het jeugdwerk het vormings aspect is verdrongen door het spelaspect. Men wil niet primair opvoedend be zig zijn, maar de kinderen een plezierige spelmiddag bezorgen. Dat daardoor in direct een bijdrage wordt geleverd aan de persoon lijkheidsvorming van het kind, wordt natuurlijk niet als bijkomstig beschouwd. De meeste vrijwilligers blijken voorts argwanend te staan tegenover de offi ciële formulering van de zogenaamde wet en de be loften, de vlaggenparade en het uniform, dat door gaans toch ook niet meer collectief wordt gedragen. Per week wordt door de medewerkers in totaal zo'n 20.000 uur geheel koste' loos aan het jeugdwerk be steed. In verschillende kringen bestaan deson danks wachtlijsten voor de kinderen, waaruit blijkt dat er nog steeds een groot leidsterstekort bestaat. Ruim de helft van de vrijwilligers vindt het be staan van de specifiek ka tholieke jeugdorganisatie eigenlijk ovemouig. Het exclusief katholieke karak ter is dan ook te vervan gen door een grote mate van openheid, zowel met betrekking tot de leden als de samenwerking met an dere organisaties. (Van onze Parijse correspondent Lucas Kleijn) U/IJ praten de laatste dagen in Pa. rijs niet ..Heen over de griep en over het schandaal dat het mini- sterie van gezondheid niet bijtijds heeft gezorgd voor vaccin maar ook I over het schandaal bij de Pa-rijst abattoirs van La Villette. Alle Parijse ochtendbladen staan er vol van. In het weekeinde zijn je vermeende schuldigen bij de Parijse I gemeenteraad op het matje geroepen I want de kosten van La Villette, aan- I vankelijk geraamd om 250 miljoen frank, zijn zondag gestegen tot 1 mil. jard. De autoriteiten hebben ons over La Villette gouden bergen beloofd. Het zou een abattoir worden noj veel en veel moderner dan de slacht- huizen van Chicago. Er kwam zo goed als geen mensenhand meer ac» te pas. Alles aan de lopende band. Op drukke dagen gingen 1600 oi- sen, 1440 kalveren, 4000 schapen es 1500 arme varkens naar het hierna maals van de dierenwereld. Er zon den komen: drie lopende transport banden voor 70 tot 90 ossen per uur, twee transportbanden voor 300 scha pen per uur en dan was er ook nog een band voor 300 krulstaarten ieder uur. Machinaal werden de karkassen aan stukken gesneden, leder brok vlees werd automatisch geuiogen en naar de koelkasten getransporteerd en als de sluitingsklok sloeg, hadden computers alle facturen uitgeschre ven en wist men op de centime nauwkeurig wat een kilo vlees zo» moeten kosten. Buitenlanders, schreven de Franse bladen geestdriftig, waren naar Le Villette komen kijken en wisten niet wat ze zagen. Je kon van de grond eten! Die Fransen toch! Laat ze maar schuiven! Dat de oude slachthuizen verdwe nen, was hard nodig, want die ia- teerden nog uit de vorige eeuw, toen Parijs maar twee miljoen mensen telde. De bouw van het eerste plan in 1961 was geschat op 250 miljoen frank. Een jaar later werden het er 350. In 1965 600 en thans zijn het er 1 miljard frank. Viermaal zoveel. Ook dat being zal ver worden overschreden, want men is in La Villette nog steeds aan het bouwen en moderniseren, kier jaar bleek dat men ruimte tekort kwam, zodat in de hoogte of in ie diepte moest worden gezocht, wat niet uit de breedte van de geraamde 60 ha kwam. Vergeten was onder meer een par keerplaats te bouwen voor 1400 auto mobielen en vrachtwagens, waardoor de begroting andermaal met 14 mil joen moest worden overschreden. Dt minister van Financiën sputterde toe! hevig, maar wat kon hij tegen vol dongen feiten anders doen dan er zich bij neerleggen? Dat alles is nog niet het ergste, lang er nog belastingbetalers zijii de nood niet aan de man. Maar hel vervelende is dat de nieuwe slacht huizen van La Villette niet rendabel zijn door allerlei omsta waar de leek geen kijk op heeft. Dt een zegt: Frankrijk produceert niet genoeg vlees. Een tweede zegt: ie Fransen eten veel te weinig vlees. 6 een derde beweert dat de perfect!i met inbegrip van de hygiëne in U Villette zover is doorgevoerd dat <je kostprijzen veel en veel te hoog tij geworden. In de provincie, niet heel ver van Parijs vandaan, tnerke» abattoirs op een veel goedkopere h- sis, zodat de slagers La Villette B«» laten liggen en elders laten waar het veel goedkoper is. Men overweegt thans diverse mo gelijkheden om La Villette rend» te maken. Bijvoorbeeld om het vit van La Villette te voorzien van e»» speciaal label. Maar wie zal i ken, gezien het kleine aantal w- troleurs waar Parijs over of een slager niet met die la knoeien. Een ander plan is deel van de markt van fruit groente reeds overgeplaatst van oude hallen naar het nieuwe ten zuiden van Parijs, terug te naar La Villette en van La ViM een grote supermarkt te m» voor levensmiddelen. De komende dagen en weken de Parijse gemeenteraad 4?®* j vergaderen en beraadslagen, De J> gelijkheid is geopperd dat de #W' nistratie van La Villette de eet komende jaren niets zal a/scW'I omdat alle inrichtingen fonkelw1"- zijn. Ook is aan de gemeente van gevraagd voorlopig het water l te leveren. Waar de directie W waterleiding natuurlijk niet denkt, want daar zit men met e begrotingsmoeilijkheden. Intussen troosten wij ons in dat wij het evengoed z°.met,l\ kunnen dan Chicago, al is hef veel en veel duurder. Dat z8B Ai een paar weken geleden fli weet gekomen met de stroom van atoomcentrales, y?" J[| centrales werkten voortreffen11- J dereen uit het buitenland stone met open mónd naar te kijken, m de stroom in andere lan^n.l stukken goedkoper en aer" {i kwam de Franse industrieel internationale concurrentie mei trekschuit achteraan. Maar waarom zouden wü kerstdagen door La Villette vergallen? 13 cv AMSTERDAM Wer. de Amsterdamse zesda; „Als ik het op twintig „mag ik niet ontevrede de boeg, staat Ottenbos zo beroerd voor als hij op het leidende koppel vreden zijn. „Harm Ottenbros", zegi Hij valt me alles mee. I baan, maar hij trekt zij De Hoogerheidese adel: evenmin ontevreden. De ten op een gunstig eindri deze Amsterdamse zesda; men hem bijzonder gel wat stroef verlopend debj piste. In zijn eerste zesd van Miinsiter, eindigde hij den. In Zürich waren het „Maar", attendeert Har bros: „In Zürich heb ik aan gedaan. Ze wilden me len wat ik vroeg. Op aandr Peter Post deed ik toch r méér om te trainen dan o lijk te koersen. Ik spande en beschouwde het alleen bereiding op Amsterdam." In zijn derde zesdaagse h; Ottenbros ook zo goed als zijn angst voor het gejakl piste verloren. „Ik ben raief als voor ik aan die zesdaags Het went dat gemanipul; soms wordt het me toch wl benauwd als ze zo vreselij; keer gaan. Dan kan ik he; niet zo goed meer bekijkei Als Harm Ottenbros ove; Keer gaan spreekt, noemt adem de naam van Peter die op kop komtzuch Ottenbros ontkent dat P net pelototf tegen Duyndam opzette. „Weet je", zegt hij ster en Zürich had ik ook gevoel dat ze me niks g„ dacht ook steeds: ze ziltei een vervelende manier Maar toen ik eens goed gin ken ontdekte ik dat het ge; mezelf lag. ik reed slecht, het met Duyndam en Eugen gens mij ook. Die gingen s zien omdat ze niet meekom ze wilden." Harm Ottenbros' plaatsge; né Pijnen bezet in het KL een wat lagere plaats. Met d Jmi Daler als koppelgenoot achtste op negen ronden. Pi het begin had ik het te mi ben nu ruim een maand in dienst en al die tijd zat ik nuut op de fiets. Ik kreeg g stemming om te trainen. V dag van deze z joelde ik dat gemis aan cont- Het was toen alsof mijn be stenen zaten, zo zwaar. Ik na twee jachten bijna in elk ellende." René Pijnen mocht van de re autoriteiten omdat hij vi oproep het contract tekende, ook een overeenkomst aangi ae zesdaagse van Bremen. M or met hem gaat gebeuren wee zaken zijn afgewikkeld) wet bekend. „Ik heb er ge an zegt René Pijnen met e ^r?-i angstige spanning K me Seen mede' geven ben ik als wielrenni IHift n UltSeschakeld en da rt l r?e ,ater amper weg te "eb er trouwens nu al v keniA18 wielrenner moet je nmg houden met je voedii SDroU*3^ ar kan in dienst 2 d weinig van komen. couro,36 uat het ex?erceren coureur betekent! Steeds m is J-"6? ?P de Sr°nd stamp S7tehebbne^liik'datkUn^ Overplaatsing e *e"é p'jnen bezint zich carrier "I u m°selijkheden flor. als beroeps wielrenne stanff" °°pt daarbij in - Am op overplaatsing kazer JuIiana van 4 gernlTf* naa.r een TVestbraba comrn "Als ik dan boven. commandant tref die heg Gaan de dagen na 1 jn niet zoetjes-aan lengen? itiuari V'agtmans: „De groo veel nn's maar mi1n forme 1 onder geleden".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 14