m
m
au
God beware me voor
luizen in mijn huis"
n (of) B )|RECTEUR HUIS VAN BEWARING BREDA:
HUIS VAN BEWARING
is meer een
HUIS VAN VERBOUWING
)5ENDAAL
'1STE
NGERE
RS(STERS)
lachen
apostelkop
klacht
■IN - HULST
)0 t/m 1.30 uur
EK'
mpenfabrieken
Sescheiden
20;
DE STEM VAN ZATERDAG 13 DECEMBER 1969
21
activering van geestelijk
ermijn
komen, afhankelijk van
erwacht dat zij in samen-
oor een prettige sfeer in
Iragen.
per maand, exclusief on-
kelijk van opleiding en
isting in aantrekkelijk ge-
een pré-klinische periode
naar huis
ksfeer te kunnen vinden
ke sollicitatie, tegemoet,
vertuigen van de goede
directie,
en medewerker van
uime inwerkperiode in
verrichten op het ge-
PERSONEELZAKEN,
organisatie op ons hoofd-
verse afdelingen nog enig
atsen. Diegene die interes-
uncties gelieven zo spoedig
Wij vragen:
ntie.
loekhouding.
ens van 9 tot 12.30 uur en
srdags vrij. Eventuele reis-
aan: afd. personeelszaken
J kunt ook telefonisch co
140.
8 postbus 4
Nederland telt momenteel on
geveer 3.400 gedetineerden. Bel
gië 6.000; Denemarken 3.300; Eh-
jeland 33.000 en Frankrijk 35.000.
In bevolkingsverhouding bete
kent dat, dat die landen drie- tot
vijfmaal zoveel gedetineerden
hebben als Nederland.
Van de 3.400 Nederlandse ge
detineerden zijn er 600 ter be
schikking van de regering ge
steld (tbr). Ruim 1.200 zitten een
gevangenisstraf uit en ongeveer
1,600 verblijven in voorarrest.
Ten opzichte van het totaal is dit
laatste aantal relatief hoog. Van
de Nederlandse gedetineerden
komt 70 tot 75 pet. nooit verder
dan het Huis van Bewaring
(HvB); dit als gevolg van het
Nederlandse berechtingssysteem.
Preventieve hechtenis betekent
in feite voor velen ernstige vrij
heidsbeneming. Van de bevolking
van de HvB's „zit" 80 pet. pre
ventief.
In de HvB's worden tevens de
korte vrijheidsstraffen (tot en
met drie maanden) ten uitvoer
gelegd. Ook volgens het ministe
rie van Justitie is deze toestand
volkomen onjuist. Het is in strijd
met alle internationale overeen
komsten gevangenisstraffen in
HvB's te laten ondergaan. Intern
geeft het herhaaldelijk aanleiding
tot moeilijkheden. Zeventien pet.
van de bevolking van de HvB's
in Nederland bestaat uit kort
gestraften.
Voor jeugdigen bestaat de mo
gelijkheid om een korte vrijheids
straf in het Penitentiair Trai
ningskamp „De Corridor" in Zee
land (N.B.) te ondergaan. Bin
nenkort zullen plannen worden
bekend gemaakt voor nog een
dergeiük kamp (gesticht).
De conclusie kan luiden, dat de
Huizen van Bewaring hij het ge
vangeniswezen kwantitatief een
belangrijke plaats innemen en dat
iedereen het er over eens is dat
veel te veel kortgestraften in de
HvB's zitten.
JEN HAAG/BREDA - Voor
wat betreft de houding
an het Nederlandse volk
agenover de gevangenen
«hun behuizing) zou men
linnen stellen dat de wil tot
«zinning en een daaruit
«ortvloeiende vernieuwing
is. Men is tot de ontdek-
ling gekomen dat de Huizen
ijn Bewaring, gevangenis-
«(i, rijksasiels enz. niet op
andere planeet staan,
saar midden in de gemeen-
diap. De overheid probeert
met haar tijd mee te
gaan. „We leven in een pe-
iode, waarin de zaken wor-
enopengegooid", aldus dr.
van der Grient, adjunct-
directeur van de Directie Ge
vangeniswezen van het mi
nisterie van Justitie.
Té lans kennelijk heeft het volk
li weinig voor zijn gevangenen over
laad. We kunnen wat dat betreft
it Nederlandse Huizen van Bewa
ils voorbeeld nemen. De meeste
!jji teen 1880 en 1900 gebouwd.
Niathidige maatstaven zijn ze vol-
%n uit de tijd. In een groot aantal
JM's wordt permanent verbouwd.
Het Bredase Huis van Bewaring be
dilt uit een oud geraamte met ver
killende nieuwe „lappen". Som
ite gedeelten zijn blinkend nieuw,
"toe viesbruin van ouderdom. De
praktische uitvoering van de plan-
M, die zijn voortgesproten uit alle
'«de wil (de nieuwe Beginselenwet
het Gevangeniswezen) heeft
«ifen nieuwe problemen geschapen.
Nederland mag t.a.v. zijn gedeti-
tttrden-bestand gerust het „peniten-
Wirtschaftswunder" worden ge-
Momenteel telt het circa
™0 gedetineerden. Er is een ge-
teruggang van het aantal en
heeft invloed op nieuwbouwplan-
:<n. Dr. Van der Grient zegt daar-
jj*®: ,.We hebben plannen genoeg,
■ar de maquettes staan langzamer-
°P instorten".
ander, belangrijk en frustre-
»4 element in en rond de wereld
ari de HVB's is het (chronisch) ge-
as aan personeel (bewaarders).
:er de gevolgen van deze en ande
facetten hebben wij een gesprek
Jj f16' de keer Van der Grient
"e heer P. N. Stomph, directeur
til van Bewaring in Bre-
luet tc verwarren met de straf-
.«vangenis, „de Koepel".)
Htt gebrek aan bewakingsperso-
j, Wamt op vele terreinen. De heer
»mph wil niet eens zeggen hoe ver
personeelsbestand onder de nu
ll'1.s'erkte ligt. „Van de onder-
Ketting gaat een indirekte invloed
»t op het regiem en de mogelijkhe-
alle gebied", aldus de Breda-
™ecteur. Hij moest met minder
,;?en meer uren maken. Ultimo
hedroeg het landelijk tekort aan
Waarders 89 op een totaal van 1574
a»)"6 c'^ers waren met beschik-
Ten opzichte van het landelijk ge-
e zitten in Breda meer gede-
wegens geweldsdelicten.
van chocolade paaseieren en -kippen.
De grote papierbewerkingszaal fun
geert tevens als kerkzaak
Twee keer per week kan men de
sleur onderbreken met drie kwar
tier sporten. Men kan slechts een
maal per week douchen; de huisre
gels spreken nog van „de wekelijkse
wasbeurt". „Eenmaal schijnt de
overheid genoeg te vinden. Het aan
tal keren moet men ook afmeten te
gen de beschavingsachtergrond", al
dus de heer Stomph. Wanneer ie
mand gewoon werk doet, krijgt hij
één keer in de week schoon onder
goed.
„Ontspanning" is in het Bredase
HvB een groot woord; het personeels
tekort toont ook op dit punt zijn scha
duwkanten. De gedetineerden krij
gen éénmaal per week per groep een
„recreatiebeurt" (dammen, schaken,
halma, tafeltennis, stratego).
Een eigen tv-toestel heeft het HvB
niet. De heer Stomph: „Bij grote ge
beurtenissen halen We er een In huis.
Voetballen is zo'n evenement. Het hu
welijk van prinses Beatrix hebben we
helemaal laten zien en mocht er on
verhoopt iemand van het Koninklijke
Huis worden begraven, zullen we dat
ook laten zien. Ik moet een beetje
voorzichtig zijn. Ik kan niet alles aan
deze onrijpe geesten voorschotelen".
De heer Van der Grient vult aan:
„U moet er rekening mee houden, dat
er geen mogelijkheden zijn om opge
roepen emoties te begeleiden".
Vijf maal per jaar wordt een „vrij
recente" film vertoond. „We streven
daarbij de mensen eens gezond te
laten lachen", aldus de heer Stomph.
De enige informele „ontspanning"
bepaalt zich tot de gestichtsbater
nelijst" (margarine, bokking, stroop,
vleeswaren, smeerkaas, mosterd, pe
permunt, rookgerei). Voorschotten
worden niet gegeven.
Een gedetineerde, die bij binnen
komst krap bij kas is, zal moeten
gaan werken (het is niet verplicht)
om wat bijzonders te kunnen kopen
De heer Stomph zegt: „In het HvB
zijn net als buiten, ook kapitalisten"
Óver de variaties van de kantine-
lijst merkt dr. Van der Grient op:
„Als iemand graag augurkjes lust en
die staan niet op de lijst dan kan hij
toch wel een potje augurken krijgen
als hij dat zo belangrijk vindt. In
zulke gevallen kunnen uitzonderin
gen gemaakt worden". Kaviaar, zo
vertelt hij, komt voor deze uitzonde-'
ringsregeling niet in aanmerking. Ro
ken is tijdens de arbeidsuren (42,5
per week) niet toegestaan,
is tijdens de arbeidsuren (42,5 per
week) niet toegestaan.
Door de grote hoeveelheid gemeen
schappelijke zaken - van een zekere
„privacy" is in Breda, in tegenstel
ling tot reeds meer moderne HvB's
geen enkele sprake - mag een gede
tineerde maar weinig persoonlijke
bezittingen hebben. In Breda hoort
daar zelfs een polshorloge bij. Wèl
een aansteker, vulpen, foto's en elek
trisch scheerapparaat. De heer
Stomph verduidelijkt: „Men is ver
antwoordelijk voor het bezit van an
deren. Het zou vernield kunnen wor
den, men zou er mee kunnen gaan
handelen of het stelen; het zijn geen
prettige, brave jongens hier. Boven
dien valt het odium van het verdwij
nen altijd op het personeel".
Wordt er in het Bredase HvB aan
„inspraak" gedaan? De heer Stomph
is daarvoor duidelijk: „Er is niets
discutabel. De gedetineerden kunnen
voor alles bij een bepaalde chef te
recht, zoals in het huishoudelijk re
glement staat, maar de gemiddelde
2000 verzoeken.Als ik hoog schat is
vijf a zes pet. belangrijk voor de
mensen". Dr. Van der Grient stelt
daar tegenover: „Wat is belangrijk
en wat niet? Dat ligt voor een gede
tineerde heel anders dan voor ons.
Wanneer men een weekeinde lang
zonder puzzelblad zdt, is dat belang
rijk voor hem. Dat blad is zijn week
eind".
Volgens de regels van het Huis mo
gen gedetineerden „normaal geknipt
haar dragen, naar verkiezing". Dat
lijkt ons een omschrijving met dub
bele bodem., ,Met de toename van
het aantal langharige heren is dat
belangrijk geworden. Als ze met lan
ge haren binnenkomen mogen ze dat
zo houden. Maar ik laat geen apostel
koppen kweken. Een arts van de GG
D in Breda heeft me onlangs ver
teld, dat er sedert jaren weer in rui
me mate luizen worden aangetrof
fen; bij langharigen. God beware me
voor luizen in mijn Huis'S aldus de
heer Stomph.
We zeiden het al verschillende ma
len: het gedecimeerde personeelsbe
stand heeft op vele zaken een rem
mende invloed. Zo oo!k op de bezoe
ken, die voor het personeel arbeids
intensief zijn. Elke gedetineerde
mag per week één kwartier bezoek
ontvangen. Eventueel drie bezoekers
tegelijk. De heer Stomph merkt daar
over op: „De duur is natuurlijk niet
royaal. Er kan extra bezoektijd wor
den toegestaan. Maar iedere bezoe
ker praat over zichzelf en u weet,
dat het bezoek in een ziekenhuis ook
vaak al weg is, Voordat het bezoek
uur is afgelopen. Het bezoek ver
stoort de kunstmatige rust maar, die
een man hier zich eigen heeft ge
maakt.
Voor collectief bezoek is in Breda
geen ruimte; ook in de nieuwbouw
niet. Maar dat is ook weer niet zo
bezwaarlijk, omdat ze dan toch
maar naar andermans vrouw zitten
te kijken".
Kees de kater, de enige in het H.v.B. die kan gaan
en staan waar hij wil.
sn ie.uSdigen (t.m. 22 jaar) leven
»nWi n Bescheiden van de oude
taai verschillende HvB's zelfs to-
gesepareerd, maar dat is in
tta niet mogelijk. „Vroeger was
na' j ieu£d voor de ouderen
j, moest worden, maar nu
iei]„j„: speer de ouderen voor de
Hit j a 8 de heer Stomph.
'even in een HvB is weinig
d„J» NaSenoeg alles is geest-
«chrifti soePel vastgelegd in voor-
revliu „e_n reglementen07.00 uur:
114= 07-45 uur: aanvang arbeid:
«aiivaü ,einde arbeid: 13.30 uur:
beid- ni id; 17-45 uur: einde ar-
ÜehtL, uur: bedtijd; 22.00 uur:
''ean Alles wordt voor je ge-
s Morgens wordt men per arbeids-
Wds fn uur ..gelucht", 's Och
laakt eei? kwartiertje vrijge-
"liddat. 2°r koffiedrinken. Tussen de
de Mil „.I"1 de warme maaltijd op
talen. ue warme maaltijd op
Het T' ?..?vonds boterhammen,
•taat mm s. werk in Breda be-
"eriiwen inPakken van versna-
stellen V, klempotloden, het her
en tVan postzakken van de PTT
is rin?,? 8teeds - zakjes plakken.
uk bezig met het opwerken
„Kees". Een vette kat die er offi
cieel is voor „het ratvrij houden" van
het HvB. Hij leeft in een bevoor
rechte positie. Hij kan als enige vrij
elijk in- en uitlopen, zonder sleutel-
gerammel en kan naar verkiezing de
hele dag op een fraai gespreid bedje
liggen.
De gedetineerden worden m de ge
legenheid gesteld via de „huisvlijt"
creatief bezig te zijn. In Breda is
daarvoor geen aparte zaal, wat zijn
beperkingen weer geeft.
De direkteur van het HvB in Bre
da vertelt, dat hij het maximaal toe
gestane aantal radio-uren geeft. Hij
wil wel rekening houden met de lang
niet ideale omstandigheden van zijn
Huis. Maar Hilversum III en Veroni
ca gaan hem nagenoeg altijd te ver.
„Dat is een bijkomende straf; wat een
verschrikking die muziek. En de be
ïnvloeding daarvan op de mens! We
geven de twee gewone zenders, plus
banden van de Irom en een particu
lier uit Breda".
Voor een gedetineerde zun kranten
vaak het enige onmiddellijke contact
met „buiten". Alle gedetineerden
mogen de hele krant lezen. Er wor
den niet meer, zoals vroeger, stuk
ken uitgeknipt. Dr. Van der Grient
merkt hierbij op: „Het gevangenis
wezen is in de picture. Daar ben ik
verheugd over. De gevangenis is te
los van de samenleving gezien. Maar
men moet zich wel realiseren dat bij
voorbeeld 't publiceren van brieven
die naar buiten zijn gesmokkeld, voor
gedetineerden een schokkend gebeu
ren kan zijn".
In het HvB wordt over het alge
meen heel veel gelezen. De heer
Stoinph vertelt dat de bibliotheek
„vrij aardig is gesaneerd. De jeugd
vraagt het meest naar cowboy-boe
ken. Meestal geven wij op de vijf
boeken er twee van een beter niveau.
Het blijkt dat de mensen buiten
meestal nooit lezen".
Over de honorering van de arbeid,
die een gedetineerde verricht, is het
laatste woord voorlopig niet gezegd.
De heer Van der Grient: „Een onge
looflijk probleem. De verdiensten
zijn veel te laag". Het maximale
dagloon van een HvB-klant is op het
ogenblik 1,40 gulden (alle toeslagen
inbegrepen). Feit is dat een gedeti
neerde alle „extraatjes" zelf moet
betalen. De meeste „extra's" staan
vermeld op de zogenaamde „kanti-
Brabander kan kennelijk slecht le
zen".
„Voorts kan iedereen zijn persoon
lijke belangen met mij tijdens het
ochtendrapport hespreken",aldus de
heer Stomph. „Wanneer iemand kan
aantonen, dat bepaalde veranderin
gen verbeteringen zijn, zal daar naar
worden gehandeld. Maar als groep
hebben de gedetineerden geen in
spraak; ze zijn trouwens geen beste
democraten".
„Op mijn ochtendrapport is het
overgrote deel van de zaken totaal
onbenullig. Ik krijg per jaar zo'n
De directeur van het Huis van
Bewaring in Breda heeft één gro
te klacht, die sterker spreekt nu
gedetineerden minder ver van de
samenleving verwijderd staan
„Onder de Bredase bevolking zijn
maar weinig personen die zich om
ons bekommeren. Van communi
catie met de Bredase gemeenschap
is geen sprake. Nu is de decem
bermaand weer aangebroken,
maar van buiten zul je geen reac
tie merken. Bedelen gaan we ui
teraard niet. In andere gemeenten
staan particulieren en groepen in
de rij om iets te mogen doen. Bo
vendien mèt niveau. Hier mag je
blij zijn als er een muziekgroep je
komt, dat eigenlijk (nog) niet eens
tot optreden in staat is, maar dat
durft te komen, omdat het „toch
maar" voor gevangenen is", aldus
de heer Stomph.
PIM GAANDERSE.
MiiMiifnu 1 I
i Het woongesticht van het Huis van Bewaring te Breda met de cellen drie-hoog. Achterin het nieuwe gedeelte.
De directeur van het Huis van
Bewaring in Breda gaat helemaal
op in de (ver)bouwkundige aspec
ten van zijn Huis. Hij heeft er zelf
plannen voor uitgewerkt.
Een rondgang door het complex
voert langs alle bouwkundige mijl
palen en -paaltjes.
Er is inderdaad veel veranderd
binnen de vier metershoge muren:
in 1960 zijn de eerste twee werk
zalen voltooid. Daarop zijn de ou
de werkruimten in het woonge
sticht verbouwd; de grote lucht
plaats, strafisoleer- en observatie
cellen aangebracht en nog twee
werkzalen met magazijnen aan de
rest toegevoegd. Vervolgens is de
voormalige vrouwenafdeling ver
bouwd en zijn een aantal nieuwe
was- en toiletgelegenheden (zeer
fraaie) aangebracht.
De nieuwe vleugel aan het woon
gesticht is iets lichter en luchtiger
dan het oude deel. De gescreende
bouwers zijn nu bezig aan een
nieuw drie etages hoog voorge
bouw. Hierin komen o.m. een re
creatiezaal met toneel en een. r.k.
cel in het oude deel van het kerkzaal. Een sportzaal staat nog
5 van Bewaring in Breda. op het verlanglijstje.
Zo zien de cellen in de verbouwde
gedeelten er uit.
De nieuwste roman van Wolkers
is, naar mijn idee, beter dan al het
vorige werk, misschien Op een enke
le uitzondering na, zoals het be
roemd geworden verhaal uit de bun
del „Gesponnen Suiker": „Dominee
met de strooien hoed". Het is een
gepassioneerd boek, vol seks, ge
weld, lach- en knaleffecten, maar
ook vol teerheid en charme.
De taal die Wolkers gebruikt is
van een zo grote kracht, dat het
lijkt alsof hij in een keer vrijwel al
les wat in de Nederlandse taal tot
nu toe verschenen is, overtreft. Het
is een verrassing te ervaren hoe ge
wone woorden en uitdrukkingen als
het ware worden „opgeheven", dat
ze nieuw zijn, ironisch en reëel,
hard en zacht, bitter en gevoelig te
gelijkertijd. De schrijver creëert dub
bele bodems, maar geeft ook het ge
voel van volstrekte eerlijkheid; hij
is ruw en bestiaal, maar overstijgt
het menselijke niet. Steeds weer
keert hij de woorden binnenste bui
ten om er alle geladenheid aan te
geven, die maar mogelijk is.
Tot de zaak explodeert. En deze
explosie komt voortdurend bij de le
zer over. Je kunt niet volstaan met
een glimlach. Wolkers brengt je in
derdaad het lachen. Maar daar
naast is hij ook in staat een gevoel
van melancholie teweeg te brengen,
waar je evenzeer niet onderuit kunt.
Schijnbaar onbelangrijke details ge
bruikt hij om de spanning en de
«feer te scheppen die hij beoogt:
een bontjasje, een dode mus, een
pan met lof, een duif, muizen, tuin
kabouters. Zulke zaken worden cen
traal gesteld, niet om de lezer af
te leiden, maar om een entourage
te scheppen voor zijn personages,
om zijn verhaal te versterken en te
verhevigen.
Ontmoeting, samenleving schei
ding, dood: langs deze lijnen loopt
de geschiedenis van de vrouw Olga
Stabulas en de ik-figuur. Of de fi
guur van Olga (de „rooie", vanwege
haai haar) een werkelijk bestaand
mens was, doet er eigenlijk niet zo
veel toe, al wordt door de opdracht
van het boek aan haar wel de indruk
gewekt, dat ze werkelijk geleefd
heeft. Het is misschien een handige
truc van de auteur om de lezer de
indruk te geven van authenticiteit
van het verslag en het is, wanneer
het dus geen „grap" is, eigenlijk
wel plezierig te kunnen geloven, dat
men niet slechts met literatuur in
de enge zin van het woord te doen
heeft, d.w.z. met een verdichtsel,
een verzinsel.
De eerste ontmoeting van de ik
figuur met Olga, vindt plaats bij
het liften in de buurt van Roermond.
De eerste heeft zich beziggehouden
met het hakken van reliëfs in het
steen van de grotten van Valken
burg tijdens een werkweek op de
academie. Hij is voortijdig vertrok
ken en is op weg naar Amsterdam.
Vanaf het moment, dat hij bij haar
in de auto stapt, begint hun harts
tochtelijke relatie, aanvankelijk
bruut en overladen met sexs, later
wat rustiger en met wat minder
vleselijk jolijt. Soms is de naam
Cremer tijdens het lezen door mijn
hoofd geschoten maar de vergelij
king met hem bleek al heel snel
erg oppervlakkig. Cremer weet im
mers nooit maat, hij weet zijn hijgen
de woordenvloed nergens tot stil
stand te brengen, terwijl Wolkers
tot een perfect evenwicht komt in
een ritmische golfslag van uitbundig
heid e,n verstilling.
Als de twee later, veel later, ge
trouwd zijn, gaat alles nog een lange
tijd op dezelfde voet door: ze gaan
naar films, luisteren naar muziek,
maken een rondreis door Nederland,
eten, vrijen, werken. Tot er ineens,
op onverklaarbare wijze, iets kapot
gaat. Noch het gestook van Olga's
moeder noch de dood van haar va
der zijn hier de oorzaak van. Tijdens
een diner in een Chinees restaurant
blijkt er een nieuwe minnaar te zijn.
Olga scheidt van hem, hertrouwt,
trouwt tenslotte voor de derde keer
met een Amerikaanse ingenieur en
vertrekt met hem naar Amerika en
daarna naar een Arabisch land, de
ik-figuur volkomen khpót gemaakt
achterlatend. Uitgeleefd keert ze dan
terug naar haar geboorteplaats Alk
maar. Ze blijkt ongeneeslijk ziek te
zijn en te lijden aan hersentumor.
Een deel van haar schedel wordt
weggenomen, het haar valt uit. Hij
blijft voortdurend aan haar sterfbed.
Tot haar dood. Hij bestelt een rode
pruik en zet die op haar hoofd.
„Toen ik haar voor het laatst ge
zien had met afstotelijker dan ze
er de laatste tijd had uitgezien
en de dokter met inij opliep door de
gang vroeg hij of hij die pruik soms
voor me moest bewaren omdat ze
meteen gekist zou worden en naar
het crematorium in Velzen zou gaan.
Ik zei dat ze hem moest ophouden.
Dat ze het zelf zo gewild had".
Hield Wolkers zich tot nu toe voor
namelijk bezig met de thema's ou
ders, jeugd en puberteit, hier schijnt
hij er voorgoed mee afgedaan te
hebben. De vaderfiguur, die steeds
werd voorgesteld als een religieus
fanaticus, komt in dit boek naar vo
ren als een goedige speelse man,
vol humoristische trekjes; de moe
der daarentegen is een feeks en een
intrigante: ook hier is dus het oude
type verdwenen. Geen religieuze
ressentimenten meer, kortom een
andere wereld, een andere Wolkers.
De kracht van de roman schuilt ech
ter niet zo zeer in de aanpak van een
ander onderwerp of een andere be
nadering van de bekende figuren
als wel (en dat zeg ik graag een
tweede keer) in de potentie die de
schrijver de taal weet mee te geven.
De metaforen die hij gebruikt zijn
zo krachtig, dat ik de neiging heb te
gaan citeren. Het is echter onmoge
lijk; iedere bladzijde staat vol prach
tige beelden en zinswendingen en
steeds weer geeft zo'n beeld je een
lichte schok. Het verhaal wordt daar
door vergroot en uitgebreid met iets
wat niet te verwoorden is, maar al
leen te genieten. Het is een gewel
dig boek. Dionysisch. Vol rottigheid,
zinloosheid humor en tederheid.
(Jan Wolkers, Turks Fruit, Meuleo-
hof Amsterdam f 8,50).
ROB VERMEULEN