louds- OERDER DEN GEBODEN 'Mens moet altijd voorgaan' "Pas als welvaart verzekerd werken aan net welznn Te veel macht in te weinig handen In** orman- nnier er ur Spiro Agnews zin en onzin DR. CORN. VERHOEVEN LANDSCHAPSBESCHERMER DRS. YAN HASSELT BURGEMEESTER v. d. LAAR \A. MAAS assistent J oord-Brabant ingsbedrijf rp MAAS strateur J ■Om een sterke pers 32 DE STEM VAN ZATERDAG 13 DECEMBER 1969 13 ütika en toiletartikelen 4, ZEVENBERGEN indiensttreding rDIENST) en jongeman in bezit iie bereid is door hard itie op te bouwen, met mogelijkheden. ik. (staat van Noord-Brabant Raamsdonk it het onderhoud van een ale weg Maasroute. :ontract; na twee jaren ilgen. Kennis van grond en herstellingen aan as- zakelijk, maar strekt tot geschreven sollicitaties evensloop, practisehe en ïen tien dagen te richten lirecteur van de Provin- ord-Brabant, Waterstraat iiiiiiMHiimiufHiiiimnmiiHim EN WATERBOUW jrojekt te Bergen op ng zo spoedig mogelijk. an de direktie van de en op Zoom. ïka en Toiletartikelen 4 ZEVENBERGEN indiensttreding .B.A., leidinggevende Hing voor elektroni- king. gehonoreerde funktie bgelijkheden. 3p korte termijn een vooruitzicht worden t. IINGEN PFIIIwrcKi Dc...„£EJHNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGENI,,, PEIL NGEN PE'yNG|M.INiGEM PEU.I M PEILINGPW lc...a,/?l[VNG„Er,H...^E'LINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN ..PEILINGEN IK1f Ilk'NGEN PEILINGEN PEIL! PEILINGEN PnLlMr cm Ini iwrcl nn. PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN...PINGEN PEW^ PEILinitycN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGcN Ktii ingrijpende sanering waartoe de Arbeiderspers als uitgeefster van Het Vrije Volk heeft besloten, is een symptoom van de wankele eco- Lische positie waarin zich de meeste bladen met een landelijke ver- Liding bevinden. Hoewel er in het geval van Het Vrije Volk ook andere, met de oorspron- Üijke structuur van het blad samenhangende oorzaken meespelen, lijden Lmeeste landelijke dagbladen aan het feit dat hun oplagen niet even- Lg toenemen met de stijgende kosten. Een gegeven dat niet in de Lste plaats een gevolg is van de kwaliteit welke de gewestelijke dag- Lden na de bevrijding hebben bereikt. Bovendien fungeert de regionale L meer en meer als een trefpunt van uiteenlopende meningen, waar- Lrzij haar democratische functie doeltreffender vervult dan de meestal Lr eenzijdig gerichte dagbladen met een landelijke verspreiding. Dat Lit n'ef we9 de tendens, zoals die thans in de gebeurtenissen bij LVrije Volk tot uiting komt, iedereen met zorg dient te vervullen. De |imenleving is ermee gediend dat er een veelvormige en veelkleurige, ■aar ook economisch gezonde pers bestaat. Het specialisme waarmee de Btderne maatschappij functioneert maakt haar voor de gewone burger "itwij allen zijn ondoorzichtig. Een vrije, sterke pers vormt nog steeds beste controle op staat en maatschappij. Daarom zouden wij het betreu- i ils er over een aantal jaren naast de gewestelijke bladen slechts één li twee landelijke couranten van een tamelijk oppervlakkig karakter zou- L zijn overgebleven. ie omgeving Willemstad. B eden bestaan uit répara- >ud aan wegenbouwma- g al ingewerkt worden in werkplaats te Hoofddorp. B bovengenoemd adres of j wonds na 20.00 uur ■III De heer Spiro Agnew, vice-presi- dent van de Verenigde Staten, is Je laatste weken in mijn achting gestegen;- het peil is nu boven nul. De reden daarvan is niet dat tij er vrij rechtse ideeën op na- loudt, maar dat hq zijn ideeën rechtstreeks, ondiplomatiek en naar mijn smaak onautoritair uit spreekt. Dat laatste moet ik uit- .eggen, om misverstanden te •oorkomen. Als Agnew zo maar verklaart namens een „zwijgen- (e meerderheid" te spreken, ge- taf ik daar niets van. Het lijkt uij een quasi-democratische ma- joeuvre van vrij laag allooi. Maar is deze manoeuvre autori- !iir of is ze daarentegen links? Namens wie spreken de journa listen die hij in een berucht ge worden rede uitdaagde uit hun ivoren torens te komen. Dat is iu precies de vraag die Agnew stelde en ik kan in het stellen van een vraag met de beste wil van de wereld niiets autoritairs tien, ook niet als degene tot wie te gericht wordt er geen ant woord op kan geven. Ik begrijp wk niet hoe allerlei kranten on middellijk de persvrijheid in ge vaar zien na zo'n uitlating. Ik kan in die paniek eigenlijk alleen maar een poging zien om van een lastige vraag af te komen en het terrein van de discussie te verplaatsen. Niet alleen lijkt het ondenkbaar dat in Ajnerika de ïersvrijheid bedïeigd zoti worden' tor niet-commerciële maar b.v. (tltieke machten, maar boven in heeft Agnew te weinig macht «werkelijk een dreiging te vor- <ffl, Hij heeft dan ook volstrekt "iet met censuur gedreigd, en ders is dan die vrijheid te be strijden. Agnew heeft kennelijk een vruchtbare tekstschrijver tot zijn beschikking, want niet lang na zijn rede „tegen de pers" kwam hy met een ander nummer voor de dag, zijn „tien geboden tegen het protest", een nogal sarcasti sche tekst, waarin de proteste rende jeugd een spiegel wordt voorgehouden: gij zult uw tegen stander niet toestaan te spreken, gij zult iemand van boven de der tig niet vertrouwen, gij zult al leen maar totalitaire helden aan bidden etc. Ik vond het nogal geestig, eerlijk gezegd, en voor een autoriteit erg persoonlijk, eer der kwetsbaar dan autoritair. Maar dan lees ik in de Volks krant, dat zo'n optreden getuigt van haat ten opzichte van de jeugd en dat zoiets het begin is van de totalitaire ellende. Dat kan ik moeilijk geloven; totalitaire leiders beginnen altijd met de jeugd te veroveren en te flikflooien. Agnew doet dit niet. Maar hoe kan de Volkskrant (6 dee, 1969 bl. 9) op grond van geen andere gegevens dan de wat grimmige tekst van Agnews ca baretnummer dit schrijven: „Uit de tien geboden blijkt opnieuw, dat Agnew het bloed wel kan drinken van iedereen die tegen de huidige maatschappij protes teert. Eerst heeft hij het een paar keer met banale scheldwoor den geprobeerd Dat heeft niet geholpen. Waarna Agnew op het briljante idee kwam zich op één lijn te stellen met de god der christenen. Agnew dei qui tollis peccata mundi". Het staat er al- tó is my een geweldig raadsel waarom zoveel mensen in zijn woorden die dreiging hebben be- iisterd. Ik voor mij hoorde daar- alleen maar een uitdaging tot j® openlijk debat, gevolgd door 'e boven aangehaalde vraag. Men er kennelijk niet aan gewend 'at autoriteiten iets terug zeggen W dat ze daarbij ook eens agres sief worden en er niet diploma- tol! omheen staan te draaien. Vat die vrijheid van drukpers betreft meen ik, dat die in onze de Amerikaanse samenleving torstens even sterk vastzit aan 'e vrijheid van onderneming als e® een diepgewortelde democra tie overtuiging. Vanuit zuiver «nocratische beginselen gezien ™u er eerder sprake moeten zijn i'f ee" gegarandeerd „recht op rmatie" om een uitdruk- ""6 van een moderne uitgever Sroruiken dan van vrije on- Hrl?eming op ^et gebied van de Jwpers. Dan zou het ook duide- Jüer kunnen worden, namens wie 6 Pers spreekt. Nu moeten we l hopen dat de pluriformi- t van vrije ondernemingen min meer automatisch zal leiden 'een alzijdige informatie. Maar km aspect van 6e zaak heeft hÜew waarschijnlijk even ier v^'ePt als zijn tegenstan- X i D°h in de commentaren die Sin v'n<^ 'k nergens een poging ;L vraag te beantwoorden of ze s maar als een eerlijke vraag I vatten. Zo links zijn we nu »n n'e*' 6at we aan de 2zelfspr.ekendheid van de vrije twiif!?emmg op elk gebied gaan "Melon, wat nog heel iets an- lemaal letterlijk, krachtens vrij heid van drukpers en onderne- ning. Ik maak van diezelfde vrij heid gebruik om te verklaren dat ik het een walgelijke manier van doen vind te liegen en te insinu eren. Ik hoef hier verder meneer Agnew niet te verdedigen en heb daar ook helemaal geen behoefte aan, maar ordinaire leugens, van links of rechts, lijken mij een buitengewoon slecht middel om tegenstanders te overtuigen, de vrijheid te verdedigen of een ide aal te verkondigen. Dat zal ook wel niet de bedoeling van de ano nieme auteur zijn. Kennelijk kan die het bloed van Agnew wel drinken en van iedereen die niet, niet luid genoeg of te efficiënt protesteert tegen de bestaande orde. Dat ook het protestwezen zich inmiddels ontwikkeld heeft tot het meest huidige in de huidi ge maatschappij, tot een bestaan de orde, compleet met lekker commerciële persorganen, auto ritaire leiders en alles wat er verder in een establishment maar geestdodend is, dat dit protest dus heel wat van zijn geloofwaar digheid verloren heeft, dat maakt het nu juist zo aantrekkelijk, wan neer een oudere man eens open lijk de draak durft steken met die mode en de tegenstrijdighe den daarin. Want de meeste ou deren kwijlen van begrip. En als hij dat dan niet listig en diploma tiek doet, zeurderig en bang, maar in een directe en verstaan bare taal, vind ik dat hij er aan spraak op kan maken, dat zijn woorden niet moedwillig ver draaid worden. Dat is gewoon een ku estie van eerlijkheid. 1 m J ROOSENDAAL „Dat Woens- drecht ons zo in het harnas heeft ge jaagd is omdat wij dat duidelijk zien als een aantasting van het natuurge bied. De geluishinder is ook een be langrijk punt, want die kan de wa- ■- de van het landschap bijvoorbeeld als kampeergebied aantasten, als kampeeeergeebieed aantaste maar bij ons gaat het toch in eerste instantie om het behoud van het landschap zelf". Aan het woord is drs. R. van Hasselt, voorzitter van de Stichting ons Landschap, een soort Westbrabants equivalent voor het Brabants Landschap. „Wij zijn geen ouderwetse natuur beschermers die vinden dat alles wat er groeit en bloeit koste wat het kost bewaard moet blijven. Wij rich ten ons meer naar het sociale as pect van het landschap. Natuurlijk ben ik er ook wel voor om een bos te laten staan alleen maar omdat het mooi is, maar belangrijker is de vraag of het bos zoals het daar staat mooi te zijn, ook een functie heeft voor de mens. Het landschap is het kader waarin 6e mens leeft en zich ontplooit en tegelijkertijd is het zijn toevluchtsoord voor de momen ten waarop hij moe is. Temidden van het landschap valt het hem ge makkelijker zich te indentificeren dan temidden van computers". Landschappen als belangrijke fac tor in het leefklimaat, hebben wij in ons land niet zo heel veel meer. Slechts de bossen, vennen en hier en daar wat heidevelden verdienen 6ie aanduiding. Het akkerland is door herverkaveling beroofd van zijn vroegere schoonheid. Wat er nog over is, moet dus zuinig beheerd worden en als men al eens een keer denkt: in deze streek staan nog bos sen genoeg, hier hoeven we niet op een boompje te kijken, is er de Ne derlandse Vereniging voor 't behoud van Natuurmonumenten om te pro beren daar een stokje voor te ste ken. Want een teveel aan natuurschoon of recreatiegebied heeft Nederland niet meer. Alles wat er is moet min stens gereserveerd worden voor de komende generaties. Men kan zelfs verder gaan. Men kan onrendabele landbouwgronden gaan bebossen om meer recreatieruimte, meer land schap en een beter, op menselijke schaal gebracht, leefklimaat te scheppen. Zo ongeveer luidt de me ning van een man als drs. Van Has selt. „Dat vliegveld" zo zegt hij, wijzend op de kaart die hij op tafel heeft uit gespreid, „ligt al erg ongelukkig. Het ligt midden in een aan natuur schoon rijk landschap. Verlenging van de startbaan zou betekenen dat van de Kalmthoutse heide vandaan diep westelijk Noord-Brabant in steekt, doormidden wordt gesneden. Dat mag niet want het zich industria liserende West-Brabant heeft elke vierkante meter groen nodig". De vestiging van Shell in Moerdijk is voor drs. Van Hasselt een belang rijke les geweest: „Dat Moerdijk hebben ze er even doorgedrukt, zon der enige inspraak. De Shell komt. Ie dereen op de knieëj. voor de Shell. Maar dar. komt de kater. Is er wel voldoende aan de nadelen gedacht? Geen nood, zegt men, er komt een groenstrook. Maar nu al voordat de eerste boom daarvan geplant is is de toekomstige groenstrook reeds teruggebracht tot de helft van het strook komt er toch zeker nooit „Men heeft over ons gezegd: toen de militairen op Woensdrecht zaten, piepten ze ook niet. Dan moeten ze ook nu niet gaan piepen. Maar dat is niet hetzelfde. Woensdrecht was van de luchtmacht, van de NATO Het was een landsbelang. Het was voor onze verdediging. Kijk, als ze bij me komen en zeggen: hier hebt u twee soldaten, die moeten bij u worden ingekwartierd want 't lands belang eist dat, dan zeg ik' kom binnen heren. Maar als ze met twee Turken aan de deur komen omdat die zo goed zijn voor de industrie, nou, dat gaat dan niet op natuur- lïjk". „Er is ook gezegd dat we voorba rig zijn met onze kritiek. Maar dat weerspreek ik. Al sinds het voorjaar is men bezig in alle stilte de uitbrei ding van dit vliegveld voor te berei den. Er zijn landmeters aan het werk geweest zonder dat de eigenaren van de betrokken gronden of zelfs officiële instanties als Staatsbosbe heer en de Provinciale Planologische Dienst ervan op de hoog te waren. Je kunt met dit soort zaken niet te voorbarig zijn. Ik heb al meer er varing met dat stilzwijgend werken en met het voor voldongen feiten ge steld worden. Die situatie moet maar eens doorbroken worden. Er moet inspraak komen. De mens moet prevaleren boven het geldver- dienen. U denkt misschien: hij is bankier, dus hij zal wel langs kapi talistische lijnen denken. Dan is dat hier duidelijk niet het geval". „De natuur is er voor de mens. De mens hoort absolute voorrang te krijgen en niet eens alleen in de na tuur, maar ook in de techniek, in de industrie. Jongeren vqelen dat. Zij voelen dat ze tekort worden gedaan. Je denkt dan misschien: hoe kan dat nou? Er is toch nog nooit een generatie jongeren geweest die het zo goed had? En dat is ook zo maar het zit in de prijs die voor de wel vaart moet worden betaald. De jon geren met al hun welvaart voelen zich bedrukt en bedreigd in die geïn dustrialiseerde wereld. Daarom is het voor hen, voor de mensen van morgen ook, een halszaak dat wij het natuurlijke toevluchtsoord de natuur voor hen bewaren. W. KOCK. BERGEN OP ZOOM „Jarenlang heb ik in Bergen op Zoom niets anders gehoord dan dat het zo langzaam gaat met de industrialisatie, dat de Theodorushaven een zielig bedoe- ninkje is, dat het gemeentebestuur de boer op moet. En nu dóen we er iets aan, nu zijn we de boer op gegaan, nu kómen de gegadigden voor vestiging (soms drie per dag), nu hébben we opdracht gegeven om de mogelijkheden van de vliegbasis voor de vrachtluchtvaart te onderzoeken en nu staat het volkje van West-Brabant op in hevige verontwaardiging om ons te verwijten, dat we van West-Brabant een bulderbaan willen maken. Wat wil men eigenlijk hier?" Burgemeester drs. L. J. M. van de Laar van Bergen op Zoom wordt een beetje moedeloos. Hij vraagt zich af wat de tegenstanders van nieuw leven op de vliegbasis Woensdrecht eigenlijk bezielt om op dit moment hun stem reeds te verheffen. „Diezelfde mensen of andere Woensdrecht, en een vertegenwoor- zouden waarschijnlijk even hard te diging van Aviolanda de N.V. Aero keer gaan, als we helemaal niets de den en wanneer bij voorbeeld het vliegveld Beek de KLM-vliegersop- leiding (en alles wat daar verder bij komt kijken) zou krijgen", zegt hij. En hij vraagt zich onmiddellijk daar na af, of de ingezonden brieven schrijvers en de actiegroepvormers en de landschapsbeschermers eigen lijk wei beschikken over enige infor matie over wat er op dit moment gaande is De burgemeester van Bergen op Zoom, samen met zijn collega van Woensdrecht vormend, laat geen en kel misverstand bestaan over zijn houding tegenover een eventuele nieuwe opbloei van de vliegbasis Woensdrecht: „Wanneer de onder zoekingen naar de financiële rege lingen of naar de geluidshinder een negatief resultaat hebben dan wordt er wat ons betreft over het vlieg veld Woensdrecht niet eens meer ge praat. Dam hoeft het voor ons niet meer." „Bovendien is er nog hele maal niets bekend over de organisa tie van de exploitatie van het vlieg veld Woensdrecht. Wij de N.V. Aero Woensdrecht willen daarin een vinger(tje) in de pap hebben. Als de komst van de KLM-vliegerop- leiding betekent, dat er voor anderen geen plaats meer is, dan kan Woens drecht wat ons betreft dicht blijven". Duidelijker kan het al niet.' Het idee om „iets" met Woensdrecht te doen is niet vam vandaag of gis teren. Al enige jaren geleden vonden de gemeentebesturen van Bergen op Zoom en Woensdrecht, dat er best wat meer gebruik kon worden ge maakt van de mogelijkheid om bur gervliegtuigen op de vliegbasis te la ten landen. Een mogelijkheid, die er al was, toen het vliegveld nog een militaire bestemming had. Terwijl de naamloze vennootschap, die hieraan iets wilde doen (de NV Aero Woens drecht) in oprichting was, kwam de beslissing, dat 6e vliegbasis ging „slapen". Dat had onmiddellijk consequenties voor Aviolanda, dat nu eenmaal be staat van de reparatie van vliegtui gen en dus een bemand vliegveld no dig heeft Het ministerie van De fensie was tenslotte bereid om een torenbemanning beschikbaar te stel len, maar de kosten daarvan en die lopen in de honderdduizenden guldens moeten gedragen worden door het bedrijf zelf. Die kosten door berekenen in de prijzen gaat niet: de concurrentie is daarvoor te zwaar. Het is gebleken, dat deze extra-be lasting steeds zwaarder gaat druk ken op het bedrijf. Het is duidelijk, dat net voortbestaan van dit bedrijf in gevaar komt, wanneer er niet iets gebeurt met de vliegbasis. En het gaat niet om een paar mensen: 414 arbeidskrachten zijn rechtstreeks betrokken bij de vliegtuigreparatie. De N.V. Aero Wpensdrecht, die aanvankelijk was opgericht als „af handelingsonderneming" (om burger en vrachtvliegtuigen die op Woens drecht landden op te vangen en ver der transport varf passagiers en vracht te regelen) kreeg dus nieuwe bestaansreden: behoud van het vlieg veld Woensdrecht betekent ook be houd van Aviolanda. De N.V. nam het op zich om on derzoekingen te laten verrichten naar de kansen op dat behoud: een onderzoek naar de financiële aspec ten, een naar de technische de landingsbaan zal waarschijnlijk ver lengd moeten worden en een naar de geluidshinder. Geen van die on derzoekingen is nog klaar. „We we ten gewoon nog niets", aldus burge meester Van de Laar, „en er is dus ook nog geen enkele keuze ge maakt. Het is al evenmin mogelijk om nu reeds de bevolking op welke wijze dan ook inspraak te geven. Ik zou niet weten, waarover ik moet praten". Discussie is alleen mogelijk, naar het inzicht van de burgemees ter, met mensen, die gewoon hele maal tegen een opnieuw in gebruik nemen van het vliegveld zijn. En in die discussie zal hij naar voren bren gen, wat aan het begin van dit arti kel reeds is gereleveerd. Een ge sprek met al die anderen, die zo bang zijn voor de geluidshinder, is op dit moment onmogelijk, omdat er over die geluidshinder nog niets be kend is. „Iedereen moet zich realiseren, dat een vliegveld zo dicht in de buurt een enorme stimulans te meer is voor bedrijven, die zich in Bergen op Zoom willen vestigen. Momenteel zijn er onderhandelingen gaande met een heel grote klant, die het al dan niet beschikbaar zijn van Woens drecht heel zwaar laat wegen." Bur gemeester Van de Laar zegt het nog- maal nadrukkelijk: „Het is de taak van het gemeentebestuur om te trachten alle kansen zo optimaal mo gelijk te benutten. Vliegveld Woens drecht is een van die kansen. Wat zou de bevolking zeggen, wanneer we helemaal niets hadden gedaan?" „Het is weer de oude kwestie. Gaat de keuze tussen welvaart of welzijn? Je zou het denken, als je alle opge wonden mensen hoort oreren over be scherming van de recreanten, de na tuur, de rust. Naar mijn mening is dat echter helemaal niet de keuze, die gemaakt moet worden. Het één (welzijn) is het logisch gevolg van het ander (welvaart). Je zult eerst een behoorlijke mate van welvaart moeten hebben om zelfs maar aan welzijn te kunnen denken. Waar we in West-Brabant mee be zig zijn is het verwerken van het ge voel van machteloosheid en teleur stelling, dat we steeds verder achter op raakten. Pas als die achterstand is ingehaald kunnen we ons gaan be moeien met de welzijnsbevordering." 'N I HANS LUTZ (Van onze correspondent) WASHINGTON Voor veel men sen in de V.S. is Spiro Theodore Agnew gewoon een schertsfiguur. Tijdens de campagne voor de presi dentsverkiezingen van vorig jaar, werd hij min of meer berucht door zijn vergissingen tijdens toespraken en zijn politieke misstappen, zijn verwijzing naar een buitenlandse verslaggever als „een vette Jap", zijn luchtige commentaar tijdens een bezoek aan een ghettogebied dat „als je één achterbuurt gezien hebt, dat je ze dan allemaal gezien hebt". Sinds de verkiezing is hij al te vaak veroordeeld als zijnde een spreek buis voor het Witte Huis-„Nixon's Nixon" (senator Eugène McCarthy). In de afgelopen weken is men Agnew echter gaan beschouwen als een soort symbool van het oude „McCarthyisme", tenminste in link se kringen. Zijn aanvallen op de nieuwsmedia, de belangrijke televi sie-stations en op die geweldige bas tions van de pers aan de oostkust van de V.S., de New-York Times en de Washington Post worden achter dochtig beluisterd. Zij zouden de voorlopers zijn van de terugkeer naar de verschrikkelijke dagen van de communistenjacht van wijlen se nator McCarthy gedurende de vijf tiger jaren. Dit toont allemaal aan, dat poli tieke geheugens klein of kieskeurig zijn. Op dit moment is Agnew de „kwaaie vent". Nog maar kort ge- loden was hij de populaire figuur, de liberale held die de staat Mary land van de ondergang zou redden, een geachte republikein, waar zelfs de vurigste Kennedy democraat voor kon stemmen. Agnews oor spronkelijke presidentskeuze in 1968 was Nelson Rockefeller, totdat Rockefeller die eerste, beroemde verklaring aflegde, waarmee hij uit de presidentiële race stapte zonder Agnew daarvan op de hoogte ge steld te hebben. Als men dus de recente verkla ringen van Agnew bekijkt, dan moet men op zijn hoede zijn voor het ste reotiepe beeld, dat zij opleveren. Zijn woorden zijn misschien geschre ven door een groep schrijvers in het Witte Huis. Misschien dat hij de lei ding heeft over een zorgvuldig be raamde campagne om bepaalde in vloedrijke stemmen in de nieuwswe- reld het zwijgen op te leggen. Maar het zou ongelukkig zijn, als men de argumenten van de vice-president zonder meer terzijde schoof, omdat ze toevallig uit de mond van Agnew komen. Agnew zegt, dat hij bezorgd is over de grote centralisatie van het nieuws en de meningsvorming in de V.S. Evenals in Engeland bewegen de nieuwsmedia in de V.S. zich naar een monopoliepositie. Vooral in de krantewereld is dit merkbaar. In de grote steden van de V.S. kan men niet meer kiezen tussen verschillen de kranten. In New York is er niet langer een „Herald Tribune" om de Spiro T. Agnew, de vice-presi dent van de Verenigde Staten lo genstraft een heleboel van wat er tot nu toe over vice-presidenten is gezegd, waarbij het volgende grap je wel de kern weergeeft: een vrouw had twee zonen die het huis verlieten toen zij volwassen wer den. Van geen van beide hoorde zij nog ooit iets. De een kwam om het leven op zee, de ander werd vice-president. Spiro Agnew, fors gebouwd, af wisselend joviaal en autoritair- streng, is een man waarvan we maar genoeg horen. Hij haait re gelmatig de voorpagina's in zijn eigen land en ook de buitenland se pers besteedt heel wat aandacht aan de vice-president die vooral de buitenparlementaire oppositie in zijn land, de televisie en de pers op de korrel schijnt te hebben ge nomen. De Amerikaanse pers is daar over woendend geworden en ziet in wat Agnew beweert een aanval op de persvrijheid, een vorm van in timidatie en een pleidooi voor cen suur. De politieke rol, die president Nixon zijn vice-president Agnew laat spelen mag niet al te fris zijn en ook niet zonder gevaar (aan dit aspect heeft onze redactie buiten land onlangs al aandacht besteed) maar wat Agnew over de massa communicatiemedia heeft gezegd is niet zonder meer als „reactionai re onzin" terzijde te schuiven. Wat Agnew denkt en zegt over de pers in niet alleen een zaak voor de journalist. Integendeel het is de zaak van iedere democraat, die van mening is, dat hij recht heeft op informatie. Daarom hier bij twee bijdragen over dit aspect van Agnews opzienbarende uitlatin gen. Dr. Cornelis Verhoeven zegt er het zijne van in zijn wekelijkse kolom en onze Amerikaanse cor respondent Leslie Stone wijst op wat de (reële) achtergronden kun nen zijn van Agnews tirade tegen de media. „Times" aan te vullen. In Washing ton is het de „Post" of niets. Agnew is bezorgd over de uit breiding van deze monopolieposi ties, de manier waarop dezelfde gro te maatschappij in staat is om zo wel kranten als radiostations en te levisiestations in dezelfde streek in bezit te krijgen. Alles wijst erop, dat deze macht over alle communicatie middelen met beleid door de eige naars worden gebruikt. Maar is het een gelukkige situatie? Natuurlijk was Agnews scherpste aanval gericht op de nieuwslezers zelf, die ue nieuwsbulletins zelf sa men stellen en die het ook direct voor de camera oplezen. Zoiets kent men in Nederland niet. Het is alsof de nieuwslezer van het ANP plotse ling politieke commentaren zou gaan leveren. Als men naar Agnew luistert, dan betekent dat nog niet automatisch dat men het met hem eens is, laat staan dat men hem bemint. Vele van de oplossingen, die hij voorstelt zijn belachelijk, ja zelfs gevaarlijk. Maar hij heeft de aandacht gericht op belangrijke en legale problemen. Hij uit grieven, die door een groot gedeelte van het volk gedeeld wor den en hij heeft zijn aanvallen ge richt op enige kwetsbare, impopu laire mikpunten. Agnew is daarom een politieke persoonlijkheid gewor den. Zijn aanhang in het conserva tieve zuiden en het midden-westen neemt toe. Iedereen, die Agnew een schertsfiguur vindt, heeft verzuimd naar de laatste opinie-peilingen te kijken.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 13