DOMELA NIEUWENHUIS:
VERGETEN HOOFDSTUK/
Jongeman stampt in acht maanden
oshttiem sexboetieks uit de grond
VLIEGTOCHT OP
Z'N CHINEES
Norman Webster,
PIONIER VAN HET SOCIALISTISCH
VERZET STIERF VIJFTIG JAAR GELEDEN
„ONTLUIKENDE SEX IN NEDERLAND IS EEN GOUDMIJNTJE"
ONZE NIEUWE MAN IN PEKING
Blanke slaven
Geroepene
Een stem
Ongure types
LIEDJES
RUSTPAUZE'
DE STEM VAN ZATERDAG 22 NOVEMBER 1969
K» DOMELA NIEUWENHUIS en zijn vrouw aan 't werk in hun huiskamer
te Hilversum.
Het is 1898. Kroningsjaar. Er
aat een golf van Oranjevreugde
;er Nederland. Wilhelmina, het
ine prinsesje dat met haar prille
|d, haar tere schoonheid telkens
.weer de harten verrukte, wordt ko
ningin over een feestelijk Neder
land, Vorsten uit het eigen Indië ko
men hun hulde betuigen en bren
gen geschenken, nog kostbaarder
dan die welke door het eigen volk
reeds werden aangedragen.
In statige gedenkboeken wordt
het allemaal vastgelegd en historici
van groter en kleiner formaat grij
pen de gelegenheid aan om aan te
tonen hoe fors onder Oranje de
vooruitgang wel was, d>e Nederland
vooral de voorafgaande vijftig ja
ren te zien gegeven heeft.
kranten blijven niet achter. Het
ieuws van den Dag" bijvoorbeeld
lenkt de abonnees een boek in
—jee delen: „Een halve eeuw", en
daarin zien de lezers hun eigen vlijt
en de wijsheid hunner regeerders ge
en, de bloeiende industrie en de
eldomvattende scheepvaart ge-
ligd, de werken van liefdadigheid
md, de rijkdom der koloniën
nog eens uitdrukkelijk geschetst.
jSortom, „Een halve eeuw", dit
overzicht van Nederlands groei en
bloei sinds 1848, is een zelfvoldaan
geschrift, dat de zelfvoldaanheid van
een zelfvoldaan volk nog eens extra
stimuleert.
■Maar dan verschijnt er van eerst
nog onbekende hand op dat boek een
lement- „Een vergeten hoofd-
heet het en de anonieme
.jver richt zich daarin recht-
owifeks tot de jonge koningin. Heeft
zij'dat gedenkboek misschien ook ge
lezen? Zo ja, dan zal zij daaruit de
indruk hebben gekregen alsof zij
over een soort van luilekkerland
mag regeren, „waar alles vrede en
vporuitgang ademt, waar des
avonds, als de natuur in een schoe
nen zomerdag zich kalm ter ruste
legt, ook alle burgers van Nederland
in staat zijn geweest hun kinderen te
voorzien van het noodige voedsel, en
geen enkel den nacht onder den
blooten hemel of in een krot be
hoeft door te brengen".
Maar zo is het niet! Er ontbrak
aan het gedenkboek een „vergeten
hoofdstuk", er is een waarheid, die
wen de jonge vorstin onthoudt, zij
regeert immers over „blanke sla
ven", zij representeert 'n christelijke
staat, die de ieer van „de edele
Jezus" dagelijks verloochent.
„Jaarlijks", zo barst de schrijver
van het „Vergeten Hoofdstuk" los,
„jaarlijks zingt men op het Kerst
feest te zijner eer: Vrede op aarde!
en intusschen staan de christelijke
staten met christelijke vorsten bij de
gratie Gods aan 't hoofd en met
christelijke regeringen naast zich tot
aan de tanden toe gewapend, en in
de vernieling®- en moordkunst heeft
men het tot een verbazingwekkende
hoogte gebracht. Drie millioen jonge
mannen staan in vollen vredestijd
onder de wapenen, weggerukt aan
den kring der hunnen, weggerukt
aan den nuttigen arbeid een jaarlijks
wordt daaraan uitgegeven een som
van 2000 miljoen gulden. Al3 wij elk
op een jaarlijksch inkomen rekenen
van f. 500 en op het platteland is
men blijde als men die som ver
dient! dan zouden daarvan alleen
4 millioen arbeidersgezinnen^ kunnen
leven. Elke dag kost 10 millioen gul
den, elk uur dat voorhij gaat ver
slindt 4 tonnen goud3. Zou niet de
edele menscheiwriend Jezus ons al
len toeroepen: geef mij het geld dat
verspild wordt aan oorlogsuitgaven
en ik zal eiken voet gronds op den
aardbol koopen, ik zal eiken man, el
ke vrouw, elk kind een kleeding ver
schaffen waarop koningen trotsch
zouden zijn, ik zal zorgen dat geen
kind meer gebrek heeft aan voedsel,
ik zal een school bouwen op eiken
heuvel en in elk dal de heele aarde
door, ik zal overal onderwijzers aan
stellen, die de rechtvaardigheid
voorstaan en de waarheid dienen, ik
zal als weleer alle huichelachtige
priesters en staatslieden, die het
evangelie des vredes prediken op
den kansel en in de gehoorzaal, ter
wijl hun handen bevlekt zijn met
bloed, hetzij door eigen medewer
king, hetzij door medeplichtigheid,
als onwaardige dienaren des volks
wegjagen, omdat zij spelen met 's
lands belangen en de welvaart ver
nietigen ten eigen bate. En al kwa
men al de rijk geüniformeerde
machthebbers al de grootwaaidig-
heidsbekJeeders, de borst behangen
met ridderorden, rechters en pries
ters te zanien om hem den mond te
snoeren als een opruier en verleider
der schare, hij zou hun weerstaan en
liever wederom aan het kruis wor
den geslagen dan ontrouw te worden
aan zijn roeping als mensch".
ve eeuw geleden, thans wordt her
dacht, volledig getypeerd.
De bewogen zinnen, met hun be
roep op de ware geest van een waar
christendom verraden de predikant,
maar die reeds twintig ja-ar voor hij
die zinnen neerschreef zijn ambt had
neergelegd (en hij was in die dagen
de enige niet die zich daartoe ge
dwongen zag, niet alleen omdat al
lerlei nieuw maatschappelijk inzicht
zich niet langer met de leer der
kerk verdroeg, maar vooral ook om
dat de maatschappelijke nood dier
da-gen om een andere aanpak vroeg,
dan die der vrome berusting).
De retorische stijl van het beroep
op de jonge vorstin, zo kenmerkend
voor het eind der eeuw, verried
eveneens de kanselredenaar, die Do-
mela Nieuwenhuis, ook als atheïs
tisch propagandist en ook als anar
chistisch volksmenner, altijd zou blij
ven.
Het appel zelf tenslotte herinnerde
aan een soortgelijk beroep, dat Mul-
tatuli in zijn „Vorstenschool" op zijn
koningin Louise had gedaan...-
De man, die met dit nog altijd in
drukwekkende „Vergeten Hoofdstuk"
nog eens de aandacht vestigde op
zichzelf en (meer nog) o-p de zaak
die hij voorstond, was toen aj over
de vijftig, en men zou kunnen zeg
gen dat zijn wezenlijkste rol in de
historie der Nederlandse arbeiders
beweging op dat tijdstip reeds was
uitgespeeld. Het was een uiterst be
langrijke rol geweest: Domela Nieu
wenhuis, de voortrekker, de profeet,
was en blijft de grote feitelijke pio
nier van het socialistisch verzet in
Nederland.
Tot zover de eerst nog onbekende,
die daarna in goed gedocumenteerde
hoofdstukken stuk voor stuk de toen
onmenselijke arbeidsverhoudingen in
allerlei takken van industrie be
schreef, om zich dan aan het slot
van zijn geschrift opnieuw tot de
jonge koningin te richten: „Er is al
thans één stem tot u gekomen, die u
heeft ingelicht".
Die ene stem was de stem van
Ferdinand Domela Nieuwenhuis en
met de woorden, die uit zijn inlei
ding tot „Een vergeten hoofdstuk"
werden aangehaald, is de volkstri
buun, wiens dood, nu alweer een hal-
Voortgekomen uit het milieu van
welgestelde professoren en predikan
ten, betoonde hij zich de typische ge
roepene en de lange tijd weergaloze
rebel;! nog altijd, ook n-a zijn ontwik
keling van orthodox tot modern ge
lovige en vervolgens van vrijdenker
tot atheïst, de prediker van een ide
aal, zo rijk aan messiaanse elemen
ten, dat de door hem letterlijk tot
nieuw leven gewekte Friese landar
beiders hem ala „uus verlosser" ver
eerden; lees er Theun de Vries'
„Stiefmoeder Aarde" nog maar eens
op na.
De stichter van het befaamde
„Recht voor Allen", een tijdlang
zelfs dagblad, de leider van de in
1882 opgerichte en nauw met de Eer
ste Internationale verbonden Sociaal
Democratische Bond, de persoonlijke
vriend van Friedrich En-gels, de man
die de door een ander gepleegde ma-
jestedtsbelediging op zich nam en die
daarvoor („Nieuwenhuis moet zakjes
plakken!") de gevangenis was inge
gaan, had in 1880 één jaar in de
Tweede Kamer het district Schoter-
iand vertegenwoordigd. In de hem
beledigen-d-vij-andige omgeving van
het parlement, waar slechts één me
delid, de anti-revolutionaire Keuche-
nius, hem een handdruk had waar
dig gekeurd, was Domela Nieuwen
huis geen „succes": constructieve
actie lag hem niet, van politieke
combinaties en compromissen afke
rig en zich hoe langer hoe meer van
anti-parlementair socialist tot anar
chist zonder meer ontwikkelend, zag
hij zich steeds verder uit het eerste
gelid der op-komende arbeidersbewe
ging weggedrongen.
De S.D.A.P. van Troelstra, Vlie
gen en Schaper, in 1894 als reactie
op Domeia's anti-parlementarisme
gesticht, nam de leidende rol van
Domeia's partij over en da-armee
was toen meteen een eind gekomen
aan veel prille dromen, door hem
aan zijn volgelingen voorgedroomd:
de droom van een alles revolutione
rende algemene werkstaking, de
droom van een absoluut „de wapens
neer" de droom van de „grote dag"
die eens komen zou.
Domeia's „vrij-socialistische" be
weging, met haar afkeer van die
hang naar staatsslavernij waarvan
hij Troelstra's sociaal-democratie be
tichtte, heeft zich toen in dezelfde
mate waarin de revisionistische soci
aal-democratie tot de geaccepteerde
vertegenwoordigster der arbeiders
klasse uitgroeide, tot een secte ont
wikkeld waarin een slinkende groep
de oude dromen verder droomde.
Troelstra scheen gelijk te krijgen:
de „geboren sectariër", „in zijn poli
tieke aspiraties eerlijk", maar „in
de keuze zijner middelen zonder
ethiek" en zich bovendien kenmer
kend door „een bedroevend kleine
kennis van personen en zaken",
bleek „voor partijleider volkomen
ongeschikt".
Dat was een wreed oordeel, waar
aan Troelstra dan nog toevoegde,
dat Domela persoonlijk wel een „fat
soenlijk man" mocht zijn, maar dan
één die zich door „figuren van min
der allooi", ja zelfs door „ongure ty
pes" omgaf. En daarmee tendeerde
de begrijpelijke behoefte om zich
van Domeia's politieke denkbeelden
te distantiëren, toch wel iets te veel
naar de boze onbillijkheid!
Trouwens, er zaten in het „secta-
risme", waarvan de steeds ouder
wordende Domela het middelpunt
was, toch wel een paar elementen,
hoe verwrongen wellicht ook, die de
verzakelijkte sociaal-democratie tot
haar schade nogal een-s naar de ach
tergrond placht te schuiven: de na
druk op het beginsel der persoonlijke
vrijheid, de afkeer van partijdwang,
de huivering voor te grote staatsbe
moeienis, het compromisloze anti-mi-
litarisme en de messiaanse heilsver
wachting die, hoe „onredelijk" ook,
misschien wel het beste is geweest,
dat Domela Nieuwenhuis bij de
„vertrapten en vernederen" van
zijn dagen heeft losgeslagen. „Een
man, die zich als een nagemaakte
messias gedroeg" zo heeft alweer
Troelstra Domela Nieuwenhuis ge
kenschetst. Bij d-e profeet met de be
kende Jezus-baard is echter van be
paald méér dan een „zich gedragen"
en van „namaak" sprake geweest.
Hij mocht zich dan, om de titel van
zijn levensherrinneringen te citeren,
ontwikkeld hebben „V an Christen tot
anarchist", toch heeft het „zich
broerder van Christus voelen" de
grote rebel nooit verlaten, op wiens
schrijftafel een kopie stond van
Thorwaldsens zegenende Christus,
en bij wiens crematie wonderlijk ge
noeg ook het „Angus Dei" lam
Gods dat de zonden der wereld weg
neemt gezongen werd.
Een halve eeuw geleder stierf Do
mela Nieuwenhuis. In 1919, in de
roerige nadagen van het roerige
1918. Hij had toen, geïsoleerd, tot
werken niet meer in staat, in zijn
verarming door vrienden gesteund,
feitelijk afgedaan.
Maar toen zijn lijkstoet door Am
sterdam trok, gingen daarachter
niet slechts die paar sectariërs die de
secfariër waren trouw gebleven,
maar onverwacht en ongedacht ook
die tien- en tienduizenden, die aan
hem „ontgroeid" heetten.
Maar die zich ineens herinnerden
w i e voor hen het éérste woord
gesproken had en de éérste oproep
had gedaan.
JOHAN WINKLER
nagemaakte Messias
ZWIJMDRECHT Johan Sehrechts,
een jongeman van 21 jaar uit Zwijn-
drecht, is ten mannetjesputter. In
«ht maanden tijd stampte Hij acht
tien sexboeneks uit de grond. Stuk
voor stuk florerend. De winkeltjes
staan voornamelijk in het zuidelijk
deel van Nederland. Delen van de
bevolking daar staan - voorzichtig
gezegd wat onwennig tegenover
soort middenstanders als Se
brechts. Botsende contacten met be
paalde delen van de bevolking en
politie, en lustitie-autoriteiten doen
zich in en rond de sexshops vrij re
gelmatig voor.
Het ziet er voorlopig niet naar
uit dat er een einde aan de sex-toer
van Sebrechts zal komen „We stro
pen alle stadjes en steden af om in
het centrum geschikte pandjes te
Unpen voor nieuwe vestigingen.
We hebben vergevordetde plannen
voor nog eens een tiental binnen
kort te openen winkels Deze moe
ten meer in het centrum en het mid
den van het land komen".
„Ontluikende sex in Nederland is
feu goudmijntje", meent de jonge,
tets gezette Zwijndrechtenaar. Om
zyii handel in zakelijk opzicht fris te
nouden laat hij momenteel sleutelen
aan een aantal N.V.'s. „Negen za
ken zijn mijn persoonlijk bezit. De
ande,e helft is van een sex-coöpeo-a-
tie, waar ik de stimulator van ben".
„Gelukkig vinden grote groepen
Nederlanders sex eindelijk geen vun
ze zaak meer Daar heb ik op inge
haakt", zo verklaart Sebrechts zijn
zakelijk succes. Zijn assortiment
„ik heb sex-winkels van Sin-
kei" strekt zich uit van „fel rea
listische" boeken, sexy maandbla
den dito lingerie tot aan „potentie
versterkende middelen" en speciale
condooms.
Maai- let wel, Johan Sebrechts
heeft met zijn handel ook „sociale"
bijbedoelingen: „Ik vind dat Neder
land op het vlak van de sex achter
loopt. Ik vind dat er nog te veel
mensen zijn, die sex een vieze zaak
vinden Ik wil graag helpen om hen
dat begrip ruimer te laten zien. Het
is toch een doodnormale zaak. ais
eten en drinken?" vindt Johan Se
brechts.
„Natuurlijk zijn er grenzen. We
zullen geen pornografie (wat dat
ook zijn mag) verkopen. Dat gaat
ons weer te ver".
Over het niveau van zijn lectuur
zegt hij: „De uitgevers doen er veel
aan om het te verbeteren. Een hele
boel nieuwere boeken zijn ook beter.
Bepaalde boeken, blaadjes en films
zijn vulgair. Maar het moet nog blij
ken of Nederland rijp is voor het be
ter geschreven sexboek. Naar mijn
maatstaven moet een boek in mijn
zaak een goede sexy inhoud hebben,
maar het mag niet vulgair zijn.
Hij ziet zich als een „deskundige"
op sexgebied. Toch zit hij gezien
zijn leeftijd kan dat moeilijk anders
nog maar twee jaar in deze bu
siness. „Na mijn Mulo-tijd ben ik
met een oude stencil- en oude type
machine zelfstandig een kopieerin
richting begonnen. Daarna ben ik
min of meer bij toeval in de sexhan-
del terechtgekomen", vertelt de
jonge Johan.
Veelvuldig geplaatste adverten
ties over hygiënische artikelen in
dagbladen brachten hem op het idee
een postorderbedrijf in deze branche
te beginnen. „De laatste vijf-zes
maanden is deze handel een slechte
affaire. De postorderbedrijven wil
len er niet meer in. De mensen wil
len nu zelf zien wat ze kopen. Dat
heb ik vroeg genoeg bemerkt, van
daar dat ik op boetieks ben overge
schakeld".
Daarvan staan er onder de naam
„Boekimport" in Breda Roosen
daal, Bergen oD Zoom, Terneuzen,
Hulst, Sluis, Eindhoven. Den Bosch,
Helmond, Maastricht, Heerlen, Sit-
tard, Venlo, Roermond, Rotterdam,
Leiden en Groningen.
„Van veel tegenstand ben ik me
niet bewust", zegt Johan Sebrechts.
In bepaalde vestigingsplaatsen is er
wat verzet tegen de boetieks ge
weest, maar dat wordt maar door
een heel klein groepje geboden.
Zo'n klein percentage dat je er on
mogelijk voor weg kunt blijven. We
houden wel rekening met hun aan
wezigheid".
Sebrechts hanteert ten aanzien
van zijn zaken een aantal maatsta
ven als „geen verkoop aan perso
nen onder de achttien; voorzichtige
aankleding van etalages, goede ver
kopers met behoorlijke educatie: aan
trekkelijke uitvoering van lectuur;
goed uitziend fotomateriaal dat wet
telijk door de beugel kan en de
klanten zoveel mogelijk naar hun
wensen bedienen. Ik heb altijd nog
goed gezeten. Er is bij justitie no,g
nooit een aanklacht tegen me inge
diend", aldus Johan Sebrechts.
Naar berekening van Johan Se
brechts zijn er in Nederland zo'n
200 tot 250 winkels, waar „behoorlijk
veel sex" wordt verkocht. In Amster
dam alleen al zijn er vijftig ad zestig,
zo schat hij. De leeftijd van de be
zoekers „er komen weinig vrou
wen en als ze komen zijn ze in gezel
schap van hun man is sterk geva
rieerd. „De grote groep is zo tussen
de 30 en 40 jaar".
„De verstandhouding met politie
functionarissen is goed te noemen.
Uiteraard worden onze zaken regel
matig gecontroleerd. In Terneuzen
zijn er aanvankelijk wel wat moei
lijkheden geweest. Maar daar gaat 't
nu ook goed". 6
Tijdens ons gesprek in Zwijndrecht,
waar meisjes van zestien-zeventien
jaar tussen de doorbuigende rekken
fotobladen, boeken, lingerie, film»
dia s, stimulerende middelen, bestel
lingen verzendklaar maken, komen
mannen en echtparen aan het begin
van „de nieuwe maand" minimaal
(Van onze redactie buitenland)
BREDA Nadat Colin McCullough anderhalf jaar als correspondent
van de The Globe and Mail in Peking heeft gewerkt, is hij kort gele
den afgelost door de 28-jarige Norman Webster.
Webster is de vijfde journalist van The Globe and Mail waarvan
De Stem de copyrights heeft die in China werkzaam is. Hij is eerst
politiek redacteur geweest in Montreal, waarna hij assistent-hoofd
redacteur werd in Toronto. Norman Webster is getrouwd en heeft
twee zoons.
Colin McCullough heeft zijn collega enige tijd ingewerkt, zodat de
lezers van De Stem in de komende tijd zowel verhalen van diens hand
als van de nieuwe man in Peking, Norman Webster, kunnen verwach
ten.
PEKING Kanton was de eerste plaats in China waarik op mijn reis naar
mijn nieuwe standplaats Peking enige tijd bleef; al was dat alleen maar
om op het vliegtuig naar Peking te wachten. Een reis naar de Chinese
hoofdstad overigens die „overliep" van aardige stewardessen, de bekende
propaganda-kreten en een paar geheimzinnige Vietnamezen.
voor f 12,65 aan sex-artikelen kopen.
Eén echtpaar, dat namens een gezel
ligheidsclubje zegt te komen laat
ruim honderd gulden achter.
Hoelang zullen deze winkeltjes,
waar overigens ook Margriet en Li-
belle verkocht worden, zo goed ren
deren? „We hebben niet alle tijd. Als
de pornografie vrij komt zal er veel
veranderen. En het staat voor mij
vast dat ook in Nederland pornogra
fie pinnen enkele jaren niet meer
wettelijk verboden zal zijn. We zullen
dan even een hausse van jewelste
meemaken, maar daarna zie ik de
zaak inzakken. We zullen in die tijd
op een andere toer moeten zijn ge
gaan om nog mee te tellen", zo voor
spelt Johan Sebrechts,
"Hul is een verrekte aardige busi-
?eK"' zeSt hij. „Sommige personen
hebben er wel eens 'n te grote voor
stelling van. Zij denken dat we per
sexwinkeltje veertig tot vijftig mille
per jaar overhouden. Zoveel is de
sex nu ook weer niet waard. Over
het totaal van alle winkeltjes geno
men hebben we natuurlijk een aardi
ge winst, 't Zit 'm vooral ook in de
opzet. Iedereen wil tegenwoordig iets
anders. Bij ons kan dat", aldus Jo
han Sebrechts.
Hij excuseert zich. Er moet met
importeurs, fabrikanten en uitgevers
worden gebeld. „Sinterklaas staat
voor de deur, moet u weten".
PIM GAANDERSE
Het begon vrij gewoon. Ik verliet
mijn hotel in Kanton ruimschoots
op tüd voor de ochtendvlucht van
9.15 utm; kwam vroeg genoeg aan
en gaf mijn ticket af, een groen
plastic schijfje. Er kwam één kink
in de kabel. Een over-ijverige amb
tenaar woog zorgvuldig mijn hele
ik herhaal hele bagage en ver
klaarde dat ik te veel bij me had.
Ik moest er 32 gulden voor bijbeta
len. Ik had op dat moment al vijf
verschillende vluchten over de hal
ve aardbol achter de rug en had
nog geen cent voor overgewicht be
taald, omdat ik ongeveer 25 pond
in mijn jas verborgen had, die ik
wat nonchalant over mijn linker
arm gedrapeerd had. Kanton was
het eindpunt; ik betaalde.
De luchthaven was indrukwek
kend, groot, met fraaie gebouwen
en op de meeste muren uitspraken
van Mao-Tse Toeng. Ik dronk met
de andere passagiers in een grote
wachtkamer hete Chinese thee tot
we aan boord van het vliegtuig, een
viermotorige Iljushin, konden gaan.
Een groot aantal landarbeiders was
bezig het hooi naast de startbaan te
maaien en sommigen fietsten on
verschillig langs het vliegtuig ter
wijl de motoren proefdraaiden.
Voor we opstegen gaven de twee
stewardessen (van wie een heel
mooie) gekleed in witte jasjes en
flodderige grijze broeken, ons wat
snoepgoed en de onvermijdelijke
zakken. We waren nog maar nauwe
lijks opgestegen toen we sinaasap
pelsap kregen en de radio Chinese
liedjes begon uit te kramen, gelar
deerd met Mao's uitspraken in het
Chinees en Engels. Tijdens het eer
ste deel van de reis, dat ongeveer
vijf kwartier duurde, bewogen we
ons in werkelijkheid steeds verder
van Peking af in westelijke rich
ting; van Kanton naar Nanning, de
hoofdstad van Kwangsi gelegen aan
de Noord Vietnamese grens.
We vlogen hoofdzakelijk over woe
lige bruine rivieren, groene velden
bezaaid met dorpjes en af en toe
ook laag bergland. Dit was overwe
gend bedekt met de bomen die ge
pland waren in die eerste belang
rijke jaren na de communistische
machtsovername in China Ze ston
den, rij na rij in onberispelijk rech
te lijnen, zodat het geheel op een
goed gedrild regiment leek. Vlak
voor de landing op het vliegveld
van Nanning, vertelde de leuke
stewardess ze sprak een beetje
Engels dat er een oponthoud van
ongeveer een uur zou zijn voor we
naar Peking zouden 'vertrekken.
Peking te vliegen. Ze gingen voor
een feest naar de Chinese hoofd
stad, maar voelden zich kennelijk
onprettig in hun zondags pak. We
aten dus maar V— varkensvlees, kip,
aardappelen, groenten, meloen en
cake moesten ongeveer drie gul
den afrekenen en gingen weer, wat
stijf geworden in de wachtkamer
zitten.
Er waren nog andere nationalitei
ten vertegenwoordigd in Nanking;
een paar Polen bijvoorbeeld, die het
grootste deel van het jaar in da
buurt van Hanoi hadden doorge
bracht met „technische werkzaam
heden" en nu terugkeerden naar
huis. „Wat voor technisch werk?",
vroeg ik aan een van hen. „O, ge
woon technisch", antwoordde hij
met een ondoorgrondelijke grijns.
Verder Roemenen, die in Nanking
hadden overnacht en op tijd op de
luchthaven waren om het vliegtuig
van acht uur 's morgens te nemen.
Tenslotte werd onze gedwongen
rust barmhartig opgeheven. Om
16.30 uur gingen we weer aan boord
voor de vier uur durende vlucht
naar Peking. Enkele ogenblikken la
ter voegde zich een groep geheim
zinnige Vietnamese Vip's bij ons,
die de smoorhete middag niet in on
ze gewone wachtkamer doorge
bracht hadden. De stewardessen
lachtten en schudden hun hoofden
toen gevraagd werd wie dat waren.
De Vip's zelf zeiden ook niets.
Nanning had ook een fraaie lucht
haven en hoewel het erg warm was
(ongeveer 37 graden) brachten we
het uur niet ongerieflijk door met
grote hoeveelheden thee. Toen het
ongeveer tijd was om weer te ver
trekken, gingen een van de andere
passagiers en ik naar onze stewar
dess en zeiden: „Zowat tijd om te
vertrekken, he". „Eh nee" zei ze.
Het meisje legde ons uit dat onze
rustpauze langer zou duren. We
konden snel eten en dan weer wach
ten in werkelijkheid duurde dat
zo nog vijf uur. Na deze medede
ling stapte ze met de rest van de
bemanning in een bus en vertrok
naar de stad.
Wat was er gebeurd? Een grote
Vietnamese delegatie was van Ha
noi naar Nanning gevlogen om
daarna in ons grotere vliegtuig naar
Weer in de lucht en na meer
snoepjes, zakken en sinaasappelsap
vlogen we noord- en oostwaarts over
de bergen van Zuid-China, die tra
ditiegetrouw thuishaven waren
voor opstandelingen en door welke
de communistische guerrilla's trok
ken en vochten tijdens de Grote
Trek van 1934 en 1935. De meeste
bergketens zijn mooie, goed gevorm
de rotsformaties, net zoals op de
landkaartjes die je op school krijgt.
De boordradio kwam opnieuw met
liedjes, uitspraken en op muziek ge
zette leuzen. Ik vond „The east is
red", „Marching along the great
road" en „Sailing the seas de
pends on the helmsman", het
fraaist. Wat overigens goed uit
komt, want je hoort de liedjes re
gelmatig.
Toen volgde het live-optreden. De
stewardessen trokken grijze jassen
aan die met de broek het uniform
vormen van de Chinese burgerlucht
vaart, en gingen voorin het vlieg
tuig staan. Met het rode boekje van
Mao in de hand gaven zij ons 20 mi
nuten lang muzikale propaganda,
die eéndigd met een luid: „Lang
leve Mao!" Daarna gingen de jas
sen uit en werden zij weer stewar
dessen, die een kleine maaltijd ser
veerden, bestaande uit gebak met
stukjes kokosnoot erin stukjes ge
glazuurde cake. een appel en een
sinaasappeldrank.
Tijdens de laatste landing in Pe
king stonden ze weer geruststellend
in het gangoad te babbelen met de
passagiers.
Terwijl onze paspoorten gecontro
leerd werden door een lid van het
Volksleger, keken wij naar een ge
zongen en gedanste propaganda-
voorstelling van een paar lucht
vaart-mensen. Het leek in ieder ge
val een gepast einde van de reis.
(Copyright De Stem/
Globe and Mail Toronto).