1
iBisdom Breda wil zich als lokale kerk waarmaken
Brief van bisschop Ernst
Spijtig dat we
linoleum niet vandaag
hebben uitgebracht
SALT-OVERLEG EIST CONCESSIES
Krommenie linoleum
Kritisch meedenken
Zes of 7 dekenaten
Typische problemen
Pastoraal Centrum
DE STEM VAN DINSDAG 18 NOVEMBER 1969
15
J L/C olCVVl VAAIN v L-I*\m_r> I7D7
BKEDA Het is zonneklaar dat het
bisdom Breda leiding, priesters en
gelovige leken zich momenteel se
rieus inzet voor de vernieuwing van
de kerk, voorzover men daar in dit
Muidwestelijk stuk Nederland voor ver
antwoordelijk is. Er wordt zonder meer
hard aan gewerkt om overeenkom
stig principiële uitspraken van het
tweede Vaticaans concilie en het voor
lopige compromis waartoe, hoe schoor
voetend ook, de jongste bisschoppen
synode zich heeft bekend de eigen
verantwoordelijkheid als lokale kerk
waar te maken.
De grootste moeilijkheid (maar eigenlijk
een groot geluk) is dat clichés het niet
meer doen. De kerk heeft tot voor kort
van heel haar Boodschap hoofdzakelijk
clichés gemaakt en die werden in Rome,
in bisschoppelijke paleizen, op preek- en
in biechtstoelen te pas en te onpas te
voorschijn gehaald. Deze „winkel" ver
liest zijn klanten. Men kan het jammer
vinden om de klanten, om de winkelier of
om de onverkochte waar, het doet er niet
zoveel toe. Belangrijker is en niet alle
Brabanders en Zeeuwen beseffen dit
dat in het Bredase bisdom „klanten" en
„winkeliers" de handen ineen hebben ge
slagen, niet zozeer om de oude zaak te
redden, maar om samen met de nieuw
vertaalde boodschap op de wereld in te
trekken, zo men wil, de markt, de boer op.
Dit is in feite wat in dit bisdom het
Diocesaan Pastoraal Beraad wil doen. Bis-
B, priesters en gelovige leken zoeken
n de huidige mogelijkheden zo de-
utisch mogelijk naar een nieuwe kerk.
Dat zal morgen, wanneer het Diocesaan
>raal Beraad opnieuw bijeenkomt in
te te Breda, zeer duidelijk blijken.
De op de agenda staande stukken en aan
bevelingen spreken klare taal.
Dat zijn
een voorstel tot herindeling van de
dekenaten;
een concept-nota over de honorering
van de priesters;
een voorstel jongeren-afgevaardigden
toe te laten in de diverse beraden in
het bisdom;
een brief van bisschop Ernst over de
pastorale arbeid.
Deze brief, die evenals de voorstellen tot
herindeling van de dekenaten en over de
honorering van de priesters, reeds in de
afgelopen weken is gepubliceerd in het
informatieblad voor het bisdom Breda,
„Overweg", en waarvan het verschijnen
eveneens in deze kramt werd gemeld,
vormt zonder twijfel de hoofdschotel van
de vergadering van woensdag, die als mot
to heeft meegekregen: „Op zoek naar een
vruchtbaar en vernieuwd functioneren van
de ambtsbediening in het bisdom Breda."
De brief van bisschop Ernst zoals hij
het zelf noemt: „Enkele gedachten over
pastorale arbeid" is een regelrecht uni
cum. Het is niet het geijkte bisschoppelijk
schrijven, „des zondags voor te lezen in
alle kerken en kapellen waarover een
pastoor of rector is aangesteld". Tot voor
kort was, en veelal is het nog zo, dat zo
de bisschop evenals „Rome" sprak en dat
daarmee de kous af was. Bisschop Ernst
heeft zijn ideeën neergelegd in een stuk
dat als gespreksstof zal dienen, ter dis
cussie staat. Naar onze mening is dit een
stuk collegialiteit „naar beneden", waarom
onder meer de priesters van Septuagint
vorige maamd in Rome hebben geroepen.
Deze houding van de bisschop, die trou
wens ook in de vorige vergadering van het
diocesaan pastoraal beraad in mei j.I. dui
delijk bleek, stelt zwaardere eisen aan de
leden van het beraad. Slaafse volgzaam
heid is aJi.w. een belediging voor een
bisschop, die zich zo ver in de ring waagt.
De bisschop mag een kritisch meedenken
verwachten van priesters zowel als leketi.
Elders op deze pagina gaan wij nader in
op deze brief.
Een ander opmerkelijk punt is dat haer
de problemen van priesters ook door le
ken besproken worden. Zelfs over hun ho-
nerering wordt het oordeel van leken ge
vraagd. Overigens weer niet zo vreemd,
omdat van die leken uiteindelijk het geld
moet komen.
Wat dit laatste betreft, de concept-nota
over een nieuw honoreringssysteem is op
gesteld door een zes-koppige commissie
onder voorzitterschap van vicaris-generaal
A. Theeuwes. In het voorgestelde systeem
vervalt het onderscheid tussen pastoor en
kapelaan (ook het benoemingenbeleid
richt zich slechts op medewerkers in de
zielzorg, pastoorsbenoemingen komen niet
meer voor). Men stelt voor een
salarisregeling naar dienstjaren (eventueel
overeenkomstig een bestaande salaris
schaal b.v. van maatschappelijk werk),
naar een indeling in zes leeftijdsgroepen.
Worden deze aanpassingen vooral op
gedrongen door de maatschappelijke ont
wikkelingen (welvaartspeil), de bestuur
lijke vernieuwing is een zaak waarin men
meer keuzemogelijkheden heeft. Aan de
orde is momenteel de herindeling van de
dekenaten, waarvan zoals bekend het bis
dom Breda er nu 13 telt. De dekens zelf
hebben er twee van htm periodieke ver
gaderingen aan gewijd. Daarbij is een her
indeling in drie dekenaten, waarbij de drie
dekens vooral een bestuurlijke taak zou
den krijgen (het bisdom Den Bosch is mo
menteel bezig aan een herindeling in drie
vicariaten), afgewezen, en gekozen voor
zes dekenaten. In Zeeland wordt nog steeds
overlegd of men daar tot een of tot twee
dekenaten zal besluiten (in het laatste ge
val zullen er zeven dekenaten komen).
Bij een herindeling in zes krijgt men
(behoudens kleine grenswijzigingen)
1. dekenaat Zeeland (de huidige dekena
ten Aardenburg, Terneuzen, Hulst en
Middelburg)
2. dek. Bergen op Zoom (nu: Bergen op
Zoom en Steenbergen);
3. dek. Roosendaal (nu: Roosendaal en
Etten);
4. dek Noordrand West-Brabant (nu: Ze
venbergen en Geertruidenberg);
5. dek. Breda (als het bestaande deke
naat);
6. dek. Oosterhout (nu: Oosterhout en
Gilze).
Het ligt in de bedoeling dat de deken-
nieuwe-stijl, die met inspraak vam pries
ters en leken voor zes jaar wordt aan
gesteld, een coördinerende pastorale func
tie krijgt en op de tweede plaats als be
stuurlijk coördinator samenwerkt met het
bisdom.
Wij kunnen ons voorstellen dat een der
gelijk college van zes (of zeven) dekens
op den duur het college van kanunniken,
het zgn, kathedraal kapittel, zal gaan ver
vangen, hetgeen in de lijn zou liggen van
een in de toekomst vooral pastoraal ge
richte diocesane organisatiestructuur.
Het diocesaan pastoraal beraad, zo
als bekend samengesteld uit vertegen
woordigers, leken en priesters, van de ver
schillende dekenale beraden, die op hun
beurt weer coördinerend en bundelend op
treden tussen de parochies, (cq. parochie
raden) kampt met problemen die bijna
typisch zjjn geworden voor dit soort ver
tegenwoordigende lichamen.
Een van die problemen is: van de ene
kant mag je niet teveel directe concrete re
sultaten willen, van de andere kant ook
niet te weinig. In het ene geval dreigt er
een over-organisatie van doe-ers zonder
diepgang, in het andere geval wordt het
een praatcollege waar nooit iets uitkomt.
Misschien heeft men in de vorige vergade
ring, toen het veel te veel omvattende be
leidsplan voor de jaren '69-'73 besproken
is, te veel ineens en alleen maar willen or
ganiseren en doen, zonder voldoende be
zinning in samenspraak, zonder een vol
doende voorafgaand „democratisch" ge
sprek dus.
In ieder geval zal deze keer de ruimte
voor bezinning in voldoende mate gegeven
worden. Bezinning die toch niet vaag hoeft
te blijven. Daarvoor staan borg de goed
doordachte en tevens opmerkelijk concrete
concept-aanbevelingen, die eventueel ge
wijzigd in stemming zullen komen.
De concept-aanbevelingen vormen min
of meer de praktische uitwerking vain de
grote lijnen die de bisschop in zijn brief
trekt. De eerste drie aanbevelingen spre
ken over de onderlinge verhoudingen. De
ambtsdragers wordt gevraagd hun geloof
levend te houden door communicatie tus
sen ambtsdragers en overige gelovigen en
tussen ambtsdragers onderling.
Waar de groeiende verschillen van in
zicht (grof gezegd: conservatief t.o. minder
of meer progressief) leiden tot onderlinge
verwijdering, onverschilligheid en verbit
tering, moeten de ambtsdragers onderlinge
communicatie en gemeenschappelijke in
spiratie als een opgave beschouwen.
Gevraagd wordt de ambtsdragers en
de gelovigen met hen o.m. elkaar ruimte
te geven voor eigen inzichten en meer oog
te hebben voor wat verenigt dan voor wat
scheidt.
Nog kritischer worden de aanbevelingen
waar de diocesane pastorale instituten, het
diocesaan pastoraal centrum voorop, ter
verantwoording worden geroepen. Men
spreekt als zijn „uitdrukkelijke wens" uit:
„dat regelmatig door het Diocesaan Pas
toraal Centrum voorlichting wordt gege
ven over de concrete mogelijkheden
tot voortgezette pastorale vorming, trai
ning en andere vormen van service aan de
ambtsdragers". Na .-steld te hebben dat
het normaal moet zijn dat alle pastorale
werkers zich regelmatig op de hoogte
houden van nieuwe inzichten en verwor
venheden, wordt gewenst: „dat de moge
lijkheden tot methodische begeleiding via
supervisie e.d. worden vergroot, en dat
velen deze nieuwe vorm van bijstand zul
len benutten.'"
Dat van de zijde van het past. centrum
deze hint is begrepen, blijkt uit het feit
dat, naar wij vernemen, in een vain de
komende nummers van „Overweg" door
het centrum verantwoording zal worden
gegeven van zijn activiteiten.
In verbaind met de problemen rond het
celibaat stelt de laatste aanbeveling, zoals
bekend, dat behalve ongehuwde priesters
ook andere mannen en vrouwen en hu
wende priesters in het ambt moeten wor
den toegelaten.
Het is goed dat een heel bisdom op deze
wijze nadenkt over zijn priesters, cq.
ambtsdragers, en hun zegt wat men van
hen verwacht. Het is daarom nuttig dat
een delegatie van de theologische studen
ten uit Tilburg, de (weinige) toekomstige
priesters van het bisdom, erbij zal zijn. Het
is jammer dat zij alleen de jongerendele-
gatie op het beraad van woensdag uitma
ken, want nu ontbreekt bij een gesprek
over de toekomstige pastorale werker de
toekomstige gelovige leek, n.l. de jongeren.
Gelukkig staat op de agenda van woens
dag ook de kwestie van de vertegenwoor
diging van jongeren in de diverse beraden,
w.o. met name de parochieberaden vallen.
Het zou geen best teken zijn als men over
deze zaak moeilijk ging doen, want het
lijkt ons hoog tijd dat zij meespreken.
JAN LANDMAN
BRED.A
gelovigen
dan, zo b
ii
DA Wanneer vandaag veel
'igen zoekers genoemd worden,
zo begint de bisschop zijn brief
aan het diocesaan pastoraal beraad
daï.morgen bijeenkomt, toch zeker
degene die in de kerk het ambt ver
vult of het werk doet van de pastor.
Hij is een gids, maar een die niet
zozeer de weg weet, alswel die weg
„met de ander en terwille van hem
zoekt". Wie is die ander, die gelovi-
ge.tvan vandaag? Wat betekent zijn
geloof.' Het betekent hoop én ver
antwoordelijkheid. Hoop op én ver
antwoordelijkheid voor gerechtig
heid en vrede, waarheid en vrij
heid. Je kunt niet alleen hopen op
:jgerechtigho:d, vrede, waarheid en
VTjjheid zonder aan elkaar gerech
tigheid te doen, zonder zelf vrede te
stichten enzovoort.
De bisschop zegt dan het eigene
van de pastorale arbeid te willen
Jjnschrijven als „de arbeid voor het
geloof, dat in het hart van de mens
hoop en verantwoordelijkheid vere
nigt'' Die, „moderne", zoekende ge
lovige. daarop moet de pastoraal
zicji richten. Hoe dit werk verder
concrete vormen en functieverde-
lingen krijgt, laat zich overeenkom
stig de eisen van elke tijd bezien.
De bisschop gaat dan dieper in op
dat éigene van de pastorale arbeid:
„In onze dagen is een beweging
gaande van zuivering van functie,
waarin gevraagd wordt naar de ei
gen functie van de kerk, en in de
kerk weer naar de eigen functie van
haar ambtsdragers en pastores.
Maar de kerk wordt hierbij niet op
gevat als een eigen wereld. Integen
deel. de kerk vervult haar eigen
taak in de wereld der mensen waar
van z(j deel uitmaakt".
De; bisschop gaat dan verder:
„In de zorg voor de mens en zijn
wereld betreft de taak van de kerk
gerechtigheid en vrede, waarheid
en vrijheid in het hart van de mens,
opdat deze vanuit het hart de wer
kelijkheid worden van het leven en
van de wereld. De taak die de kerk
dt, gaat uit van het geloof, dat
htigheid en vrede waarheid en
.beid door de Geest van God tot
komen, zij het dat in de we
reld der mensen niets tot stand
jjSBt zonder de verantwoordelijk
heid van de mens. Vandaar dat
Wjjf z'i het proces van zuivering
van functie in het werk van de kerk,
van haar ambtsdragers en overige
werkers, een hoofdaandacht uitgaat
naar het geloof als levensrelatie van
de mens met God, naar het geweten
dat verantwoordelijk is voor het per
soonlijk leven en voor de samenle-
||8s der mensen en haar structuren
en naar het hart van de mens,
waarin het verwachten in hoop en
het verantwoordelijk handelen één
worden".
De pastorale functie wordt gezui
verd, wordt veel meer een geestelij-
kefiunctie, maar dat betekent niet
„vergeestelijking" in die zin dat
de pastor zich a.h.w. uit de wereld
terugtrekt. Integendeel, hij engageert
zich meer dan ooit het gaval is ge
weest:
«Opmerkelijk is hierbij, dat de
zorg voor het geloof van de mens
niet alleen verkondiging en liturgie,
onderricht en geloofsopvoeding en
vorming en geestelijke hulpverle
ning in de kerk tot nieuw leven
brengt, maar ook tot een nieuw so
ciaal en politiek engagement leidt,
waarbij de kerk een effectieve gees
telijke beweging wil zijn, niet een
wacht die de organisatie van de sa
menleving in eigen hand nastreeft".
De aan de gang zijnde zuivering
van functie in het pastorale werk
brengt praktische consequenties met
zich mee. Moderne vormen van sa
menwerking, teamwork, zaken die
bovendien door de feiten, zoals ge
brek aan pastorale werkers (pries
ters) en financiën, worden opge
drongen. De bisschop noemt dan een
aantal reeds genomen of te nemen
concrete maatregelen en vervolgt
„Wanneer over levensnabije pasto
raal gesproken wordt, bedoelt men
vaak dat de pastor woont te midden
van de gelovigen voor wie hij zorg
heeft, de lokale nabijheid. Wij moe
ten echter wel beseffen, dat de loka
le nabijheid nog geen levensnabijheid
is, dat zij enkel een voorwaarde hier
voor schept en dat levensnabijheid al
le pastorale activiteiten moet ken
merken.
De grote aandacht die in de laat
ste jaren gegeven wordt aan de be
hartiging van pastorale kunde en de
ontwikkeling van pastorale metho
den, bedoelt in feite de pastor te
helpen om levensnabij te zijn".
Tenslotte gaat de bisschop in op
de persoonlijke nood vam veel oude
re en jongerepriesters:
„In het bijzonder wordt de volhar
ding op de proef gesteld wanneer
priesters hun functie beëindigen. Tel
kens als dat gebeurt, brengt het leed.
En we moeten er op rekenen, dat dit
leed nog niet ten einde is. De crisis
van het ambt, die wij thans doorma
ken, wordt verscherpt door de situ
atie van het ambtscelibaat. Werd in
het nabije verleden de wet van de
katholieke kerk in het westen om
het celibaat te vragen niet alleen
van de bisschop, maar ook van de
priester en de diaken, vanzelfspre
kend aanvaard in onze streken,
thans wordt het wettelijk verplichte
priestercelibaat er ter discussie ge
steld en in feite blijkt het veel aan
overtuigingskracht te hebben verlo
ren. Dit heeft duidelijk zichtbaar ge
volgen voor de bemanning van de
ambtelijke dienst in de kerk.
Het antwoord op deze situatie is
niet eenvoudig, het moet meervou
dig zijn: tegemoetkomen aan de per-
BISSCHOP ERNST
soonlijke nood van priesters die uit
het ambtscelibaat voortkomt; de
kerkorde opnieuw toetsen aan het
evangelie en de pastorale situatie,
in de bereidheid de kerkorde daar
aan ook door hervorming dienstbaar
te maken; nu als wij het kunnen
de taak vervullen die ons is opge
dragen in de omstandigheden die
ons in feite gegeven zijn.
Wij zijn grote dank verschuldigd
aan de priesters die volharden in
hun ambt. Er zijn er onder hen die
voorstanders zijn van de bestaande
structuren en die de overtuiging heb
ben dat deze behouden moeten blij
ven. Anderen daarentegen vinden
deze niet dienstig voor de kerk van
heden en toekomst en lijden daaron
der persoonlijk, maar zij willen vol
harden in de dienst aan de gelovigen
en werken aan een andere toekomst
voor de komende generatie, waar
voor zij willen zaaien en planten,
zonder wellicht zelf te kunnen oog
sten.
Moge het aan velen gegeven zijn
te volharden.
Mogen zij vreugde vinden in het
volbrengen van hun taak en ge
steund worden door elkaar en door
de waardering van de gelovigen. En
laten zij, die omwille van het pries
terambt op zich genomen hebben on
gehuwd te blijven, weten dat deze le
vensvorm, persoonlijk gekozen om
wille van het rijk van God, ook voor
de kerk van de toekomst waardevol
zal zijn".
(ADVERTENTIE)
Stelt u zich eens voor dat we
linoleum niet in 1899 maar vandaag
hadden geïntroduceerd. En u morgen
't nieuws in uw ochtendblad zou lezen.
In de trant van:
Krommenie brengt vloerbedekking
die een leven lang meegaat! Sensation
nele ontwikkeling op vioerbedekkings-
gebied! Uniek materiaal voor uw vloer:
brandt niet, slijt niet, pluist niet, vlekt
niet. Enz. Enz.
Waarschijnlijk zoudt u uw man aan
stoten en verzuchten: Hè, hè, onze vloer
bedekkingsproblemen zijn opgelost.
En iedereen zou z'n. ouderwetse vloer
bedekking aan de vuilnisman meegeven
om voortaan zorgeloos te leven op het hy
permoderne linoleum.
De huisvrouw zou meer tijd voor
haar gezin hebben, omdat ze minder
aandacht hoefde te besteden aan
haar vloer. Haar echtgenoot zou zich
lekker ontspannen voelen omdat-ie af
en toe rustig wat as van z'n sigaar zou
kunnen morsen. En de kinderen zouden
zich fijn kunnen uitleven omdat de vloer
tóch niet stuk te krijgen was.
Helaas, Krommenie heeft z'n lino
leum al in 1899 uitgebracht.
En daarom denken sommige mensen
wel eens dat 't een tikkeltje ouderwets is.
Kunnen wij 't soms helpen dat we
onze-tijd zó yer vooruit waren?
Prachtige kleurenfolders bij uw woning-
-inrichter of rechtstreeks op aanvraag
bij Postbus 13, Krommenie.
(Van onze correspondent)
HELSINKI Geen discussie
kon meer technisch en minder be
grijpelijk zijn voor de leek dan de
besprekingen over de beperking
van de strategische wapenen
(Salt) tussen de Amerikanen en
de Russen, die gisteren in Helsin
ki zjjn begonnen. Het klinkt afge
zaagd om te zeggen, dat Salt een
zaak van leven en dood voor ons
allen is, toch moet het gezegd
worden. De leiders van beide kan
ten zullen trachten om de „geloof
waardigheid" bij de afschrikking
van nucleaire agressie door de an
der te handhaven. Maar zij moe
ten ook zeker weten, dat hun ge
loofwaardigheid als verstandige
en hekame staatslieden op het
spel staat.
Hun taak zal ontzettend moeilijk
zijn. Er zal op beide kanten van
thuis uit druk worden uitgeoefend.
Er zullen militairen zowel als bur
gers zijn, die te roekeloos of te bang
of te achterdochtig zijn om te ver
langen. dat de besprekingen lukken.
En die zullen zich even sterk ver
zetten tegen vooruitgang als de te
genstanders van de andere kant van
de tafel.
Enige donkere wolken pakken zich
reeds boven de horizon samen. Een
groep Amerikaanse senatoren heeft
voorgesteld, dat de vooruitgang bij
de Salt af zal moeten hangen van de
vooruitgang op andere terreinen.
Het scheen een onschuldige opmer
king, maar de Russen reageerden
scherp. Dat de besprekingen niet
kunnen worden gehouden in een
luchtledige, is reeds aangetoond
door het lange uitstel, dat veroor
zaakt werd door de Russische inva
sie in Tsjechosiowakije. Als er zich
weer een soortgelijke catastrofe zou
voordoen, dan konden de besprekin
gen wel weer eens in gevaar komen
en beide kanten moeten er voor zor
gen, dat dit niet meer gebeurt. Maar
als de besprekingen willen slagen,
dan moeten zij zonder andere voor
waarden worden gehouden. Als één
van beide kanten de vooruitgang af
zou laten hangen van de vooruitgang
inzake Vietnam of 't Midden-Oosten
of elders, dan zouden de besprekin
gen zeker mislukken.
Maar het succes van Salt zal wel
vooruitgang in andere zaken met
zich meebrengen. Het niet-versprei-
dingsverdrag van kernwapens zou
een goede stimulans krijgen. Aan de
andere kant kan een succes van
Salt nieuwe verwikkelingen veroor
zaken. Als de twee grote mogendhe
den erin slagen hun afschrikMngs-
eveuwicht te handhaven, dan zou dit
consequenties voor Europa kunnen
hebben. Want als de mogelijkheid
tot een atoomoorlog uitgeschakeld
wordt, dan worden de conventionele
troepen belangrijker, en dit zou de
Russen een voordeel in Qrropa ge-
ven, omdat zij er gewoonweg meer
nebben. Maar toch mag dit vooruit-
gaan op de belangrijke punten niet
in de weg staan.
Het doel van Salt is niet ontwa
pening, hoewel een uiteindelijke ver
mindering van wapenen een gevolg
zou moeten zijn. Zij moet de veilig
heid, die on§ door het atoomeven-
wicht wordt geboden, handhaven.
Een evenwicht in afschrikking be
staat dus reeds, maar dit wordt in
gevaar gebracht door de technische
vooruitgang. Hierdoor zou een van
de beide kanten verleid kunnen wor
den om te geloven, dat zij onge
straft de eerste slag zou kunnen
slaan. Misschien vindt een van bei
de partijen het A.B.M.-systeem op
een gegeven dag voldoende be
scherming tegen een vergelding om
zodoende ongestraft de aanval te
kunnen wagen. De Mirv's die vele
doelen kunnen treffen met een raket
brengen het evenwicht ook in ge
vaar, omdat zij zowel de A.B.M. als
de gewone raketlanceerplaatsen kan
uitschakelen.
De nieuwe sonische onderwaterap-
poraten verstoren evenzeer het
evenwicht doordat zij de ontdek
king en uitschakeling van onderzee
ërs met raketten mogelijk maken.
De grootte van de onderzeebootvloot
en de hoeveelheid bommenwerpers
kan altijd het evenwicht aantasten
hoewel dit minder belangrijk is ge
worden.
De besprekingen zullen lang du
ren, misschien wel vijf jaar. Dit
maakt het reeds moeilijk om de
Mirv's te stoppen, want die zijn
reeds door beide partijen getest.
Men moet dus overeenstemming
zien te bereiken over hun aantallen.
Dit zal echter weer zeer moeilijk
zijn, omdat de Russen enzoals altijd
weigeren om waarnemers toe te la
ten.
Ten aanzien van de A.B.M. be
staan de grootste mogelijkheden tot
een overeenkomst, omdat zij nog in
hun kinderschoenen staan. Als men
zou kunnen komen tot een beperking
van de A.B.M.'s zou dat een belang
rijke stap voorwaarts zijn. Het nete
ligste probleem zou liggen in de eis
van de Amerikanan, dat de Russi
sche raketten voor middelgrote af
stand die op Europa gericht zijn, bij
de besprekingen worden betrokken.
De Amerikanen hebben hier geen en
kel tegenwicht- Deze Russische ra
ketten vormen een werkelijke bedrei
ging voor West-Europa.
Uiteindelijk zullen er een aantal
concessies moeten worden gedaan.
Door de Russen misschien ten aan
zien van de raketten voor middel
grote afstand, met als beloning de
Europese veiligheidsconferentie, die
zij zo lang gepropageerd hebben.
Een andere Russische concessie zou
de toelating van waarnemers ter
plaatse zijn en een beperking van
haar krachtige SS-9-raket.
Van de Amerikaanse kant is de gro
te concessie misschien 't stop-zetten
van de A.B.M.-race, omdat de enor
me kosten de Russische economie
meer zouden kwetsen dan de Ameri
kaanse. Aangezien het geen vriend
schappelijke ontmoeting zal zijn, ligt
de enige hoop in keihard zakendoen.
(Copyright The Guardian-De Stem)