1 iBisdom Breda wil zich als lokale kerk waarmaken Brief van bisschop Ernst Spijtig dat we linoleum niet vandaag hebben uitgebracht SALT-OVERLEG EIST CONCESSIES Krommenie linoleum Kritisch meedenken Zes of 7 dekenaten Typische problemen Pastoraal Centrum DE STEM VAN DINSDAG 18 NOVEMBER 1969 15 J L/C olCVVl VAAIN v L-I*\m_r> I7D7 BKEDA Het is zonneklaar dat het bisdom Breda leiding, priesters en gelovige leken zich momenteel se rieus inzet voor de vernieuwing van de kerk, voorzover men daar in dit Muidwestelijk stuk Nederland voor ver antwoordelijk is. Er wordt zonder meer hard aan gewerkt om overeenkom stig principiële uitspraken van het tweede Vaticaans concilie en het voor lopige compromis waartoe, hoe schoor voetend ook, de jongste bisschoppen synode zich heeft bekend de eigen verantwoordelijkheid als lokale kerk waar te maken. De grootste moeilijkheid (maar eigenlijk een groot geluk) is dat clichés het niet meer doen. De kerk heeft tot voor kort van heel haar Boodschap hoofdzakelijk clichés gemaakt en die werden in Rome, in bisschoppelijke paleizen, op preek- en in biechtstoelen te pas en te onpas te voorschijn gehaald. Deze „winkel" ver liest zijn klanten. Men kan het jammer vinden om de klanten, om de winkelier of om de onverkochte waar, het doet er niet zoveel toe. Belangrijker is en niet alle Brabanders en Zeeuwen beseffen dit dat in het Bredase bisdom „klanten" en „winkeliers" de handen ineen hebben ge slagen, niet zozeer om de oude zaak te redden, maar om samen met de nieuw vertaalde boodschap op de wereld in te trekken, zo men wil, de markt, de boer op. Dit is in feite wat in dit bisdom het Diocesaan Pastoraal Beraad wil doen. Bis- B, priesters en gelovige leken zoeken n de huidige mogelijkheden zo de- utisch mogelijk naar een nieuwe kerk. Dat zal morgen, wanneer het Diocesaan >raal Beraad opnieuw bijeenkomt in te te Breda, zeer duidelijk blijken. De op de agenda staande stukken en aan bevelingen spreken klare taal. Dat zijn een voorstel tot herindeling van de dekenaten; een concept-nota over de honorering van de priesters; een voorstel jongeren-afgevaardigden toe te laten in de diverse beraden in het bisdom; een brief van bisschop Ernst over de pastorale arbeid. Deze brief, die evenals de voorstellen tot herindeling van de dekenaten en over de honorering van de priesters, reeds in de afgelopen weken is gepubliceerd in het informatieblad voor het bisdom Breda, „Overweg", en waarvan het verschijnen eveneens in deze kramt werd gemeld, vormt zonder twijfel de hoofdschotel van de vergadering van woensdag, die als mot to heeft meegekregen: „Op zoek naar een vruchtbaar en vernieuwd functioneren van de ambtsbediening in het bisdom Breda." De brief van bisschop Ernst zoals hij het zelf noemt: „Enkele gedachten over pastorale arbeid" is een regelrecht uni cum. Het is niet het geijkte bisschoppelijk schrijven, „des zondags voor te lezen in alle kerken en kapellen waarover een pastoor of rector is aangesteld". Tot voor kort was, en veelal is het nog zo, dat zo de bisschop evenals „Rome" sprak en dat daarmee de kous af was. Bisschop Ernst heeft zijn ideeën neergelegd in een stuk dat als gespreksstof zal dienen, ter dis cussie staat. Naar onze mening is dit een stuk collegialiteit „naar beneden", waarom onder meer de priesters van Septuagint vorige maamd in Rome hebben geroepen. Deze houding van de bisschop, die trou wens ook in de vorige vergadering van het diocesaan pastoraal beraad in mei j.I. dui delijk bleek, stelt zwaardere eisen aan de leden van het beraad. Slaafse volgzaam heid is aJi.w. een belediging voor een bisschop, die zich zo ver in de ring waagt. De bisschop mag een kritisch meedenken verwachten van priesters zowel als leketi. Elders op deze pagina gaan wij nader in op deze brief. Een ander opmerkelijk punt is dat haer de problemen van priesters ook door le ken besproken worden. Zelfs over hun ho- nerering wordt het oordeel van leken ge vraagd. Overigens weer niet zo vreemd, omdat van die leken uiteindelijk het geld moet komen. Wat dit laatste betreft, de concept-nota over een nieuw honoreringssysteem is op gesteld door een zes-koppige commissie onder voorzitterschap van vicaris-generaal A. Theeuwes. In het voorgestelde systeem vervalt het onderscheid tussen pastoor en kapelaan (ook het benoemingenbeleid richt zich slechts op medewerkers in de zielzorg, pastoorsbenoemingen komen niet meer voor). Men stelt voor een salarisregeling naar dienstjaren (eventueel overeenkomstig een bestaande salaris schaal b.v. van maatschappelijk werk), naar een indeling in zes leeftijdsgroepen. Worden deze aanpassingen vooral op gedrongen door de maatschappelijke ont wikkelingen (welvaartspeil), de bestuur lijke vernieuwing is een zaak waarin men meer keuzemogelijkheden heeft. Aan de orde is momenteel de herindeling van de dekenaten, waarvan zoals bekend het bis dom Breda er nu 13 telt. De dekens zelf hebben er twee van htm periodieke ver gaderingen aan gewijd. Daarbij is een her indeling in drie dekenaten, waarbij de drie dekens vooral een bestuurlijke taak zou den krijgen (het bisdom Den Bosch is mo menteel bezig aan een herindeling in drie vicariaten), afgewezen, en gekozen voor zes dekenaten. In Zeeland wordt nog steeds overlegd of men daar tot een of tot twee dekenaten zal besluiten (in het laatste ge val zullen er zeven dekenaten komen). Bij een herindeling in zes krijgt men (behoudens kleine grenswijzigingen) 1. dekenaat Zeeland (de huidige dekena ten Aardenburg, Terneuzen, Hulst en Middelburg) 2. dek. Bergen op Zoom (nu: Bergen op Zoom en Steenbergen); 3. dek. Roosendaal (nu: Roosendaal en Etten); 4. dek Noordrand West-Brabant (nu: Ze venbergen en Geertruidenberg); 5. dek. Breda (als het bestaande deke naat); 6. dek. Oosterhout (nu: Oosterhout en Gilze). Het ligt in de bedoeling dat de deken- nieuwe-stijl, die met inspraak vam pries ters en leken voor zes jaar wordt aan gesteld, een coördinerende pastorale func tie krijgt en op de tweede plaats als be stuurlijk coördinator samenwerkt met het bisdom. Wij kunnen ons voorstellen dat een der gelijk college van zes (of zeven) dekens op den duur het college van kanunniken, het zgn, kathedraal kapittel, zal gaan ver vangen, hetgeen in de lijn zou liggen van een in de toekomst vooral pastoraal ge richte diocesane organisatiestructuur. Het diocesaan pastoraal beraad, zo als bekend samengesteld uit vertegen woordigers, leken en priesters, van de ver schillende dekenale beraden, die op hun beurt weer coördinerend en bundelend op treden tussen de parochies, (cq. parochie raden) kampt met problemen die bijna typisch zjjn geworden voor dit soort ver tegenwoordigende lichamen. Een van die problemen is: van de ene kant mag je niet teveel directe concrete re sultaten willen, van de andere kant ook niet te weinig. In het ene geval dreigt er een over-organisatie van doe-ers zonder diepgang, in het andere geval wordt het een praatcollege waar nooit iets uitkomt. Misschien heeft men in de vorige vergade ring, toen het veel te veel omvattende be leidsplan voor de jaren '69-'73 besproken is, te veel ineens en alleen maar willen or ganiseren en doen, zonder voldoende be zinning in samenspraak, zonder een vol doende voorafgaand „democratisch" ge sprek dus. In ieder geval zal deze keer de ruimte voor bezinning in voldoende mate gegeven worden. Bezinning die toch niet vaag hoeft te blijven. Daarvoor staan borg de goed doordachte en tevens opmerkelijk concrete concept-aanbevelingen, die eventueel ge wijzigd in stemming zullen komen. De concept-aanbevelingen vormen min of meer de praktische uitwerking vain de grote lijnen die de bisschop in zijn brief trekt. De eerste drie aanbevelingen spre ken over de onderlinge verhoudingen. De ambtsdragers wordt gevraagd hun geloof levend te houden door communicatie tus sen ambtsdragers en overige gelovigen en tussen ambtsdragers onderling. Waar de groeiende verschillen van in zicht (grof gezegd: conservatief t.o. minder of meer progressief) leiden tot onderlinge verwijdering, onverschilligheid en verbit tering, moeten de ambtsdragers onderlinge communicatie en gemeenschappelijke in spiratie als een opgave beschouwen. Gevraagd wordt de ambtsdragers en de gelovigen met hen o.m. elkaar ruimte te geven voor eigen inzichten en meer oog te hebben voor wat verenigt dan voor wat scheidt. Nog kritischer worden de aanbevelingen waar de diocesane pastorale instituten, het diocesaan pastoraal centrum voorop, ter verantwoording worden geroepen. Men spreekt als zijn „uitdrukkelijke wens" uit: „dat regelmatig door het Diocesaan Pas toraal Centrum voorlichting wordt gege ven over de concrete mogelijkheden tot voortgezette pastorale vorming, trai ning en andere vormen van service aan de ambtsdragers". Na .-steld te hebben dat het normaal moet zijn dat alle pastorale werkers zich regelmatig op de hoogte houden van nieuwe inzichten en verwor venheden, wordt gewenst: „dat de moge lijkheden tot methodische begeleiding via supervisie e.d. worden vergroot, en dat velen deze nieuwe vorm van bijstand zul len benutten.'" Dat van de zijde van het past. centrum deze hint is begrepen, blijkt uit het feit dat, naar wij vernemen, in een vain de komende nummers van „Overweg" door het centrum verantwoording zal worden gegeven van zijn activiteiten. In verbaind met de problemen rond het celibaat stelt de laatste aanbeveling, zoals bekend, dat behalve ongehuwde priesters ook andere mannen en vrouwen en hu wende priesters in het ambt moeten wor den toegelaten. Het is goed dat een heel bisdom op deze wijze nadenkt over zijn priesters, cq. ambtsdragers, en hun zegt wat men van hen verwacht. Het is daarom nuttig dat een delegatie van de theologische studen ten uit Tilburg, de (weinige) toekomstige priesters van het bisdom, erbij zal zijn. Het is jammer dat zij alleen de jongerendele- gatie op het beraad van woensdag uitma ken, want nu ontbreekt bij een gesprek over de toekomstige pastorale werker de toekomstige gelovige leek, n.l. de jongeren. Gelukkig staat op de agenda van woens dag ook de kwestie van de vertegenwoor diging van jongeren in de diverse beraden, w.o. met name de parochieberaden vallen. Het zou geen best teken zijn als men over deze zaak moeilijk ging doen, want het lijkt ons hoog tijd dat zij meespreken. JAN LANDMAN BRED.A gelovigen dan, zo b ii DA Wanneer vandaag veel 'igen zoekers genoemd worden, zo begint de bisschop zijn brief aan het diocesaan pastoraal beraad daï.morgen bijeenkomt, toch zeker degene die in de kerk het ambt ver vult of het werk doet van de pastor. Hij is een gids, maar een die niet zozeer de weg weet, alswel die weg „met de ander en terwille van hem zoekt". Wie is die ander, die gelovi- ge.tvan vandaag? Wat betekent zijn geloof.' Het betekent hoop én ver antwoordelijkheid. Hoop op én ver antwoordelijkheid voor gerechtig heid en vrede, waarheid en vrij heid. Je kunt niet alleen hopen op :jgerechtigho:d, vrede, waarheid en VTjjheid zonder aan elkaar gerech tigheid te doen, zonder zelf vrede te stichten enzovoort. De bisschop zegt dan het eigene van de pastorale arbeid te willen Jjnschrijven als „de arbeid voor het geloof, dat in het hart van de mens hoop en verantwoordelijkheid vere nigt'' Die, „moderne", zoekende ge lovige. daarop moet de pastoraal zicji richten. Hoe dit werk verder concrete vormen en functieverde- lingen krijgt, laat zich overeenkom stig de eisen van elke tijd bezien. De bisschop gaat dan dieper in op dat éigene van de pastorale arbeid: „In onze dagen is een beweging gaande van zuivering van functie, waarin gevraagd wordt naar de ei gen functie van de kerk, en in de kerk weer naar de eigen functie van haar ambtsdragers en pastores. Maar de kerk wordt hierbij niet op gevat als een eigen wereld. Integen deel. de kerk vervult haar eigen taak in de wereld der mensen waar van z(j deel uitmaakt". De; bisschop gaat dan verder: „In de zorg voor de mens en zijn wereld betreft de taak van de kerk gerechtigheid en vrede, waarheid en vrijheid in het hart van de mens, opdat deze vanuit het hart de wer kelijkheid worden van het leven en van de wereld. De taak die de kerk dt, gaat uit van het geloof, dat htigheid en vrede waarheid en .beid door de Geest van God tot komen, zij het dat in de we reld der mensen niets tot stand jjSBt zonder de verantwoordelijk heid van de mens. Vandaar dat Wjjf z'i het proces van zuivering van functie in het werk van de kerk, van haar ambtsdragers en overige werkers, een hoofdaandacht uitgaat naar het geloof als levensrelatie van de mens met God, naar het geweten dat verantwoordelijk is voor het per soonlijk leven en voor de samenle- ||8s der mensen en haar structuren en naar het hart van de mens, waarin het verwachten in hoop en het verantwoordelijk handelen één worden". De pastorale functie wordt gezui verd, wordt veel meer een geestelij- kefiunctie, maar dat betekent niet „vergeestelijking" in die zin dat de pastor zich a.h.w. uit de wereld terugtrekt. Integendeel, hij engageert zich meer dan ooit het gaval is ge weest: «Opmerkelijk is hierbij, dat de zorg voor het geloof van de mens niet alleen verkondiging en liturgie, onderricht en geloofsopvoeding en vorming en geestelijke hulpverle ning in de kerk tot nieuw leven brengt, maar ook tot een nieuw so ciaal en politiek engagement leidt, waarbij de kerk een effectieve gees telijke beweging wil zijn, niet een wacht die de organisatie van de sa menleving in eigen hand nastreeft". De aan de gang zijnde zuivering van functie in het pastorale werk brengt praktische consequenties met zich mee. Moderne vormen van sa menwerking, teamwork, zaken die bovendien door de feiten, zoals ge brek aan pastorale werkers (pries ters) en financiën, worden opge drongen. De bisschop noemt dan een aantal reeds genomen of te nemen concrete maatregelen en vervolgt „Wanneer over levensnabije pasto raal gesproken wordt, bedoelt men vaak dat de pastor woont te midden van de gelovigen voor wie hij zorg heeft, de lokale nabijheid. Wij moe ten echter wel beseffen, dat de loka le nabijheid nog geen levensnabijheid is, dat zij enkel een voorwaarde hier voor schept en dat levensnabijheid al le pastorale activiteiten moet ken merken. De grote aandacht die in de laat ste jaren gegeven wordt aan de be hartiging van pastorale kunde en de ontwikkeling van pastorale metho den, bedoelt in feite de pastor te helpen om levensnabij te zijn". Tenslotte gaat de bisschop in op de persoonlijke nood vam veel oude re en jongerepriesters: „In het bijzonder wordt de volhar ding op de proef gesteld wanneer priesters hun functie beëindigen. Tel kens als dat gebeurt, brengt het leed. En we moeten er op rekenen, dat dit leed nog niet ten einde is. De crisis van het ambt, die wij thans doorma ken, wordt verscherpt door de situ atie van het ambtscelibaat. Werd in het nabije verleden de wet van de katholieke kerk in het westen om het celibaat te vragen niet alleen van de bisschop, maar ook van de priester en de diaken, vanzelfspre kend aanvaard in onze streken, thans wordt het wettelijk verplichte priestercelibaat er ter discussie ge steld en in feite blijkt het veel aan overtuigingskracht te hebben verlo ren. Dit heeft duidelijk zichtbaar ge volgen voor de bemanning van de ambtelijke dienst in de kerk. Het antwoord op deze situatie is niet eenvoudig, het moet meervou dig zijn: tegemoetkomen aan de per- BISSCHOP ERNST soonlijke nood van priesters die uit het ambtscelibaat voortkomt; de kerkorde opnieuw toetsen aan het evangelie en de pastorale situatie, in de bereidheid de kerkorde daar aan ook door hervorming dienstbaar te maken; nu als wij het kunnen de taak vervullen die ons is opge dragen in de omstandigheden die ons in feite gegeven zijn. Wij zijn grote dank verschuldigd aan de priesters die volharden in hun ambt. Er zijn er onder hen die voorstanders zijn van de bestaande structuren en die de overtuiging heb ben dat deze behouden moeten blij ven. Anderen daarentegen vinden deze niet dienstig voor de kerk van heden en toekomst en lijden daaron der persoonlijk, maar zij willen vol harden in de dienst aan de gelovigen en werken aan een andere toekomst voor de komende generatie, waar voor zij willen zaaien en planten, zonder wellicht zelf te kunnen oog sten. Moge het aan velen gegeven zijn te volharden. Mogen zij vreugde vinden in het volbrengen van hun taak en ge steund worden door elkaar en door de waardering van de gelovigen. En laten zij, die omwille van het pries terambt op zich genomen hebben on gehuwd te blijven, weten dat deze le vensvorm, persoonlijk gekozen om wille van het rijk van God, ook voor de kerk van de toekomst waardevol zal zijn". (ADVERTENTIE) Stelt u zich eens voor dat we linoleum niet in 1899 maar vandaag hadden geïntroduceerd. En u morgen 't nieuws in uw ochtendblad zou lezen. In de trant van: Krommenie brengt vloerbedekking die een leven lang meegaat! Sensation nele ontwikkeling op vioerbedekkings- gebied! Uniek materiaal voor uw vloer: brandt niet, slijt niet, pluist niet, vlekt niet. Enz. Enz. Waarschijnlijk zoudt u uw man aan stoten en verzuchten: Hè, hè, onze vloer bedekkingsproblemen zijn opgelost. En iedereen zou z'n. ouderwetse vloer bedekking aan de vuilnisman meegeven om voortaan zorgeloos te leven op het hy permoderne linoleum. De huisvrouw zou meer tijd voor haar gezin hebben, omdat ze minder aandacht hoefde te besteden aan haar vloer. Haar echtgenoot zou zich lekker ontspannen voelen omdat-ie af en toe rustig wat as van z'n sigaar zou kunnen morsen. En de kinderen zouden zich fijn kunnen uitleven omdat de vloer tóch niet stuk te krijgen was. Helaas, Krommenie heeft z'n lino leum al in 1899 uitgebracht. En daarom denken sommige mensen wel eens dat 't een tikkeltje ouderwets is. Kunnen wij 't soms helpen dat we onze-tijd zó yer vooruit waren? Prachtige kleurenfolders bij uw woning- -inrichter of rechtstreeks op aanvraag bij Postbus 13, Krommenie. (Van onze correspondent) HELSINKI Geen discussie kon meer technisch en minder be grijpelijk zijn voor de leek dan de besprekingen over de beperking van de strategische wapenen (Salt) tussen de Amerikanen en de Russen, die gisteren in Helsin ki zjjn begonnen. Het klinkt afge zaagd om te zeggen, dat Salt een zaak van leven en dood voor ons allen is, toch moet het gezegd worden. De leiders van beide kan ten zullen trachten om de „geloof waardigheid" bij de afschrikking van nucleaire agressie door de an der te handhaven. Maar zij moe ten ook zeker weten, dat hun ge loofwaardigheid als verstandige en hekame staatslieden op het spel staat. Hun taak zal ontzettend moeilijk zijn. Er zal op beide kanten van thuis uit druk worden uitgeoefend. Er zullen militairen zowel als bur gers zijn, die te roekeloos of te bang of te achterdochtig zijn om te ver langen. dat de besprekingen lukken. En die zullen zich even sterk ver zetten tegen vooruitgang als de te genstanders van de andere kant van de tafel. Enige donkere wolken pakken zich reeds boven de horizon samen. Een groep Amerikaanse senatoren heeft voorgesteld, dat de vooruitgang bij de Salt af zal moeten hangen van de vooruitgang op andere terreinen. Het scheen een onschuldige opmer king, maar de Russen reageerden scherp. Dat de besprekingen niet kunnen worden gehouden in een luchtledige, is reeds aangetoond door het lange uitstel, dat veroor zaakt werd door de Russische inva sie in Tsjechosiowakije. Als er zich weer een soortgelijke catastrofe zou voordoen, dan konden de besprekin gen wel weer eens in gevaar komen en beide kanten moeten er voor zor gen, dat dit niet meer gebeurt. Maar als de besprekingen willen slagen, dan moeten zij zonder andere voor waarden worden gehouden. Als één van beide kanten de vooruitgang af zou laten hangen van de vooruitgang inzake Vietnam of 't Midden-Oosten of elders, dan zouden de besprekin gen zeker mislukken. Maar het succes van Salt zal wel vooruitgang in andere zaken met zich meebrengen. Het niet-versprei- dingsverdrag van kernwapens zou een goede stimulans krijgen. Aan de andere kant kan een succes van Salt nieuwe verwikkelingen veroor zaken. Als de twee grote mogendhe den erin slagen hun afschrikMngs- eveuwicht te handhaven, dan zou dit consequenties voor Europa kunnen hebben. Want als de mogelijkheid tot een atoomoorlog uitgeschakeld wordt, dan worden de conventionele troepen belangrijker, en dit zou de Russen een voordeel in Qrropa ge- ven, omdat zij er gewoonweg meer nebben. Maar toch mag dit vooruit- gaan op de belangrijke punten niet in de weg staan. Het doel van Salt is niet ontwa pening, hoewel een uiteindelijke ver mindering van wapenen een gevolg zou moeten zijn. Zij moet de veilig heid, die on§ door het atoomeven- wicht wordt geboden, handhaven. Een evenwicht in afschrikking be staat dus reeds, maar dit wordt in gevaar gebracht door de technische vooruitgang. Hierdoor zou een van de beide kanten verleid kunnen wor den om te geloven, dat zij onge straft de eerste slag zou kunnen slaan. Misschien vindt een van bei de partijen het A.B.M.-systeem op een gegeven dag voldoende be scherming tegen een vergelding om zodoende ongestraft de aanval te kunnen wagen. De Mirv's die vele doelen kunnen treffen met een raket brengen het evenwicht ook in ge vaar, omdat zij zowel de A.B.M. als de gewone raketlanceerplaatsen kan uitschakelen. De nieuwe sonische onderwaterap- poraten verstoren evenzeer het evenwicht doordat zij de ontdek king en uitschakeling van onderzee ërs met raketten mogelijk maken. De grootte van de onderzeebootvloot en de hoeveelheid bommenwerpers kan altijd het evenwicht aantasten hoewel dit minder belangrijk is ge worden. De besprekingen zullen lang du ren, misschien wel vijf jaar. Dit maakt het reeds moeilijk om de Mirv's te stoppen, want die zijn reeds door beide partijen getest. Men moet dus overeenstemming zien te bereiken over hun aantallen. Dit zal echter weer zeer moeilijk zijn, omdat de Russen enzoals altijd weigeren om waarnemers toe te la ten. Ten aanzien van de A.B.M. be staan de grootste mogelijkheden tot een overeenkomst, omdat zij nog in hun kinderschoenen staan. Als men zou kunnen komen tot een beperking van de A.B.M.'s zou dat een belang rijke stap voorwaarts zijn. Het nete ligste probleem zou liggen in de eis van de Amerikanan, dat de Russi sche raketten voor middelgrote af stand die op Europa gericht zijn, bij de besprekingen worden betrokken. De Amerikanen hebben hier geen en kel tegenwicht- Deze Russische ra ketten vormen een werkelijke bedrei ging voor West-Europa. Uiteindelijk zullen er een aantal concessies moeten worden gedaan. Door de Russen misschien ten aan zien van de raketten voor middel grote afstand, met als beloning de Europese veiligheidsconferentie, die zij zo lang gepropageerd hebben. Een andere Russische concessie zou de toelating van waarnemers ter plaatse zijn en een beperking van haar krachtige SS-9-raket. Van de Amerikaanse kant is de gro te concessie misschien 't stop-zetten van de A.B.M.-race, omdat de enor me kosten de Russische economie meer zouden kwetsen dan de Ameri kaanse. Aangezien het geen vriend schappelijke ontmoeting zal zijn, ligt de enige hoop in keihard zakendoen. (Copyright The Guardian-De Stem)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 15