m "Er is er maar één sneller op pistool Arafat ben ik" .uw FILM EN SEXUELE VOORLICHTING WONDER LIEFDE UBURGSE AVONTURIER VECHT AL JMDERHALF JAAR BIJ EL FATAH i Rapport van Nisso na „Het wonder der liefde" )nvoldoenA doorstronii11 Vragen aan de Raad van Kerken in Nederland ei V5 Contact Vliegtuigen BVD On juist m m M BRIC Remmingen Niet aangepast DE STEM VAN ZATERDAG 15 NOVEMBER 1969 nu, op dit zelfde ogcnbli zou daarover een toeddi men aangaan, die tk Z,,m a, al ben ik geen gokker1 van zaterdag in maar gekheid, er zijj i 1 zaken aan de orde op; In Amerika protesteren egen de oorlog in Vietn, Irie Amerikaanse astrot eg naar de maan en bijt land is het een nogal,; U ziet het, belangweky genoeg. Agnew, u kent hem toch»'1 nazal uan Nixon, heeft n den al een aanval gedaaai nemers aan de moratorii in de VS. Nu is hij tueer tegen de grote teleuisien en en „dat handjevol m hts verantwoording ven aan zijn directie". w vroeg niet om die is er toch al voor Amerikanen". Te gek r geval wel, meent op eigen veranti ew: het achterste van dt ixon. (Gelezen). URG Cor van de Velde uit Tilburg is al anderhalf jaar eerste luitenant Jozef bij El Fatah. Althans dat beweert hij en de bewijzen die hij hiervoor op tafel legt liegen er niet om: twee foto's van hemzelf in El Fatah-uniform, een El Fatah-pas vol indrukwekkende stempels en onbegrijpelijke Arabische tekens en een map vol documentatie in vele talen deze krant vernam ik da: over El Fatah en het Palestijnse probleem. is om een klein hoofd tt pa's dan jammer voor dt: et een groot hoofd. ir mij is het James Last-:; •tige woorden van de vota le CH-jongeren, J. Huyse::, et heeft veel weg van tt neer je er mee te make: zeer tranen er in je ogen Met zachte stem, waarin een ondertoon van arrogantie te beluisteren valt, praat hfj over het doden van mensen alsof dit het eten van boterhammen betreft. „Misschien heb ik één man gedood, misschien waren het er twintig of meer. Als je met een machinepistool op een groepje inmaait ga je niet tellen hoeveel er precies dood zijn, dan ga je verder". or onze felbegeerde prijs oordraver van de week t rse kandidaten. Na ampel Ir de jury (bestaande uit li e A.R.P.-heer B. Biesht bekend onder de naam .nd" als kampioen tiil i smen. Waarvoor onze jeli fMet een vluchtig glimlachje zakt hajkchterover in de stoel vam het Tilburg: café en alsof hij met een gebaar het gezegde omgedaan wil ma ken jvoegt hij er aan toe: „Ik heb eafi hekel aan doden maar het is oor log dus: zij of ik. Ik ben een avon turier, daar kom ik rond voor uit, maar in dit geval gaat het om een eerlijke zaak". Om zijn motieven voor zijn toetre ding tot El Fatah windt Van de Velde geen doekjes: „Het gaat bij mij in de eerate plaats om het avontuur en de Apathie voor de zaak, maar ook geld is belangrijk. Kijk, het be- voor mij een heleboel dat ik feSkerste luitenant 2000 harde Ame rikaanse dollars in de maand ver dien, maar principieel sta ik ook vol ledig achter de Palestijn-en. Ik zou bijvoorbeeld ook voor de Vietcong willen vechten want ook hun zaak heeft mijn sympathie". ten dan ook niet gezocht worden, het avontuur en het onbekende land wa ren grotere trekpleisters Na een maand op Sicilië te hebben doorge bracht reisde Van de Velde naar Ro me. „Toen brak ik helemaal los. Ik huurde een auto, die ik overigens nooit heb teruggebracht en ben toen door Europa gaan toeren. Ik had een benzinekaart van de Unesco voor 5000 liter, dus dat gaf geen proble men. Van het geld dat ik voor de Unesco inzamelde kon ik rondko men". Koel, zakelijk en ontspannen ver telt Van de Velde zijn verhaal. Al leen aan zijn ietwat hooghartige glimlach is te merken dat hij trots is op zijn escapades als een contem poraine soldaat van fortuin. „Op m'n autotocht kwam ik in Li banon terecht. Dat was maart '68 zo ongeveer. Via een lifter kwam ik in contact met de Palestijnse vluchtelin gen in het kamp bij Tyrr in Zuld- Libanon. De toestand van die men sen is gewoon verschrikkelijk, maar toch spaarden ze het beste uit hun mond om mij te eten te geven. Daar moet je respect voor hebben. Vanaf die tijd besloot ik me aan te sluiten bij de El Fatah". van de andere gegacu u dat wel verklappend A 1^0111(3 :tijheer Nuijens, dieafc v<sP c, J n Haf levenci :n van de andere an u dat >artij heer ers heeft gevraagd geeito: rheid gefinancierde lts* :hikbaar te stellen voa)"? van de gezagsonderir;®» ;n het onderwijsbeleïf'' als de Maagdenhuis^ «in*! -' Vant: „Deze filmuowM ir links gerichte orgaw*'. n neer op het herhOM§ deligk frustreren van dtffl op besloten filmvoorstm 5n dat allemaal op De ARP weet nu ook wel wl (Fedde)maat het PAK is- I Het levensverhaal van de 25-jarige Cornells Franciscus van de Velde doét denken aan een avonturenboek voor jongens van 12 tot 16. Naar zijn zeggen trok hij, na een paar jaar op leiding aan een technische school in Tilburg, de wijde wereld in „Het was wel een wilde tijd toen. Ik monsterde aan op de wilde vaart, zwierf met een rugzak door Europa en tekende op m'n zestiende jaar bij het Vreem delingenlegioen. Ik heb tegen de Al gerijnen gevochten totdat de Fransen er achter kwamen dat ik nog maar zo jong was. Toen vloog ik er uit". Na een paar jaar als free-lance Jfflpiaf in Breda gewerkt te heb ben kroop het avonturiersbloed weer waar het niet gaan kon en de aard- betdngsranip in januari 1968 op Si cilië verschafte hem een motief om zich aan te melden bij de Internatio nale Vrijwillige Hulpdienst. „Ik had toch niets te doen en ik was nog nooit °P fecilië geweest", zegt hij onver schillig. Idealistische motieven moe- Cor van de Velde in El Fatah-uni form 2000 dollar in de maand is wel belangrijk" Van de Valides verhaal begint het karakter van een thriller te krijgen als hij vertelt over z'n rit naar Da mascus, z'n arrestatie door de Sy rische militaire politie omdat hij een dumpundform droeg, de verharen door de Mouchaberaat Palestina, de Palestijnse veiligheidsdienst, die hem helemaal leegmoik, de gevechten met de bewakers die „ontzag" hadden voor z'n kennis van boksen, judo en karate en tenslotte, na twee maan den verhoor, het contact met de El Fatah, „Ze ruamen me mee naar het kamp Mai Saloon en daar kreeg ik een uni form, een koppel met pistool en een Russisch machinegeweer. Daarna zetten ze me in een landrover en we reden naar Es Salt in Jordanië, waar twee kampen van El Fatah zijn. Daar maakte ik kennis met Arafat, die toen opereerde onder de schuilnaam Abu Amar. Luitenant Jozef vindt Arafat een geweldige kerel. „Er gaat een sterke kracht van hem uit die je zou kun nen vergelijken met die van HitleT. Nee, die vergelijking is wat al te belastmet die van Che Guevara. Die heeft trouwens ook El Fatah op gericht, wist u dat? Dat was in 1964 in Gran, samen met Arafat. Ik heb de bewijzen daarvan gezien", be weert hij. Volgens Van de Velde tekende hij in Es Salt een contract van drie jaar met El Fatah. Zijn ervaringen, bij het Vreemdelingenlegioen opgedaan, wogen blijkbaar nogal zwaar want hij werd direct bevorderd tot eerste luitenant en kreeg de naam Jozef. Tot eind augustus 1968 zou hij Pa lestijnse commando's hebben opge leid en daarna hebben deelgenomen aan acties aan het Karameh-front langs de Jordaan. Zo zou hij betrok ken zijn geweest bij de raketaanval op Jericho en de bomaanslag op de supermarkt in Jeruzalem. Van de Velde laat duidelijk uitko men dat hij niet de enige Nederlan der is bij El Fatah. „In het begin wa ren we met vier Nederlanders, maar op 4 augustus verleden jaar is een Overijsselse jongen gesneuveld bij een Israëlische bombardement op de kampen bij Es Salt. Die jongen is begraven op het Ei Fatah-kerkhof in Amman. Nee, z'n naam kan ik niet noemen, maar ik weet wel dat er nooit één letter over in de Neder landse kranten is verschenen". Dat El Fatah bij zijn acties ge bruik maakt van terreuirmiddelen geeft Van de Velde grif toe. „Guerril la's gebruiken altijd terreur, maar de Israëli doen het van hun kant ook", zegt hij. „Ze beschieten burgers en bombarderen dorpen met napalm. Als een El Fatah-strijder gevangen wordt genomen krijgt hij een behandeling ais een krijgsgevangene maar als de Israëli inlichtingen uit hem willen krijgen zij ze keihard; dan gebrui ken ze de Gestapo-methoden". Overi gens zijn wij ook niet zulke liefjes als we informatie uit iemand los moe ten peuteren". Hij zegt zelf niet aan martelingen deel te nemen maar vindt ze noodzakelijk „omdat inlich tingen nodig zijn om de eigen men sen te beschermen". De Tilburigse El Fatah-taitenant wil er nadrukkelijk op wijzen dat hij „geen jodenhater" is. „We hebben niets tegen de joden, maar wel tegen het zionisme. Daar vechten we tegen en zullen dat blijven doen tot de Palestijnse vluchtelingen naar hun land kunnen terugkeren." De vraag of de Arabische landen de vluchtelingen niet kunnen opnemen brengt Van de Velde even in ver warring. „Ehnee, ik geloof niet dat het kan. De Arabische landen zijn bang voor een overheersing van de Palestijnen als ze volledig zou den worden opgenomen. Als ze een goede positie in de Arabische landen zouden krijgen willen ze ook niet meer vechten voor terugkeer naar hun eigen land. het land waar ze recht op hebben". Dat de Palestijnse vluohtedingen nog eens zullen terugkeren naar Is raël is Van de Velde van overtuigd. „Op het ogenblik zijn we aan het her bewapenen, maar daarna komt er een offensief dat het begin zal zijn van een nieuwe oorlog. Ik kan u verze keren dat dit geen twee jaar meer op zich zal laten wachten. Iedereen denkt dat El Fatah geen vliegtuigen heeft maar ik kan u vertellen dat we vier toestellen, ja Russische, tot onze beschikking hebben die ge schikt zijn voor het droppen van pa rachutisten. Ons leger telt nu onge veer 400.000 man, waarvan dertig procent nog in opleiding is en we zullen langs het noorden Israël bin nenvallen. Daarom probeert de Li banese regering onze troepenconcen traties daar tegen te gaan en hebben We slag moeten leveren. We hebben nu een akkoord bereikt maar als Li banon ons nog één keer dwars zit lo pen we heel heft landje onder de voet". Aan de hand van situatieschetsjes zet Van de Velde de operaties van El Fatah uiteen, onafgebroken men tholsigaretten rokend. Hij gedraagt zich als een generaal die tot in alle details van de operaties op de hoogte is. Als de naam Arafat weer valt wordt hij zelfs een beetje lyrisch: „Arafat is een groot man, een echte leider. Ook een enorm goed schut ter. Er is er maar één sneller op het pistool dian Arafat en dat ben ik'" Het superieure glimlachje verschijnt weer. Met z'n militaire snorretje en z'n zwarte geplakte haren ziet hij er zeer Arabisch uit. Toen luitenant Jozef verleden jaar met verlof in Nederland terugkwam bleek dat de justitie nog een appeltje met hem te schillen had. Hij moest wegens flessentrekkerij nog een aan tal weken gevangenisstraf in Breda opknappen. Uit die tijd dateert een psychiatrisch rapport over Van de Velde waarin deze een niet al te sta biele persoonlijkheid wordt genoemd. Volgens Van de Velde zou de BVD hem in de gevangenis hebben opge zocht om hem te dreigen met staat- loosverklering. Nu zit heit tweede verlof van lui tenant Jozef er ook al weer bijna op. Over een paar weken moet hij weer naar het front. „Ais m'n contract is afgelopen weet ik nog niet of ik bij teken", zegt hij peinzend. „Tenslotte zit m'n vrouw hier maar alleen in Tilburg. Ze wordt wel met rust ge laten maar als de BVD haar lastig valt leg ik een bom onder hun ge bouw in Den Haag". Het gesprek is afgelopen. Van de Velde trekt z'n jas (van militaire snit) aan en vermeldt terloops dat hij de berichtgeving over El Fatah in de Nederlandse pers maar misera bel vindt. „Toen ik vertaalde knip sels uit de Nederlandse pers in Jor danië liet lezen hebben ze in Am man de Nederlandse legatie bestormd. Ja, daar wist u niets van, hè?" Als Van de Velde de deur van het Tilburgse etablissement uitstapt pas seert juist een man in een witte re genjas. De luitenant kijkt hem even na en zegt: „Het zou me niets ver wonderen als die kerel van de BVD is. Ze zwerven met bosjes om me heen". CO MEERTENS Dit was Deze Tijd. Ik ■ettig weekend. wmm Z t I'"nï land nrf Aantjes (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Scholieren van 17 jaar en ouder blijken meer ontvankelijk *Dn v°or de boodschap die Oswalt Kolle in zijn film („Het wonder der liefde" deel II) geeft, dan hun ouders. Vooral de kerngedachte van Kolle jtotale verhouding tussen twee mensen bepaalt in hoeverre hun hun sexu- '-relatie bevredigend is, komt bij de jongeren beter over. Dit blijkt uit T opport over film en sexuele voorlichting, opgesteld door het Nederlands Instituut voor Sociaal-Sexuologisch Onderzoek te Zeist. (Van een onzer vers DEN HAAG B»i de Het Nisso werd twee jaar geleden Tgent-ht als gezamenlijke stichting van de kruisverenigingen, de instan- ^■tvoor geestelijke volksgezond heid en de NVSH. De vraag die het Nisso zich stelde was. of voorlich tingsfilms als die van Oswalt Kolle, Bike toch altijd meer dan een half j?' deze films nieuwe inzichten g^eri ten aanzien van sexualiteit lat het publiek ervan overneemt. Tl probeert in zijn films de meti- gtet te schokken, maar hen aan ^Wnken en praten zetten. Hij biedt ^Kelijks biologische informatie, ^»-men van de Hoorsnee-voorlich- Silm gewend is, maar laat zien, exualiteit beleefd wordt door en niet door lichamen, ris een nauwe samenhang tus- fexuele bevrediging en persoons- I Ir Ir cal irr TT!i 1i "nt: circa 48 jaar) vond het niet goed, dat hun kinderen deze film zouden zien. De jongelui waren gelijkelijk in jongens en meisjes verdeeld, en af komstig van een huishoudschool, twee technische scholen en twee mid delbare scholen. Een beperkt on derzoek dus, waarvan de resultaten beslist niet gegeneraliseerd mogen worden dat veel van elkaar houden niet de enige voorwaarde voor een geslaag de sexualiteit is en dat het huwe lijk geen oplossing is voor eerder be staande problemen. In die gevallen houden de ouders liever vast aan de oude mening of verandert men in tegengestelde richting: men gaat nog starrer geloven aan een reeds voor de film gebleken onjuist inzicht. Bij de scholieren treedt veel meer en overtuigender verandering van in zicht op na het zien van de film. Slechts bij drie filmonderwerpen wordt soms vastgehouden aan het oude standpunt: veel van elkaar hou den is niet de enige voorwaarde voor een geslaagde sexualiteit, het huwe lijk is geen oplossing van eerder be staande problemen, het zg. avontuur tje (63 pet. blijft intolerant al den ken de jongeren er ruimer over ivond iaat zijn ter Schut, uitersV wva,j Hij vond de hister om kracht te ^ie. doorstroming ,OI!v° „„ord^ had wel watering bij len, die minister Schut ten heeft ingediend ningen vrij te maKen betaalden. Ma*ra*JfaP zouden woTdeIV weinig.'fi van misschien bar ^ée^stcdTachter de d® ontwikkeling. Uit het Nisso-rapport rr,ntie vroeg AaI ïijf.-jdat Kolle in zijn bedoeling re- goed slaagt, met name bii jon- leren. Het Nisso hield zijn onderzoek In ■stoort, waar twee besloten voor gen v„n „Het wonder der lief- aig een -»•- In een motie vroeg minister om zonodig jiie#! aanmerkingkomendfige^ m ningverdeling te getfl maatregel tegen gcWj Het was voor m® motie dïTideïiïk dat deze "Z'm ^BffDee1 II) gegeven werden: eerst y kamermeerdert? ^'tBBE'FQor de 148 ouders (van de 854 wantik de CHU; \,e) ^nodigden), en later, nadat hun ou- n 'r> '66 gaven er h"<]erf:, /lch een beeld hadden kunnen O" D JZ en enkele voor hun kind-eren (110 van dinsdagmiddag de 427 genodigden). Niet minder dan al 6 procent van de ouders (leeftijd De meeste verandering van inzicht door het aanzien van Kolle's film trad bij scholieren en ouders op ten aanzien van de filmboodschap over de kans op teleurstelling van de eer ste sexuele ervaringen en over de situatie-bepaalde impotentie. Jonge ren en ouders nemen de opvatting van Kolle over, dat er een nauw ver band bestaat tussen sexuele moei lijkheden en andere huwelijksproble men. Verder lopen de meningen van dr ouders en hun kinderen soms steri uiteen. Uit 't Nisso-onderzoek is dui delijk geworden dat de ouders nog heel wat konden leren, maar zich daarvoor weinig openstelden. Voor al voor de opvatting van Kolle, dat geslachtsgemeenschap slechts zel den een oplossing is voor huwelijks ruzies, konden zij weinig begrip op brengen in tegenstelling tot de jonge ren. Hetzelfde gold de filmb' dschap dan hun ouders). Voor de jongeren was na het zien van de film duide lijker dan voor de ouders, dat de on derbroken coïtus een onbetrouw bare methode van anti-conceptie is. Ten aanzien van de opmerking van Kolle in zijn filmcommentaar, dat jeugdervaringen (b.v. sexuele bele ving van hun ouders) invloed kun nen hebben op de latere sexualiteits- beleving, bleven de ouders in het va ge, misschien te begrijpen vanuit hun situatie. Het Nisso is van mening dat de grotere ontvankelijkheid voor veran dering van inzicht bij de scholieren niet gezocht moet worden in hun on ervarenheid op sexueel gebied. Bij 5 van de negen onderzochte filmonder werpen hadden de jongeren reeds voor het zien van de film meer juis te inzichten dan hun ouders. Deze laatsten hebben van de film minder geleerd, omdat zij minder dan de jon geren bereid waren, onjuiste stand punten te wijzigen. De ouders die het meest ontvankelijk waren voor de op vattingen van Kolle, staan minder af wijzend tegenover voorechtelijke se xuele beleving. Ook blijken zij zich minder sterk verbonden te voelen met hun kerkgenootschap. De katho lieken hebben de geringste band met hun kerk, de gereformeerden de sterkste, wat b.v. hieruit bleek, dat de 90 genodigden uit gerefor meerde plaatsen als Spakenburg en Bunschoten allen verstek lieten gaan. Ook voor de jongeren geldt dat de mate van verbondenheid aan hun kerk meebepalend is voor de veran dering van inzicht over sexualiteit. Ook is gebleken dat jongeren met weinig sexuele ervaring het meest van gedachten veranderen. Tenslot te valt op, dat verandering van in zicht samenhangt met het niveau van opleiding: zowel voor de ouders als voor hun .kinderen geldt dat een lager opleidings-niveau gemakkelij ker leidt tot verandering in opvat' ting. Als de boodschao van de film te zeer afwijkt van het eigen stand punt, heeft dit tot gevolg, dat er geen verandering van inzicht optreedt. Nog enkele resultaten van het Nis so-onderzoek: jongeren blijken rui mer van opvatting te zijn als het gaat over voor- en buiten-echtelijke sexu ele relaties. Ook staan zij vrijer dan hun ouders tegenover de toelaatbaar heid van sexuele prikkels en fanta sieën. Opmerkelijk in dit verband is echter dat ouders en scholieren in ongeveer gelijke mate sexuele remmingen en moeilijkheden onder vinden. Hoewel 24 procent van üe ouders en 33 procent van de scholieren ver wacht hadden, een film te zullen zien waarin veel sexuele variaties en tech nieken uit de doeken zouden worden gedaan, blijkt achteraf dat de helft van de bezoekers de voorlichting, zo als Kolle die geeft, erg goed waar deert. Het Nisso-onderzoek is interessant, maar ook misleidend. Het terrein van onderzoek (Amersfoort en direc te omgeving) en de kwaliteit van de geënquêteerden (er waren geen wer kende jongeren bij betrokken) bieden te weinig gelegenheid tot nuance ring. Wil dit onderzoek waarde krij gen. dan zal iets dergelijks ook ders moeten gebeuren, m.n. in van de grote steden, waar de sexer- varing groter is, zoals blijkt uit de Margrietenquête van dit jaar. (Door onze redacteur Joep Spitz) BREDA Op maandag 17 novem ber komt de Raad van Kerken in Ne derland weer in vergadering bijeen. Zal dan opnieuw duidelijk moe ten worden hoezeer deze raad. eigen lijk al vanaf de oprichting op 21 juni 1968 in een impasse verkeert? Tijdens de jaarvergadering van de St.-Willibrordvereniging op 6 novem ber j.l. werd er in alle talen op ge wezen. Kort en bondig komt de kri tiek hierop neer: wat doet de Raad van Kerken, en: doet hij eigenlijk wel iets? De secretaresse van de Raad, mej. mr. S. Holsteijn, die bij de vergadering in Esplanada te Utrecht aanwezig was, hulde zich in een stilzwijgen, dat stijgende ver wondering opriep naarmate de kri tiek toenam. Wat is er met de Raad aan de hand? Indertijd spraken deskundigen bij de oprichting van de Raad van Ker ken over „een teken van verwach ting". Nu lijkt hij meer het gevolg van een „wanhoopsdaad", nodig om de schijn van oecumenische samen werking in officiële kerkelijke krin gen op te houden. In zijn adviseren de en coördinerende taak in het pro ces van toenadering der kerken tot elkaar is de Raad in gebreke geble ven. Interne organisatorische moei lijkheden nemen hem bovenmatig in beslag. Moeilijkheden die het gevolg blijken te zijn van een te weinig doortastend en te weinig consequent optreden door de commissie, die de stichting van de Raad sinds oktober 1966 voorbereidde. Zoals bekend is de nationale Raad van Kerken een vervolg op de Oecumenische Raad van Kerken die reeds vele jaren werkzaam was. Het was een moedige daad van deze Oe cumenische Raad, plaats te willen maken voor een nieuw orgaan dat aanvaardbaar zou zijn voor meer kerkgenootschappen (zoals de rooms- katholieke kerk en de gereformeerde kerken) en dat door zijn hiërarchi- scne samenstelling (de leiding zelf van de kerken heeft er zitting in) een minder vrijblijvend karakter zou krijgen. Een grote fout echter werd bij de oprichting van de nieuwe raad ge maakt: de voorbereidingscommissie liet enkele belangrijke organen van de vroegere Oecumenische Raad overvloeien met de tradities ervan en hun denken en manieren van doen die inmiddels in veel opzichten ver ouderd blijken te zijn, niet aangepast aan de huidige eisen. De Raad van Kerken voelt nu, dat hij opgescheept zit met een steriel secretariaat en eeii jeugdraad die niet in te passen is in het nieuwe geheel. De problemen rond de liquidatie van de Oecumenische Jeugdraad zijn inmiddels bekend: er zijn vele duizenden guldens schulden gemaakt. De vraag is: wie zal deze aflossen? De Raad van Kereken is nu zover in zijn overleg gevorderd dat wellicht besloten zal worden, dat de kerken die aan de nieuwe raad participeren, de schulden zullen overnemen. Ingewikkelder is de vraag, wat ge beurt er met de secretaris van de Oecumenische Jeugdraad (full-time functie)? De Raad van Kerken wil hem niet overnemen in de op te richten sectie jeugd en jongeren, ter wijl de secretaris er niets voor voelt, aan de kant te worden gezet. Hij eist schadeloosstelling. De Raad van Ker ken heeft de confessionele jeugdor ganisaties, die bij de Oecumenische Jeugdraad aangesloten zijn, ge vraagd, een constructief voorstel te doen. Onderling verdeeld als deze organisaties zijn, komen ze in feite niet verder dan een protest tegen de houding van de Raad van Kerken. Wie goed toeziet, stelt vast. dat al deze organisaties vechten voor het eigen hachje. Zij wensen, ook al gaat het uiteindelijk om een betere oecu menische samenwerking, niets van hun, wel wat overtrokken, confessio nele eigenheid prijs te geven, die in de Oecumenische Jeugdraad alle ruimte had. Het kernpunt van de impasse waarin de Raad van Kerken ver keert zit elders: in de vorming van het secretariaat, lijkt ons. Wie de sa menstelling van het moderamen van de Raad nader bestudeert, kan slechts tot de conclusie komen, dat hij met een orgaan te doen heeft) dat over vaak voortreffelijke be stuurskwaliteiten beschikt. Bij de oprichting verleden jaar heeft de Raad, op advies van de voorbereidingscommissie, het secre tariaat van de vroegere oecumeni sche Raad overgenomen. Sindsdien constateert men van dag tot dag de ontoereikendheid ervan De nieuwe Raad van Kerken bezit meer impor tantie dient zich bezig te houden met ingrijpender vraagstukken die het gehele christelijke leven van Ne derland raken, heeft dientengevolge een meer omvattende taak dan de Oecumenische Raad. Tegen deze taak is het secretariaat ten enen ma le niet opgewassen. De enige oplos sing lijkt te zjjn, alsnog het huidige secretariaat te vervangen door een geheel nieuwe opzet. Geen compro mis-oplossing dus die schade doet aan de taakstelling van de Raad. Het wordt, na een inwerkperiode van bijna anderhalf jaar, wel tijd dat de Raad van Kerken wil hij zich waar maken bij het kerkvolk en de vele oecumenische activitei ten helderheid in zake" brengt. Dom me partijzucht, angst om overwoe kerd te worden door sommige ker ken die een intensieve oecumenische inbreng hebben (met name de r.-k. kerk) en gebrek aan consequent handelen leiden tot compromis-oplos' singen die zich blijven wreken.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 17