m
"Er is er maar één
sneller op pistool
Arafat
ben ik"
.uw FILM EN SEXUELE VOORLICHTING
WONDER
LIEFDE
UBURGSE AVONTURIER VECHT AL
JMDERHALF JAAR BIJ EL FATAH
i
Rapport van Nisso na „Het wonder der liefde"
)nvoldoenA
doorstronii11
Vragen aan
de Raad
van Kerken
in
Nederland
ei V5
Contact
Vliegtuigen
BVD
On juist
m
m M
BRIC
Remmingen
Niet aangepast
DE STEM VAN ZATERDAG 15 NOVEMBER 1969
nu, op dit zelfde ogcnbli
zou daarover een toeddi
men aangaan, die tk Z,,m
a, al ben ik geen gokker1
van zaterdag in
maar gekheid, er zijj i
1 zaken aan de orde op;
In Amerika protesteren
egen de oorlog in Vietn,
Irie Amerikaanse astrot
eg naar de maan en bijt
land is het een nogal,;
U ziet het, belangweky
genoeg.
Agnew, u kent hem toch»'1
nazal uan Nixon, heeft n
den al een aanval gedaaai
nemers aan de moratorii
in de VS. Nu is hij tueer
tegen de grote teleuisien
en en „dat handjevol m
hts verantwoording ven
aan zijn directie".
w vroeg niet om
die is er toch al voor
Amerikanen". Te gek
r geval wel, meent
op eigen veranti
ew: het achterste van dt
ixon. (Gelezen).
URG Cor van de Velde uit Tilburg is al anderhalf jaar eerste luitenant Jozef bij
El Fatah. Althans dat beweert hij en de bewijzen die hij hiervoor op tafel legt liegen er niet
om: twee foto's van hemzelf in El Fatah-uniform, een El Fatah-pas vol indrukwekkende
stempels en onbegrijpelijke Arabische tekens en een map vol documentatie in vele talen
deze krant vernam ik da: over El Fatah en het Palestijnse probleem.
is om een klein hoofd tt
pa's dan jammer voor dt:
et een groot hoofd.
ir mij is het James Last-:;
•tige woorden van de vota
le CH-jongeren, J. Huyse::,
et heeft veel weg van tt
neer je er mee te make:
zeer tranen er in je ogen
Met zachte stem, waarin een ondertoon van arrogantie te beluisteren valt, praat hfj over het doden van mensen
alsof dit het eten van boterhammen betreft. „Misschien heb ik één man gedood, misschien waren het er twintig
of meer. Als je met een machinepistool op een groepje inmaait ga je niet tellen hoeveel er precies dood zijn,
dan ga je verder".
or onze felbegeerde prijs
oordraver van de week t
rse kandidaten. Na ampel Ir
de jury (bestaande uit li
e A.R.P.-heer B. Biesht
bekend onder de naam
.nd" als kampioen tiil i
smen. Waarvoor onze jeli
fMet een vluchtig glimlachje zakt
hajkchterover in de stoel vam het
Tilburg: café en alsof hij met een
gebaar het gezegde omgedaan wil ma
ken jvoegt hij er aan toe: „Ik heb
eafi hekel aan doden maar het is oor
log dus: zij of ik. Ik ben een avon
turier, daar kom ik rond voor uit,
maar in dit geval gaat het om een
eerlijke zaak".
Om zijn motieven voor zijn toetre
ding tot El Fatah windt Van de Velde
geen doekjes: „Het gaat bij mij in de
eerate plaats om het avontuur en de
Apathie voor de zaak, maar ook
geld is belangrijk. Kijk, het be-
voor mij een heleboel dat ik
feSkerste luitenant 2000 harde Ame
rikaanse dollars in de maand ver
dien, maar principieel sta ik ook vol
ledig achter de Palestijn-en. Ik zou
bijvoorbeeld ook voor de Vietcong
willen vechten want ook hun zaak
heeft mijn sympathie".
ten dan ook niet gezocht worden, het
avontuur en het onbekende land wa
ren grotere trekpleisters Na een
maand op Sicilië te hebben doorge
bracht reisde Van de Velde naar Ro
me. „Toen brak ik helemaal los. Ik
huurde een auto, die ik overigens
nooit heb teruggebracht en ben toen
door Europa gaan toeren. Ik had een
benzinekaart van de Unesco voor
5000 liter, dus dat gaf geen proble
men. Van het geld dat ik voor de
Unesco inzamelde kon ik rondko
men".
Koel, zakelijk en ontspannen ver
telt Van de Velde zijn verhaal. Al
leen aan zijn ietwat hooghartige
glimlach is te merken dat hij trots
is op zijn escapades als een contem
poraine soldaat van fortuin.
„Op m'n autotocht kwam ik in Li
banon terecht. Dat was maart '68 zo
ongeveer. Via een lifter kwam ik in
contact met de Palestijnse vluchtelin
gen in het kamp bij Tyrr in Zuld-
Libanon. De toestand van die men
sen is gewoon verschrikkelijk, maar
toch spaarden ze het beste uit hun
mond om mij te eten te geven. Daar
moet je respect voor hebben. Vanaf
die tijd besloot ik me aan te sluiten
bij de El Fatah".
van de andere gegacu
u dat wel verklappend A 1^0111(3
:tijheer Nuijens, dieafc v<sP
c, J n Haf levenci
:n van de andere
an u dat
>artij heer
ers heeft gevraagd geeito:
rheid gefinancierde lts*
:hikbaar te stellen voa)"?
van de gezagsonderir;®»
;n het onderwijsbeleïf''
als de Maagdenhuis^
«in*! -'
Vant: „Deze filmuowM
ir links gerichte orgaw*'.
n neer op het herhOM§
deligk frustreren van dtffl
op besloten filmvoorstm
5n dat allemaal op
De ARP weet nu ook wel wl
(Fedde)maat het PAK is- I
Het levensverhaal van de 25-jarige
Cornells Franciscus van de Velde
doét denken aan een avonturenboek
voor jongens van 12 tot 16. Naar zijn
zeggen trok hij, na een paar jaar op
leiding aan een technische school in
Tilburg, de wijde wereld in „Het was
wel een wilde tijd toen. Ik monsterde
aan op de wilde vaart, zwierf met
een rugzak door Europa en tekende
op m'n zestiende jaar bij het Vreem
delingenlegioen. Ik heb tegen de Al
gerijnen gevochten totdat de Fransen
er achter kwamen dat ik nog maar
zo jong was. Toen vloog ik er uit".
Na een paar jaar als free-lance
Jfflpiaf in Breda gewerkt te heb
ben kroop het avonturiersbloed weer
waar het niet gaan kon en de aard-
betdngsranip in januari 1968 op Si
cilië verschafte hem een motief om
zich aan te melden bij de Internatio
nale Vrijwillige Hulpdienst. „Ik had
toch niets te doen en ik was nog nooit
°P fecilië geweest", zegt hij onver
schillig. Idealistische motieven moe-
Cor van de Velde in El Fatah-uni
form 2000 dollar in de maand
is wel belangrijk"
Van de Valides verhaal begint het
karakter van een thriller te krijgen
als hij vertelt over z'n rit naar Da
mascus, z'n arrestatie door de Sy
rische militaire politie omdat hij een
dumpundform droeg, de verharen
door de Mouchaberaat Palestina, de
Palestijnse veiligheidsdienst, die hem
helemaal leegmoik, de gevechten met
de bewakers die „ontzag" hadden
voor z'n kennis van boksen, judo en
karate en tenslotte, na twee maan
den verhoor, het contact met de El
Fatah,
„Ze ruamen me mee naar het kamp
Mai Saloon en daar kreeg ik een uni
form, een koppel met pistool en een
Russisch machinegeweer. Daarna
zetten ze me in een landrover en we
reden naar Es Salt in Jordanië, waar
twee kampen van El Fatah zijn. Daar
maakte ik kennis met Arafat, die
toen opereerde onder de schuilnaam
Abu Amar.
Luitenant Jozef vindt Arafat een
geweldige kerel. „Er gaat een sterke
kracht van hem uit die je zou kun
nen vergelijken met die van HitleT.
Nee, die vergelijking is wat al te
belastmet die van Che Guevara.
Die heeft trouwens ook El Fatah op
gericht, wist u dat? Dat was in 1964
in Gran, samen met Arafat. Ik heb
de bewijzen daarvan gezien", be
weert hij.
Volgens Van de Velde tekende hij
in Es Salt een contract van drie jaar
met El Fatah. Zijn ervaringen, bij
het Vreemdelingenlegioen opgedaan,
wogen blijkbaar nogal zwaar want
hij werd direct bevorderd tot eerste
luitenant en kreeg de naam Jozef.
Tot eind augustus 1968 zou hij Pa
lestijnse commando's hebben opge
leid en daarna hebben deelgenomen
aan acties aan het Karameh-front
langs de Jordaan. Zo zou hij betrok
ken zijn geweest bij de raketaanval
op Jericho en de bomaanslag op de
supermarkt in Jeruzalem.
Van de Velde laat duidelijk uitko
men dat hij niet de enige Nederlan
der is bij El Fatah. „In het begin wa
ren we met vier Nederlanders, maar
op 4 augustus verleden jaar is een
Overijsselse jongen gesneuveld bij
een Israëlische bombardement op de
kampen bij Es Salt. Die jongen is
begraven op het Ei Fatah-kerkhof in
Amman. Nee, z'n naam kan ik niet
noemen, maar ik weet wel dat er
nooit één letter over in de Neder
landse kranten is verschenen".
Dat El Fatah bij zijn acties ge
bruik maakt van terreuirmiddelen
geeft Van de Velde grif toe. „Guerril
la's gebruiken altijd terreur, maar de
Israëli doen het van hun kant ook",
zegt hij. „Ze beschieten burgers en
bombarderen dorpen met napalm. Als
een El Fatah-strijder gevangen wordt
genomen krijgt hij een behandeling
ais een krijgsgevangene maar als de
Israëli inlichtingen uit hem willen
krijgen zij ze keihard; dan gebrui
ken ze de Gestapo-methoden". Overi
gens zijn wij ook niet zulke liefjes
als we informatie uit iemand los moe
ten peuteren". Hij zegt zelf niet aan
martelingen deel te nemen maar
vindt ze noodzakelijk „omdat inlich
tingen nodig zijn om de eigen men
sen te beschermen".
De Tilburigse El Fatah-taitenant
wil er nadrukkelijk op wijzen dat hij
„geen jodenhater" is. „We hebben
niets tegen de joden, maar wel tegen
het zionisme. Daar vechten we tegen
en zullen dat blijven doen tot de
Palestijnse vluchtelingen naar hun
land kunnen terugkeren."
De vraag of de Arabische landen de
vluchtelingen niet kunnen opnemen
brengt Van de Velde even in ver
warring. „Ehnee, ik geloof niet
dat het kan. De Arabische landen
zijn bang voor een overheersing van
de Palestijnen als ze volledig zou
den worden opgenomen. Als ze een
goede positie in de Arabische landen
zouden krijgen willen ze ook niet
meer vechten voor terugkeer naar
hun eigen land. het land waar ze
recht op hebben".
Dat de Palestijnse vluohtedingen
nog eens zullen terugkeren naar Is
raël is Van de Velde van overtuigd.
„Op het ogenblik zijn we aan het her
bewapenen, maar daarna komt er een
offensief dat het begin zal zijn van
een nieuwe oorlog. Ik kan u verze
keren dat dit geen twee jaar meer
op zich zal laten wachten. Iedereen
denkt dat El Fatah geen vliegtuigen
heeft maar ik kan u vertellen dat
we vier toestellen, ja Russische, tot
onze beschikking hebben die ge
schikt zijn voor het droppen van pa
rachutisten. Ons leger telt nu onge
veer 400.000 man, waarvan dertig
procent nog in opleiding is en we
zullen langs het noorden Israël bin
nenvallen. Daarom probeert de Li
banese regering onze troepenconcen
traties daar tegen te gaan en hebben
We slag moeten leveren. We hebben
nu een akkoord bereikt maar als Li
banon ons nog één keer dwars zit lo
pen we heel heft landje onder de
voet".
Aan de hand van situatieschetsjes
zet Van de Velde de operaties van
El Fatah uiteen, onafgebroken men
tholsigaretten rokend. Hij gedraagt
zich als een generaal die tot in alle
details van de operaties op de hoogte
is. Als de naam Arafat weer valt
wordt hij zelfs een beetje lyrisch:
„Arafat is een groot man, een echte
leider. Ook een enorm goed schut
ter. Er is er maar één sneller op het
pistool dian Arafat en dat ben ik'"
Het superieure glimlachje verschijnt
weer. Met z'n militaire snorretje en
z'n zwarte geplakte haren ziet hij
er zeer Arabisch uit.
Toen luitenant Jozef verleden jaar
met verlof in Nederland terugkwam
bleek dat de justitie nog een appeltje
met hem te schillen had. Hij moest
wegens flessentrekkerij nog een aan
tal weken gevangenisstraf in Breda
opknappen. Uit die tijd dateert een
psychiatrisch rapport over Van de
Velde waarin deze een niet al te sta
biele persoonlijkheid wordt genoemd.
Volgens Van de Velde zou de BVD
hem in de gevangenis hebben opge
zocht om hem te dreigen met staat-
loosverklering.
Nu zit heit tweede verlof van lui
tenant Jozef er ook al weer bijna op.
Over een paar weken moet hij weer
naar het front. „Ais m'n contract is
afgelopen weet ik nog niet of ik bij
teken", zegt hij peinzend. „Tenslotte
zit m'n vrouw hier maar alleen in
Tilburg. Ze wordt wel met rust ge
laten maar als de BVD haar lastig
valt leg ik een bom onder hun ge
bouw in Den Haag".
Het gesprek is afgelopen. Van de
Velde trekt z'n jas (van militaire
snit) aan en vermeldt terloops dat
hij de berichtgeving over El Fatah
in de Nederlandse pers maar misera
bel vindt. „Toen ik vertaalde knip
sels uit de Nederlandse pers in Jor
danië liet lezen hebben ze in Am
man de Nederlandse legatie bestormd.
Ja, daar wist u niets van, hè?"
Als Van de Velde de deur van het
Tilburgse etablissement uitstapt pas
seert juist een man in een witte re
genjas. De luitenant kijkt hem even
na en zegt: „Het zou me niets ver
wonderen als die kerel van de BVD
is. Ze zwerven met bosjes om me
heen".
CO MEERTENS
Dit was Deze Tijd. Ik
■ettig weekend.
wmm
Z t I'"nï land
nrf Aantjes
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Scholieren van 17 jaar en ouder blijken meer ontvankelijk
*Dn v°or de boodschap die Oswalt Kolle in zijn film („Het wonder der
liefde" deel II) geeft, dan hun ouders. Vooral de kerngedachte van Kolle
jtotale verhouding tussen twee mensen bepaalt in hoeverre hun hun sexu-
'-relatie bevredigend is, komt bij de jongeren beter over. Dit blijkt uit
T opport over film en sexuele voorlichting, opgesteld door het Nederlands
Instituut voor Sociaal-Sexuologisch Onderzoek te Zeist.
(Van een onzer vers
DEN HAAG B»i de
Het Nisso werd twee jaar geleden
Tgent-ht als gezamenlijke stichting
van de kruisverenigingen, de instan-
^■tvoor geestelijke volksgezond
heid en de NVSH. De vraag die het
Nisso zich stelde was. of voorlich
tingsfilms als die van Oswalt Kolle,
Bike toch altijd meer dan een half
j?' deze films nieuwe inzichten
g^eri ten aanzien van sexualiteit
lat het publiek ervan overneemt.
Tl probeert in zijn films de meti-
gtet te schokken, maar hen aan
^Wnken en praten zetten. Hij biedt
^Kelijks biologische informatie,
^»-men van de Hoorsnee-voorlich-
Silm gewend is, maar laat zien,
exualiteit beleefd wordt door
en niet door lichamen,
ris een nauwe samenhang tus-
fexuele bevrediging en persoons-
I Ir Ir cal irr TT!i 1i "nt:
circa 48 jaar) vond het niet goed,
dat hun kinderen deze film zouden
zien. De jongelui waren gelijkelijk in
jongens en meisjes verdeeld, en af
komstig van een huishoudschool,
twee technische scholen en twee mid
delbare scholen. Een beperkt on
derzoek dus, waarvan de resultaten
beslist niet gegeneraliseerd mogen
worden
dat veel van elkaar houden niet de
enige voorwaarde voor een geslaag
de sexualiteit is en dat het huwe
lijk geen oplossing is voor eerder be
staande problemen. In die gevallen
houden de ouders liever vast aan de
oude mening of verandert men in
tegengestelde richting: men gaat
nog starrer geloven aan een reeds
voor de film gebleken onjuist inzicht.
Bij de scholieren treedt veel meer
en overtuigender verandering van in
zicht op na het zien van de film.
Slechts bij drie filmonderwerpen
wordt soms vastgehouden aan het
oude standpunt: veel van elkaar hou
den is niet de enige voorwaarde voor
een geslaagde sexualiteit, het huwe
lijk is geen oplossing van eerder be
staande problemen, het zg. avontuur
tje (63 pet. blijft intolerant al den
ken de jongeren er ruimer over
ivond iaat zijn
ter Schut, uitersV wva,j
Hij vond de
hister om kracht te ^ie.
doorstroming ,OI!v° „„ord^
had wel watering bij
len, die minister Schut
ten heeft ingediend
ningen vrij te maKen
betaalden. Ma*ra*JfaP
zouden woTdeIV weinig.'fi
van
misschien bar
^ée^stcdTachter de d® ontwikkeling. Uit het Nisso-rapport
rr,ntie vroeg AaI ïijf.-jdat Kolle in zijn bedoeling re-
goed slaagt, met name bii jon-
leren.
Het Nisso hield zijn onderzoek In
■stoort, waar twee besloten voor
gen v„n „Het wonder der lief-
aig een -»•-
In een motie vroeg
minister om zonodig jiie#!
aanmerkingkomendfige^ m
ningverdeling te getfl
maatregel tegen gcWj
Het was voor m® motie
dïTideïiïk dat deze "Z'm ^BffDee1 II) gegeven werden: eerst
y kamermeerdert? ^'tBBE'FQor de 148 ouders (van de 854
wantik de CHU; \,e) ^nodigden), en later, nadat hun ou-
n 'r> '66 gaven er h"<]erf:, /lch een beeld hadden kunnen
O" D JZ en enkele voor hun kind-eren (110 van
dinsdagmiddag de 427 genodigden). Niet minder dan
al 6 procent van de ouders (leeftijd
De meeste verandering van inzicht
door het aanzien van Kolle's film
trad bij scholieren en ouders op ten
aanzien van de filmboodschap over
de kans op teleurstelling van de eer
ste sexuele ervaringen en over de
situatie-bepaalde impotentie. Jonge
ren en ouders nemen de opvatting
van Kolle over, dat er een nauw ver
band bestaat tussen sexuele moei
lijkheden en andere huwelijksproble
men.
Verder lopen de meningen van dr
ouders en hun kinderen soms steri
uiteen. Uit 't Nisso-onderzoek is dui
delijk geworden dat de ouders nog
heel wat konden leren, maar zich
daarvoor weinig openstelden. Voor
al voor de opvatting van Kolle, dat
geslachtsgemeenschap slechts zel
den een oplossing is voor huwelijks
ruzies, konden zij weinig begrip op
brengen in tegenstelling tot de jonge
ren. Hetzelfde gold de filmb' dschap
dan hun ouders). Voor de jongeren
was na het zien van de film duide
lijker dan voor de ouders, dat de on
derbroken coïtus een onbetrouw
bare methode van anti-conceptie is.
Ten aanzien van de opmerking van
Kolle in zijn filmcommentaar, dat
jeugdervaringen (b.v. sexuele bele
ving van hun ouders) invloed kun
nen hebben op de latere sexualiteits-
beleving, bleven de ouders in het va
ge, misschien te begrijpen vanuit
hun situatie.
Het Nisso is van mening dat de
grotere ontvankelijkheid voor veran
dering van inzicht bij de scholieren
niet gezocht moet worden in hun on
ervarenheid op sexueel gebied. Bij 5
van de negen onderzochte filmonder
werpen hadden de jongeren reeds
voor het zien van de film meer juis
te inzichten dan hun ouders. Deze
laatsten hebben van de film minder
geleerd, omdat zij minder dan de jon
geren bereid waren, onjuiste stand
punten te wijzigen. De ouders die het
meest ontvankelijk waren voor de op
vattingen van Kolle, staan minder af
wijzend tegenover voorechtelijke se
xuele beleving. Ook blijken zij zich
minder sterk verbonden te voelen
met hun kerkgenootschap. De katho
lieken hebben de geringste band
met hun kerk, de gereformeerden
de sterkste, wat b.v. hieruit bleek,
dat de 90 genodigden uit gerefor
meerde plaatsen als Spakenburg en
Bunschoten allen verstek lieten gaan.
Ook voor de jongeren geldt dat de
mate van verbondenheid aan hun
kerk meebepalend is voor de veran
dering van inzicht over sexualiteit.
Ook is gebleken dat jongeren met
weinig sexuele ervaring het meest
van gedachten veranderen. Tenslot
te valt op, dat verandering van in
zicht samenhangt met het niveau
van opleiding: zowel voor de ouders
als voor hun .kinderen geldt dat een
lager opleidings-niveau gemakkelij
ker leidt tot verandering in opvat'
ting. Als de boodschao van de film
te zeer afwijkt van het eigen stand
punt, heeft dit tot gevolg, dat er geen
verandering van inzicht optreedt.
Nog enkele resultaten van het Nis
so-onderzoek: jongeren blijken rui
mer van opvatting te zijn als het gaat
over voor- en buiten-echtelijke sexu
ele relaties. Ook staan zij vrijer dan
hun ouders tegenover de toelaatbaar
heid van sexuele prikkels en fanta
sieën. Opmerkelijk in dit verband
is echter dat ouders en scholieren
in ongeveer gelijke mate sexuele
remmingen en moeilijkheden onder
vinden.
Hoewel 24 procent van üe ouders
en 33 procent van de scholieren ver
wacht hadden, een film te zullen zien
waarin veel sexuele variaties en tech
nieken uit de doeken zouden worden
gedaan, blijkt achteraf dat de helft
van de bezoekers de voorlichting, zo
als Kolle die geeft, erg goed waar
deert.
Het Nisso-onderzoek is interessant,
maar ook misleidend. Het terrein
van onderzoek (Amersfoort en direc
te omgeving) en de kwaliteit van de
geënquêteerden (er waren geen wer
kende jongeren bij betrokken) bieden
te weinig gelegenheid tot nuance
ring. Wil dit onderzoek waarde krij
gen. dan zal iets dergelijks ook
ders moeten gebeuren, m.n. in
van de grote steden, waar de sexer-
varing groter is, zoals blijkt uit
de Margrietenquête van dit jaar.
(Door onze redacteur Joep Spitz)
BREDA Op maandag 17 novem
ber komt de Raad van Kerken in Ne
derland weer in vergadering bijeen.
Zal dan opnieuw duidelijk moe
ten worden hoezeer deze raad. eigen
lijk al vanaf de oprichting op 21
juni 1968 in een impasse verkeert?
Tijdens de jaarvergadering van de
St.-Willibrordvereniging op 6 novem
ber j.l. werd er in alle talen op ge
wezen. Kort en bondig komt de kri
tiek hierop neer: wat doet de Raad
van Kerken, en: doet hij eigenlijk
wel iets? De secretaresse van de
Raad, mej. mr. S. Holsteijn, die bij
de vergadering in Esplanada te
Utrecht aanwezig was, hulde zich in
een stilzwijgen, dat stijgende ver
wondering opriep naarmate de kri
tiek toenam. Wat is er met de Raad
aan de hand?
Indertijd spraken deskundigen bij
de oprichting van de Raad van Ker
ken over „een teken van verwach
ting". Nu lijkt hij meer het gevolg
van een „wanhoopsdaad", nodig om
de schijn van oecumenische samen
werking in officiële kerkelijke krin
gen op te houden. In zijn adviseren
de en coördinerende taak in het pro
ces van toenadering der kerken tot
elkaar is de Raad in gebreke geble
ven. Interne organisatorische moei
lijkheden nemen hem bovenmatig in
beslag. Moeilijkheden die het gevolg
blijken te zijn van een te weinig
doortastend en te weinig consequent
optreden door de commissie, die de
stichting van de Raad sinds oktober
1966 voorbereidde.
Zoals bekend is de nationale Raad
van Kerken een vervolg op de
Oecumenische Raad van Kerken die
reeds vele jaren werkzaam was. Het
was een moedige daad van deze Oe
cumenische Raad, plaats te willen
maken voor een nieuw orgaan dat
aanvaardbaar zou zijn voor meer
kerkgenootschappen (zoals de rooms-
katholieke kerk en de gereformeerde
kerken) en dat door zijn hiërarchi-
scne samenstelling (de leiding zelf
van de kerken heeft er zitting in)
een minder vrijblijvend karakter zou
krijgen.
Een grote fout echter werd bij de
oprichting van de nieuwe raad ge
maakt: de voorbereidingscommissie
liet enkele belangrijke organen van
de vroegere Oecumenische Raad
overvloeien met de tradities ervan
en hun denken en manieren van doen
die inmiddels in veel opzichten ver
ouderd blijken te zijn, niet aangepast
aan de huidige eisen. De Raad van
Kerken voelt nu, dat hij opgescheept
zit met een steriel secretariaat en
eeii jeugdraad die niet in te passen
is in het nieuwe geheel.
De problemen rond de liquidatie
van de Oecumenische Jeugdraad
zijn inmiddels bekend: er zijn vele
duizenden guldens schulden gemaakt.
De vraag is: wie zal deze aflossen?
De Raad van Kereken is nu zover in
zijn overleg gevorderd dat wellicht
besloten zal worden, dat de kerken
die aan de nieuwe raad participeren,
de schulden zullen overnemen.
Ingewikkelder is de vraag, wat ge
beurt er met de secretaris van de
Oecumenische Jeugdraad (full-time
functie)? De Raad van Kerken wil
hem niet overnemen in de op te
richten sectie jeugd en jongeren, ter
wijl de secretaris er niets voor voelt,
aan de kant te worden gezet. Hij eist
schadeloosstelling. De Raad van Ker
ken heeft de confessionele jeugdor
ganisaties, die bij de Oecumenische
Jeugdraad aangesloten zijn, ge
vraagd, een constructief voorstel te
doen. Onderling verdeeld als deze
organisaties zijn, komen ze in feite
niet verder dan een protest tegen de
houding van de Raad van Kerken.
Wie goed toeziet, stelt vast. dat al
deze organisaties vechten voor het
eigen hachje. Zij wensen, ook al gaat
het uiteindelijk om een betere oecu
menische samenwerking, niets van
hun, wel wat overtrokken, confessio
nele eigenheid prijs te geven, die in
de Oecumenische Jeugdraad alle
ruimte had.
Het kernpunt van de impasse
waarin de Raad van Kerken ver
keert zit elders: in de vorming van
het secretariaat, lijkt ons. Wie de sa
menstelling van het moderamen van
de Raad nader bestudeert, kan
slechts tot de conclusie komen, dat
hij met een orgaan te doen heeft)
dat over vaak voortreffelijke be
stuurskwaliteiten beschikt.
Bij de oprichting verleden jaar
heeft de Raad, op advies van de
voorbereidingscommissie, het secre
tariaat van de vroegere oecumeni
sche Raad overgenomen. Sindsdien
constateert men van dag tot dag de
ontoereikendheid ervan De nieuwe
Raad van Kerken bezit meer impor
tantie dient zich bezig te houden
met ingrijpender vraagstukken die
het gehele christelijke leven van Ne
derland raken, heeft dientengevolge
een meer omvattende taak dan de
Oecumenische Raad. Tegen deze
taak is het secretariaat ten enen ma
le niet opgewassen.
De enige oplos
sing lijkt te zjjn, alsnog het huidige
secretariaat te vervangen door een
geheel nieuwe opzet. Geen compro
mis-oplossing dus die schade doet aan
de taakstelling van de Raad.
Het wordt, na een inwerkperiode
van bijna anderhalf jaar, wel tijd
dat de Raad van Kerken wil hij
zich waar maken bij het kerkvolk
en de vele oecumenische activitei
ten helderheid in zake" brengt. Dom
me partijzucht, angst om overwoe
kerd te worden door sommige ker
ken die een intensieve oecumenische
inbreng hebben (met name de r.-k.
kerk) en gebrek aan consequent
handelen leiden tot compromis-oplos'
singen die zich blijven wreken.