SHERLOCK HOLMES AL VOOR
127ste MAAL FILMHELD
Groot speurder mysterieuzer dan ooit
wat
1L
de
[Leren met behulp van
„onderwij smachines"
rsteen!
GESLAAGD EXPERIMENT IN DUITSLAND
latschappijen,
dit
n de 7.
ïogelijkheden.
sen in
leven.
zorgt ervoor,
is.
len
|ir tientjes
iat u denkt:
Lr'
1 ideale
ren en
de 7.
van de
DE STEM
verheijen gereed
undige verkopers
Ten. 'n team van
ernste apparatuur
zorgen.
lige 1969-kollektie
wij geven u dan
kenen de benodig-
n zéér belangrijk:
eemarktstraat 43
reda
38880
indelijk erkend
lasinstallateur
Hoewel men Edgar Allen Poe mag beschouwen als de uitvinder van de detective-story
komt sir Arthur Conan Doyle toch de eer toe de beroemdste speurder aller tijden te hebben
gecreëerd. Sherlock Holmes van Bakerstreet 221 b met zijn trouwe metgezel en biograaf
John H. Watson m-d. losten in een groot aantal korte verhalen en een enkele roman
zoveel ingewikkelde zaken op, dat het lezerspubliek in zijn bestaan ging geloven. Nu nog
steeds stromen dagelijks de brieven binnen uit alle delen van de wereld, waarin de grote
detective om raad wordt gevraagd. Toen Conan Doyle zijn schepping met aartsvijand
professor Moriarty een dodelijke val in de afgrond liet maken, barstte zo'n storm van
protest los, dat de auteur niet wist hoe snel hij zijn Sherlock weer tot leven moest roepen.
De avonturen van Sherlock Holmes zijn ook verfilmd. Liefst 126 maal met naast typisch
Britse ook Amerikaanse, Italiaanse, Duitse en zelfs Deense Sherlocks. Een speurdersrecord,
dat alleen door Earl Derr Bigers Chinese detective Charlie Chan (47 maal) enigszins wordt
benaderd.
Niemand minder dan de zesvoudige oscarwinnaar Billy Wilder is thans in de Pinewood.
studio's bezig aan de 127ste Sherlock-film naar een aantal pas ontdekte verhalen onder
de titel „The private life of Sherlock Holmes".
Regisseur Billy Wilder neemt een scène door met Robert Stephens, Coiin Blakely en Geneviève Page,
(Van een onzer verslaggevers)
LONDEN Als je Billy
Wilder vraagt waarom hij, de
maker van zoveel geslaagde
eigentijdse filmkomedies, nu
juist Sherlock als zijn volgen
de hoofdfiguur uitkoos, draait
de kwieke 63-jarige je kribbig
de rug toe met de woorden
„waarom niet?". Het is de
vraag, die journalisten nu al
wekenlang als eerste op hem
tfvuren. Hij wenst niet uit te
leggen, wat de maker van
iilms als „The Appartment"
en „Irma la Douche" bezielde,
toen hij Conan Doyle's speur
der nieuw leven inblies. Even
min wil hij meer loslaten over
het gegeven, dan dat het drie
korte verhalen en een langer
geval omvat en dat de film bij
na drie uur lang zal zijn. Of
het een komedie wordt'? „Al
leen een gek zal zoiets verkla
ren. Als de mensen er om la
chen is het een komedie", is
zijn antwoord.
Spraakzamer wordt hij als het ge
sprek gaat over het werk van ande-
r®n' Pver de Franse nouvelle vague:
^Trutfaut is voor mij een goed regis
seur, maar Godard is iemand die het
alleen maar ingewikkeld maakt om
te camoufleren dat hij zo weinig te
vertellen heeft". Over de Duitse film
„Die bestaat niet meer. De achter
stand onder het Hitler-regime opge
lopen, hebben ze nooit meer inge
haald. Hun industrie bestaat nu uit
het maken van films, waarin een
mislukte professor seksuele voorlich
ting geeft".
Kernachtige uitspraken, maar ze
ftyperen deze veteraan ten voeten
uit. De kleine, bewegelijke Wilder,
die de ene sigaret na de andere op-
•t —we hebben op een filmset
jog nooit zoveel zien rokenin zijn
ruitje van ondefinieerbare kleur en
met zijn geruite, te kleine hoedje,
sontgaat niets-
Terwijl hij met ons praat roept hü
plotseling: „Die camera niet onder
zon rare hoek inrijden. We willen
geen pseudo-Caligari maken" De op
te oemen scène speelt zich af bij een
Robert Stephens als de jongste Sherlock
Colin Blakely als dr. Watson
zojuist geopend graf. Sherlock Hol
mes, gespeeld door Robert Stephens,
is afgedaald om te onderzoeken of de
bloot gelegde kist soms het lijk be
vat van de vermiste echtgenoot van
zijn Belgische cliënte, gespeeld door
Geneviève Page-
In de kist ligt een typisch Wil-
dergrapjede lijkbleek geschmink
te perschef van de film. Zijn naam
is Brian Doyle, geen familie van sir
Arthur ook al is de meisjesnaam
van Doyle's vrouw Holmes en heeft
hij jaren in Bakerstreet nummer a
122 gewoond. De grafscène was al
een week eerder opgenomen maar
Wilder was niet helemaal tevreden
over het resultaat en wilde een paar
extra camerainstellmgen. En dus
moest Brian Doyle weer de hele dag
doodsbleek geschminkt rondlopen
eer hij, na de lunch, in zijn kist
mocht. Wilder staat op het schavotje
op zijn tenen om door de camera te
zien of de instelling goed is. „Ze
zeggen dat Hitchcock nooit door de
camera kijkt. Geen wonder, hij kan
er niet bij", grapt hij. En tegen de
klapper-boy, die op de rand van het
graf balanceert om de volgende op
name aan te kondigen: „Howard, je
laat voetafdrukken in het zand ach
ter. Ze hadden in die tijd nog geen
orêpe-zolen".
Geheel onopvallend achter de drukte
rond het geopende graf zit een zwij
gende figuur al dat gedoe nauwlet
tend gade te slaan. Het is I.A-L.
Diamond, co-producent van de film
maar ook de man, die met Billy
Wilder de dialogen schreef voor kas
successen als „The Appartment",
„Irma la Douce", „One, two, three"
en nu ook weer twee j aar met Wilder
het privéleven van Sherlock Holmes
voorbereidde. Hij is de schrik van
de acteurs want hij is de hele dag
bij de opnamen aanwezig om op te
letten, dat er geen woord in de dia
logen verkeerd wordt uitgesproken.
Vooral de Frangaise Geneviève
Page, die vloeiend Engels met een
nauwelijks hoorbaar accent spreekt,
weet er van mee te praten- „Billy
plaagt me er altijd mee, hoewel hij
zelf een veel erger accent heeft. Ik
voor mij heb er erg veel last met de
juiste intonatie en schijn de klemtoon
altijd verkeerd te leggen", zegt ze
en vervolgt, ,,het was op een gegeven
moment zo erg, dat ik geen mond
meer open durfde doen". Ze woont
met haar twee kinderen in Enge
land, maakt zich zorgen over de we
reldsituatie en de economie van
Frankrijk in het bijzonder
Bij filmgriezel Christopher Lee,
die de rol van Sherlocks broer My-
croft speelt in de film, is het juist
andersom. Hij raakt niet uitgepraat
over de economische crisis, waarin
Engeland verkeert. „Onder deze La-
bour-regering draag ik 87 procent
van mijn verdiensten af aan de be
lasting. En wat krijg je er voor te
rug? Ik heb op advies van mijn ac
countant een filmaanbieding voor
december afgeslagen. Het zou me
meer gekost hebben, dan het ople
verde". Of hij. gezien zijn laatste
drie films, het horror-genre de rug
had toegekeerd? „Beslist niet. Ik
vind het zelfs fijn om de opvol
ger van Boris Karloff genoemd te
worden. Maar dan in griezelfilms
van kwaliteit en niet zoals de laatste
jaren nogal eens gebeurde in die
vluggertjes die niet veel mochten
kosten. Door mannen als Wilder, niet
alleen een groot regisseur maar bo
vendien een echte filmmaker, te wer
ken. kan ik misschien straks in het
griezelgenre mijn eisen stellen- Voor
lopig is het een geweldige ervaring
om met Wilder te werken".
Dat vindt ook Colin Blakely, die
een jonge dr. Watson speelt. „Hij
weet precies wat hij wil en heeft
een prettige manier om dat aan je
verstand te brengen. De film diept
de relatie tussen Sherlock en Wat
son meer uit dan de vooral op het
mysterie geconcentreerde verhalen
te nemen scène speelt zich af bij een
van Doyle, meer mag ik er niet van
zeggen van Billy- Trouwens, de laat
ste bladzijden van het draaiboek heb
ben wij nog niet onder ogen gehad."
Eenzelfde geslotenheid betreffende
het gegeven vertoont ook Robert
Stephens, die de grote speurder
speelt. Hij speelt de jonge Sherlock
blonder en met een minder scherp
profiel dan hij gewoonlijk wordt uit
gebeeld. Maar wel met pijp. Stephens,
die zijn tijd tussen toneel en film
verdeelt, beide media hebben hun
bekoring,gaat na Sherlock weer
op de planken staan, onder meer in
Tsjechovs „De drie zusters", dat hij
twee jaar geleden reeds in de Old
Vic bracht, maar waarmee hij nu
naar Los Angeles verhuist. Drde_ we
ken lag de produktie stil door ziekte
van Stephens en men is nu in de
22ste week, waaronder twee weken
op lokatie rond de ruïnes van slot
Urquhart aan het meer van Loch
Ness.
Voor nachtopnamen heeft men de
-ruïnes nauwkeurig in de studio nage
bouwd. Een rode loper, geflankeerd
door fakkels, leidt dë heuvel op.
Men filmt een bijzondere plechtig
heid: het bezoek van koningin Victo
ria aan Urquhart, waar een groep
geleerden aan een geheimzinnige uit
vinding, een soort duikboot, werkt.
Zes schimmels staan rond de koets
van de koningin rustig onder de
schijnwerpers te wachten op de din
gen, die komen gaan. Een bedrijvige
studiohulp rent af en aan met een
grote schep als een der dieren zich
niet langer kan beheersen en zijn be
hoeften op de graszoden laat vallen-
Koningin Victoria wordit gespeeld
door de kleine Molly Maureen, een
kittig vrouwtje, dat 't jammer vindt
dat haar mooie jurk met schuim
rubber moest worden opgevuld om
haar het postuur van de koningin te
geven. Ook haar neus kreeg een spe
ciale behandeling. „Drie uur heb ik
vanochtend vroeg bij de grimeur ge
zeten", moppert ze „en nog steeds
is er geen meter film geschoten". Ze
is na Anne Neagle, Fay Compton en
Irene Dunne de vierde actrice die
Victoria speelt en heeft zich voor
haar rol in de geschiedenis verdiept.
„Ik geloof niet dat prins Albert zo
aardig voor haar was,,' zegt ze on
deugend aan haar sigaret trekkend,
terwijl fotografen gretig dit anachro
nisme op de plaat vastleggen- „Ze
had er de pe in, dat ze zo klein was.
Maar dat ben ik ook en bovendien
hebben we nog iets gemeen. We zijn
allebei koppig". Op dat moment
roept Wilder vanaf de heuvel om
actie. Ze dooft haar sigaret en stapt
gedwee de koets in, die zij op het be
vel „act" met koninklijke gratie zal
verlaten.
De Akense hoogleraar pedagoog
professor dr. Johannes Zielinski
huldigt de opvatting, dat „in de toe
komst de wetenschap aan de maat
schappij in sterkere mate duidelijk
moet maken, wat zij voor het prak
tische leven doet" Zielinski, die
zich in het bijzonder met het „ge
programmeerde onderwijs" bezig
houdt, dus met het leren met „on-
Berwijsmachines", bewandelt zeli
nieuwe wegen.
Als directeur van hei th-instituut
voor pedagogische wetenschappen
neemt hij reeds enige tijd zijn pe
dagogie-studenten massaal examens
met vragenlijsten af, waarop bij
voorbeeld het juiste antwoord moei
worden aangekruist of achter de
vraag geschreven. De studenten
toonden zich zeer tevreden over de
ze „meer rechtvaardige manier"
van examen doen. Dikwijls heefl
Zielinski ook leidende persoonlijk
heden uit de Duitse economie en
de grote bazen van de industrie te
gast: ze worden voor een weekend
zijn leeilingen in een supermo
derne bungalow, compleet ingericht
met een ruime collegezaal, in hel
rustige Eifeldorpje Friestenrath.
Juist nu heeft Zielinski in Aken
een proef op grote schaal met 33.000
leerlingen in de bondsrepubliek be
ëindigd. De opgave luidde: de scho
lieren met behulp van een goed te
begrijpen programma de gecompli
ceerde rente- en interestberekenin
gen bij te brengen, waarover gene
raties leerlingen iedere keer op
nieuw het hoofd hebben gebroken.
1
(Van een onzer correspondenten)
AKEN Is opa's school spoe
dig dood? Zal de computer de
leraar van de zeventiger jaren
zijn? Bijna zou men het willen
geloven, als men het Akense in
stituut voor pedagogische weten
schappen bezoekt. De directeur,
professor dr. Johannes Zielinski,
onderzoekt in het bijzonder nieu
we onderwijsmethoden met be
hulp van programma's voor het
leren aan scholen en universitei
ten. Deze programma's zullen wel
iswaar de leraar niet overbodig
maken, maar hem en de scholie
ren zeker ontlasten. Het grond
principe van het leren met be
hulp van vaste programma's
De vragen worden de leerling op
een klein beeldscherm voorgelegd
en hij kan met behulp van toetsen
onmiddellijk het antwoord geven.
Is het font, corrigeert de computer
net ',o lang, tot het antwoord juist
is. Een fout kan dus niet lang stand
houden. De volgende leerstap wordt
pas gedaan, als het voorgaande
„juist zit".
Tussen Pasen en de grote vakan
tie hielden de Akenaren dit jaar een
experiment op grote schaal met
33.000 Duitse leerlingen in Noord-
rijnland-Westfalen, Württemberg en
Rijnland Palts. In totaal twintig
Duitse spaarbanken hadden de 150.000
mark voor dit onderzoek opgebracht,
omdat ze „de renteberekening als een
belangrijke maatregel van spaarop-
voeding" beschouwen. Aan Zielinski
werd de opgave gesteld, met zijn as
sistenten voor deze 33.000 leerlingen
een programma voor het leren van
de renteberekening te ontwikkelen
en het hun bij te brengen. Het be
langrijkste resultaat van het expe
riment: de massale inzet van het ge
programmeerde onderwijs is moge
lijk, de leerresultaten bij de leerlin
gen waren uitstekend.
Hoe gingen de Akenaren te werk?
Gratis hadden de 33.000 leerlingen
het door Zielinski ontworpen leer
programma voor renteberekening ge
kregen. Het was een omvangrijk boek
van 350 bladzijden, dat door de leraar
in 12 lesuren moest worden doorge
nomen. De leraren van de betreffen
de klassen weTden eerder in onder-
wijscolleges voor de proef ingeleid.
Aan het einde van de leertijd (vol
gens het boekje) schreven de leerlin
gen een examenwerkstuk over de
renteberekening. De 33.000 ingele
verde proefwerken werden door de
computers van het rekencentrum aan
de th Aken beoordeeld.
De computer corrigeerde niet al
leen de fouten hij gaf ook de pun
ten voor de afzonderlijke proefwer
ken. En niet alleen dat: hij leverde
ook een preciese analyse van het
werk, waardoor de sterke en zwakke
leerlingen als het ware op maat ge
leverd werden. Daar kon men niet
meer over het cijfer onderhandelen
de computer in onomkoopbaar za
kelijk. Geen enkele leerling had re
den om zich uit persoonlijke motie
ven bevoor- of benadeeld te voelen.
Iedere leerling, die zich aan de
proeftest onderwierp daaronder
waren leerlingen van de lagere, mid
delbare en hogere scholen kreeg
een correctiekaart, die een computer
opgesteld had. Daarin werden de af
zonderlijke opgaven van de betref
fende leerlingen nagerekend. Had de
leerling een fout gemaakt, dan be
schreef de computer de foute reken
wijze en toonde de weg naar de juis
te oplossing. De leraar van iedere
klas kreeg bovendien een papier met
een overzicht van het resultaat van
al zijn leerlingen.
Bovendien waren hier de gemid
delde cijfers van de prestaties van
zijn leerlingen in verhouding met tien
vergelijkbare klassen af te lezen en
tenslotte nog de gemiddelde waar
den van alle geteste klassen in het
betreffende bondsland. Zo zou bij
voorbeeld de directeur van een school
onmiddellijk maatregelen kunnen ne
men, als hij vaststelt, dat zijn school
volgens objectieve maatstaven „ach
tergebleven" is. De computer levert
correctie, oordeel en analyse.
Maar toch: bij de eerste proef van
het geprogrammeerde onderwijs aan
Duitse scholen ging het nog niet he
lemaal zonder wrijving: het inwer
ken van de leraren bleek nog onvol
doende te zijn, in het programma za
ten zakelijke ongerechtigheden, bij
de dataverwerking doken moeilijk
heden op. Toch bereidt Zielinski
een tweede massale proef voor: vol
gend jaar zullen rond een miljoen
leerlingen in de gehele bondsrepu
bliek een ander thema volgens pro
gramma leren. De kosten worden op
een half miljoen mark geschat.
Professor Zielinski, dat zegt hij
steeds weer, kan en wil de leraren
niet afschaffen of overbodig maken)
hoogstens ontlasten. Typerend is de
laatste zin, die de computer op iedere
opgave voor de leerlingen drukte)
„Wie van mening is, dat door pon#-
fouten een foutief oordeel ontstaan
is, moet met de ponskaart en de op
lossing naar de leraar gaan". Dus