Commentaar „Geef ontwikkelingshulp aan buitenlandse arbeiders Wordt er in ons land reserve aan gastarbeiders gevormd? 4 A dr. CORN. VERHOEVEN: iANVAARDE PROTHESE sjoukje dijkstra joan haanappet een secretaresse REON JGE, KE RK- rCHTEN Belofte maakt schuld lieuwe burgemeester IE EL WESTKAPELtf en DE STEM VAN ZATERDAG 8 NOVEMBER 1969 21 en lyiARG R1 ET H Al SCHIEDAM 24 t/m 30 nov Iedere avond 20 uur (vrijd.ags 20.30 uurj» Matinees: Woensdoj em Zaterdag - 15 uur. Zondag-W en17.15uw ^Zondagavo^ K..wrcL,NGD£i..K.®NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGENPEIUNGEN lwPrE ^^LN^NGpEE^L.N&EE,WNGEpNE.L.NGEN PEILINGEN PEILJNGENPEIU EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIÜNIGEN ^ILINGtN ^c PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ^.«.W.NOEN.^PJIUNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ^PEIUNGEN P^EILNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIl PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILLINGEN KtlLiiNOtrx re VOORVERKOOPMargriefe (van 10-18 uur) tel. 010-264800 Alle winkels van "Co-op", ij, V.V.V.-kantoren en de bekend- voorverkoopadressen in Zuid. Holland, Zeeland en N.-Biabii haast U 1 BESPREEK NU Mrs. van Wijmen, van Spaendonck en van advocaten, Baronielaan Sl| te Breda, vragen voot spoedige indiensttredinj I (zo mogelijk met steno-ervaring) en Onderhoudsdienst, indiensttreding eleid te worden tot IA1LMONTEUR uitendienst door L NEDERLAND. ^MODERN", -Grote Markt 6. ivonds van 7 tot 9 uur. De werkende jongeren heoben in de afgelopen dagen hun belangen bepleit op een manier die weldadig aandoet Ze hebben niet alleen de Kamer (en voorts iedereen die zich voor hen verantwoordelijk moet ach- I ten) weten te overtuigen van hun gelijk, maar ze hebben bovendien ge toond dat hun opvattingen en idealen anders zijn dan de opvattingen die de ouderen hun, vaak ten onrechte, toedenken. De vraag naar voldoende onderwijs, naar een brede en solide scholing getuigt ervan dat zij zich ernstig bezighouden met de eigen toekomst en zich terdege realiseren dal de maatschappij van morgen mensen nodig heeft die aan een beetje 'soms nog verouderd) vakonderricht niet genoeg hebben. Het feit dat ze op een ludieke manier voor hun zaak hebben gede- monstreerd doet niets af aan de ernst van die demonstratie. Dat deze ernst begrepen is mag trouwens blijken uit wat er door de re- gering is toegezegd. Mejuffrouw Kessel heeft bij deze toezegging nog een streep in de marge geplaatst. Belofte, zei ze, maakt ook schuld en beloften i mogen bovendien niet vaag blijven. De jongeren zullen die hint wel begrepen hebben. De regering moet er op rekenen dat zij voor de honorering van hun eisen even ongeduldig zul- i blijven pleiten als ze tot nu toe hebben gedaan. fet instituut van De Burgemeester staat er bepaald nog niet van te trillen, maar minister Beernink heeft dan toch maar de bereidheid getoond i>m de nieuw gekozen raad van nieuw te vormen gemeenten „inspraak" te geven bij de benoeming van een nieuwe burgemeester. Nu ja, inspraak, de raad mag zeggen welke eisen zij aan een nieuwe burgemeester stelt. Maar er mag geen namenlijstje worden ingediend. Men mag niet zeggen welke burgemeester men wil, alleen maar wat voor soort burgemeester. Een lijstje met uiteraard goede karaktereigenschappen dus. Dat is alles. 1 Bovendien is de commissaris van de koningin, bij wie dat lijstje komt, niet verplicht de wensen van de raad als zodanig door te spelen naar het ministerie. Her beetje inspraak dat die gemeenteraad heeft, kan dus gemak kelijk blijven steken op provinciaal niveau. Bij dit alles komt nog dat het hier alleen gaat om burgemeesters van nieuw te vormen gemeenten. De pden van bestaande gemeenten hebben bij de benoeming van een nieuwe urgemeester niets te vertellen. Inspraak durven wij deze toegift nauwe- Bjks te noemen. Het burgemeesterschap blijft gewoon een uit de opperste bestuurshemel vallend heiligdom, waaraan niet valt te tornen. Met de ene burger„vader" Jeen treffende term) tref je het, maar voor hetzelfde geld tref je het niet. Nee, wij noemen geen namen [de f men Ide en bril is eigenlijk een raar ding. Het is de meest zicht- iare prothese die een mens kan agen. Het vreemde is dat hij iegelijk het meest als vanzelfspre- :end aanvaard wordt; hij is er om te zien en om gezien te wor den. Terwijl het moment waarop mens zijn toevlucht moet ne- tot een kunstgebit, een ge- oorapparaat of een pruikje nog [altijd een beetje als zielig en agisch ervaren wordt, is dat met bril, de meest zichtbare prothe- ie, veel minder het geval. Zou dat iu juist komen doordat deze pro these zo duidelijk zichtbaar is en, gezien van de vrij recente moge- ijkheid om contactlenzen te dra len, niet te verbergen is? "at we niet kunnen verbergen, at besluiten wij vrijmoedig te to- len en we gaan er zelfs mee pron- :en: we maken er meteen een mooi stukje cultuur van. De bril ordt een sieraad en we kiezen en „miss bril". Van een miss hou- ^n been, miss kunstgebit of een aiss gehoorapparaat vernemen we looit. Die dingen zijn te verber gen en dus worden ze verborgen, 'aar het blijft vreemd, dat de prothese een sieraad wordt en de andere min of meer verbor- ien blijft. Ook een gehoorappa raat kan wel fraai worden uit- jevoerd. het hoeft niet in de veel meer geaccepteerde bril verstopt worden, en ik kan mij voor van gehoorapparaten. Voor een deel waren zij scheel en werden onbekommerd uitgescholden, Maar voor een ander deel golden zij voor „geleerd". Zij hadden zich de ogen zowat beurs gelezen en wisten alles wat er in de boeken stond. En omdat dat veel en ge heimzinnig is, hadden de brildra gers een soort van prestige waar door de aanwezigheid van een pro these dubbel en dwars gecompen seerd werd. Ik geloof dat dit res pect voor het intellectuele werk, het lezen van boeken, al dan niet terecht in verband gebracht met „slijtage" van de ogen, de aan vaarding van de bril aanzienlijk vergemakkelijkt heeft en daarmee de verbreiding van deze correctie en wie weet van oogkwalen in de hand gewerkt. Iets van die „intellectuele" sym boliek rond de bril is zeker nog wel in leven gebleven. In adver tenties tilt de dokter nog altijd een bril van zijn ogen voordat h'ij, enigszins vermoeid van het ont zettend diep denkwerk, met de bariton van een vertrouwensman zijn welgemeende adviezen weg geeft. Die bril staat in voor ken nis en „know how"; gewapend met dit instrument heeft hii voor ons welzijn stapels vakliteratuur door ploegd. Hij zet hem nu even af om dat te benadrukken: hij heeft die bril om te lezen, niet om naar IRDEONS uelodieën op een 30 cm. eetplaat slechts 'ESTIVAL SREO L.P. met de be- James Last - Max Gre- elgado en vele anderen 4.951 9.901 eigado en veie ÏRT voor VIOOL en HOBU 2 VIOLEN van A. Vivaldi tT in G. van Bruch :oncerten op een 30 cm. G-AANBIEDING 81 AMMOFOONPLATEN r ingerichte verwarm ppartementen met twee grote zitkamer met toyet met koelkast, douche tot 1 mei 1970): aand aanden heden tot l-S-'TO inclusief verwarming en arage. :1.: 01187-358. f 450.' ƒ795,- fellen dat er met kunstgebitten 5k van alles te versieren valt op jet gebied van kleur en vorm. (Us we eenmaal één prothese aan- jarden en ons een stap van de [genaamde natuur verwijderen, n openen zich de meest fan- itische perpectieven. Maar tot toe blijft de bril een slag voor, ichoon ook de pruik aardige vor mingen maakt. Maar terwijl de 'ik bij voorkeur wordt gedra al als sieraad door vrouwen die jaronder ook nog eigen haren [bben, blijft de bril toch zijn on- 'sbare corrigerende functie ver- Uien. De noodzaak van juist de- correctie heeft vriiwei niets be- lamends. omt dat misschien doordat zo veel mensen deze correctie pig hebben? Ik denk dat zo on- jveer één on de drie mensen een 'tl draagt Gehoorapparaten zijn vêel zeldzamer en plaatsen de dra ger meteen in een minderheids- Lgroep, Dat bliift onprettig. Een de- Ifect dat we met zovelen gemeen schappelijk hebben, voelen we bij na niet meer als een defect. Het is overigens voor mij een beetje raadselachtig dat zoveel mensen °en correctie on bun gezichtsver mogen nodig hebben en zo weini- I "en op hun gehoor. De aanslagen od het oog moeten talrijker en "Bccesvoller ziin geweest dan die op het oor. dat overigens ook van vele kanten bestookt wordt. Maar aar weet ik verder niets van. Dat is niet altijd zo geweest Vroe ger waren de brildragers ongeveer even zeldzaam als nu de drager ons te kijken. Als hij hem afzet, overbrugt hij daarmee de afstand tussen hem en ons; hij gaat zijn vakkennis aan leken meedelen en heeft daarvoor de bril niet nodig. Hetzelfde gebeurt bij de hoofd onderwijzer die ons vanaf de foto aanmaant verder te studeren. Dat is al een beetje ouderwets. Het gaat hier om een nogal zware leesbril, een uilei-bril. Die vertegenwoordigde de gewichtig heid van het intellectuele leven en iets dat gewicht vertegenwoordigt moet niet al te licht zijn. Door die zwaarte bleef hij ook nadrukkelijk buiten het geheel van het gezicht staan. De leesbril met halve maan tjes. nu weer met zwier gehan teerd door grote en kleine pieten, is daar een mooie variant op. Ook de bril met grote, ronde glazen leent zich aardig voor een pose zan lichte wereldvreemdheid en verwondering. De lichte, bijna montuurloze bril heeft weer heel andere mogelijkheden. Als ik mij niet vergis werd hij vroeger meer door zielzorgers gedragen. Die wat blote kapelaansbril was heel erg geschikt om diep en mild in de menselijke zie] te schouwen, ter wijl hii toch niet het terugkijken belette. Naar mijn gevoel hebben we hier twee richtingen in de svmboliek van de bril die oor- spronkellik met bijziendheid en verziendheid te maken hebben, maar allebei on hun manier dat defect een beetje versieren. Het zou. liikt mij. niet moeilijk zijn bet hele assortiment van een on- ticipn naar deze twee klassen in te delen. 'Van een onzer verslaggevers) BREDA „Ons beleid ten op zichte van gastarbeiders moet niet gericht zijn op integratie en blij vende opname maar op ontwikke ling. Ik meen zelfs dat een deel van de pot ontwikkelingshulpgeld hier in Nederland voor dit doel be steed moet worden." Deze theorie -s afkomstig van Mr. H. A. F. Velu, directeur van de afdeling Public Relations van de Nederlandse Middenstands Bank en redactielid van „Politiek", een maandelijkse uitgave van de KVP. In het oktobernummer van dit blad zet mr. Velu uiteen waarom hij meent dat de ruim 50.000 buiten landse arbeiders, die in Nederland werken, ontwikkelingshulp moeten krijgen. Mr. Velu gaat er van uit dat het grootste deel van de gastarbeiders na een aantal jaren weer naar hun eigen land teruggaat en het in Ne derland verdiende geld daar inves teert. Als voorbeeld haalt hij een Turkse arbeider aan, die in Neder land kwam werken om een auto te verdienen en daarmee thuis als taxi-ondernemer startte. Illustra tief is ook de Marokkaan die in Nederland dertien uur per dag werkte, 250,per week verdien de, droog brood at en in Casablan ca een flatje kocht, dat verhuurt en thuis weer op zijn onontwikkeld boerenbedrijfje werkt. Bij terugkeer en definitieve ves tiging in het vaderland blijken ar beiders uit de agrarische en dien stensector meestal het oude beroep weer op te nemen, terwijl degenen uit de industriële sector overgaan tot individuele economische activi teiten, meestal in de kleinhandel- of in de vervoersector. „Uitgangspunt bij onze benade ring van buitenlandse arbeiders", zegt mr. Velu, „moet zijn dat onze economie ze nog lange tijd nodig heeft, dat het grootste deel na enige jaren weer repatrieert en dat zij thuis in een zich ontwikkelend land hun plaats moeten vinden. Omdat juist in deze landen het middenkader ontbreekt is ontwik keling van gastarbeiders praktische controleerbare ontwikkelingshulp." Deze ontwikkeling zal volgens mr. Velu voornamelijk moeten be staan uit lager technisch, lager agrarisch en lager commercieel on derwijs. Voordien zal echter 'n in- ventarisatie nodig zijn van de b roepenbehoefte in de betrokl; landen. Aan de hand van deze i gevens dient dan een aangep leerlingenstelsel te worden opgez Als goede stap In dt richting noemt mr. Velu een ii tiatief van de Stichting Gooi Vechtstreek die voor Marokkan van wie het grootste percent: analfabeet is, naast een cursus derlands ook een cursus Arabi organiseert. Bij het onderwijs aan gastarb ders denkt mr. Velu aan avoi cursussen, maar ook dagonderw zoals de „één dag per week r ming" van de werkende jeugd, 1 hem niet onmogelijk. „Het moeten worden bevorderd dat buitenlandse arbeiders in die fi ties worden geplaatst, waarvoor een opleiding hebben gehad. W neer dat niet te combineren met de ongeschoolde arbeid, wa voor ze tenslotte geworven zijn, i moet geprobeerd worden in 1 vierde jaar van hun verblijf h een soort leerplaats te scheppe Als laatste facet van zijn ontw kelingsplan is mr. Velu van r ning dat er gedacht moet wort aan een speciale spaarregeling n bijzondere premies, „waardoor vijftigduizend straks verrijkt rijker naar huis kunnen terugk' ren". (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Nederlandse werknemers hoeven niet bang te zijn, dat ooit buitenlandse arbeiders hun plaatsen in de industrie innemen. Daarvoor waken boven in een van de drie torengebouwen van het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid in Leidschen- dam een aantal heren. Met één van die heren, A. Vesseur, plaats vervangend hoofd van de afde ling internationale arbeidsmarkt zaken en emigratie, spraken wij over de oorzaak van de duide lijk constateerbare toename van Turken, Marokkanen en Span jaarden in de Nederlandse in dustrie. De cijfers zijn in dit opzicht duidelijk. In 1967 het jaar van het economisch dieptepunt werden er maar 600 gastarbei ders geworven, na een hoogte punt van 5000 in 1965. Dit jaar 1969 dreigt dit alles te overtref fen met rond 8000 nieuwe bui tenlandse arbeiders. Daarbij voegt zich het gerucht, dat Nederland bezig zou zijn een reserve aan gastarbeiders te kweken, waar op een onderneming onmiddellijk een beroep zou kunnen doen. Nederland heeft wervingsovereen komsten met Spanje, Turkije en sinds dit jaar ook met Marokko. Het laat ste land zit met een groot aanbod van ongeschoolde mensen, die in het buitenland emplooi proberen te vin den. Daarnaast mocht de Nederlandse industrie buitenlanders in dienst ne men, die spontaan Nederland waren binnengekomen. Mensen zonder ver blijfsvergunning. Zij kregen drie maanden de gelegenheid om in Ne derland werk te zoeken Lukte dat niet dan moesten ze het land weer verlaten. In 1966 werkten in Neder land 25.000 van deze arbeiders. Dit jaar zijn het er nog maar 8000, als gevolg van maatregelen van de re gering de spontane binnenkomst de kop in te drukken. Juist deze mensen kwamen voort durend in het nieuws vanwege hun vaak slechte huisvesting De rege ring had daar geen enkele greep op. Integendeel, de buitenlanders zon der verblijfsvergunning waren ten prooi aan uitbuiting. Zij wierpen on gewild een smet op het Nederlands blazoen, dat aan de huisvesting van de geworven arbeiders eisen kon stellen en de naleving ervan kon controleren. Vooral om die reden heeft de regering ingegrepen. Geen spontane binnenkomst meer van buitenlanders die werk zoeken, ten- A. VESSEUR zij ze in het bezit zijn van een ar beidsvergunning in een van de aan grenzende landen. Deze gang van zaken verklaart de grote teruggang van het aantal spontaan binnengekomen buitenlan ders. Om dat op te vangen is de Ne derlandse industrie intensiever nog dan voorheen gaan werven in Span je, Turkije en Marokko. De onderne mer hoeft maar een aanvraag in te dienen bij het arbeidsbureau. Dit speelt het door naar de centrale dienst te Den Haag, waar de aan vraag op allerlei saillante punten bekeken wordt. Of er door het aan trekken van buitenlanders geen plaatsen worden bezet, die door Ne derlanders ingenomen kunnen wor den? Dat is primair. Is alles in or de. dan gaat de aanvraag naar het wervingsbureau in Madrid, Ankara of Casablanca. Daar wordt de aan vraag opgenomen met de autoritei ten en vervolgens worden de men sen geselecteerd, gekeurd en op het vliegtuig naar Nederland gezet Tot voor anderhalf jaar geleden, toen Nederland maatregelen nam tegen de spontaan binnengekomen buitenlanders, bezat de industrie juist in die werkzoekende mensen een groot reservoir van potentiële arbeidskrachten. Door de maatrege len is deze reserve tot nul geredu ceerd. Dat heeft ertoe geleid, dat de ondernemers binnen hun vereni ging van ondernemers zijn gaan pra ten over de vraag of het realiseer baar is op legale wijze arbeidskrach ten te werven, die dan in een cen traal pension of woonoord gehuis vest zouden moeten worden, in af wachting van werk. Bij een acute behoefte zouden de industrieën daar uit kunnen putten. Heeft sociale zaken geen bezwaar tegen een dergelijke reserve van mensen? De heer Vesseur heeft er geen principieel bezwaar tegen. „Wat wij willen is een gecontroleer de binnenkomst van buitenlandse ar beidskrachten. We willen de zaak in de hand hebben. Vandaar dat we in principe geen bezwaar hebben tegen een kleine reserve, omdat wij uit eindelijk de toestemming moeten ge ven om die mensen aan te werven". Het zou gaan om een reserve van enkele honderden mensen „ter vol doening aan acute behoefte". Bete kent dat dat die mensen zo weer op straat gezet kunnen worden als ze niet meer nodig zijn? „Nee beslist niet. Sociale zaken wil, dat de ondernemer die deze mensen aantrekt, ze ook een jaar contract geeft, zodat ze niet van de ene dag op de andere weer aan de dijk gezet kunnen worden". Overigens zijn de werkgevers het er zelf nog niet over eens, omdat de financiële consequenties van een werkkrachtenreservoir (nog) niet te overzien zijn. Hoe moeten de kosten op een rechtvaardige manier ver deeld worden. De heer Vesseur: „Als de werkge vers dit willen aanpakken dan zullen ze voor april-mei tot planning moe ten komen". Of het zover komt? De heer Gre- vers, secretaris van de vereniging van ondernemers, ziet het nog niet gebeuren. ,De kansen staan op nul. Het is wel eens oen idee geweest maar er zijn nogal wat technische problemen. Bij zo'n grote opzet ko men we er niet uit. Bovendien, nu de werving van Marokkanen binnen enkele weken tot stand komt is de noodzaak nog geringer geworden. Immers als we werkkrachten nodig hebben kunnen we er met drie we ken over beschikken. Waarom dan al die kosten en al die mensen in reserve. Nee, we praten er nog wel eens over. zo onder elkaar. Maar dat het verwezenlijkbaar is, daar geloof ik zelf niet meer in". De heer Vesseur is het daarmee eens. De noodzaak voor een reserve is niet meer groot, nu de werving in Marokko, waar duizenden onge schoolde mensen staan te dringen om werk in West-Europa, een kwes tie van een paar weken is. Overigens neemt Nederland nog steeds een zeer bescheiden plaatsje in onder de Europese naties, die bui tenlandse werkkrachten hebben. Met 2 pet. van het aantal arbeids plaatsen bezet door buitenlanders, hangt Nederland onderaan een lijst je, dat wordt aangevoerd door Zwit serland met 30 pet. en Luxemburg met 26 pet. Duitsland heeft 8 pet. gastarbeiders, België 7 pet en Frankrijk en Zweden elk 5 pet. Het gaat in Nederland om onge veer 100.000 buitenlanders, waarvan 20.000 Benelux-genoten. De Marok kanen zijn met 14.000 in de meerder heid, dan volgen 13.000 Turken en 12.000 Spanjaarden. Er zijn 9000 Ita lianen in Nederland en 13.000 men sen uit de andere EEG-landen. Het aantal Grieken, Joegoslaven en Por tugezen (resp. 1600, 2100 en 2300) is daarbij haast te verwaarlozen. De vrijlating van mensen uit EEG- landen, die zonder vergunning in Ne derland mogen verblijven, heeft niet geleid tot een toename van het aan tal Italianen. Integendeel, deze Zuid-Europeanen prefereren nu een aandeel te hebben in de industriali satie van hun eigen land die sterk in opbouw is. Van de Nederlandse provincies gaat Zuid-Holland aan de spits met 18.000 buitenlanders, Noord-Holland heeft er 15.000. Dan volgen Noord- Brabant met 7000 en Utrecht met 6900. In Limburg zijn 3400 buiten landse werknemers en in Overijssel 3000. Gelderland heeft er 4000. De andere provincies allemaal aanzien lijk minder. De metaalnijverheid heeft de meeste buitenlanders in dienst 17.000. Voedings- en genotmiddelen is met 6500 een verre tweede. Dan pas volgt de textielindustrie met 4000 buitenlanders. In de bouwsec tor zijn 3700 gastarbeiders werk zaam. Concluderend: De toename van het aantal buitenlandse arbeids krachten in Nederland is veroor zaakt door het wegvallen van de vergunningloze buitenlandse werk zoekers op de Nederlandse arbeids markt. Een lichte toename in de vol gende jaren is te verwachten, tenzij een recessie intreedt. In dat geval wordt de stroom buitenlanders afge knepen. Ten opzichte van het buiten land zal Nederland meer een kleine werkgever blijven voor de arbeids krachten uit de economisch zwakke landen. Daar verandert zelfs een eventuele reservering van mensen niets aan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 21