Als hef moet springen we van de Westertoren ,Wij hebben in feite gemaakt HAMMIE EN ZIJN „GABBERS": Ke Aan eenlxxnn zo volgeladen Reductie op ■p/4 pet. lenii >AGGELD VEEL H0( veelin^en-rondgang Tijd is geld Unieke jongens Vakwerk Gelukspoppetje kheepsberich' Ter zake iUeCfUSl MClues li /CHOOlji "hallo HALL5\d VRIEUD, h HOORJE MM? I* zou-ie nou 1 eigenlijk [ARNOLDUS heten I OF HOLENTfUS ?J THUIS NOEMEN ZE 'M ALTIJD tasman! ...MAAR. D'R HAAR ZIT ALTIJD ZO PIEKERIG... DC STEM VAN ZATERDAG 8 NOVEMBER 1999 Floris van Rozemondt en zijn vriend Sindala houden sinds zondagavond 4 oktober ridderminnend Nederland in de ban van hun spannende avonturen, die terugvoeren naar de woelige middeleeuwen. Morgenavond (zondagavond) vijf over zeven stemt jong en oud weer af op Nederland 2 om getuige te zijn van de vete tussen de heren Oldenstein en Gelre, gniffelend bij de slimme streken van het tweetal Floris en Sindala. Nog nooit werd in een vaderlandse televisieproduktie zo realistisch geschermd, gevochten, geramd en geschoten. Hammie de Beukelaere en zijn stuntteam, een aantal potige Amsterdammers dat voor het brute geweld in deze jeugdserie tekent, verheffen door hun medewerking „Floris" tot een gewelddadige piek in het vaderlandse buisbestel. Daar hadden de produktiekosfen overigens ai eerder voor gezorgd, zij het dat de N.O.S. daar minder verguld mee was (Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM Vannacht om half twee is Hammie weer eens uit het comfortabele bed boven zijn café gebeld. „Een of andere Duitse pief", zegt nij met hartelijke afkeer. „Meneer trekt door heel Europa om een televisieserie te maken en op eens herinnert hij zich, dat hij van morgen een stel toffe motorrijders nodig heeft. Kijk, op zo'n moment belt zo'n man effe naar Hammie, want Hammie laat niemand versuk kelen. Als je je zinnen hebt gezet op een ouderwetse vechtparij, waarbij twee man dwars door een trapleuning lazeren, dan kom ik met zes jongens bij je. Kun je nog uitzoeken ook. Dan kom ik met Simon en met Henkie en met Koo tje, man, dat maken we voor je, want Hammie heeft een naam op te houden in Nederland, ledereen kan beweren, dat ie een stuntteam heeft, maar op een gegeven mo ment zul je het toch waar moeten maken. De eerste de beste idioot kan met een hoge borst gaan lopen, dat is het punt niet. Iedere flapdrol kan op zijn visitekaartje laten druk ken, dat ie stuntman is, maar nou zal er iemand vragen, of je morgen om half elf van de brug van een schip in de plomp wli duiken. Ik bedoel ruggelings, nadat je eerst nog een doffe dreun op je kin hebt gehad. Dan zul je toch echt met je billen bloot moeten. Met zulke din gen heeft Hammie nou geen moei te, want Hammie heeft zijn jongens. Ik heb twee vliegeniers, ik heb Mack, die in volle galop van een paard valt. Dat doet die jongen blindelings. Als je hem ziet, geef je geen stuiver voor hem. Een kikker is het. een kunstenaar in een fluwe len pak, maar ik tart iedereen om na te doen wat die jongen flikt. Als Rob Houwer me dus belt en vraagt, of ik een jongen wil sturen, die van Zijn schip springt, zeg ik: Oké Rob. hoe laat moet ie er we zen". Dat kan ik maken, want ik heb Sjors in het team. Die kijkt eerst op zijn gemak, hoe ie moet gaan vallen en dan gaat ie. Sjors is de beste man voor dat soort kar weien. De verzekering vroeg voor die ene dag 165 gulden en dan zou ie bij overlijden vijftig mille krijgen. Maar zover laat Sjors het niet ko men. Die wacht het goeie moment af, vraagt of de camera loopt en dondert 22 meter omlaag in de Oude Maas. Meneer vraagt of het zo goed is. En m één keer goed, want Hammie's devies blijft: „Tijd is geld". Hier. neem mijn gabber Simon. Simon is sloper. Die krijg je nog niet met een voorhamer kapot. In de Mountie-show krijgt ie eerst van Kootje een schop onder de kin en dan vliegt ie dwars door een trapleuning op een tafel en vandaar op de grond. Een mooie scène, waar je als vakman wat van kunt maken. Die regisseur zegt: „Zullen we het eerst nog effe repeteren voor de ca mera-instelling". Ik zeg: „Bij Ham mie wordt niet gerepeteerd, bij Ham mie gebeurt het in één keer". Hij moet gelijk gebeiteld zijn. Begrijp je nou een klein beetje, waarom die Duitser mij om half twee 's nachts uit mijn bed belt. Die man heeft gewoon gehoord, dat Hammie hem uit de brand kan hel pen. Die jongen was gewoon verge ten, dat er nog een stel motorrijders door zijn film zouden scheuren. Dat kan de beste overkomen. Hij zou die opnamen trouwens eerst in Ko penhagen maken, maar toen ie daar met zijn hele troep aan kwam, hoorde ie. dat het Tivoli dicht was. Toen is ie maar naar Amsterdam afgezakt, want daar was ook een kermis, had ie gehoord. Kijk, in zulke dingen zijn die Duit sers niet krenterig. Zo'n serie moet jofel op de buis komen en dan don dert het niet, of ie een ton kost of een miljoen. Dat vind ik een gezond standpunt. Als er bij ons een auto de gracht in moet rijden, dan schrap pen ze die scène het liefst uit het draaiboek, want die auto is pleite en dat vinden ze zonde van het geld. Voor Nederland zijn wij nu een maal unieke jongens. Dat mag best eens gezegd worden. Natuurlijk, het zijn geen uitblinkers, maar ze kun nen wel alles. Ook de jongens, die er niet uitspringen, hebben een ge zonde geldingsdrang en daar is het stuntteam voor. Ze komen door hun kracht verder dan ze in de sport ooit zouden bereiken. Dat zei Ro- singa ook. Die zag Henkie Orde- mondt een klassegevecht weggeven in een treincoupé, man de fladders hingen er bij. „Verrek", riep ie, „als ik dat eerder had geweten, zou ik jullie door heel Europa hebben meegenomen". „Slijmert", heb ik toen gedacht, „grote slijmert". Begrijp je? Je vecht voor een ideaal en als puntje bij paaltje komt, krijg je stank voor dank. In „Paranoia" vallen twee van mijn jongens van een trap met dertien treden die nauwelijks zeventig cen timeter breed was. Als je een beet je behoorlijke trap hebt, dan kijk je op je gemak uit, hoe je de val kunt breken, maar in dit geval was het alleen „vallen en wachten, hoe je terecht komt". Ik maak een klein prijsje af. Voor je naam weet je wel. Ik dacht aan die titelrol met „het stuntteam van Hammie de Beukelaere" erop. Ik deed het voor de reclame. Wat gebeurt er? Die hele scène komt in de film niet voor. In „Het gangstermeisje" lukte het goddank beter. D'r is geen Neder landse regisseur, die een knokpartjj kan filmen zonder Hammie en dat was met het gangstermeisje niet an ders. Ik kom met tien gabbers op de Nieuwe Zijds en we rammen elk aar toch vakkundig in elkaar. Man, dat was om je vingers bij af- te likken. Allemaal flauwekul na tuurlijk, er was niemand, die een echte opdonder kreeg, maar in de film vlogen de stukken eraf. Een plaatje was het. Toen we net lekker bezig waren, kwam er een tram voorbij. L/ijn twee, geloof ik. Je had dat smoel van die bestuurder moe ten zien. Als ie op dat moment een pakhuis binnen had kunnen rijden, had ie het gedaan. Ik heb een boerderij in de Wie- ringermeer en daar zitten we twee keer in de week. Een beetje met motoren slippen, een beetje paard rijden en dan natuurlijk conditie training. We onderrichten elkaar en als we op een gegeven moment mer ken, dat een geleerde greep voor de camera anders moet, dan doen we dat. Ik zeg altijd: „Voor Hammie gaat geen zee te hoog". Je moet me alleen niet gaan vra gen, of ik op dit moment vier hoog uit het raam spring, dan zeg ik toch mooi: „Krijg jij maar mooi de kle re". Ik doe het wel. Natuurlijk, ik doe alles. Maar ik wil eerst effe we ten wat er onder ligt. Een paar ma trassen en wat dozen kunnen nooit kwaad. Als die er liggen, zeg ik: „Oké jongens, springen maar". Begrijp je? Stunten is mooi, maar je moet er altijd voor zorgen, dat het puntje gevaar zo klein mogelijk is. Iedereen kan vier hoog uit het raam springen, maar het gaat er om: hoe kom je terecht? Dat willen de jongens van Hammie toch echt graag weten, voordat ze zich klaar maken voor de sprong. hij prachtig onderuit. Ik dacht nog: „daar moet je een artiest voor zijn". Vakwerk was het. Ik vond het wel wat vreemd, dat die fles niet gebro ken was, maar ja, wie ten ik, dat ik me daarmee mag bemoeien. Mis schien stond het zo in het draaiboek. Na vijf minuten merkten we pas, dat Piet echt bewusteloos was geslagen. Ze hadden die fles net effe te lang in de ijskast laten staan. Mij overkwam zo'n zelfde geintje in een aflevering van Maigret. Ik was aangenomen om een vent door een glas-in-lood-raam te kieperen en wat doe ik dus: ik meet de afstand en denk: „dat is kinderwerk". Nou dacht ik ook nog, dat het glas-in- lsod-raam op het decor was geschil derd. Het is immers allemaal nep in die studio's. Ik pak hem op, geef een brul en donder hem door het raam. De stukken lood staken door zijn hemd heen, zijn colbertje was aan flarden. God bewaar me. Dat raam was echt. Hij had zelf een klein schrammetje op zijn rug, maar voor hetzelfde geld had zo'n stuk lood dwars door zijn longen kunnen gaan. Weet je, wat ie zei, toen ie weer opgekrabteld wa3? „Wie tetaalt dat colbertje en dat hemd nou? Ha, ha". Weet je, wat Max Appelboom te gen me zei na de opnamen van Floris? Ik heb negen maanden met die man gewerkt en ik mag dus zeggen, dat ik hem zo'n beetje ken. De Belgen dachten altijd, dat wij in Nederland geen avonturenfilm kon den maken, maar ze weten nou be ter. Ik zou de heren Belgen willen verzoeken om eens met Appelboom te gaan praten. Met alle respect natuurlijk, maar als je die serie van Floris ziet, dan weet je gelijk, hoe film gemaakt moet worden. Max zei: „Hammie, ik maak je een compliment voor je opvoedkundige werk tijdens de opnamen". Ik bedoel maar. Hij schurkt zijn zwaar doorregen lichaam enkele seconden in de rie ten stoel en legt dan een aangrij pende hand op de leren mouw van Henkie. „Dit is één van de gab- En dan nog gebeuren er dingen, die je niet verwacht hebt. In één van die Mounties-show werd Piet Bambergen met een fles op zijn hoofd geslagen. Dat is een heel een voudige zaak. Je maakt van suiker een fles. je laat hem hard worden in de ijskast en een uurtje voor de show haal je hem eruit. Dan lijkt het, of je er een schedel mee kunt spijten, maar de man in kwestie voelt het nauwelijks. Piet wacht dus breed lachend op die suikeren fles en toen de klap gevallen was, gleed bers", zegt hij met dampende trots, „die aan de wieken van een molen hebben gehangen. Henkie, Simon Kokkie en Mack. Ze waren elk voor vijf ton verzekerd en er hing dus op een gegeven moment voor twee miljoen aan de wieken. Henkie had ze vastgebonden, die is verhuizer geweest en weet dus, hoe je een platte knoop legt. Ha, ha, er kon van alles gebeuren, maar die vier bleven muurvast aan hun wiek kleven. Appelboom had er een dag voor zo'n film gemaakt moet worden, in tien minuten bekeken. Het duur de acht seconden voordat zo'n wiek rond was en je kunt dus zelf uitre kenen, hoe hard het ging. Een pracht gezicht. Na afloop hebben we een geweldige slok genomen, want als het er op aankomt, kunnen we ook een heel mooi feest bouwen. Wat dacht je. De sport is nummer één, dat blijft het ook maar denk toch asjeblieft niet, dat we op zijn tijd niet eens doorzakken. Lekker zuipen, lekker eten, man, d'r is toch ook nog zoiets als levenskunst. Wii zijn echt niet vies van een feest, maar het werk mag er alleen niet onder lijden. Hier, vraag nou eens aan Simon, hoe ie het vond om aan zo'n wiek te wor den rondgeslingerd. Simon is een van de vaste gabbers, die heeft in Floris wel tien rollen gehad. Met baard, zonder baard, met helm, zonder helm. Noem maar op. Zonder Hammie zou die serie er trouwens nooit geweest n Hammie en zijn team van onver schrokken stunters: van links naar rechts Henk, Nico, Simon, Kokkie, Kootje en Bob, die hun meester Ham mie de Beukelaere („ja, ik ben in derdaad verre familie van die Bel gische koekebakker") een gezonde rugdekking geven. zijn. We leefden er helemaal voor, we geloofden er in. Mijn God, wat is er mooier dan een ridderverhaal. Als jongen droom je er van, lees je er over. Je zou allemaal wel eens in de 15e eeuw willen rondkuieren, een schildknaap willen zijn. Ga me nou asjeblieft niet vertellen, dat het ook niet jouw grote wensdroom is ge weest om als ridder door het leven te gaan. Voor ons is het niet bij een droom gebleven: Wij liepen in harnassen, wij hadden een helm op. Negen maanden lang. Alles wat we op school geleerd hadden over de tijd van de roofrid ders, werd werkelijkhedi. Man, dat is een grootse belevenis. Als je een boodschap in het dorp moest doen, dan pakte je een paard en reed je er met open vizier heen. Op een avond zijn we met vijf man naar de kermis gegaan. Op de knollen. We geloofden er helemaal in. Sterker nog: we wa ren het. Vraag het Simon, hoe hij het vond om aan die molenwiek te hangen. Simon liegt niet, die zal het heus niet mooier maken dan het is. Simon is een keiharde. „Is het niet Simon?" Simon glimlacht, kijkt naar zijn meester en zegt: „Ik vond het wel lekker". Hammie knikt. Hammie wenkt de ober voor een nieuwe ronde. Hij slaat op zijn strak gespannen tors en roept: „Ik hou van alles wat oud is. Ouwe boerderijen, ouwe kas telen. Ik heb een collectie antieke wapens, waar Pistolen Paultje alleen maar van mag dromen. Ik heb pis tolen, waarvoor je zelf de kogels moet gieten. En historische romans, daar mag je me ook voor wakker maken. Mensen als Jan Cremer kun nen me gestolen worden. Wat die schrijven, maak ik dagelijks beter mee. Het punt is, dat je moet pro beren om een fijn leven te hebben, om prettig met de mensen om te gaan. Ik heb gezien, hoe mijn eigen ouders moesten sappelen. Mijn va der verdiende 25 gulden bij Van Gend en Loos en als ie zich verslapen had, omdat ie gewoon kapot was, dan moest ie een taxi nemen, want ie mand, die te laat kwam, vloog er gelijk uit. De stakkerd. En mijn moe der. Die werkte voor een paar kna ken als serveerster en dan moest ze nog witte handschoenen aantrekken ook. Toen heb ik al gedacht: „Ham mie, je moet aan de goeie kant zien te komen. Je moet jezelf onafhanke lijk maken". Het is één keer mislukt. Ik had een leuke bar in Amsterdam, de Hoky Poky, maar met een kunst je hebben ze me er uitgedonderd. In 1964 heb ik het opnieuw gepro beerd, met een hoop schuld en een hoop sores. In datzelfde jaar werd de kleine Willem geboren en dat was mijn gelukspoppetje. Ik kan nou doen en laten, wat ik wil. Ik heb twee fijne zaken en ik ben van plan om ergens in de binnenstad nog een pakhuis te kopen, waar ik een leuke zuip- schuit begin. Stukkie eten, beetje drinken en een dansje maken. Dat moet toch kunnen. Iedereen in Am sterdam praat over het toerisme, maar als je wat op het oog hebt, moet je de blaren op je tong kletsen om een vergunning los te krijgen. En dan natuurlijk het stuntteam. Daar ga ik ook mee door. Ik heb een outfit, die niemand in Neder land Heeft. Als ze morgen tegen me zeggen: „We maken een Wild West film", dan kunnen we gelijk be ginnen. Ik heb een zadel, waar zelfs de grootste paardenkruk in blijft zitten. Hij hoeft zich alleen maar aan de knop vast te houden. Ik heb geweldige jongens, die voor geen Amerikaanse stuntman onder doen. Zeg maar, wat je hebben wilt. Robin Hood, James Bond. We maken het. Als het moet springen we ook nog van de Westertoren. Maar dan moet je er wel eerst een paar matrassen onder leggen." Wanneer u deze plaat goed bekijkt, ontdekt U al gauw dat de b en jongedametjes allemaal tweelingen zijn! Het zijn zelfs tweelingen, d.w.z. óf twee jongens óf twee meisjes. U kunt ze aan dj sprekende gelijkenis gemakkelijk herkennen en mocht het hier e, toch moeilijk zijn, dan wijst de kleding het wel uit: elk paar tweelii precies eender gekleed De tweelingen zitten, of staan, beslist niet allemaal naast elkaar, zit de éne broer hoog in dé boom en de andere in het grasveld. In val zijn hun (of haar) namen duidelijk leesbaar. Op een enkele n:H schien (waar een letter eventueel schuil gaat), maar U kunt dan de gemakkelijk raden. Nu moet U zien of U alle tweelingen, op een heel aparte wijze, kunt „passeren"; U noteert daarbij teve beginletters van alle namen die U aldus tegenkomt. U zoekt allereerst de jongen die zo genoeglijk aanzi; likt; U noteert de eerste letter van zijn naam. Nu zoekt U zijn tweelingbroer en schrijft ook die beginlet Maar nu komt het; deze broer heeft op de een of andere manier konfakt met één helft van de volgends] ling! Heeft U die gevonden, zoek dan ook zus of broer van deze tweeling (dus de andere helft) op en ook van deze de beginletters. Deze laatste heeft wéér, maar dan geheel anders een bepaalde verbintei tweeling nr. 3. Enz. enz. Op zo'n wijze maakt U kennis met alle tweelingen die er zijn! Het „kontakt" alles zijn: zo ziet u er twee met een sombrero. Kennelijk zijn deze verwisseld, gezien de letters op de maar in elk geval is het ook hier weer nr. 2 van de ene tweeling, waarmee U kunt „overspringen" nu van de volgende! De gevonden tas van de leerling-banketbakker wijst vanzelf naar de enige knaap naam P! Alles schakelt op de een of andere manier aan elkaar; U rnpef dus goed kijken. De „kring" eii een meisje met vraagteken Wanneer U alle beginletters van de jongens- en'meisjesnamén'hebt genoteerd, leest U daaruit een kil in telegramstijl. Een voorbeeld om te zien hoe het gaat: U begint bij Wim en vindt dan zijn broer An' heeft dus al een W en een A) Antoon gooit een appel op het hoofd van Tineke en verderop maakt haart] grid een dansje met Sjoerd (dat wordt dus T-l-S). Sjoerd's tweelingbroer blijkt Dirk te heten en die zegt if Elly (is dus D-E). U krijgt dus al: WAT IS DE. het begin van een vragende zin Maar. dit voorbeeld is natuurlijk volkomen fout. Aan U om de échte zin te ontdekken. En wat daarmee? Wel, U geeft er antwoord op en dit antwoord is Uw oplossing! Oplossing financiële ^LENGER 7 in Golf -LENDRECHT 7 vn Avor r Las Palmas iSSMATELLA 7 vn Men; ihmadi nr Mombasa KMEREND 6 Vn Kaapst ®°LOMBOK 8 te De alaam verw OR 6 vn Antwerpen n: amburg ORAB 6 vn Salvador i 'almas MAAR 6 vn Djibouti nr DA 6 vn Tacoma nr Y< OMEYKUST 7 te Antw 'HNIS 7 te Piraeus STROOM 6 vn Quebec otterdam [ESTLAND 6 vn Dominic 'reston YLIA 6 vn Curacao r| arden RDERKERK 6 v.n Lond' :bire IERIAKUST 7 te Bremen ON 6 vn Funchal nr [otterdam DRECHT 6 vn Point Fc bntreal ER WAAL 8 te Penang 'ENDRECHT 7 te Callao ..SES MARGRIET 6 vn 'illemstad n,r La Guaira EGALKUST 6 vn New iladelphia ,'ENKERK 7 te Marseille .COMA 6 Vu Halul nr Ro JE NASSAU 6 vn Pta Igada nr Southampton AM 7 te Istanbul _1 6 vn Sevilla nr Mar [DRECHT 6 te Brake ,T ADELAIDE 7 vn K Brisbane 1EFKERK 7 te Marseille AR 6 te Cotonou [TILLA 6 dw Azoren nr tontegobay WON LEIDEN 6 vn 1 Auckland ,LIA p 6 kp Palmas nr ■ENES 6 vn Bremen nr mburg WERSUM 6 te Bremen IRIAKUST 7 te Bremen ,ON 6 vn Portsmouth n; Lvannah 'ERDAM 6 vn Casablai ideira OSKERK 6 vn Port El East London jON 6 te La Guaira AT FUTAMI 7 te Durb; AT LUZON 6 vn Singaj [risbane LAND 8 te Rotterdam iEKERK 6 vn Kaapstad 'inkerken tEMSKERK 6 te Hambui .LLES 7 te Amsterdam jON 6 vn Amsterdam nr -bados ARISTOTELES 7 vn Amsterc West Inidië via Antwerpen ATTIS 7 te Amsterdam DOMBURG 6 vn Rotterdam n ^^nrwich 'MAN 6 te Rotterdam BOS 6 te Rotterdam jER LEK 6 te Rotterdam ERKERK 7 te Rotterdan |LA 7 te Lagos -TELPARK 7 te Sasebo STERIA 8 te Mena ad A PENAME 7 te Guayaquil JA VEN 7 te Buenos Air |OTEKERK 7 vn Colombo rban p HOLLANDER 7 te Las ^jÉfhaven^^ pass Lamdse FSEDIJK 7 vn Rouam rur Fre a8 ne Taiban&a'0 ver ^"j A 7 vn Stamliow na dam ELDRECHT 6 vn Freetown ■Hssanigen BatonY)1 DIJK vn Penang «PIONELLA 7 vn G-othenbi «Stockholm «"KFRKE?K 9 te Yokohama rTnb7.6„vn Daka-r nr Co uIPPIA 7 te Sriiracha _ï®Jl-)AM 7 te Funchal IERLAND 7 vn Eastfand* ~TT,-lrban #^^F*®KERK 7 te Lcxrenco Ma UNION MINIèRE heeft meege: ■LZ1J Gen deel van de claims. wi|ail en' die Prb S.A. kor Bn heeft uitgegeven voor ve tog van haar kapitaal, zal o\ van Société Générale en verbonden maatschappijen ®PLET Machinefabriek N.V. ..z*utp n ontving opdracht voi prmg van speciale produkt die bestemd zijn voor de j ggpJuitse zuivelfabriek Dobom: medio volgend jaar in het Rc bied wordt gebouwd. B^an °nze redactie binnenlan STERDAM Op de 8,75 dertigjarige obligatie! ten laste van de Stichting iyk Nederlands Gasthuis |ujders te Utrecht is tot eei £g bedrag ingeschreven, da toewijzing een belangrijke r moet worden toegepast. He1 SE? uitSifte van f. 3 miljoe gen 100 procent. 1STERDAM (ANP) Doo rt gezette verkrapping var riarkt o.a. als gevolg van l gbetalingen en dollarafdra de Ned. Bank, moest vi net van daggeld (Call M< Jtiisch worden verhoogd en tot 51& pet. Donderdag temet van 1% op 2V4 pet

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 14