Vele Rembrandts waterverf?
HORST GERSON GEEFT NUCHTERE, MAAR NIET VOLLEDIGE ANALYSE
licht
mode
eam
,De twee jaar dat we (klan-
iestien) in Baarle-Nassau
.Iraaiden, hebben de hotels in
die hele Baronie een duidelijk
>etere bezetting gehad. Bij de
laatste inval (op een wille
keurige doordeweekse avond)
was er 10 man .bedienend'
personeel (als croupiers, bar
mensen, enz.) in de zalen
werkzaam en waren er twee-
nonderd gasten. Vijftig pro-
/ent kwam van buiten het
3aroniegebied. Dat betekende
dagelijks 135 overnachtingen
?xtra, of wel vijftig tot 60.000
oer jaar, als ik het op mijn
jebied toespits. Een enorme
nbreng'. Dit zegt de heer Gé-
ard Sliepen, VVV-direkteur
in Breda, sprekend over de
aanlokkelijke kanten van een
i'oulettebedrijf.
Hoe zouden de inkomsten moeten
lorden verdeeld
Sliepen: ,De vijf casino's zouden
voorzichtig geraamd toch wel 15
miljoen netto kunnen afdragen. Het
Nationale Bureau voor Toerisme zou
daarvan de grootste portie moeten
krijgen en daarna de Nederlandse
Bureaus voor Vreemdelingenverkeer.
De opbrengsten zullen ten goede moe
ten komen aan het vreemdelingenver
keer, waarvan ook de plaatselijke
bevolking kan meeprofiteren. Ik denk
dan bijvoorbeeld aan songfestivals,
grote cabaretvoorstellingen e.d.'.
Kunt u cijfers en indrukken geven
over de zuigkracht van buitenlandse
casino's op Nederland?
Sliepen: .Volgens pas gedane on
derzoekingen, waarvan de rapporten
nog openbaar moeten worden ge
maakt, verdwijnt er jaarlijks 45 mil
joen gulden naar de buitenlandse
kansspelen. De Nederlanders laten
daarvan 20 miljoen gulden achter bij
de Belgische speelbanken.
In '68 bezochten rond 200.000 Ne
derlanders de Belgische casino's, dat
is 28 pet. van het totale bezoek.
Welke aantrekkingskracht zou Ne
derland in het Europese roulettewe
zen kunnen hebben?
Sliepen: .Nederlanders zouden niet
meer over de grens hoeven. Nu ge
beurt het dat mensen uit het westen
bijna de hele dag in een bus moeten
zitten om twee uur in Blankenberge
te'kunnen spelen.
Een raming van de buitenlandse
belangstelling voor Nederland zou ik
niet durven geven. Wel een sprekend
voorbeeld. Ik ben zeer onlangs bena.
derd door een Amerikaanse tour-ope
rator, die op contract 5.000 vliegtuig-
stoelen per jaar wilde reserveren bij
een vliegtuigmaatschappij voor ca-
sinobezoek aan Nederland.
Ook toen ik hem had proberen uit
te leggen dat er in Nederland nog
geen kijk op casino's was, snapte hij
er niets van. Daarop heeft hij met
anderen geprobeerd ons achter het
REM-eiland te krijgen. Wij zouden
er een speelbank moeten gaan ex-
Ook de quasi-behendigheidsspelen
ploiteren en zij zouden mede voor
bezoekers-aanvoer zorgen. We zijn
daar maar niet ingestapt. Het REM-
eiland is wat besmet en de stichting
wil ook niets doen wat in strijd met
de wet zou kunnen zijn.'
De laatste jaren heeft een reeks
instanties en personen geprobeerd
met quasi-behendigheidsspelen die in
de aard gokspelen waren (delphi,
roco, optica, saturne, roulex, enz.) de
wet 'te ontduiken. Brengt dit balan
ceren op de rand van het toelaatbare
de goede naam van de VVV's niet in
het geding? Waarom heeft de stich
ting niet open en resoluut een aanval
op de wet op de kansspelen geopend?
Sliepen: ,U moet deze periode zien
als een tussenfase, waarin we pro
beren uit te vinden wat wel en wat
niet kan. We zijn vaak door derden
benaderd die allerlei spelen onder
onze paraplu wilden brengen. We zijn
alleen met roulex in zee gegaan. Daar
waren veel redenen voor, ondermeer
dat het Nederlands octrooi heeft en
dat prof. ohen van TNO het spel heeft
onderzocht en het (ook) een behen
digheidsspel vond. Ondanks kennis
geving van proefspelen heeft Justitie
beslag gelegd. Het duurde 2% jaar
voordat de zaak voorkwam en daar
na volgde ontslag van rechtsvervol
ging. Zo sukkelen we wel naar de
komende Kamerverkiezingen. We za
gen roulex als een aantrekkelijke
tussenoplossing, moet ik zeggen'.
De stichting werkt ook met gok
automaten?
Sliepen: ,Op verzoek van een aan
tal burgemeesters hebben wij ook die
zaak ter hand genomen. We hebben
het zo verantwoordelijk mogelijk wil
len doen. Volgens ons was er goed te
werken met de speelautomaat .Aris
tocrat Nevada Goldstar mèt rem'. We
dachten goed te zitten met die ma
chine. Maar er loopt nu een proef
proces'.
Hoeveel automaten exploiteert u,
waarom en waar gaan de inkomsten
heen?
Sliepen: ,Onze automaten draaien
alleen in plaatsen waar we toestem.
zoals roco-roulette zijn door de wet
ming van de burgemeester hebben. Er
staan er een honderdtal in Zuid-Ne
derland. Dordrecht is de meest noor
delijke plaats. We hebben niet gepro
beerd er zoveel mogelijk te plaatsen.
We zouden gemakkelijk het dubbele
aantal machines kwijt kunnen maar
we dachten liever eerst de gerechte
lijke uitspraak af. In de twee jaar dat
we draaien heeft de stichting toch
50.000 gulden aan de VWs kunnen
uitkeren. Uit de opbrengst kunnen
we net de research (TNO-onderzoek,
proceskosten e.d.) betalen.'
Worden hiermee alle inspanningen
van de stichting betaald?
Sliepen: ,De negen VW's hebben
zelf een beginkapitaaltje gestort, dat
ze overigens al terug hebben hoor'.
De zaken gaan dus niet slecht?
Sliepen: ,Ach nee, we hebben de
zaak financieel schoon kunnen hou
den'.
En meer dan dat?
Sliepen: ,Nee. we zijn er precies
mee rondgekomen. Als we dit jaar
afsluiten hebben we echt nog geen
batig saldo van 5.000 gulden'.
Volgens schattingen werken in Ne
derland /clandestien minstens 1UUU
zogenaamde 'eenarmige bandieten',
waarin jaarlijks enige tientallen mil
joenen guldens worden gestopt. Hoe
staat het met de controle op het
gokken?
Sliepen: ,Niet best. Maar wij heb
ben er een heel systeem voor. Wij
zijn niet geïnteresseerd in de netto
opbrengsten. Van de af te dragen
gelden krijgt het Nationale Bureau
voor Toerisme de ene helft en de
streek.VW's de andere. De machine
wordt per certificaat gegarandeerd
voor een teruggave van 80 procent.
En we zijn per contract gerechtigd
de machines te controleren op afstel
ling e.d.'.
Hoeveel invallen zijn er de laatste
jaren gedaan in klandestiene speel
banken?
Sliepen: ,Er is nogal huisgehouden.
Wij zijn er maar éénmaal bij betrok
ken geweest. Maar ik meen te weten
verboden.
dat er sinds 1966 landelijk toch wel
50 tot 75 invallen bij rouletteclubs
zijn geweest.
Ik hoop niet dat de politie lank
moediger gaat optreden, hoe para
doxaal dat ook klinken mag. Er is
bijna geen controle, zeker niet op de
automaten. Vreemdelingen worden
naar speelholen gehaald en soms .uit
gekleed'. Op dit punt kan de stichting
met de politie sociaal werk doen'.
Begin dit jaar heeft de Bossche of
ficier van justitie, mr. Duyx ook da
zogenaamde 'besloten' rouletteclubs
(die tot op zekere hoogte wettelijk
zijn toegestaan) laten 'ontmantelen'
omdat hij een reeks klagende huis
moeders aan de deur had gekregen.
Dat waren clubs in Liempde, Best en
Oirschot. Dat was niet zo'n positief
geluid?
Sliepen: ,Dlt behoort tot die exces
sen. De veiligheid is één van de ta
ken.. waarvoor onze stichting zich ge
steld ziet. Wij menen voldoende waar
borgen te hebben. We proberen met
alle falsifikaties rekening te houden
en ook de overheid kan waarborgen
stellen: het parlement, de wetgever,
enz. kunnen hun zegje zeggen, al be
sef ik dat het allemaal niet zo een
voudig ligt'.
Laatste vraag: Hoe verklaart u de
gok-hartstocht?
Sliepen: ,Ik ben geen speler. Ik
kom wel in casino's en dat is een ont
spannend gebeuren. Mensen met
drukke beroepen spelen vooral rou
lette; ze voelen zich helemaal ,uit',
ontdaan van zekelijke beslommerin
gen.
Ik persoonlijk weet precies wat ik
doe. Vijftig gulden en dan is het af
gelopen. Van het hele bestuur kan ik
niemand noemen, waarvan je zou
kunnen zeggen, tjonge, jonge dat is
nou een gokker. Tot vorig jaar wa
ren twee van de stichtingsbestuurs
leden zelfs nog nooit in een casino
geweest'.
PIM GAANDERSE
Hoeveel schilderijen zijn er van Rembrandt overgebleven? In het begin
van deze eeuw waren er nog lijsten waarin men op een aantal van tegen
de duizend kwam. Het was Bredius die daar paal en perk aan stelde. In
1935 publiceerde hij zijn catalogus, waarin nog 612 schilderijen waren
opgenomen. Bredius was een groot kennner, een bijzonder erudiet mens
ook en zijn gezag was (en is) enorm Maar sinds 1935 is er veel gebeurd
Moest Bredius nog vrijwel geheel afgaan op eigen waarnemingen en
bronnenonderzoek, sindsdien heeft de beoefenaar van de kunstweten
schap er vele hulpmiddelen bijgekregen. Denken we b.v. aan röntgen
onderzoek. In 1966 kwam Kurt Bauch met „Rembrandt Gemalde" in hel
voetspoor van Bredius blijvend kwam hij tot een aantal modificaties die
het oeuvre met 70 werken verminderde. En nu, in het Rembrandtjaar 1969.
herzag dr. Horst Gerson hei boek van Bredius en hij liet daarbij ruim 250
schilderijen vallen. Toen deze (Engelstalige) eerder dit jaar verscheen is
zij in de internationale kunstwereld als een „beeldenstorm" gekenschetst.
Wat na die „beeldenstorm" is overgebleven kan men nu ook in een Ne
derlandse uitgave lezen. Want bij Meulenhoff te Amsterdam is Hors!
Persons „De schilderijen van Rembrandt" in vertaling uitgekomen.
Op het eerste gezicht ziet mem aar,
,De schilderijen van Rembrandt"
/an Horst Gersom het revolutionaire
karakter niet af. Het is een schitte
rend uitgevoerd, zij het moeilijk han
teerbaar, boekwerk van uitzonderlijk
groot formaat. Er ig een groot aan
tal goedgelukte kleurenreprodukties
opgenomen en alle werken die Ger-
sons authentiek acht staan erin af
gebeeld. Er is een uitvoeri1" tekst
gedeelte, waarin de auteur Rem
brandt's leven volgt aan de hand van
zijn schilderijen.
Die tekst maakt een gedegen in
druk. We zouden niet anders ver
wacht hebben van Horst Gerson toch
een der belangrijkste Rembrandt-
kenners van deze tijd. Dr. Gerson
is geboren te Berlijn. Hij studeerde
kunstgeschiedenis aan de universitei
ten van Wenen, Berlijn en Göttin-
gen en promoveerde aan de laatste.
Jarenlang was hij directeur van het
rijksbureau voor Kunsthistorische Do
cumentatie te Den Haag en tegen
woordig is hij directeur van het In
stituut voor Kunstgeschiedenis te
Groningen. Hij heeft veel gereisd en
kent het grootste deel van Rem
brandt's oeuvre uit eigen waarne
ming.
Die staat van dienst lijkt een be
trouwbare achtergrond te bieden
voor het werk dat thans is uitgeko
men. Dat blijkt ook we] aan zijn tekst
waarin hij diep ingaat op oraderwer-
toont de stijlverandering aan die ziieh
geleidelijk bij Rembrandt heeft vol
trokken, hoe het dramatisch gebaar
en de technische bravour van de
vroegere jaren geleidelijk plaatsma
ken vooor de verstilling van de laat
ste tijd waar Rembrandt steeds min
der aandacht vroeg voor details een
steeds grotere plaats inruimde aan
zijn wonderlijke licht.
Gerson blijft onder dit alles opval
lend nuchter. Hij laat zich in zijn be
wondering voor de schilder nergens
meeslepen. Hij wijst op zwakke pun
ten in het oeuvre, op zwakke pun
ten ook in overigens grandioze schil
derijen. Die nuchterheid i3 er ook
als hij de mens Rembrandt beschrijft.
Gerson gaat elke mythevorming te
lijf met de nuchtere feiten. Ook hier
geen vermooiing, bij de affaire rond
Geertje Dircx schrijft hij rustig over
een „gemeen plan" van de schilder
Hij plaatst Rembrandt tegen de ach
tergrond van zijn tijd en de kunst
van die tijd. Laat zien dat er voor
en na de nachtwacht geen spra
ke is geweest van grove miskenning
door zijn tijdgenoten en dat er, zeker
Europees gezien, eigenlijk ook later
altijd we] waardering voor zijn werk
is geweest, ook in de jaren, dat in
ong land zijn werk nagenoeg geheel
„uitverkocht" werd. seneei
In het laatste hoofdstuk, Rem
brandt en het nageslacht", gaai' cj™
son diep in op problemen van de toe
schrijving. Hij stelt, dat we ^ter-
der zijn van onze kennis betreffende
de grote 16-de eeuwse schilders dan
omtrent de 17-de eeuwse, hoewel de
pen ais techniek en motieven. Hij
feitelijke gegevens gebrekkiger zijn
en de verliezen (onder meer door de
beeldenstorm) aanzienlijk groter. Als
reden daarvan noemt hij het feit, dat
het bewaard geblevene door werke
lijke kenners was geklassificeerd
voordat kunsthandelaren, speculan
ten en verzamelaars de kans kregen
hun twijfelachtige reputatie op te
houwen.
Rembrandt was, zo stelt de auteur,
na 1632 beroemd. In die tijd waren
er al kopieën van hem in omloop.
Toen in de 18 e eeuw het in kringen
van Parijse verzamelaars mode werd
om Hollandse kunst te verzamelen
werden Rembrandts gezocht. Om
dat men toen zijn oeuvre nauwelijks
kende ging (al dan niet met val
se signatuur) veel werk van ande
ren ondier zijn naam door. Het werd
mode zijn werk te kopiëren of pen
danten bij te schilderen. „Ik ben
bang dat we nu nog opgescheept
zitten met de gevaarlijke gevolgen
van dit geknoei", aldus dr. Gerson.
Over zijn eigen catalogus stelt de
auteur dat deze niet bedoeld is als
een definitieve lijst. In vele geval
len stond Gersons onwankelbare
overtuiging betreffende problemen
van eigenhandigheid lijnrecht tegen
over de heersende opvattingen. In
nog veel meer gevallen heeft hij ei-
gein aarzeling afgewogen tegen vaste
overtuiging van collega's en is tot
een compromis gekomen. Bestudeert
men de kanttekeningen die hij plaatst
bij zijn catalogus dan blijkt dat Ger
son in vele gevallen nog niet zeker
is, dat^ 6r in de toekomst wellicht
nog tientallen schilderijen zullen
moeten vallen.
Ondier die „twijfelgevallen" zijn ei
die de auteur zelf nooit heeft gezien
zodat hij zich daarom 'n algemeer
oordeel moet voorbehouden. Anderer
verkeren in een toestand die echtr
bestudering moeilijk maken. Vooi
sommige werken leek de tijd nog nie'
rijp om ze a] af te schrijven.
In dit verband komt het ons voor
dat^ dr. Gerson, ondanks ziin onge
twijfeld grondige voorbereiding, wel
licht toch m tijdnood verkeerd heeft
Dat hij het aantrekkelijke feit dat de-
?noif^a''ogU3 'n ^et Rembrandtjaai
1969 kon verschijnen heeft laten pre
valeren boven die wenselijkheid van
nog dieper gaande studie, boven nog
verdergaand overleg met zijn colle
ga's. Dit klemt temeer nu er in die
catalogus een betrekkelijk groot aan
tal werken is opgenomen, die waar
schijnlijk op den duur toch afgevoerd
zullen moeten worden, terwijl er ook
werken verdwenen zijn, die naar on
ze smaak een nader overleg waard
geweest zouden zijn.
Daaronder is zeker de „Saul en
David" uit het Mairritshuis. Wij vroe
gen de directeur van dit museum, dr.
A. de Vries, naar zijn mening over
Gersong werk. Hij bleek er aller
minst opgetogen over. Met name de
argumenten die Gerson (in de Engel
se editie) geeft over de Sau] en Da
vid noemde hij lichtvaardig. „Óf de
Saul en David" van Rembrandt :s,
kan betwist worden. Maar Gersons
„bewijs" is lichtvaardig. Ik beschik
over vee] meer argumenten vóór de
authenticiteit van dit schilderij als
Gerson tegen", zei dr. De Vries, die
voorts van mening was, dat Gerson
teveel met verouderde methoden
heeft gewerkt. Hij heeft, zei dr. De
Vries, alleen maar gekeken en niet
de technische mogelijkheden benut,
die de moderne vorser ten dienste
staan.
Ook het hoofd van de schilderijen-
ifdieling van het rijksmuseum, drs.
P.J.J. van Thiel, laat in zijn inlei
ding tot de catalogus van de Rem-
bran-dttentoanstelling, de mogelijk
heid open dat Gerson wellicht te zui
nig is geweest. Dat is wellicht .nede
ingegeven door het feit, dat de jong
ste (1965) aankoop van het Rijksmu
seum, „De heilige familie bij avond"
in het boek van Gerson niet voor
komt.
Er is nog een argument aan te
/oeren, dat pleit voor een diepgaand
mderzoek, ook over de afgeschreven
Rembrandts. Het feit namelijk, dial
juist in dit Rembrandt-jaar allerlei
publikaties zijn verschenen die hun
weerslag op de catalogus raisonne
zouden horen te hebben. We noemen
het boek van Haak, die to/ een nieuw
gezichtspunt komt betreffende „hel
offer van Abraham" in de alte pina-
kothek_ te München. Dat schilderij
is gesigneerd. Rembrandt, veran
derd en overgeschilderd 1936" Mer
heeft hieruit gelezen, dat Remhrandt
een schilderij van een leerling heeft
veranderd en overgeschilderd. Ook
Gerson schrijft het werk op grond
van deze signatuur af. Maar Haak
leest: Rembrandt heeft dit schilde
rij (het offer van Abraham in de
Ermitage te Leningrad) veranderd en
opnieuw geschilderd. Die zienswijze
is ernstige aandacht waard, ook al,
omdat het Münchener schilderij blij
kens röntgenonderzoek, nauwelijks
veranderd of overgeschilderd is.
Natuurlijk blijft het boek van Ger
son van groot belang. Maar h-et is,
gezien het bovenstaande, niet de best
denkbare oeuvre-catalogus van Rem
brandt anno 1969 en het verdient ze
ker verbetering. In het licht van o.
m. de Rembrandt-studies die dit jaar
verschenen zijn. Blijft dan de vraag,
of zo'n verbeterde catalogus nog wel
het werk van een man zal kunnen
zijn. We geloven het niet. Het vak
van kunsthistoricus is tegenwoordig
m zoveel (ook technische) speciali
saties opgedeeld dat het nu niet meer
mogelijk is te doen wat Bredius in
1935 deed. Ook hieromtrent vroegen
wij de mening van dr. A. de Vries,
die het gehee] met ons eens bleek te
zijn.
Wanneer die volgende catalogus
uit zal komen? Misschien in een
volgend Rembrandt|aar (1981?) daf
werk zal de vrucht moeten zijn van
nog diepgaandere studie en over
leg. Waarbij we de samenstellers
de moed willen toewensen die dr.
Horst Gerson in dit werk ontegen
zeggelijk getoond heeft waarvan
elke Rembrandt-specialist in de toe
komst zijn voordeel mee kan doen,
want het lijkt wel vast te staan dat
veel wat Gerson heeft afgeschreven
definitief afgeschreven zal blijven,
dat de lijst wellicht nog belangrijk
verder uitgedund zal worden en dat
de „zuinigheid" van Gerson slechts
in weinig gevallen tot herplaatsing
zal leiden.
D. Horst Gerson: De schilderij'
in van Rembrandt (Meulenhoff Am
sterdam) prijs f. 185.-.
DE STEM VAN ZATERDAG 1 NOVEMBER 1969
r BREDA Het Nederlandse toerisme zit in het slop. Er komen
minder buitenlanders naar „Holland" en steeds meer Nederlanders
brengen hun vakantie in het buitenland door. Deskundigen zijn van
mening dat het toerisme in ons land wel eens uitsluitend zou kunnen
worden gered door casino's, c.q. roulettes toe /aten. In heel West-
Europa zijn speelbanken, behalve in Nederla De tegenstanders
van roulette wijzen het spel af op grond van ethische, sociale en
religieuze motieven.
Ondanks dat vormen der Nederlanders een „speelzuchtig" volkje.
Ze staan in het buitenland overigens wel bekend als „zuinige" en
„voorzichtige" spelers. De Nederlanders die elders roulette spelen
zijn gemiddeld ouder dan 25 a 30 jaar en komen uit de (handeldrij
vende) middenstand, nijverheid en handel, terwijl ook veel gepen
sioneerden en in het bijzonder alleenstaande, oudere dames een gokje
wagen. Dit is uit een nog niet gepubliceerd rapport gebleken.
Het wettelijk verbod van hazard
kans) spelen heeft niet kunnen
verhoeden dat er in Nederland naar
deskundigen schatten permanent zo'n
175 tot 200 klandestiene .speelholen'
zonder enige vorm van toezicht draai,
en. Illegale casino's brengen geen be
lastinggeld in het laatje. Bovendien
verdwijnt jaarlijks ook nog een slor
dige 40 tot 45 miljoen gulden
naar buitenlandse kansspelen roulet
te, lotto en vele loterijen. Staatssecre
taris drs. L. van Son, die zich spe
ciaal met het toerisme bezighoudt,
heeft al laten weten dat .casino's in
de toekomst niet meer te sluiten zijn'.
Alles bijeen stof genoeg voor een
gesprek met de heer Gérard L. W.
Sliepen, direkteur Vreemdelingen
verkeer in Breda en ook voorzitter
van de .Stichting Behendigheidsspe
len'.
vraag: Kunt u iets zeggen
over het ontstaan en de activiteiten
van ie stichting?
De heer Sliepen: ,De stichting is in
opgericht door een negental
-direkteuren. De aanleiding
daartoe was tweeledig. Als gevolg
de steeds groeiende concurrentie,
van het buitenlandse toerisme
we het niet langer verant-
dat Nederland het enige land
is, zonder roulette.
De stichting bestaat niet uit een
club notoire spelers. Ze verwacht
door de inkomsten uit roulette het
pakket toeristische voorzieningen ge
makkelijk te kunnen uitbreiden. Met
name in de culturele sector met grote
en kleine C.
Een heel andere zaak in dit ver
band is de mogelijkheid tot seizoen-
spreiding, welke door de casino's
wordt mogelijk gemaakt. In badplaat
sen langs de Belgische zeekust ston
den tien jaar geleden nog maar 1.000
van de 80.000 bedden op verwarmde
kamers, 's Winters was ook daar de
dood in de pot. Maar dankzij de ca
sino's staan er nu 10.000 bedden op
verwarmde kamers. Alleen al uit
Keulen komen via bus- en treindien
sten duizenden gasten.
Dankzij de speelbanken ontstond er
een grote spreiding van het toerisme.
Gevolg daarvan was een betere ren
tabiliteit. De hotelseetor in Neder
land zou met de komst van roulette
uit de impasse kunnen raken'.
Waarom voelt de overheid naar uw
mening (nog) niet voor roulette?
Sliepen: ,Ik heb verschillende mi
nisters en kamerleden persoonlijk ge
sproken. Het is me duidelijk gewor
den dat de kwestie van de kansspe
len onderdeel van de kabmetsafspra-
ken uitmaakt. De regering wil geen
trammelant om de roulette. Ik ver
wacht dan ook niet dat de legalisa
tie van de roulette voor 1971 aan de
orde zal komen. De wezenlijke te
genstanders zitten in de rechtervleu
gel van de confessionele partijen. In
1911 is de roulette officieel afgewe
zen. De bepalingen van toen zijn nu
echter niet steekhoudend meer. Uit
een opiniepeiling is gebleken dat 75
percent van de bevolking er geen
bezwaren tegen heeft.
Het is een onmogelijke zaak dat de
roulette bij een nieuwe regering on
der tafel gaat. Het toerisme is de
derde industrie wat deviezen-inkom
sten betreft 1.2 miljard gulden in
het vorige jaar.'
Maar los daarvan: We hebben toch
de sporttoto, staatsloterij en totalisa-
sator in de paardensport. Waarom
zullen wij dan de roulette niet mogen
hebben voor het vreemdelingenver
keer
Bang voor sociale misstanden
Iemand kan zijn hele weekloon ook
omzetten in drank of aan de duiven
sport vergokken. Natuurlijk kunnen
we waarborgen tegen misbruik in
bouwen. Bijvoorbeeld eigen inwoners
de toegang tot de_ speelbank ontzeg
gen, zoals in België en Duitsland ge
beurt'.
Het parlement reageert anders nau
welijks op de slapte in het toerisme
of op de noodzaak van roulette?
Sliepen: ,Ach alleen een aantal le
den van de AR, CHU, SGP en zo zijn
tegen, de KVP niet eens. Ik weet zelfs
dat bepaalde politieke partijen bij de
komende verkiezingen de roulette in
hun verkiezingsprogram zullen op
nemen.
Hoeveel casino's zouden er in Ne
derland moeten komen en waar?
Sliepen: ,Ik denk aan een vijftal
om te beginnen (België heeft er acht
PG). Eén in Scheveniragen (Den
Haag), één in Zandvoort; één in het
oosten van het land, éen in Zuid-
Limburg en één in Zuidwest-Brabant.
Persoonlijk persisteer ik persé voor
Breda.'
Hendrikje Stoffels. Niet van Rem brandt?
Studie van jonga vrouw. Niet van Rembrandt?