DSENDAAL ir - frezer Ismonteurs VOORAL DE JEUGD VIETNAM De vrede van het slagveld snteurs DR .CORN. VERHOEVEN: Enige twijfel Simpele erkenninggrote consequenties Als eerste spreker voor de andere partij, geselt Dinh Ba Thi de troepenterugtrekking als een „perfide manoeuvre, als een brok lawaai" en „als een rekenkundige acrobatische stunt die de algemene verwarring vergroot". De Verenigde Staten ver lengen de oorlog, zegt hij „om tijd te winnen voor versterking van het marionettenleger en het oplappen van de marionetten-regering". DE STEM VAN ZATERDAG 4 OCTOBER 1969 lijkheden voor iersfabrieken >efstraaf 2, Roosendaal loor een klassieker leuwe VW ponton Vin. Alle fastback Ireffen ook hem. ponton Ie prijzen Ifoort). N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ...PEILINGEN£EjyNGfN MM^EjyNGEN PEIUNG^EN^ EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIMGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL pen ingcig iEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN .PEILINGEN PEIL NGEN PEIUNGEN PEIUNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN^PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN Pfcl De minister van Buitenlandse Zaken heeft opnieuw getoond op z'n tijd een soepel man te kunnen zijn. Na de schielijke terugtocht van de heuvels van Golan, na de niet serieus te nemen hulde aan dictator Salazar, thans de verandering van een enkel woord in een toespraak tot de Verenigde Naties. Wat kamerleden, als het om Griekenland ging, niet lukte, speelde een Indonesische diplomaat klaar: Luns wijzigde zijn tekst over de uitspraak van de Papoea's over hun toe komstige staatkundige status. In Nederland heerst geen twijfel en bepaal delijk niet véél twijfel over de geldigheid van dat referendum, maar slechts enige" twijfel. Wij twijfelen er niet aan of de minister zal achteraf wel ver klaren dat in dat woordje „enige" een subtiel understatement schuilging. Het zal ons benieuwen of de supporters van de minister, die vooral te vin den zijn onder degenen die destijds met hem een andere toekomst voor de Papoea's propageerden, mei deze diplomatieke souplesse gelukkig zijn. En hef is maar goed dat de bevolking van Nieuw-Guinea deze mini-woord- breuk jegens haar lot wel nimmer zal vernemen. Een man een minister, een woord een wijziging. De schokkende boodschap, die Lester Pearson in zijn rapport over de ontwikkelingshulp naar de Wereldbank heeft overgebracht, gaat uit van de simpele erkenning - wie gewend is de wereld te zien in politieke dimensies, zou dat bijna vergeten dat de aarde van NIEMAND is, maar de vruchten van de aarde van IEDEREEN. Tot deze erkenning hoeft men niet alleen op louter humanitaire gronden te komen, maar ook uit over wegingen van puur (westelijk) lijfsbehoud. Pearson zei: „De armoede en de ontberingen van de grote meerderheid der mensen kunnen niet worden genegeerd, zonder dat dit tragische gevolgen voor allen zal hebben". Wat concreter gezegd: De arme man zal eens zijn rechtmatige deel van onze welvaart opeisen. Hij zal straks, als hij wat beter ontwikkeld is, minder „verelendet" zal zijn, desnoods met geweld het eten in zijn mond eisen. De rijke landen zo stelde Pearson verheugd vast zijn er de afgelo pen twintig jaar in geslaagd een belangrijke economische ontwikkeling op gang te brengen. Dat is waar. Even waar is, dat de ontwikkelingswerkers, i missionarissen en zendelingen incluis, (of beter: op de eerste plaats), de j arme massa's een zelfbewustzijn hebben bijgebracht. Arme massa's braken uit de ban van onderdrukking, apathie en ongeïnteresseerdheid. Dezelfde massa's eisen nu, om met een bekende kreet te spreken „your reforms or vour neck". Structurele veranderingen of je kop. Om het weer wat concre ter te zeggen. Een rechtvaardige prijs voor de grondstoffen en goederen van de arme landen en een krachtige politieke actie tegen dictatoriale regeringen, die met dollars, roebels, ponden, francs en guldens in het zadel worden gehouden. Het zijn allemaal geen nieuwe geluiden. Pearson heeft ze weer één dag actueel gemaakt. Niet om over te gaan tot de orde van de dag want dat zal wel een nationaal belang zijn maar om eindelijk eens een „crisispunt" Ie passeren. Dat is namelijk niet alleen een nationaal maar ook een inter- nationaal belang. Qm huil toespraken o-f artike- kelen op sympathieke ma nier te beëindigen stuiten zelfs de meest sombere geesten hun be toog nog graag af met een opti mistisch perspectief je. We zijn nu gewaarschuwd, we moeten snel ons leven beteren, er is nog een tdeine kans dat we het halen en aan de ondergang ontsnappen. Zeer gebruikelijk is daarbij dan een zinsnede in deze trant: maar gelukkig zijn er tekenen die op een kentering wijzen, vooral bij de opgroeiende jeugd is en een re- eel besef voor de ware aard van de situatie etc. Hetzelfde argument kan ook in negatieve zin gebruikt worden om hef einde van een tijdperk te voorspellen. Wanneer bijvoorbeeld van een boek gezegd wordt, dat het de jeugd niet aan spreekt, dan wordt daarmee ge- jeugd bedoeld, maar op het boek; woonlijk niet een kritiek op de jeugd bedoeld, maar op et boek; het betekent dat de auteur daar van uit de tijd is en praat over zaken die niet werkelijk meer le ven. De jeugd is hier een criterium, zij is de draagster geworden van het oordeel van de geschiedenis. Zij is immers de toekomst en dat is de tijd waar het op aan komt. Wie de jeugd heeft, heeft de toe komst, zeiden de baasjes van vroeger al, en wie dus door de toekomst gerechtvaardigd hoopt te worden, moet zien dat hij de jeugd krijgt. Ik geloof niet dat die frase over jeugd en toekomst zon der bijbedoelingen is en evenmin denken staan tegenover de oude ren. Ook die denken allemaal het zelfde, maar hee1 anders dan de jongeren, behoudens dan een en kele uitzondering die jong wenst te blijven. Hoe die gave tegenstel ling tot stand komt, wordt weder om nooit uitgelegd. Wie een mooie mythe wil kweken, moet niet te veel kritische vragen stellen. Wie dat toch doet is een spelbreker. De vierde veronderstelling ten slotte is, dat de vooruitgang door de jongeren met hun eigen opvat tingen moet worden bevochten op de oudere generatie die zich daar tegen verzet. Optimisten denken dat het zal lukken. jsju weet ik werkelijk niet of zich ooit een situatie voordoet waarin al deze veronderstellingen ook inderdaad bewaarheid wor den. Ik kan mij voorstellen dat in een gezin of een klein bedrijf, waar inderdaad generaties be staan, zoiets gebeurt. Het kan ook zijn dat een groepje gelijkgezinde leeftijdgenoten samen met suc ces iets onderneemt. Maar dat is dan niet „de" jeugd. De vraag is waarom deze zeldzame situatie wordt voorgesteld als de gebrui kelijke en waarom er zo'n gro te historische betekenis aan wordt toegekend. Het antwoord is waar schijnlijk, diat deze voorstelling voldoet aan 'n behoefte aan duide lijkheid. Als het zo was, zouden we mooi duidelijk over de voor uitgang praten, zou de jeugd Per se veelbelovend zijn en zouden veel problemen opgelost zijn. Dus wordt er stilzwijgend afgesproken dat dit op de jeugd en haar posi tieve eigenschappen gebaseerde optimisme voortkomt uit nauw keurige waarnemingen. Constate ren dat de jeugd anders is, is Mg niets zeggen over haar kwa liteiten of prestaties. En dat een boek de jeugd niet aanspreekt, Meft niet per se een ongunstig teken voor dat boek te zijn. On gunstig is veel meer de vleierij, e angst of de maehtswebust die achter die frase schuilt. Ik heb flat al vaker uitgesproken en zou ®>J nu willen beperken tot de 'raag naar de vooronderstellin gen van deze fraseologie. K 11 nelijk wordt hier de geschie denis gedacht als 'n proces van ooruitgang en worden de stappen Fm.die vooruitgang zich vol- rekt, in verband gebracht met generaties: elke generatie zet een ap vooruit. De jeugd is de groep Me de volgende stap zet. De oude- cn kijken eerbiedig toe. De eerste orondersteHing hierbij is dat er j n generatie bestaat, dat er dus de historische werkelijkheid s aan dat gemakkelijke woord antwoordt. Iedereen behoort bij generatieveen groep van men en"'storïsoh vruchtbaar zijn, ti er een veelheid van genera- o\iiW,insJfn3 twee: jongeren en Ij ?n- Pe tweede veronderstel- sr„l_ls dat zo'n generatie, een min «Van Ieefty<igenoten, ook een of meer hechte eenheid vormt n„J°elen en denken. Dat zou ren Ju betel?enen dat de jonge- Hrw j maa. hetzelfde denken- Use *,-0 uitz°nderlijke toeval- WorrH tot stand moet komen, in het IÏJf-a?raardig genoeg altijd TV. a m dden geiten, de L de veronderstelling is dat ngeren met hun manier van dat het zo is. En wie zich niet aan die spelregel houdt, wordt van het veld af gestuurd. 7 o komt het, vermoed ik, dat de ze op niets gebaseerde overtui ging vrij algemeen is en weinig tegenspraak ontmoet. Niemand wil van het veld gestuurd worden en de toekomst missen. En wie zou durven beweren dat duidelijk heid niet minstens even belang rijk is ate waarheid? Het gevolg hiervan is, lijkt mij, dat jongeren ook inderdaad, door krachten van buiten af, door een actieve apart heidspolitiek, tot een groep en een generatie gemaakt worden en zich zo gaan voelen. Zij gaan kijken, lopen en zich gedragen als de vleesgeworden toekomst. Wat die meer inhoudt, doet alweer niet terzake. De tot criterium gemaak te jeugd is zich al van haar macht bewust voordat die enige inhoudt heeft en tot enige presta tie leidt. „Opzij", zeggen zij tegen de ouderen, die zich van schuld gevoel vervu'd, mislukt en inder daad oud gaan voelen. En zo ver vult een onjuiste veronderstelling haar eigen voorwaarden. Ter wijl de jongeren nog niets doen, doen de ouderen niets meer. Er gebeurt intussen niets en misschien is dat uiteindelijk wel de bedoe ling van die hele fraseotogie vol optimisme en geloof in de voor uitgang. Bij al dat stroperige ge praat over de jeugd, opgezet om een generatieconflict te bezweren, wordt gemakkelijk vergeten, dat het alleen een poging is om zo'n conflict te scheppen. Mensen ma ken inderdaad alles zelf, ook hun problemen. Mijn overtuiging is dat het zogenaamde generatiepro- b'eem pas zal verdwijnen wan neer wij ophouden het te stellen. it is het verhaal van één enkele dag in twee aparte we- relden. Zij zijn gescheiden door een tijdsverschil van zeven uur, maar met elkaar verbonden via de onmoge lijke draad van oorlog en vrede; De wereld van de vredesbe sprekingen in Parijs, „waar het enorme politieke pokerspel gespeeld wordt" en de wereld van het slagveld in Vietnam, „waar soldaat eerste klas Johnny Miller sterft in de armen van twee kameraden." Van uur tot uur zijn de gebeurtenissen beschreven in het leven van de mensen, die in deze aparte werelden „wonen" Onze speciale AP-correspondenten PETER ARNETT in Vietnam en HUGH MUL LIGAN in Parijs schreven onderstaand verhaal. PARIJS 9 uur voormiddag J-Jet motregent en het is kil door de eerste aanraking vam een vroege herfst. Xn de bekoorlijke voorstad Verrière ie Budsson, beëindigt Ly Vam Sau, lid vam de Vietoanig of voorlopige revolutionaire regering, zoals nu de naam luidt, zijm yoga- oefeningen, drinkt een kop slappe thee im een vergaderkamer waaraam foto's hangen van Amerikaanse jon gens die hum oproepdmgskaarten voor de militaire dienst verbranden en stapt met vijf andere gedelegeerden in een zwarte vierdeurs Peugeot, Zijn chef, Dinh Ba Thi, plaatsvervan gend hoofd van de delegatie, rijdt alleen op de achterbank van een gro tere zwarte Oiitroën. De dag is ook begonnen voor de geallieerde kant. Gekleed in een lichtgrijs kostuum en een zwart me talen diplomaten koffertje dragend neemt Pham Danig Lam, hoofd van de Zuidvietmamese delegatie, afscheid van zijn vijf kinderen die van huis gaan om zich naar de Amerikaanse school te begeven en stapt snel uit zijn huis in de Avenue de ViEders. Zijn wachtende Citroen is getooid met de vlag van de republiek van Vietnam, geel met. drie rode strepen. Vanuit de lobby van hotel Carillon, aan de Place De La Concorde, steekt de lange en joviale Amerikaanse ambassadeur Henry Cabot Lodge, de Rue Bodssy d'Anglais over naar de tuin vain de Amerikaanse ambassade en verdwijnt bijna hollend in het bijgebouw voor een bespreking op het laatste ogenblik. VIETNAM 4 uur namiddag Een zachte regen druipt door de knoestige rubberbomen als soldaat eerste klas, James A. Reed langs een vers spoor stapt, zijn ogen vooruit speurend in het half donker. Hij is de speerpunt van zijn compagnie die N. O. van Saigon aan de oostelijke rand van oorlogszone D en in de rubberplantages van de provincie Long Khanh opereert. De 21-jarige Reed is drie maanden in Vietnam geweest. Plotseling als hij door een bocht is geslopen bevindt zich voor hem de eerste Noordvietnamees die hij ooit dood of levend heeft gezien. De jon ge Amerikaan knielt en brengt in stinctief zijn geweer aan zijn schou der. De Vietnamees zwaait zijn ge weer omhoog, maar de Amerikaan is vlugger. Om 4 uur 15 snort een helikopter het gehucht Cam Tam binnen om de eerste klasse soldaat John Miller, een 19-jarige infanterist, op te halen. Mil ler heeft 188 dagen tt velde doorge bracht en is voor zijn goed optreden als soldaat met de benoeming tot „old guard of the day". Deze eer geeft hem het recht van plaats te wisselen met de bataljonscomman dant. Hij mag slapen in het prettige bed van de commandant achterin het basiskamp, het bier van zijn baas drinken, zijn schrijftafel gebruiken en op bed ontbijten. In de wirwar van de rimboe van oorlogszone D, verscheuren vuurstac- cato's de onheilspellende rust. Een peloton heeft van een kleine zich zuidwaarts bewegende Noordvietna- mese groep twee soldaten gedood. Soldaat eerste klasse Richard King heeft zijn onhandig 90 mm terug looploos kanon voortgesleept over een uitgesleten pad en brengt het wa pen in stelling, terwijl de kogels rond hem knetteren. De 22-jarige King valt op de grond voor hij ach ter zijn wapen kan plaatsnemen, met in zijn linkerhand een kogel. Pijnlijk hinkt hij naar een opening in de jungle om op een helikopter te wach ten. PARIJS 10 uur voormiddag Jin de Avenue Kléber, bij de Are de Triomphe, zijn. werkliiedien bezig de straat open te breken voor het verweerde oude hotel Majestic, thans het centrum voor internationale con ferenties geheten, en de laatste 16 maanden het toneel van de Parijse vredesbesprekingen. Als alle vier delegaties veilig ge ïnstalleerd zijn achter die gordijnen van geel damast in de conferentie zaal op de begane grond, trekt de pers zich en masse terug naar L'E- toile Veniitiennie, een café aan de overkant. Aan tafeltjes op het terras onder rode regenschermen beginnen ze hun wekelijkse wake tot de zit ting geëindigd is. PARIJS 10.35 uur voormiddag ^mbassadeur Lam neemt een mi crofoon en begint in het Vietna mees een verklaring voor te lezen. „Om een oplossing te vinden voor het Vietnamese probleem is het „sine- qua non" dat alle betrokken partijen gedreven worden door dezelfde wen3 om de oorliog door onderhandelingen in plaats van door geweld te beëin digen." Rond de tafel zitten 32 gedelegeer den, acht per delegatie, ate bij een enorm pokerspel. Achter hen zit de „tweede ploeg", advocaten, stenogra fen, schrijvers. Overeengekomen is, dat slechts 60 mensen tegelijk in de conferentiezaal zullen zijn, 30 van elk. VIETNAM 5.30 uur namiddag Een Vietnamees met een panama hoed op en in een wit hemd baant zich een weg door het prikkeldraad om naar majoor Bernard Loeffke te gaan. De majoor luistert enige ogen blikken naar hem en trekt dan een brede grijnslach. Loeffke, die vloei end Frans spreekt, heeft zijn eigen groep agenten gerecruteerd om Viet- cong sympathisanten op te speuren onder de mensen van Cam Tham die op de rubberplantages werken. Deze agent heeft hem verteld waar zich twee Vietcong-agenten bevin den. PARIJS 10.45 uur voormiddag Jn de Avenue Klèber rijdt een dub beldeksbus langs het zeven ver diepingen hoge wit-grijze gebouw. De toeristen uit Nederland en de gids praat Nederlands en vertelt hun, dat hier nu de vredesbesprekingen over Vietnam worden gehouden. „Mis schien is de oorlog vandaag wel voorbij", zegt hij speels. De Neder landers lachen en laten hun film camera's draaien. VIETNAM 5.45 uur namiddag De 21-jarige sergeant Jason Dale maakt zich op voor de strijd. Hij is een van de twee Amerikanen die te zamen met vijf Vietnamese soldaten een nachtelijke hinderlaag moeten bezetten en Dale laat duidelijk mer ken dat hij zich niet gelukkig voelt. Maar, zegt hij, ik zit er nu eenmaal aan vast. Het zal een lange natte nacht worden voor Dale en voor een peloton uit zijn compagnie. PARIJS 11 uur voormiddag T^rnbassadeur Lam is nu halverwege in zijn verklaring en pauseert even voor een slok waiter uit een karaf die bij zijn elleboog staat. Daar na gaat hij door: „Wat de republiek Vietnam betreft, toen we toestemden om aam deze comferertdetafel te gaan zitten, gaven wij de verzekering van onze wil om door onderhandelingen een spoedig einde aam de oorlog te maken. Wij accepteren een oplossing zonder winnaar of verliezer, zolang er maar een rechtvaardige langdu rige en gewaarborgde vrede komt.." VIETNAM 6 uur namiddag Een bemodderd Vietnamees meis je staat zelfbewust voor een militie- post in een gehucht bij Xoean Loc, de provinciale hoofdstad. Ze is 27 jaar oud. Haar naam is Nguyen Thi Nhon. Ze is 13 maanden bij de Viet- cong geweest en geeft zich over. Ze zegt, dat ze in augustus 1968 werd opgeroepen en in een werkploeg ge plaatst. Later werd ze verpleegster. Ze gaf zich over, zei ze, omdat ze op de band een uitzending had ge hoord van een van haar vriendinnen die zich twee weken eerder had overgegeven. PARIJS 11.30 uur voormiddag I_am gaat na 56 minuten te hebben gesproken zitten. Er is geen commentaar, geen discussie, geen applaus. Ambassadeur Lodge spreekt daarna 12 minuten. Na twee inlei dende alinea's, leest hij de verkla ring voor die president Nixon op 16 september heeft afgelegd over de terugtrekking van nog 35.000 Ame rikaanse troepen. VIETNAM 6.30 uur namiddag Soldaat King ligt op de operatie tafel van het 93e evacuatiehospitaal in Long Binh. D. Hoesjang Kodivar onderzoekt de dijwond en verwijdert de kogel. King wordt weggereden en een andere gewonde soldaat neemt zijn plaats in. Projiterend van de laatste flikke ringen van het daglicht bombarde ren twee slanke A37S van de derde geuechtsuleugel van de Amerikaanse luchtmacht een kleine opening in oorlogszone C. De eerste luchtcava- lerie divisie zal daar voor de duis ternis een compagnie infanterie neer laten en de vliegtuigen bereiden dit voor. PARIJS 11.43 uur voormiddag Lodge beëindigt zijn rede en een Lid van de Zuidvietmamese delegatie stelt een pauze van 20 minuten voor De gedelegeerden verlaten de zaal door aparte deuren naar hun aparte werkkamers, voorbij de koffiebar ge legen, waar de lunch wacht. „Het toilet", zegt Steve Ledogar, zegs man voor de pers van de Ameri kaanse delegatie, „is de enige echte democratische kamer in het gebouw. Hij wordt gedeeld door alle delega ties." VIETNAM £.50 uur namiddag Een natte akelige nacht daalt neer over het land. De hinderlaagpatrouille van majoor Loeffke is op zijn post en de mannen fluisteren. „25, 25, 25, dit is 26, over", zegt de ingehouden hese radiostem van een peloton-comman dant die contact probeert te krijgen met zijn afdeling. PARIJS 12 uur 's middags £)e Amerikanen zijn nog steeds van plan om met het Franse minis terie van buitenlandse zaken te spre ken over de eentonigheid van het menu in het hotel Majestic. Beide Vietnamese delegaties zijn ook nog steeds van plan om te vragen of er meer oosterse gerechten worden toe gevoegd, maar zelfs op dit punt waar over gelijke gedachten bestaan is er geen initiatief. VIETNAM 7.00 uur namiddag Nauwelijks een kwartier na het vallen van de duisternis, slaan tien mortiergranaten in op het rimboe- bivak van de eerste lucht-cavalerie- eenheid, 90 km ten noordwesten van Saigon. Communistische troepen slui pen naar het prikkeldraad toe. De nacht buldert van Claymore-mijnen en lichtspoorraketten, die onafgebro ken een uur lang worden afgevuurd. Acht Amerikanen zijn gewond. PARIJS 12.23 uur namiddag VIETNAM 7.25 uur namiddag Een zilver vliegtuig snelt over de natte startbaan van Saigons lucht basis Ton Son Nhut, op weg naar San Francisco. Zijn lading: 10 aluminium- kisten die de stoffelijke resten bevat ten van Amerikaanse soldaten. Zul ke toestellen hebben sinds de vredes besprekingen op 13 mei 1968 zijn be gonnen bijna 16.000 van Amerika''s dode zonen naar huis gevlogen. PARIJS 1.17 uur namiddag J<^olonel Ha van Lau, de laatste In de oratorische estafette, neemt de stok over voor Hanoi. „Acht maan den zijn verlopen sinds de heer Nixon het Witte Huis betrad en de mensen in de Verenigde Staten en elders vra gen zich af wat hij gedaan heeft om een eind te maken aan de Ameri kaanse agressie-oorlog in Vietnam..." VIETNAM 8.20 uur namiddag De radio van de strijdkrachten meldt in zijn avondnieuws, dat de 34ste zitting van de Parijse vredes besprekingen aan de gang is. Majoor Henry M. Warren, zittend op een kooi in het gammele vooruit geschoven hoofdkwartier van het Vietnamese 48ste regiment in Cam Tam, gromt terwijl hij kalkoenbrood uit een blikje eet: „Alleen maar een stelletje mensen die iets doen wat niets te te betekenen heeft". PARIJS 1.50 uur namiddag £)e zon schijnt op het grijze dak van hotel Majestic, maar een wolk trekt over het normaal stoïcijnse ge laat van kolonel Lau. Droef kijkt hij naar de zoldering en besluit zijn op merkingen met een citaat van zijn overleden leider Ho Tsji Minh: „Hel Vietnamese volk eist krachtig de te rugtrekking van alle Amerikaans# en satelliettroepen...." VIETNAM 9 uur namiddag Kapitein James V. McGïnnU schrijft zijn vrouw Joan. Hij vertelt haar, dat hij haar mist en ernaar verlangt haar in november in Ha waii te zien als hij met verlof is. Hij vertelt haar niet, dat hij op een een zame buitenpost zit, waar het krioelt van de ratten, terwijl op een paar na al zijn mannen op hinderlaag-pa trouille zijn. Een paar kilonieter verder baant een doornat geregende soldaat voor zichtig tastend zijn weg door de jungle. Dan stuit zijn hand op het koude lichaam van een man. Een van zijn kameraden vindt een andere. De doden zijn de Noordvietnamezen dit dezelfde middag in een vuurgevecht werden gedood. Het tweetal vindt grimmige vo1 doening in hun vondst. Een van h- eigen mensen, de 21-jarige sold i eerste klas Johnny Miller, werd (lii middag in hetzelfde gevecht gel rol fen. Hij stierf in hun armen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 21