BART SINGELING (22):
toch is
er ;PQ§f
POP iets mis
met POP
POP de huid
lige POP
„Hartstikke leuk,
dat de KVP de
publiciteit aan
zo'n snotneus
toevertrouwt"
niet mis
Shuffles-
MARY
QUANT
NOG
STEEDS
The Cats
maakt het
dit jaar
DE STEM VAN ZATERDAG 4 OKTOBER 1969
katholieke volkspartij
((Van onze 20-Wij redactie)
„Als je zo'n opdracht krijgt
heb je natuurlijk wel degelijk
rekening te houden met de
groep mensen waarvoor je
werkt. Vooral met zo'n vignet.
In feite werk je voor 55 procent
van het Nederlandse volk.
En je weet wat voor een
makkelijk volk dat is. Het is
erg „grillig" en niet erg
intelligent. Neem Leiden maar,
dat is de stomste stad van
Nederland. Dat is statistisch
bewezen.
We zuipen gewoon te veel
bier. Leiden heeft het grootste
bierverbruik in Nederland.
Op het gebied van de crimina
liteit staat het als tweede op
de ranglijst en met al zijn
studenten en professoren is het
toch nog de stomste stad van
Nederland Toch zou ik er weer
willen werken. Wat? Of dat
bewezen is? Ja, op het Bureau
voor Statistieken is dat bekend.
Kijk, met die dingen moet
je rekening houden. Vooral
voor de KVP. Hef is de
grootste partij."
Aan het woord, 22-jarige
Leidenaar Bart Singeling, die een
belangrijke bijdrage levert aan
de nieuwe image, waarmee de
KVP zich wil voorbereiden op
de verkiezingen van 1971.
Hij ontwierp een nieuw vignet,
dat er wellicht tussen de enorme
reeks van politieke reclame
borden zal uitspringen.
Bairt Singeling volgde na de
mulo in de avonduren de
5-jarige grafische opleiding
op de kunstacademie in
Den Haag. Met het etiket „cum
laiude" zei hij zijn leraren
vaarwel.
Thans is hij grafisch ontwerper
bij een publikatiebureau in
Den Haag.
Dat grafisch ontiwerpen
behelst eigenlijk het totale
pakket van publikaties, die
betrekking hebben op de
uiterlijke verandering van een
bedrijf. Het gezicht van een
bedrijf in dit gevail een partij
valt of staat met een vignet.
Zo'n vignet is maar een
onderdeel van de totale vorm
geving, maar het is wel het
belangrijkst. Telkens zie je het
weer terug. Op folders,
advertenties, personeelsbladen,
briefhoofden, jaarverslagen en
ga zo maar door.
Neem nou die spots op de
t.v. Dat werk zou ik ook
graag doen. Dat is weer heel
wat anders. Die dingen moet
je stom brengen. De mensen
willen niet anders.
Toch zyn die mensen niet gek,
die dat maken. Ze hebben
marktonderzoekingen gehouden
en zodoende weten ze precies
wat ze moeten doen, om de
consument te beïnvloeden.
Het zijn gewoon commerciële
artiesten.
Hetzelfde geldt voor dit
KVP-vignet. Het is een paar
weken goed uitkijken, goed
nadenken en veel over de KVP
lezen. Ais je eenmaal goed
geïnformeerd bent weet je wat
de KVP-stemmers willen hebben
of wat eventueel ook ander
mensen kan lokken.
Als je die informatie gegroepeerd
hebt kom je tot een uitslag in
welke vorm je het moet gieten.
Dan is er nog niets bekend
over het uiteindelijke ontwerp.
Je weet alleen hoe je moet
denken. Dan ga je ontwerpen.
Nou, dit werd het resultaat.
Je hebt te maken met
bepaalde stijlvormen. Je hebt
bijvoorbeeld de zogenaamde
Zwitserse stijl. Die is pas na
de tweede wereldoorlog goed
gaan lopen. Dat vignet van
de N.S. is typisch een
voorbeeld van een uitgebalan
ceerde zeer grafische toestand.
Heel mooi in elkaar gezet,
maar mijn bezwaar is, dat het
gewoon niet prettig is om
er naar te kijken. Het is té
perfect. Grafisch gezien om te
zoenen, maar om te lezen: nee.
Er zit niets menselijks aan.
Het is té mechanisch.
Dat is de laatste jaren zó
sterk geworden, dat het op een
gegven ogenblik om een com
pensatie smeekte: de Jugendstil.
Die is prettig om naar te
kijken, hoewel vaak erg over
dreven.
Daarom heb ik gezocht naar
een nieuwe vorm. Zo maakte
ik voor de KVP twee vignetten.
Deze pikten ze eruit. Dat andere
ding had zo'n geel rooms
kleurtje. Maar deze werd zonder
meer goedgekeurd. Ik was
natuurlijk in de zevende hemel,
ook al verdiende ik er niets
extra mee.
Ik vond het gewoon erg
treffend. Je moet niet vergeten
dat ik 22 ben. Welke ontwerper
van middelbare leeftijd zou
niet in zijn handen wrijven
als hem zoiets overkwam.
Het is toch hardstikke leuk,
dat de KVP zijn publiciteit
toevertrouwt san zo'n snotneus
Het ding doet het enorm goed
op de affiches. Het valt gewoon
op tussen die rij van 1-2-3-4-5-6-
7-8-9-10 pairtijen, omdat het
veel beter is.
Het komt ook voor de t.v.,
vóór en na de politieke uit
zendingen. Om financiële
redenen hebben ze nu nog dat
mannetje, dat over de K, V en
de P glijdt. Maar dit ding
zou ik laten opblazen aan alle
kanten. Daar leent het zich voor.
Het zit zo lekker in elkaar.
Grafisch is het gewoon een
juweeltje.
Ik denk wel, dat ze me
voor het ontwerp van de affiches
ook zullen charteren.. Nou, ik
heb nog geen flauw idee wat
het zal worden, maar ik heb
wel iets denderends. Iets waar
je de mensen mee raakt.
Als je dat in de straat hangt,
zijn de ongelukken niet te
overzien. „Maar het verkoopt
natuurlijk niet zo best".
Pop-muziek, wat dat ook
precies mag zijn, begint algemeen
erkenning te vinden als een
nieuw en invloedrijk medium,
vooral voor de jonge generatie,
leder zich respecterend periodiek
besteedt er aandacht aan en
vele ouderen komen onder
de indruk van de enorme
platenomzetten en de kolossale
pop-festivals. Maar hebben wij
nu de muziek, waarvan we
kunnen zeggen: dat is het
helemaal? Zijn wij eindelijk de
generatie die het helemaal ziet
zitten? Kortom: hoe staat het
met die experimentele,
dynamische muziek met zijn
onbegrensde mogelijkheden?
En: waar gaat het heen?
i De start lag bij de Beatles en
andere beoefenaars van eenvou
dige stampmuziek. Daar (vlak)
naast was een minder doorzichtige,
lossere styl met solo's van gitaar
en mondharmonika, de iungelse
interpretatie van de oudere Ame
rikaanse rhythm and blues
(Stones en Animals). Het ging
om de emotie van de muziek, de
teksten verkeerden nog in het
lagereschoolstadium. Dat ver
beterde in 1965, toen er een
radicalisering van de politieke
verhoudingen kwam en iedereen
sprak over Vietnam, rassendiscri
minatie en provo. De teksten van
de toen opkomende protestzangers
als Dylan en Donovan waren erg
belangrijk. Ze waren poëtisch
en fel en toen de folk-protest-rage
voorbij was, verslapte de aandacht
voor de teksten niet. De woor
den werden kritischer gekozen
en vormden soms stekelige aan
klachten: „My generation" van
oe Who en .,A well respected
man" van de Kinks. In dat explo
sieve klimaat met een verscherpte
Eeneratietegenstelling, werd ook
affessievere muziek gemaakt
"oor o.a. de Who, de Pretty Things
on onze Q 65.
Groepen onder de jongeren
vonden, dat de Beatles toen eigen
lijk te gepolijste muziek maakten,
«o ook ouderen waardeerden.
<A\ zochten het bij de ruigere
atones of de door de hitparade
„7Pnde groep Them. Iets later
dekten de „zoekers" in de pop
&n°S beat) de blanke grote
dsblues van John Mayall en
zijn leerlingen. Reeds toen was er
sprake van een (kleine) scheiding
tussen volgers van de rechte lijn
(beat) en zij die voortdurend iets
wilden, dat de massa nog niet
pruimt.
De muziek verdiepte en ver
rijkte zich steeds meer en de
ouderen (twintigers, jazzvogels)
zagen toch wel wat in die geëvo
lueerde stampmuziek. In Amerika
draaiden de beatnikachtige Fugs
al in 1965 twee elpees in elkaar
(met schokkende teksten) en
begonnen ook de Mothers geza
menlijk te werken. Allerlei in
vloeden van buitenaf maaKten
de muziek gecompliceerder en
boeiender. De Beatles kwamen
sterk terug als experimenteerders
van het eerste uur met Revolver
en in het voorjaar van '67 met
het perfect in elkaar geknutselde
netwerk van nieuwe muzikale
foefjes „Sgt. Pepper". Daarna lag
een geheel nieuwe weg open
het experiment had een plaats
gekregen in de popwereld.
Daardoor kwam de nadruk op
de elpee te liggen en begon de
single aan belang in te boeten.
Het tijdperk van de singles
naderde zijn einde. Na de in de
laatste tijd perfect geproduceerde
en tot verrukkelijk gecompliceer
de pop-monumentjes geworden
„enkeltjes" „A whiter shade
of pale", „Strawberry fields" en
„Good vibrations" werden
elpees maatgevend. Toen ieder
van de flower-power sprak en
voor het eerst de term „under
ground" viel, hingen er ingrij
pende vernieuwingen in de lucht.
In Amerika ontstond toen de z.g.
west-coast-sound, die een onder
deel was van de nieuwe, vrije
levenswijze der hippies, de drop
outs. Spiksplinternieuwe formaties
zouden revolutionaire, zwevende,
exotische muziek maken op bui
tenissige instrumenten. We hoor
den van groepen met bizarre,
sprookjesachtige namen als de
Gratefull Dead, Sopwith Camel,
West-coast pop-art experimental
band, Jefferson Airplane. Dat
waren namen met een betove
rende, ja mystieke klank en er
werd met ontzag over gesproken
door de kenners. De zeer vooruit-
stTevenden sjouwden diverse
platenzaken af om een exem
plaartje van een West-coastgroep
te bemachtigen („Pearls before
swine, zegt u? Kijkt u eens in de
bak van Gewijde Muziek, mijn
heer").
Het leek allemaal heel wat,
maar als we nu die periode bekij
ken, blijkt de invloed van die
groepen toch niet zo groot geweest
te zijn. Het belangrijkste was de
zachte sfeer en die was moeilijk
naar ons kikkerlandje over te
brengen. Het bleef eigenlijk bij
sterke verhalen over zaligmaken
de geluiden en misschien alleen
de Jefferson Airplane (die toen
hoofdzakelijk zoetgevooisde dingen
deed) en Pearls before swine
maakten enige opgang. Verder
dreef de flower-power hoofdzake
lijk op grote artikelen en com
merciële bloemenmuziek (Scot
McKenzie).
Maar de zoekers hadden in
ieder geval iets nieuws ontdekt.
Een gedeelte bleef hardnekkig om
west-coast-platen vragen en een
gedeelte volgde het eerder ver
melde blues-werk. Via de neger
blues en Mayall ontdekte men de
elektronische blues van Jimi
Hendrix en Eric Clapton (de
Cream) en andere Mayall-discipe-
len. De doorsnee-tiener liep niet
warm voor dat verre, onbekende
en moeilijke, en voor hem werd
eind 1967 een nieuwe en zeer
taaie rage gecreëerd: de soul
muziek. Van toen af klonk in de
dancings en op fuifjes voortdu
rend het „Soek it to me" en „I
gotta-gotta" van Otis Redding,
Aretha Franklin, Sam en Dave enz.
Langzamerhand drongen er
steeds meer platen in het moeilij-
liike soort door tot op onze markt.
We spraken niet meer van west-
coast, maar van underground.
Bekendheid en populariteit kre
gen o.a. Doors, Jefferson Airplane,
Velvet Underground, Electric
Prunes, Blood Sweat and Tears,
Buffalo Springfield, Big Brother,
Spirit, Moby Grape, Soft Machine
en Pink Floyd.
Er werden echt wel nieuwe en
interessante dingen gedaan en
terecht nam de aandacht toe. Maar
een groot gedeelte, dat gelanceerd
werd als undergroundmuziek, was
geenszins baanbrekend of zijn tijd
ver vooruit. De Doors maakten
vrij traditionele muziek, de Moby
Grape en de B. Springfield
musiceerden ontspannen en sym
pathiek, maar zeker niet schok
kend. De Prunes konden eigenlijk
niets en Big Brother bracht ge
woon blanke soul (Janis Joplin).
Daarnaast ontstond er nóg een
andere categorie, want de com
mercie zag wel brood in dat
„moderne" en wilde ons wel even
„omturnen". Platen verpakt in
oogverblindende, dure uitklap-
hoezen van jongens die er erg ver
en geniaal uitzagen en een on
mogelijke naam uit het woorden
boek hadden opgediept, werden
met schepen vol uit de States hier
afgeleverd. Shit als Ultimate
Spinach en Beacon Street Union
werd zonder blikken of blozen
als underground gelanceerd.
De grens tussen deze vuilnis
en het „echte experimentele" van
„bevrijde" musici is moeilijk te
trekken. Ook onder de groepen,
die we dan maar als bonafide
beschouwen, is veel wat alleen
drijft op hoezen, ingesloten boek
werken en zeker niet op interes
sante muzikale staaltjes. We
denken hierbij aan b.v. Ars Nova,
Mint Tattoo, Timeless Generation,
Insect Trust, Second Hand, Free
Spirits, Quicksilver Messenger
Service, Graffiti. Het is meren
deels theatrale overdreven bena
drukte muziek met oninteressante
instrumentale rekwerkjes, die
soms soms uitdijen tot hele elpee
kanten. De teksten zijn hoog
dravend poëtisch en handelen
maar al te vaak over innerlijke en
uiterlijke kosmische trips vol
astrologische wonderwoorden.
Geklets over de Nieuwe Gene
ratie en het Nieuwe Tijdperk doet
het ook goed. De a-ritmische
improvisaties zijn een goedkoop
maniertje geworden, waar niets
opwindends meer van uitgaat.
Er is geen enkele ware ontwik
keling meer te bespeuren, men
blijft het steeds zoeken in vage
solo's. Er is echter een groot
aantal snobisten, die de lege pre
tenties niet doorzien of niet willen
doorzien, want dit is „ver en vaag
en niet zo platvloers als Tommy
James en de Shondelles".
Grote groepen want de aan
hang neemt toe met jongeren,
die uit snobisme en fantasieloze
volgzaamheid ook maar meedoen
isoleren zich en vergapen zich
ondertussen op een doodgelopen
muziek-soort, die zichzelf herhaalt
tot in het oneindige. De situatie
roept herinneringen op aan
de free-iazz uit het eind van de
jaren vijftig. De experimentele
jazz stierf bij gebrek aan nieuwe
mogelijkheden en een overdosis
aan commerciële marktverpesters
en daaromheen zat een schare
snobs, die rock uitkotste. Nu
kunnen we spreken van een un
derground-establishment. waarin
verre platen statussymbolen zijn
en men zelfgenoegzaam geniet
van de miskenning door de massa,
We zien dat steriele, weinig
vitale, maar o zo pretentieuze ook
bij hier zeer populaire groepen
als de Nice en (laten we eerlijk
zijn) bij de Pink Floyd en de Soft
Machine. De Pink Floyd kwam
met een indrukwekkende eerste
elpee met vreemde effecten, maar
begon zich daarna te herhalen.
De met elektronika werkende
United States of America heeft
niet eens meer een tweede elpee
gemaakt en de met Zodiac Cosmic
Sound ingeslagen weg bleek snel
dood te lopen. Met ingewikkelde
klankeffecten en -vervormingen
komt men dus ook al niet verder;
één keer haalt men er alles uit
wat er in zit en dan zijn de
mogelijkheden uitgeput.
Ondertussen onderging de
stroming van de elektronische
blues ook „underground"-invloe-
den. Men ging experimenteren
met de scheurgitaar, zoals Hendrix
of voegde jazzfoefjes en vage
geluiden in, zoals de Engelse Free,
Jethro Tuil, Spooky Tooth en
Ten years after. Ook deze jongens
hebben een stevige scheut moei
lijk gedoe in hun muziek gestopt,
getuige de lange voortkabbelende
solo's, die vooral hun live-optre
dens ontsieren. Dat applaus bij
hun shows als een kwartierlange
jank-gitaar-solo volbracht is, doet
ook weer denken aan het over
dreven chauvinisme van de jazz-
bewonderaars.
Tja dan hebben we nog de
bigband-stroming van Blood
Sweat and Tears en de Electric
Flag. Maar deze jongens komen
niet verder dan een veredeld
nachtclub-geluid, dat door de
jazz-pretenties en de soulzang wel
erg bloedeloos klinkt. In dit genre
lopen grootheden als Al Kooper
en Mike Bloomfield ook wat zoe
kend rond. Ze maakten superses
sies, die echter zo geforceerd en
beperkend voor de jongens waren,
dat ook daar niets geweldigs uit
kwam. En dat schokkende ver
wacht men als
superartiesten hun groep
verlaten en samen iets beginnen.
Maar altijd zijn de verwachtingen
te hoog: de helden staan voor
het moedeloze dilemma op de
achtergrond te blijven, of hun
persoonlijk geluid op de voorgrond
te plaatsen. Blind Faith met
Clapton en Winwood is een stap
terug vergeleken met de Cream
(Wheels of fire) en de Traffic.
Crosby, Stills en Nash repeteren
hun aandelen in hun oude groepen.
De Mothers, die toch minstens
drie prachtige elpees maakten,
gooiden hun laatste dubbelalbum
„Uncle Meat" vol met instrumen
tale muziek, die het luisteren niet
waard is. Frank Zappa schijnt
zich nu overwegend bezig te
houden met sociologische onder-
zoekies met zijn bandrecorder.
De andere maatschappij-hekelende
groep Country Joe and the Fish
gaat tenonder aan beperkt muzi
kaal kunnen.
Hebben wit nog hoop in deze
bange stonden? De grote kracht
van de popmuziek is altijd zijn
lenigheid geweest zichzelf te ver
nieuwen. Steeds kwamen er
nieuwe impulsen en de muziek
veranderde even snel als het uitei>
lijk van de makera De country
and western-bevlieging van dit
voorjaar was alleen maar een
groter nadruk op een allang aan
wezig onderdeel. Van de rechtse,
maar toch plezierige muziek van
Byrds en Dlyan is geen creatieve
vernieuwingsdrang ontstaan.
Alleen besloot Dylan zijn uitste
kende teksten te vereenvoudigen
en dat is ook geen winst,
a Er moet toch weer eens iets
gebeuren, een nieuwe schok. De
De situatie is te vergelijken met
die van het begin van de jaren
zestig. Aan de ene kant is er een
log blok aanbidders van niet meer
flexibele muziek en aan de andere
kant vinden we de niets vermoe
dende tiener, die steeds grote
hoeveelheden suikergoed slikt.
Het is ongeveer een scheiding
tussen de elpee- en de
singlemarkt.
De produktie van hitparade
singles is nu geheel in handen
van smart-
lappenmakers (Cats) en tweede
rangs soulgoden, want, zoals
gezegd, de singletijd is voorbij.
De aandacht van de belangrijkste
mensen is gericht op de „moei
lijker" elpee-markt, sinds de
Lovin Spoonful kapot is, de Kinks
het niet meer doen, de Who een
opera maakte en de Bee Gees,
die toch wel eens acceptabele
dingen maakte, geheel uit elkaar
schijnen te zijn.
Van de nu bekende en geset
telde muzikanten hoeven we de
nodige grijpende vernieuwing
niet te verwachten. De Beatles zijn
oud en knoeien liever wat met
Apple en de Stones, ook oude
rakkers, hebben al jaren moeite
met het tempo. Bij de rockexplosie
en later bij de beat-golf kwam
de vernieuwing vanuit een groep
jonge tieners, die zeer eenvoudige
stampmuziek maakten. Het kwam
van onder af dus en misschien
wordt het ook nu wel een groep
als de Creedance Clearwater
Revival die alles overhoop gaat
gooien.
Dit jaar of het volgende jaar
zal het pop-establisment en ook
de lieve mode-tiener geschokt
worden door een nieuwe uitbar-
ting. Wat voor muziek het zal zijn,
is niet te voorspellen, maar de
kans is groot dat het onde prin-
cioe van ritme, eenvoud en op
winding weer zal gelden in die
nieuwe stroming.
Open deuren en ramen, spnit je
oren uit en scherp je denkver
mogen voor deze vernietigende
storm.
DIRK VELLENGA
Df. Tilburgse folkgroup
"Heating" is de nieuwe troef
wP„, n.ogram- Van de Sroep
2 vTlge week Je eerste
gelanceerd, meteen maar
een elpee. (XPY 855845).
tooi,1LnnK-?laat die nogal uit de
on ,i 3 wat de laatste tijd
de markt is gebracht.
veranTP- WU nameliïk de
chrk^, r,lnS weergeven van de
tu'hir! gedachte in de
wintigste eeuw.
vaiwf 'k"kaiv': geeft de inhoud
de?n en au',eniieke mis, hoewel
«rae m een nieuw jasje
vand»1 k"' het schriWen
comn mis werd de jonge
Ad Kunstschrijver
de wi j geïnspireerd door
NoordTm"1^ gospels van de
d°or p^egkaanse negers en
echter e®ger' Dat was
auth/nt T Jaar §eleden- °e
4ainbiemi?teksten werden
het Angels
dernise^rd n w daar gemo"
In kerken folkmis sloeg in:
mensen?. ei1 1500 tot 2000
aanwezig. Er werd echter
niet gevraagd, waarom de
mensen kwamen. Tijdens het
jaar dat volgde na het schrijven
van de mis, veranderde het
beeld, dat de schrijver had op
het christelijk geloof. Hij geloofde
er niet langer in, dat het
belangrijk is dat de kerken
boordevol zaten. Belangrijker
vond hij de boodschap. Deze
boodschap moest alleen aangepast
worden aan deze tij d. Waar zij
verkondigd wordt is volgens
hem onbelangrijk.
Op de B-kant van de LP
A Ballad For The Lord, staan
dan ook enkele van deze bood
schappen, zoals Negro's Return,
het lied over de rassenschei
dingen in Noord-Amerika.
De groep Heaiting bestaat uit
basgitarist P, Vromans, solo
gitarist B. Smulders, zanger-
gitarist R. Hermans en drummer-
leider-componist Ad Linkels, die
op de LP bovendien ook nog
occarieo, blokfluit, quera,
tamboerijn en Indiséhe fluit
speelt. De meeste nummers op
de LP zijn vier-stemmig, in
stereo opgenomen.
Mary Quant ts nog steeds een
begrip voor de jonge mode in de
wereld. De kollektie zomerlaarzen,
die Mary Quant dit jaar lanceer
de „deed" het niet goed. Reden
hiervan is geweest, dat de model
len té progressief waren.
De nieuwe Mary Quant kollek
tie er zijn schoenen en laarzen
munt uit door de bijzonder
konsekwente modische lijn èn de
nraktische draagbaarheid. De ont
werpen zijn gericht op de smaak
van de moderne vrouw.
De kollektie is gemaakt op 2
verschillende leesten. De hakhoog-
ten zijn 4,5 en 6 cm. Bij enkele
modellen staan de hakken van
achteren ver buiten de schoen.
De 4,5 cm hak is het zwaarst
vertegenwoordigd bij de laarzen.
Zowel modellering als materiaal
gebruik zijn nieuw. Het beenge
deelte bestaat uit elastisch kunst-
lak, dat enigszins gekrompen is
en door zijn elasticiteit gemakke
lijk ieder been omsluit. De ge
bruikte materialen zijn zwart en
wit lak. Voor de schoenen is kalfs
leer gekozen in diverse kleuren.
De door Mary Quant ontwor
pen schoenen worden door de
Brabantse schoenfabriek Timtur
exclusief voor Nederland vervaar
digd.
ff
De nieuwe (de derde)
Cats-elpee is uit „Colour is gold"
is de titel, die prijkt op de
opvallende hoes met een grote
uitklapbare kleurenfoto.
De Cats hebben het dit jaar
helemaal gemaakt: een toernee
door Amerika, een gouden plaat
voor Lea, een gouden elpee
(als eerste Nederlandse pop
groep), een Edison voor hun
tweede elpee èn ze staan hoog
in de hitparade met
„Scarlet Ribbons".
Al deze successen waren
voor de AVRO-televisie aanleiding
eens wat meer aandacht te
besteden aan deze Nederlandse
topgroep. Daarom wordt In de
week van 20 tot en met 24
oktober in Volendam een film
opgenomen die straks als
„Portret van the Cats" op onze
beeldschermen zal worden
vertoond. De Volendamse Cats
zullen tenminste zes nummers
zingen.
De muziek van de Brabantse
groep The Shuffles (uit
Rosmalen) is nu ook vastgelegd
in de zwarte groeven. Eindelijk
want de groep heeft er hard
genoeg voor moeten werken.
Zij treedt reeds jaren op, maar
hoewel het publiek repertoire,
techniek en stijl zeer waardeerde
wat bleek uit de grote
belangstelling, zagen de
platenmaatschappijen tot voor
kort toch niet zo erg veel in
een opname.
n C.B.S. durft het nu wel aan.
Op de eerste single (4523) staan
Cha-la-la, I need you en
Madeleine.
De groep is als volgt samen
gesteld: Albert Westerlaken
(zang), Hans van Liempdt
(basgitaarzang)Jan van Crey
(drums/zang) en Henk van de
Heuvel (sologitaar/zang).
De groep The Shuffles wordt
al vier jaar stevig gesuggererd
door een fanclub, die ook een
clubblad uitgeeft, dat er goed
uitziet.