BART SINGELING (22): toch is er ;PQ§f POP iets mis met POP POP de huid lige POP „Hartstikke leuk, dat de KVP de publiciteit aan zo'n snotneus toevertrouwt" niet mis Shuffles- MARY QUANT NOG STEEDS The Cats maakt het dit jaar DE STEM VAN ZATERDAG 4 OKTOBER 1969 katholieke volkspartij ((Van onze 20-Wij redactie) „Als je zo'n opdracht krijgt heb je natuurlijk wel degelijk rekening te houden met de groep mensen waarvoor je werkt. Vooral met zo'n vignet. In feite werk je voor 55 procent van het Nederlandse volk. En je weet wat voor een makkelijk volk dat is. Het is erg „grillig" en niet erg intelligent. Neem Leiden maar, dat is de stomste stad van Nederland. Dat is statistisch bewezen. We zuipen gewoon te veel bier. Leiden heeft het grootste bierverbruik in Nederland. Op het gebied van de crimina liteit staat het als tweede op de ranglijst en met al zijn studenten en professoren is het toch nog de stomste stad van Nederland Toch zou ik er weer willen werken. Wat? Of dat bewezen is? Ja, op het Bureau voor Statistieken is dat bekend. Kijk, met die dingen moet je rekening houden. Vooral voor de KVP. Hef is de grootste partij." Aan het woord, 22-jarige Leidenaar Bart Singeling, die een belangrijke bijdrage levert aan de nieuwe image, waarmee de KVP zich wil voorbereiden op de verkiezingen van 1971. Hij ontwierp een nieuw vignet, dat er wellicht tussen de enorme reeks van politieke reclame borden zal uitspringen. Bairt Singeling volgde na de mulo in de avonduren de 5-jarige grafische opleiding op de kunstacademie in Den Haag. Met het etiket „cum laiude" zei hij zijn leraren vaarwel. Thans is hij grafisch ontwerper bij een publikatiebureau in Den Haag. Dat grafisch ontiwerpen behelst eigenlijk het totale pakket van publikaties, die betrekking hebben op de uiterlijke verandering van een bedrijf. Het gezicht van een bedrijf in dit gevail een partij valt of staat met een vignet. Zo'n vignet is maar een onderdeel van de totale vorm geving, maar het is wel het belangrijkst. Telkens zie je het weer terug. Op folders, advertenties, personeelsbladen, briefhoofden, jaarverslagen en ga zo maar door. Neem nou die spots op de t.v. Dat werk zou ik ook graag doen. Dat is weer heel wat anders. Die dingen moet je stom brengen. De mensen willen niet anders. Toch zyn die mensen niet gek, die dat maken. Ze hebben marktonderzoekingen gehouden en zodoende weten ze precies wat ze moeten doen, om de consument te beïnvloeden. Het zijn gewoon commerciële artiesten. Hetzelfde geldt voor dit KVP-vignet. Het is een paar weken goed uitkijken, goed nadenken en veel over de KVP lezen. Ais je eenmaal goed geïnformeerd bent weet je wat de KVP-stemmers willen hebben of wat eventueel ook ander mensen kan lokken. Als je die informatie gegroepeerd hebt kom je tot een uitslag in welke vorm je het moet gieten. Dan is er nog niets bekend over het uiteindelijke ontwerp. Je weet alleen hoe je moet denken. Dan ga je ontwerpen. Nou, dit werd het resultaat. Je hebt te maken met bepaalde stijlvormen. Je hebt bijvoorbeeld de zogenaamde Zwitserse stijl. Die is pas na de tweede wereldoorlog goed gaan lopen. Dat vignet van de N.S. is typisch een voorbeeld van een uitgebalan ceerde zeer grafische toestand. Heel mooi in elkaar gezet, maar mijn bezwaar is, dat het gewoon niet prettig is om er naar te kijken. Het is té perfect. Grafisch gezien om te zoenen, maar om te lezen: nee. Er zit niets menselijks aan. Het is té mechanisch. Dat is de laatste jaren zó sterk geworden, dat het op een gegven ogenblik om een com pensatie smeekte: de Jugendstil. Die is prettig om naar te kijken, hoewel vaak erg over dreven. Daarom heb ik gezocht naar een nieuwe vorm. Zo maakte ik voor de KVP twee vignetten. Deze pikten ze eruit. Dat andere ding had zo'n geel rooms kleurtje. Maar deze werd zonder meer goedgekeurd. Ik was natuurlijk in de zevende hemel, ook al verdiende ik er niets extra mee. Ik vond het gewoon erg treffend. Je moet niet vergeten dat ik 22 ben. Welke ontwerper van middelbare leeftijd zou niet in zijn handen wrijven als hem zoiets overkwam. Het is toch hardstikke leuk, dat de KVP zijn publiciteit toevertrouwt san zo'n snotneus Het ding doet het enorm goed op de affiches. Het valt gewoon op tussen die rij van 1-2-3-4-5-6- 7-8-9-10 pairtijen, omdat het veel beter is. Het komt ook voor de t.v., vóór en na de politieke uit zendingen. Om financiële redenen hebben ze nu nog dat mannetje, dat over de K, V en de P glijdt. Maar dit ding zou ik laten opblazen aan alle kanten. Daar leent het zich voor. Het zit zo lekker in elkaar. Grafisch is het gewoon een juweeltje. Ik denk wel, dat ze me voor het ontwerp van de affiches ook zullen charteren.. Nou, ik heb nog geen flauw idee wat het zal worden, maar ik heb wel iets denderends. Iets waar je de mensen mee raakt. Als je dat in de straat hangt, zijn de ongelukken niet te overzien. „Maar het verkoopt natuurlijk niet zo best". Pop-muziek, wat dat ook precies mag zijn, begint algemeen erkenning te vinden als een nieuw en invloedrijk medium, vooral voor de jonge generatie, leder zich respecterend periodiek besteedt er aandacht aan en vele ouderen komen onder de indruk van de enorme platenomzetten en de kolossale pop-festivals. Maar hebben wij nu de muziek, waarvan we kunnen zeggen: dat is het helemaal? Zijn wij eindelijk de generatie die het helemaal ziet zitten? Kortom: hoe staat het met die experimentele, dynamische muziek met zijn onbegrensde mogelijkheden? En: waar gaat het heen? i De start lag bij de Beatles en andere beoefenaars van eenvou dige stampmuziek. Daar (vlak) naast was een minder doorzichtige, lossere styl met solo's van gitaar en mondharmonika, de iungelse interpretatie van de oudere Ame rikaanse rhythm and blues (Stones en Animals). Het ging om de emotie van de muziek, de teksten verkeerden nog in het lagereschoolstadium. Dat ver beterde in 1965, toen er een radicalisering van de politieke verhoudingen kwam en iedereen sprak over Vietnam, rassendiscri minatie en provo. De teksten van de toen opkomende protestzangers als Dylan en Donovan waren erg belangrijk. Ze waren poëtisch en fel en toen de folk-protest-rage voorbij was, verslapte de aandacht voor de teksten niet. De woor den werden kritischer gekozen en vormden soms stekelige aan klachten: „My generation" van oe Who en .,A well respected man" van de Kinks. In dat explo sieve klimaat met een verscherpte Eeneratietegenstelling, werd ook affessievere muziek gemaakt "oor o.a. de Who, de Pretty Things on onze Q 65. Groepen onder de jongeren vonden, dat de Beatles toen eigen lijk te gepolijste muziek maakten, «o ook ouderen waardeerden. <A\ zochten het bij de ruigere atones of de door de hitparade „7Pnde groep Them. Iets later dekten de „zoekers" in de pop &n°S beat) de blanke grote dsblues van John Mayall en zijn leerlingen. Reeds toen was er sprake van een (kleine) scheiding tussen volgers van de rechte lijn (beat) en zij die voortdurend iets wilden, dat de massa nog niet pruimt. De muziek verdiepte en ver rijkte zich steeds meer en de ouderen (twintigers, jazzvogels) zagen toch wel wat in die geëvo lueerde stampmuziek. In Amerika draaiden de beatnikachtige Fugs al in 1965 twee elpees in elkaar (met schokkende teksten) en begonnen ook de Mothers geza menlijk te werken. Allerlei in vloeden van buitenaf maaKten de muziek gecompliceerder en boeiender. De Beatles kwamen sterk terug als experimenteerders van het eerste uur met Revolver en in het voorjaar van '67 met het perfect in elkaar geknutselde netwerk van nieuwe muzikale foefjes „Sgt. Pepper". Daarna lag een geheel nieuwe weg open het experiment had een plaats gekregen in de popwereld. Daardoor kwam de nadruk op de elpee te liggen en begon de single aan belang in te boeten. Het tijdperk van de singles naderde zijn einde. Na de in de laatste tijd perfect geproduceerde en tot verrukkelijk gecompliceer de pop-monumentjes geworden „enkeltjes" „A whiter shade of pale", „Strawberry fields" en „Good vibrations" werden elpees maatgevend. Toen ieder van de flower-power sprak en voor het eerst de term „under ground" viel, hingen er ingrij pende vernieuwingen in de lucht. In Amerika ontstond toen de z.g. west-coast-sound, die een onder deel was van de nieuwe, vrije levenswijze der hippies, de drop outs. Spiksplinternieuwe formaties zouden revolutionaire, zwevende, exotische muziek maken op bui tenissige instrumenten. We hoor den van groepen met bizarre, sprookjesachtige namen als de Gratefull Dead, Sopwith Camel, West-coast pop-art experimental band, Jefferson Airplane. Dat waren namen met een betove rende, ja mystieke klank en er werd met ontzag over gesproken door de kenners. De zeer vooruit- stTevenden sjouwden diverse platenzaken af om een exem plaartje van een West-coastgroep te bemachtigen („Pearls before swine, zegt u? Kijkt u eens in de bak van Gewijde Muziek, mijn heer"). Het leek allemaal heel wat, maar als we nu die periode bekij ken, blijkt de invloed van die groepen toch niet zo groot geweest te zijn. Het belangrijkste was de zachte sfeer en die was moeilijk naar ons kikkerlandje over te brengen. Het bleef eigenlijk bij sterke verhalen over zaligmaken de geluiden en misschien alleen de Jefferson Airplane (die toen hoofdzakelijk zoetgevooisde dingen deed) en Pearls before swine maakten enige opgang. Verder dreef de flower-power hoofdzake lijk op grote artikelen en com merciële bloemenmuziek (Scot McKenzie). Maar de zoekers hadden in ieder geval iets nieuws ontdekt. Een gedeelte bleef hardnekkig om west-coast-platen vragen en een gedeelte volgde het eerder ver melde blues-werk. Via de neger blues en Mayall ontdekte men de elektronische blues van Jimi Hendrix en Eric Clapton (de Cream) en andere Mayall-discipe- len. De doorsnee-tiener liep niet warm voor dat verre, onbekende en moeilijke, en voor hem werd eind 1967 een nieuwe en zeer taaie rage gecreëerd: de soul muziek. Van toen af klonk in de dancings en op fuifjes voortdu rend het „Soek it to me" en „I gotta-gotta" van Otis Redding, Aretha Franklin, Sam en Dave enz. Langzamerhand drongen er steeds meer platen in het moeilij- liike soort door tot op onze markt. We spraken niet meer van west- coast, maar van underground. Bekendheid en populariteit kre gen o.a. Doors, Jefferson Airplane, Velvet Underground, Electric Prunes, Blood Sweat and Tears, Buffalo Springfield, Big Brother, Spirit, Moby Grape, Soft Machine en Pink Floyd. Er werden echt wel nieuwe en interessante dingen gedaan en terecht nam de aandacht toe. Maar een groot gedeelte, dat gelanceerd werd als undergroundmuziek, was geenszins baanbrekend of zijn tijd ver vooruit. De Doors maakten vrij traditionele muziek, de Moby Grape en de B. Springfield musiceerden ontspannen en sym pathiek, maar zeker niet schok kend. De Prunes konden eigenlijk niets en Big Brother bracht ge woon blanke soul (Janis Joplin). Daarnaast ontstond er nóg een andere categorie, want de com mercie zag wel brood in dat „moderne" en wilde ons wel even „omturnen". Platen verpakt in oogverblindende, dure uitklap- hoezen van jongens die er erg ver en geniaal uitzagen en een on mogelijke naam uit het woorden boek hadden opgediept, werden met schepen vol uit de States hier afgeleverd. Shit als Ultimate Spinach en Beacon Street Union werd zonder blikken of blozen als underground gelanceerd. De grens tussen deze vuilnis en het „echte experimentele" van „bevrijde" musici is moeilijk te trekken. Ook onder de groepen, die we dan maar als bonafide beschouwen, is veel wat alleen drijft op hoezen, ingesloten boek werken en zeker niet op interes sante muzikale staaltjes. We denken hierbij aan b.v. Ars Nova, Mint Tattoo, Timeless Generation, Insect Trust, Second Hand, Free Spirits, Quicksilver Messenger Service, Graffiti. Het is meren deels theatrale overdreven bena drukte muziek met oninteressante instrumentale rekwerkjes, die soms soms uitdijen tot hele elpee kanten. De teksten zijn hoog dravend poëtisch en handelen maar al te vaak over innerlijke en uiterlijke kosmische trips vol astrologische wonderwoorden. Geklets over de Nieuwe Gene ratie en het Nieuwe Tijdperk doet het ook goed. De a-ritmische improvisaties zijn een goedkoop maniertje geworden, waar niets opwindends meer van uitgaat. Er is geen enkele ware ontwik keling meer te bespeuren, men blijft het steeds zoeken in vage solo's. Er is echter een groot aantal snobisten, die de lege pre tenties niet doorzien of niet willen doorzien, want dit is „ver en vaag en niet zo platvloers als Tommy James en de Shondelles". Grote groepen want de aan hang neemt toe met jongeren, die uit snobisme en fantasieloze volgzaamheid ook maar meedoen isoleren zich en vergapen zich ondertussen op een doodgelopen muziek-soort, die zichzelf herhaalt tot in het oneindige. De situatie roept herinneringen op aan de free-iazz uit het eind van de jaren vijftig. De experimentele jazz stierf bij gebrek aan nieuwe mogelijkheden en een overdosis aan commerciële marktverpesters en daaromheen zat een schare snobs, die rock uitkotste. Nu kunnen we spreken van een un derground-establishment. waarin verre platen statussymbolen zijn en men zelfgenoegzaam geniet van de miskenning door de massa, We zien dat steriele, weinig vitale, maar o zo pretentieuze ook bij hier zeer populaire groepen als de Nice en (laten we eerlijk zijn) bij de Pink Floyd en de Soft Machine. De Pink Floyd kwam met een indrukwekkende eerste elpee met vreemde effecten, maar begon zich daarna te herhalen. De met elektronika werkende United States of America heeft niet eens meer een tweede elpee gemaakt en de met Zodiac Cosmic Sound ingeslagen weg bleek snel dood te lopen. Met ingewikkelde klankeffecten en -vervormingen komt men dus ook al niet verder; één keer haalt men er alles uit wat er in zit en dan zijn de mogelijkheden uitgeput. Ondertussen onderging de stroming van de elektronische blues ook „underground"-invloe- den. Men ging experimenteren met de scheurgitaar, zoals Hendrix of voegde jazzfoefjes en vage geluiden in, zoals de Engelse Free, Jethro Tuil, Spooky Tooth en Ten years after. Ook deze jongens hebben een stevige scheut moei lijk gedoe in hun muziek gestopt, getuige de lange voortkabbelende solo's, die vooral hun live-optre dens ontsieren. Dat applaus bij hun shows als een kwartierlange jank-gitaar-solo volbracht is, doet ook weer denken aan het over dreven chauvinisme van de jazz- bewonderaars. Tja dan hebben we nog de bigband-stroming van Blood Sweat and Tears en de Electric Flag. Maar deze jongens komen niet verder dan een veredeld nachtclub-geluid, dat door de jazz-pretenties en de soulzang wel erg bloedeloos klinkt. In dit genre lopen grootheden als Al Kooper en Mike Bloomfield ook wat zoe kend rond. Ze maakten superses sies, die echter zo geforceerd en beperkend voor de jongens waren, dat ook daar niets geweldigs uit kwam. En dat schokkende ver wacht men als superartiesten hun groep verlaten en samen iets beginnen. Maar altijd zijn de verwachtingen te hoog: de helden staan voor het moedeloze dilemma op de achtergrond te blijven, of hun persoonlijk geluid op de voorgrond te plaatsen. Blind Faith met Clapton en Winwood is een stap terug vergeleken met de Cream (Wheels of fire) en de Traffic. Crosby, Stills en Nash repeteren hun aandelen in hun oude groepen. De Mothers, die toch minstens drie prachtige elpees maakten, gooiden hun laatste dubbelalbum „Uncle Meat" vol met instrumen tale muziek, die het luisteren niet waard is. Frank Zappa schijnt zich nu overwegend bezig te houden met sociologische onder- zoekies met zijn bandrecorder. De andere maatschappij-hekelende groep Country Joe and the Fish gaat tenonder aan beperkt muzi kaal kunnen. Hebben wit nog hoop in deze bange stonden? De grote kracht van de popmuziek is altijd zijn lenigheid geweest zichzelf te ver nieuwen. Steeds kwamen er nieuwe impulsen en de muziek veranderde even snel als het uitei> lijk van de makera De country and western-bevlieging van dit voorjaar was alleen maar een groter nadruk op een allang aan wezig onderdeel. Van de rechtse, maar toch plezierige muziek van Byrds en Dlyan is geen creatieve vernieuwingsdrang ontstaan. Alleen besloot Dylan zijn uitste kende teksten te vereenvoudigen en dat is ook geen winst, a Er moet toch weer eens iets gebeuren, een nieuwe schok. De De situatie is te vergelijken met die van het begin van de jaren zestig. Aan de ene kant is er een log blok aanbidders van niet meer flexibele muziek en aan de andere kant vinden we de niets vermoe dende tiener, die steeds grote hoeveelheden suikergoed slikt. Het is ongeveer een scheiding tussen de elpee- en de singlemarkt. De produktie van hitparade singles is nu geheel in handen van smart- lappenmakers (Cats) en tweede rangs soulgoden, want, zoals gezegd, de singletijd is voorbij. De aandacht van de belangrijkste mensen is gericht op de „moei lijker" elpee-markt, sinds de Lovin Spoonful kapot is, de Kinks het niet meer doen, de Who een opera maakte en de Bee Gees, die toch wel eens acceptabele dingen maakte, geheel uit elkaar schijnen te zijn. Van de nu bekende en geset telde muzikanten hoeven we de nodige grijpende vernieuwing niet te verwachten. De Beatles zijn oud en knoeien liever wat met Apple en de Stones, ook oude rakkers, hebben al jaren moeite met het tempo. Bij de rockexplosie en later bij de beat-golf kwam de vernieuwing vanuit een groep jonge tieners, die zeer eenvoudige stampmuziek maakten. Het kwam van onder af dus en misschien wordt het ook nu wel een groep als de Creedance Clearwater Revival die alles overhoop gaat gooien. Dit jaar of het volgende jaar zal het pop-establisment en ook de lieve mode-tiener geschokt worden door een nieuwe uitbar- ting. Wat voor muziek het zal zijn, is niet te voorspellen, maar de kans is groot dat het onde prin- cioe van ritme, eenvoud en op winding weer zal gelden in die nieuwe stroming. Open deuren en ramen, spnit je oren uit en scherp je denkver mogen voor deze vernietigende storm. DIRK VELLENGA Df. Tilburgse folkgroup "Heating" is de nieuwe troef wP„, n.ogram- Van de Sroep 2 vTlge week Je eerste gelanceerd, meteen maar een elpee. (XPY 855845). tooi,1LnnK-?laat die nogal uit de on ,i 3 wat de laatste tijd de markt is gebracht. veranTP- WU nameliïk de chrk^, r,lnS weergeven van de tu'hir! gedachte in de wintigste eeuw. vaiwf 'k"kaiv': geeft de inhoud de?n en au',eniieke mis, hoewel «rae m een nieuw jasje vand»1 k"' het schriWen comn mis werd de jonge Ad Kunstschrijver de wi j geïnspireerd door NoordTm"1^ gospels van de d°or p^egkaanse negers en echter e®ger' Dat was auth/nt T Jaar §eleden- °e 4ainbiemi?teksten werden het Angels dernise^rd n w daar gemo" In kerken folkmis sloeg in: mensen?. ei1 1500 tot 2000 aanwezig. Er werd echter niet gevraagd, waarom de mensen kwamen. Tijdens het jaar dat volgde na het schrijven van de mis, veranderde het beeld, dat de schrijver had op het christelijk geloof. Hij geloofde er niet langer in, dat het belangrijk is dat de kerken boordevol zaten. Belangrijker vond hij de boodschap. Deze boodschap moest alleen aangepast worden aan deze tij d. Waar zij verkondigd wordt is volgens hem onbelangrijk. Op de B-kant van de LP A Ballad For The Lord, staan dan ook enkele van deze bood schappen, zoals Negro's Return, het lied over de rassenschei dingen in Noord-Amerika. De groep Heaiting bestaat uit basgitarist P, Vromans, solo gitarist B. Smulders, zanger- gitarist R. Hermans en drummer- leider-componist Ad Linkels, die op de LP bovendien ook nog occarieo, blokfluit, quera, tamboerijn en Indiséhe fluit speelt. De meeste nummers op de LP zijn vier-stemmig, in stereo opgenomen. Mary Quant ts nog steeds een begrip voor de jonge mode in de wereld. De kollektie zomerlaarzen, die Mary Quant dit jaar lanceer de „deed" het niet goed. Reden hiervan is geweest, dat de model len té progressief waren. De nieuwe Mary Quant kollek tie er zijn schoenen en laarzen munt uit door de bijzonder konsekwente modische lijn èn de nraktische draagbaarheid. De ont werpen zijn gericht op de smaak van de moderne vrouw. De kollektie is gemaakt op 2 verschillende leesten. De hakhoog- ten zijn 4,5 en 6 cm. Bij enkele modellen staan de hakken van achteren ver buiten de schoen. De 4,5 cm hak is het zwaarst vertegenwoordigd bij de laarzen. Zowel modellering als materiaal gebruik zijn nieuw. Het beenge deelte bestaat uit elastisch kunst- lak, dat enigszins gekrompen is en door zijn elasticiteit gemakke lijk ieder been omsluit. De ge bruikte materialen zijn zwart en wit lak. Voor de schoenen is kalfs leer gekozen in diverse kleuren. De door Mary Quant ontwor pen schoenen worden door de Brabantse schoenfabriek Timtur exclusief voor Nederland vervaar digd. ff De nieuwe (de derde) Cats-elpee is uit „Colour is gold" is de titel, die prijkt op de opvallende hoes met een grote uitklapbare kleurenfoto. De Cats hebben het dit jaar helemaal gemaakt: een toernee door Amerika, een gouden plaat voor Lea, een gouden elpee (als eerste Nederlandse pop groep), een Edison voor hun tweede elpee èn ze staan hoog in de hitparade met „Scarlet Ribbons". Al deze successen waren voor de AVRO-televisie aanleiding eens wat meer aandacht te besteden aan deze Nederlandse topgroep. Daarom wordt In de week van 20 tot en met 24 oktober in Volendam een film opgenomen die straks als „Portret van the Cats" op onze beeldschermen zal worden vertoond. De Volendamse Cats zullen tenminste zes nummers zingen. De muziek van de Brabantse groep The Shuffles (uit Rosmalen) is nu ook vastgelegd in de zwarte groeven. Eindelijk want de groep heeft er hard genoeg voor moeten werken. Zij treedt reeds jaren op, maar hoewel het publiek repertoire, techniek en stijl zeer waardeerde wat bleek uit de grote belangstelling, zagen de platenmaatschappijen tot voor kort toch niet zo erg veel in een opname. n C.B.S. durft het nu wel aan. Op de eerste single (4523) staan Cha-la-la, I need you en Madeleine. De groep is als volgt samen gesteld: Albert Westerlaken (zang), Hans van Liempdt (basgitaarzang)Jan van Crey (drums/zang) en Henk van de Heuvel (sologitaar/zang). De groep The Shuffles wordt al vier jaar stevig gesuggererd door een fanclub, die ook een clubblad uitgeeft, dat er goed uitziet.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 17