GOUDEN SCHOLIEREN SCHRIJVEN OVER HUN LEVEN EN DENKEN Vijftig jaar lycea Roosendaal Veel veranderde in 50 jaar, maar niet alles Het internaat niet langer statussymbool We zijn veel te passief en lamlendig Nederla heeft si WIJ ZIJN KRITISCH Er zijn mannen en vrouwtjes BUFFER DEMOCRATIE, INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAP Revolutie! Afbraak of opbouw SCHOOLTYPES TE KUST EN TE KEUR „Is de leerling duf „Ja de leerling is duf Ik heb eigenlijk niet zoveel benul van de problemen, maar er moet toch wel wat veranderen op school. Een van de regels van de ideale school is, dat er geen regels meer zijn. BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN K.L.S.-MANIFEST: DE STEM SEPTEMBER 1969 BHSBÉBfl (Van een onzer verslaggevers) ROOSENDAAL Vijftig jaar middelbaar onderwijs in Roosendaal., is een halve eeuw Roosendaalse onderwijsgeschiedenis. De scholengemeenschap van de lycea Gertrudis en Norbertus is in de vijftig jaar waarin het gezicht van West-Brabant groeide naar moderne dimensies, een vast gegeven geworden in de Roosendaalse gemeenschap. Er is in die halve eeuw veel veranderd. In Roosendaal, in West-Brabant en in het middelbaar onderwijs. De beide lycea hebben tot ver over de grenzen van het Roosendaalse een goede naam en op het ogenblik volgen ruim zestienhonderd leerlingen uit vele sociale lagen en uit vele gemeen ten onderwijs aan deze instituten. Zondag komen de reünisten bij elkaar om nog eenmaal te toeven in de oude, maar hun op dit moment waarschijnlijk niet meer vertrouwde, gangen van de school. Meer dan wie ook, zullen zij zien, hoe het systeem van het onderwijs in de afgelopen vijftig jaar gegroeid is. Veel, van wat ondenkbaar was, is nu gemeengoed. Maar de plannen voor verdere uitbouw, voor meer democratie, in en buiten de school, reiken naar een nieuwe horizon. Norbertus heeft de status van experimenteerschool. Dat houdt vernieuwingsdrang en een onderscheiding in. Mèt de school en het onderwijs vernieuwde zich de leerling. Het is een modem, kritisch jong mens geworden. Het is om al deze redenen, dat de redactie van De Stem aan de vooravond van het jubelfeest een pagina ter beschik king heeft gesteld van deze leerlingen. Ze nemen in deze kolommen de school van nu, HDN school en hun leefklimaat onder de loep. Soms kritisch, soms humoristisch, soms slechts signalerend. Toch is, wat zij te vertellen hebben, de moeite waard, omdat deze pagina, beter dan wat ook, kan illustreren, wie en wat de huidige leerling aan een middelbare school is en kan. Aan deze pagina werkten mee: Jantje Bakker, Trudy Veerman, Theo Wilberts, Ans Peters, Miek Vaarten, Gabriëlle Meerbach, Lotty Wolvekamp, Han Scholten, Lian Lazeroms, Ilse Bickes, Hans Braat en Ton Borghouts. Leerlingen toenen nu. Zag men vroeger leerlingen van één der beide lycea, dan was de eerste indruk van de meisjes lange rokken of jurken, kanten kraagjes en liefst zo weinig mo gelijk bloot aan armen en hals, (halve mouwen waren verplicht). Bij de jongens: een degelijk pak, korte broek of plusfour. Tegenwoordig dragen de meisjes korte rokken (niet te kort, het is wel voorgekomen dat er iemand naar huis is gestuurd om zich te verkle den), hippe truitjes, vlotte jurken, ■alles in dikwijls heel wat fellere kleuren dan toen; en de jongens broeken met wijde pijpen, coll-truien slobbertruien, en af en toe hier en daar een wat eenzaam verdwaald colbertje. Helaas is het op het Gertrudis, tot grote spijt van veel, zo niet alle Ger- trudianen, nog niet toegestaan in een lange broek te verschijnen. Uit gezonderd dan de leraar Toch waren er vroeger ook wel troubles, zo niet over een lange broek, dan toch wei over de voorge schreven donkere directoire tijdens de gym-lessen. Weet u nog, oud-Gertrudianan, dat juffrouw Kuijer dit in hoogst eigen persoon kwam controleren, in ver band met de mannelijke docent? Terwijl nu de zusters zelf met de derde of vierde klassen in lange broek en zelfs in zwempak op va kantie gaan! Langharige nozems op scheurende knetterende brommers? Bestonden in die tijd eenvoudig niet- Tot voor kort werden die ook niet op het Nor bertus (en volgend jaar waarschijn lijk ook niet op het Gertrudis) toege laten. Hebt u vroeger ook maar durven denken aan inspraak of democratise ring, laat staan er over spreken? Welnee, u knikte ja en amen. Kuij- ers wil was wet. Wij echter discus siëren met een burgemeester over het gezag en met een bisschop over de Kerk. En dan de omgang tussen jongens en meisjes! Ze werden zoveel moge lijk gescheiden gehouden. Werd een meisje met een jongen gesignaleerd, dan werd ze bij de rectrix op het matje geroepen, en als het werkelijk „ernstig" was, geschorst. Was het daarna niet „uit", dan bleven de schooldeuren voorgoed voor haar ge sloten. Nu zijn er gezamenlijke discussie avonden, schoolbals waarbij introdu- cê's zijn toegestaan en er worden buiten de schoolleiding klassefuiven georganiseerd. Volgende week is er een groots opgezet feest, ook met bals, geza menlijke sportdagen, met mixed wedstrijden en een toneelstuk waar in en jongens en meisjes meespelen. De fietsenrally, is echter nog strikt gescheiden. Er is in 50 jaar wel veel maar toch nog niet alles veranderd Democratisering, inspraak, uitspraak, medezeggenschap, allemaal veelvuldig, vaak minder zorgvuldig gelanceerde kreten van onze tijd. Bedoeld om belichaamd te worden in een nieuwe tijd. Een tijd waarin elk mens gelijke kansen en gelijke rechten heeft en zal hebben. Een nieuwt tijd met nieuw onder wijs. Niet meer ons aloude, vergrijs de klassikale systeem, wat reeds lang niet meer aan de gestelde ei sen blijkt te beantwoorden. Een kri tische school is nodig, voor een kri tische maatschappij- Voor dergelijke radicale (hoogno dige) hervormingen is geld nodig. Veel geld en dat, terwijl het onder wijs nu al levensgroot met bijna 8 miljard gulden op de begrotingslijst prijkt. Maar helaas, hoe begrotelijk het ook is, het is niet genoeg. Meer geld is er nodig, geld van de regering. En dat terwijl diezelfde regering net bezig is met het verlagen van de be lasting op de inkomens. (Het gaat hier om de somma van ongeveer 900 miljoen gulden). Aardig, maar tocher wordt meer gereld, ge staakt, bezet voor demotratisering (lichte paradox) op velerlei gebied dan dat men revoluties op stapel zet om tot een belastingverlaging te komen Goed onderwijs is nodig opdat al die kreten, geen loze kreten met een leegte achter zich zijn, maar gefun deerd op goede en zoveel mogelijk objectieve informatie. Dit onderwijs begint al bij het kleu ter- en lager onderwijs, waar de klassen nu soms tot aan het plafond toe vol zitten, met veertig tot vijftig leerlingen in één klaslokaal met één onderwij skracht. Zo'n kracht zal 's avonds krachte loos ineenzijgen en zal de fut en de tijd missen om zich overdag voldoen de met ieder kind bezig te houden. In kleinere klassen kan elk kind meer individueel les krijgen, waar door vlugge leerlingen nog vlugger vooruit kunnen komen en de trage leerling ook, door meer aandacht, sneller de gestelde finishlijn berei ken kan. Lager onderwijs het middel tot middelbaar onderwijs en de sleutel tot hoger onderwijs op allerlei ter rein.. Beter onderwijs leidt tot een betere maatschappelijke positie. Want hoe kunnen mensen die zolang geslapen hebben, nog tot hun volle bewustzijn komen en een wakkere maatschappij scheppen? Hoe kunnen ze ooit tot iets groots komen, ais ze bewust zo lang klein gehouden wor den? Democratie, inspraak, medezeg genschap De redactie van KLIMOP, het schoolblad van het Gertrudisly- ceum, heeft het de komende feest- week erg druk. Ze moet dan na melijk werken aan een jubel nummer, dat zo gauw mogelijk na afloop van het feest uitkomt. In dit nummer zullen de complete verslagen staan van alle festivi teiten in en buiten de school. De middelbare scholieren willen inspraak. Blijkbaar hebben velen nog geen antwoord gevonden op de vragen, wat dit verlangen heeft doen ontstaan, of het nodig is, en of het in praktijk is te brengen, want velen hebben zich nog geen actief voorstan der getoond. In de dertiger jaren wist de scho lier niet beter of de leiding deed slechts goed. Hij onderwierp zich on derdanig, wat hij ook inderdaad was. Wij niet, wij zijn kritisch, hebben bij gevolg ook kritiek en wensen die te mogen uiten. Wij willen onze kritiek dienstbaar maken aam de verbetering van het onderwijs. Onze mening moet in acht worden genomen. We willen inspraak. Inspraak van de leerlingen is nodig om de schoolgemeenschap gezonder te maken en zodoende de maatschap pij, want niet kan worden ontkent dat een leerling léérlimg is, om later een betere maatschappij op te bou wen dan zijn voorgangers. Als wij, leerlingen, géén inspraak krijgen in het beleid, slapen we op de duur weer in, verdwijnt ons ver antwoordelijkheidsgevoel, onze kriti sche zin, óók voor later. Een schoolparlemenl is de aange wezen weg om deze inspraak in praktijk te brengen. Elke klas moet haar afgevaardigde hebben, gekozen met meerderheid van stemmen door zy'n klasgenoten, met wie hij geregeld moet beraadslagen over zaken die aan de orde komen of zijn. Zo zal tot de grootst mogelijke tevredenheid van iedereen in gemeenschappelijk overleg tussen leraar en leerling, het ongetwijfeld beste beleid worden uit gestippeld. Heeft het internaat nog zin en wat is de functie van het internaat?" We kunnen een onderscheid maken tussen het internaat vroeger en het internaat nü. De gegoede stand van tèèn stuurde zijn kinderen naar een internaat uit statusoverwegingen, voor een Franse opvoeding en om het contact met an dere kinderen van gelijke stand. Deze motieven gelden nu niet meer, men gaat naar een kostschool uit „bittere" noodzaak. Uit een contact tussen verschillende internaten is gebleken, dat de huidige generatie kostschool-kinderen er is om de vol gende redenen: De werkende vrouw is nu reeds realiteit en zal in de toekomst nog algemener wordiem. Gezinssituaties: ontwricht, ziek te,, sterfgeval, onmacht, verwatering van het gezinsleven. V/ I Een stap vooruit naar vrede. Vrede in Vietnam, in Ulster? Het is waar, wetenschappelijk heeft de mens een stap vooruitgedaan. Wetenschappe lijk, maar daardoor nog niet geeste lijk. Een vrede kan alleen ontstaan in de harten en geesten van mensen. Daarom waag ik het Nixons woorden tegen te spreken. Zolang wij herrie maken met onze naaste buurman, waar dan ook, kan er geen vrede in oiize harten leven. Enige tijd geleden heb ik iemand uit Zuid-Vietmam ontmoet. Hij zei: „Voor velen betekent Vietnam een probleem, maar voor mij betekent het mijn ouders, mijn broers en zusjes, de buren, wier zonen nooit uit de jungle zijn teruggekeerd. Het doet er niet toe wie gelijk heeft, maar er moet iets volkomen nieuws komen". In Ulster stonden jongelui van 15 en 16 jaar op de barricades om stenen te gooien of waren er bezig met het klaarmaken van molotovcocktails. Te midden van hen Bemadette De vlin, 22-jarig lid van het Britse la gerhuis. Nixon„De voetstappen van de mens op de maan zijn een nieuwe stap in de rich ting van vrede op aarde". Mijn generatie is in rebellie tegen over de oudere. Velen beweren, dat alles waarin zij geloofde, door ons overboord is gegooid en dat we er nooit naar zullen terugkeren. Maar wat komt er om de leegte die daar door binnen in ons is ontstaan, op te vullen? Of willen we allemaal op barrioades gaan staan en brandbom men naar de politie gooien? Vele mensen zitten vastgeroest in wat was. Wij willen dit doorbreken, maar dat hoeft niet met geweld. Er zijn ook andere manieren. Als wij nü al beginnen met herrie schoppen, verhogen we alleen maar de chaos in de wereld, waardoor aan zovelen de hoop op een betere toekomst ontno men wordt. Is dan alles wat oud is, automatisch fout? Is er dan niéts, wat we van de ouderen kunnen leren? „Wat we nu hebben is ontstaan uit duizenden jaren ervaring". Natuur lijk zijn vele dingen weer verouderd, maar het heeft geen zin ze zonder meer af te breken. We hebben geen wrede, omdat we de prijs ervoor niet willen betalen. Wat we nodig heb ben is een vreedzame revolutie, die alles, wat verkeerd is, afbreekt en er iets positiefs voor in de plaats op bouwt, een revolutie, die in het hart van iedereen persoonlijk begint. De onderwijssituatie: Er worden steeds hogere eisen gesteld terwijl de maatschappij de concentratie niet bevordert, studieleiding wordt nood zakelijker. De sfeer van deze tijd onrust doet steeds meer behoefte ontstaan aan een stabiele opyoedingssfeer. Uit het bovenstaande blijkt duide lijk, dat er een behoefte is aan in ternaten en helemaal andere dan vroeger. De internaten van nü her bergen de hedendaagse jeugd die eisen kan en mag stellen. Hierdoor worden er aan de leiders hogere eisen gesteld in pedagogisch opzicht (de tijd is voorbij dat men zich met een handwerkje bezig hield) en ook de inrichting moet radicaal veranderen. Er zijn nu enkele moge lijkheden voor de toekomst: Er wordt een groot internaat ge bouwd door het Rijk voor alle gezind ten en de oude internaten worden op geheven. Dit zou wel kostenbespa rend werken maar het is niet demo cratisch. We handhaven de bestaande en het Rijk geeft subsidies en beur zen. Om tot een verantwoorde keuze te komen uit de verschillende mogelijk heden zouden er studies gemaakt moeten worden. Op het moment zijn er in Nederland geen sociologische of psychologische rapporten over deze materie en men raadt het zelfs sterk af veel geld te steken in een dergelijk onderzoek omdat de materie te com plex is en omdat het plaatsen op een internaat in de toekomst zal voortko men uit bepaalde situaties waarin ouders en kind op dat moment ge plaatst zijn. Deze situaties zijn nu nog niet te overzien. De oude schooltypes, die nog op St.-Gertrudis voorkomen zijn Gym., H.B.S. en M.M.S. De M.M.S. is een typische meisjes opleiding. Het is echter onmogelijk na het examen een universitaire op leiding te volgen zonder een aanvul lend examen. Wél kun je ma die M.M.S. veel ty pische medsjesberoepen kiezen zoals verpleegster en maatschappelijk werkster. In deze opleiding nemen de talen een belangrijke plaats in en het is daarom niet verwonderlijk dat veel meisjes een taalcursus aan de leergangen volgen of tolk worden. Als we Gymnasium A en B met elkaar vergelijken blijkt dat Gym. B de meeste mogelijkheden' biedt. Met Gym. B kun je alle universitaire rich tingen kiezen, terwijl Gym. A meer geschikt is voor talenstudies, econo mie, geografie, enz. Meestal wordt verwacht, dat, als men een gymna siumopleiding volgt, men verder gaat studeren. Hieruit blijkt, dat het geen afgeronde opleiding is. H.B.S.-B is dit tot op zekere hoogte ook niet. Jongens kiezen na deze op leiding vaak technische beroepen, al komt het voor dat ze doorgaan in H.B.S.-a-vakken, zoals economie. Veel meisjes echter voelen er niets voor om nog eens 6 of 7 jaar te gaan stu deren en volgen een cursus van 2 of 3 jaar. Voor jongens zijn er na H.B.S.-a weinig mogelijkheden. Men kan bijna geen universitaire studie volgen. Wel kan men een opleiding kiezen aan de leergangen. De vraag wordt wel eens gesteld, waarom moeten H.B.S.-a-mensen eigenlijk nog boekhouden en handels- rekenen leren? Wie kan daar nu eens een antwoord op geven. Dezelfde vraag kan men stellen bij het Gym nasium. Waarom leren zij nog oude talen, vooral Grieks? Latijn is nog te begrijpen, daar dit een hulp is bij de moderne talen. Sommige leraren zouden zelfs willen dat op de HBS ook Latijn gegeven wordt om een ondergrond te krijgen, vooral voor Frans en Engels. Buitenschoolse activiteiten zijn, volgens mij, activiteiten die hele maal los staan van de school, zon der enige bemoeienis van school leiding, schoolfinanciën en zelfs van individuele leraren. Het is met deze activiteiten, wat Norber tus betreft, nogal lauwloenen. Ik vraag me wel eens af: zjjn we te lamlendig om buiten de school de handen uit de mouwen te steken en iets te organiseren dat van en vóór ons is. Een schoolvoorbeeld van een der gelijke activiteit vind ik de KROS- soos, twee jaar geleden opgezet door enkele leerlingen en in de kor te tijd van haar bestaan niet alleen zeer geslaagd, maar bovendien een instelling, die in een van onze be hoeften voorziet. Gehoord op straat: „Mooie kerel ben jij, je durft niet eens wat te zeg gen tegen dat meisje, laat staan er naast te gaan zitten." „Nou, zeg jij maar niks, jij hebt nog nooit een meisje in je handen gehou den". Op welke school de twee zaten, is mij onbekend, maar ik kan me moei lijk voorstellen, dat het een gemeng de was. Er is een gezegde: wat de boer niet kent, dat lust hij niet. Daarmee wordt méér aangegeven, dat de „boer" dat iets niet probeert of durft te ken nen, dan dat hij het desbetreffende voedsel niet zou lusten. Bij de jongens is dit in ieder geval zo. Dat zo'n situatie gezond is, zal ieder verstandelijk wezen ontkennen. Op een gemengde school kan zoiets niet voorkomen; je bent wel ver plicht de andere sekse te leren ken nen, en dat is ontegenzeggelijk een voordeel. De mensen, die zich tegen een ge mengde school verzetten, verdedigen zich meestal door te zeggen, dat de leerprestaties van de meisjes dan af nemen. Dat ze de mensheid hierdoor discrimineren, valt hun niet op; zij vinden de mens niet belangrijk, slechts zijn kennis wordt gewaar deerd. Door véél te weten zijn maar weinigen gelukkig geworden Het bijeenplaats-en van jongens en meisjes heeft meer vóór- dan nade len. Ondanks de emancipatie blijft de vrouw een gevoelstype, terwijl de man meer verstandelijk is. Eenzijdig heid is nog nooit goed geweest: door jongens en meisjes gescheiden te houden wordt deze eenzijdigheid al leen maar in de hand gewerkt. Tegenwoordig probeert men de mens begrip bij te brengen voor de medemens. Op een gemengde school zou men het andere geslacht beter leren begrijpen. De katholieke kerk heeft er altijd op gewezen, dat we onze naasten lief moeten hebben, maar dat betekent in de afgelopen 50 jaar meer een liefde bijbrengen uit een soort medelijden, dan uit be grip. De mens is een sociaal wezen en hoe meer verschillende typen hij ont moet, hoe gunstiger het is. Een school heeft niet tot taak een leerling(e) vol te stoppen met kennis. Ze moet pro beren een leerling(e) geschikt te ma ken voor deze maatschappij, zodat hij of zij zich daar in kan passen en gelukkig worden. Een gemengde school kan dat altijd beter, omdat, zoals u dagelijks kunt ondervinden, de maatschappij nu een maal bestaat uit mannen n vrou wen Daar zullen de leerlingen zich later in moeten passen, tenzij ze in het klooster gaan, maar misschien worden ook dié wel gemengd. Je kunt nooit weten Nadeel: ze draait alleen op tl weekends. Wie neemt het initiatief I om iets op touw te zetten waar I iedereen, ook niet-leeriingen, elie dag zo maar binnen kunnen valet I om te doen en te laten waar hij of zi: I zin in heeft: een beetje praten, ee: beetje kliederen met verf, beetje t.v. kijken of een dansje mi l ken? Een andere, zuivere buitenschool-1 se activiteit: het Kreatief LuditS| Sentrum, waar we elkaar in laten we zeggen, creatieve s ontmoeten en waar alle mogelpi. den aanwezig zijn om latente tiviteit te ontplooien en eventual I verder te ontwikkelen. Voor de rest is er niets en i»l mendal. Waarom niet? Wij zijn met z'n achthonderd op school, We 1 men, we luisteren, we zeggen ja a I amen (soms niet), we gaan nar I huis, naar de schoolconcerten i I naar de min of meer verplichte I film, maar dan heb je het gebi I Waarom ondernemen we eigenlijk f niets om, buiten school, als wiet-1 den met elkaar, iets leuks en i vols te doen. Maar als iemand het soms nojl niet weet. Op donderdag in de I feestweek hebben we in 't Kros eet I underground en soul- en bluesfeest I op touw gezet. Het begint om acht r uur. Ik denk dat daar toch ml be-1 langstelling voor zal zijn..!! Het KLS, afkorting van krea tief ludiek sentrum, hult zich in een waas van geheimzinnig heid. Belangrijkste doelstelling is het stimuleren van kreativi-1 teit en van het ludieke in de mens. Voornaamste aküviteiten hebben zich tot nu toe afgespeeld op het literaire vlak en in de toneelwereld. Momenteel wordt voorbereid: a) een protestactie tegen de pro testactie, die ten doel heeft het protest in de kiem te smoren. b) Het oprichten van nieuwe, modem geoutilleerde, onder afdelingen. Bijv. dichtgenoot schap enz. c) Opnieuw geven van een to neeluitvoering, zij het in een andere vorm dan bij de Au- dio-Visuele avond. Er komt een meer satiries kabaret en ook zal er underground-muse gebracht warden door een avant-garde popgroup. „Leerlingen zijn in staat alle- hun schoolwereld op te bouwen te breken, hetzij met hun ha»L waarop zij neer kunnen kijken, n met hun voeten, waar zij geen zicht op hebben." Het leerlingenbestuur zou verg I ken kunnen worden met een m I tenbureau, advocatenkantoor enJl| vereniging van scheidsrechte» I als klachtenbureau etc. ziet een vrij groot percentage van de ie I gen het door hen gekozen bes I (meen ik te mogen zeggen I wanneer wij geen oplossing n I voor „grote" problemen, ,1 liefderijk de strop om de hals g I Gelukkig is er ook een aanta grijpende" leerlingen, zodat een op leven niet uitgesloten Een gulden middenweg I lijkt de beste manier, omdat docenten „wel iets" met de hebben uit te staan en vaak een dere kijk, hebben op het scho dan de leerling in het algemeen toegeven en open tegenover staan dus. Een voorname taak is ^aar0' Communicatiemiddel zijn. n ,tl!. j niseren van discussieavonden, c l rele meetings, bals (en huisw zijn slechts bijkomstigheden, neer men elkaar niet kan is het ook nauwelijks mogelij iets te brengen. centen I Als tussenpersoon tussen a en leerlingen heeft het t af tc I bestuur de taak leerlingen wa remmen (soms wel moei jj J I er zelf ook één) en docente te trekken. Buffer te zijn heeft soms cor. I delen: wat de ene kant md 0 rigeert de andere kant weer flinke stoot van haar kant. „y, I hopen, dat, wanneer er geffl meer zijn, de volmaakte sc (al dan niet in het compute"»0 is geschapen. ARIE KROMHOUT: kof (Van een MAASTRICHT Als he gaat bekqken, wordt het me een belangrijk ogenblik in z pelijk onderzoek naar struct blijkt, dat de vraag naar mei met het aantal huwelijksvo Een andere factor van inv In dat geval gaat het niet vervanging daarvan. Meubelprijzen zijn in de ons liggende jaren niet zo sm stegen als de kosten van leve derhoud, zodat wij mogen z dat meubels relatief nog goei Of het nu ligt aan méé welijken, meer neiging tot ve ging van het oude, of de lage zen, een feit is dat de toekon ontwikkeling er (volgens dit w schappelijk rapport) in ons lam zonder goed uitziet: bedroeg de zet in woningmeubelen in 1966 miljoen gulden, voor 1980 ven men dat het 1.130 miljoen gi wordt. Dat wil zeggen, ong een verdubbeling in 14 jaar tiji Het is goed werken in onze belindustrie, maar toch kampt er nu me* Personeelstekort, rnen bij de naam „Industrie" schien niet zou verwachten in gemechaniseerde wereld: Var 17000 huidige werknemers ziji 13.600 handwerkers, waaronder geveer 5 procent vrouwen! Wij beginnen ons goed te w m het buitenland, 10 procent onze houten meubelen gaat o. grens over. Binnenkort start grote exportactie op Duitsland vi voor een collectieve manifes van Nederlandse meubelindustrii ue Keulse Jaarbeurs in jan. zal plaats hebben. Een van grootste meubelexporteurs Bo ocharp Castle Furniture te Ens ?le 1Jleer dan driekwart van produktie uitvoert, heeft de van'Museum «f Modern Ar an Artlfort te Maastricht, pern

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 22