GOUDEN SCHOLIEREN SCHRIJVEN OVER HUN LEVEN EN DENKEN
Vijftig jaar lycea Roosendaal
Veel veranderde in 50
jaar, maar niet alles
Het internaat
niet langer
statussymbool
We zijn veel te
passief
en lamlendig
Nederla
heeft
si
WIJ ZIJN
KRITISCH
Er zijn
mannen
en
vrouwtjes
BUFFER
DEMOCRATIE, INSPRAAK
EN MEDEZEGGENSCHAP
Revolutie!
Afbraak
of
opbouw
SCHOOLTYPES
TE KUST
EN
TE KEUR
„Is de leerling duf
„Ja de leerling is duf
Ik heb eigenlijk niet
zoveel benul van de
problemen, maar er
moet toch wel wat
veranderen op school.
Een van de regels van de ideale school is, dat er
geen regels meer zijn.
BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN
K.L.S.-MANIFEST:
DE STEM
SEPTEMBER 1969
BHSBÉBfl
(Van een onzer verslaggevers)
ROOSENDAAL Vijftig jaar
middelbaar onderwijs in
Roosendaal., is een halve eeuw
Roosendaalse onderwijsgeschiedenis.
De scholengemeenschap van de
lycea Gertrudis en Norbertus is in
de vijftig jaar waarin het gezicht
van West-Brabant groeide naar
moderne dimensies, een vast
gegeven geworden in de
Roosendaalse gemeenschap.
Er is in die halve eeuw veel
veranderd. In Roosendaal, in
West-Brabant en in het middelbaar
onderwijs. De beide lycea hebben
tot ver over de grenzen van het
Roosendaalse een goede naam en op
het ogenblik volgen ruim
zestienhonderd leerlingen uit vele
sociale lagen en uit vele gemeen
ten onderwijs aan deze instituten.
Zondag komen de reünisten bij
elkaar om nog eenmaal te toeven
in de oude, maar hun op dit
moment waarschijnlijk niet meer
vertrouwde, gangen van de school.
Meer dan wie ook, zullen zij zien,
hoe het systeem van het onderwijs
in de afgelopen vijftig jaar gegroeid
is. Veel, van wat ondenkbaar was,
is nu gemeengoed. Maar de plannen
voor verdere uitbouw, voor meer
democratie, in en buiten de school,
reiken naar een nieuwe horizon.
Norbertus heeft de status van
experimenteerschool. Dat houdt
vernieuwingsdrang en een
onderscheiding in.
Mèt de school en het onderwijs
vernieuwde zich de leerling.
Het is een modem, kritisch jong
mens geworden. Het is om al deze
redenen, dat de redactie van
De Stem aan de vooravond van het
jubelfeest een pagina ter beschik
king heeft gesteld van deze
leerlingen. Ze nemen in deze
kolommen de school van nu, HDN
school en hun leefklimaat onder
de loep. Soms kritisch, soms
humoristisch, soms slechts
signalerend. Toch is, wat zij te
vertellen hebben, de moeite waard,
omdat deze pagina, beter dan wat
ook, kan illustreren, wie en wat de
huidige leerling aan een middelbare
school is en kan.
Aan deze pagina werkten mee:
Jantje Bakker, Trudy Veerman,
Theo Wilberts, Ans Peters, Miek
Vaarten, Gabriëlle Meerbach,
Lotty Wolvekamp, Han Scholten,
Lian Lazeroms, Ilse Bickes,
Hans Braat en Ton Borghouts.
Leerlingen toenen nu.
Zag men vroeger leerlingen van
één der beide lycea, dan was de
eerste indruk van de meisjes
lange rokken of jurken, kanten
kraagjes en liefst zo weinig mo
gelijk bloot aan armen en hals,
(halve mouwen waren verplicht).
Bij de jongens: een degelijk pak,
korte broek of plusfour.
Tegenwoordig dragen de meisjes
korte rokken (niet te kort, het is wel
voorgekomen dat er iemand naar
huis is gestuurd om zich te verkle
den), hippe truitjes, vlotte jurken,
■alles in dikwijls heel wat fellere
kleuren dan toen; en de jongens
broeken met wijde pijpen, coll-truien
slobbertruien, en af en toe hier en
daar een wat eenzaam verdwaald
colbertje.
Helaas is het op het Gertrudis, tot
grote spijt van veel, zo niet alle Ger-
trudianen, nog niet toegestaan in
een lange broek te verschijnen. Uit
gezonderd dan de leraar
Toch waren er vroeger ook wel
troubles, zo niet over een lange
broek, dan toch wei over de voorge
schreven donkere directoire tijdens
de gym-lessen.
Weet u nog, oud-Gertrudianan, dat
juffrouw Kuijer dit in hoogst eigen
persoon kwam controleren, in ver
band met de mannelijke docent?
Terwijl nu de zusters zelf met de
derde of vierde klassen in lange
broek en zelfs in zwempak op va
kantie gaan!
Langharige nozems op scheurende
knetterende brommers? Bestonden
in die tijd eenvoudig niet- Tot voor
kort werden die ook niet op het Nor
bertus (en volgend jaar waarschijn
lijk ook niet op het Gertrudis) toege
laten.
Hebt u vroeger ook maar durven
denken aan inspraak of democratise
ring, laat staan er over spreken?
Welnee, u knikte ja en amen. Kuij-
ers wil was wet. Wij echter discus
siëren met een burgemeester over
het gezag en met een bisschop over
de Kerk.
En dan de omgang tussen jongens
en meisjes! Ze werden zoveel moge
lijk gescheiden gehouden. Werd een
meisje met een jongen gesignaleerd,
dan werd ze bij de rectrix op het
matje geroepen, en als het werkelijk
„ernstig" was, geschorst. Was het
daarna niet „uit", dan bleven de
schooldeuren voorgoed voor haar ge
sloten.
Nu zijn er gezamenlijke discussie
avonden, schoolbals waarbij introdu-
cê's zijn toegestaan en er worden
buiten de schoolleiding klassefuiven
georganiseerd.
Volgende week is er een groots
opgezet feest, ook met bals, geza
menlijke sportdagen, met mixed
wedstrijden en een toneelstuk waar
in en jongens en meisjes meespelen.
De fietsenrally, is echter nog
strikt gescheiden. Er is in 50 jaar
wel veel maar toch nog niet alles
veranderd
Democratisering, inspraak, uitspraak, medezeggenschap, allemaal
veelvuldig, vaak minder zorgvuldig gelanceerde kreten van onze tijd.
Bedoeld om belichaamd te worden in een nieuwe tijd. Een tijd waarin
elk mens gelijke kansen en gelijke rechten heeft en zal hebben.
Een nieuwt tijd met nieuw onder
wijs. Niet meer ons aloude, vergrijs
de klassikale systeem, wat reeds
lang niet meer aan de gestelde ei
sen blijkt te beantwoorden. Een kri
tische school is nodig, voor een kri
tische maatschappij-
Voor dergelijke radicale (hoogno
dige) hervormingen is geld nodig.
Veel geld en dat, terwijl het onder
wijs nu al levensgroot met bijna 8
miljard gulden op de begrotingslijst
prijkt.
Maar helaas, hoe begrotelijk het
ook is, het is niet genoeg. Meer geld
is er nodig, geld van de regering.
En dat terwijl diezelfde regering net
bezig is met het verlagen van de be
lasting op de inkomens. (Het gaat
hier om de somma van ongeveer
900 miljoen gulden). Aardig, maar
tocher wordt meer gereld, ge
staakt, bezet voor demotratisering
(lichte paradox) op velerlei gebied
dan dat men revoluties op stapel
zet om tot een belastingverlaging te
komen
Goed onderwijs is nodig opdat al
die kreten, geen loze kreten met een
leegte achter zich zijn, maar gefun
deerd op goede en zoveel mogelijk
objectieve informatie.
Dit onderwijs begint al bij het kleu
ter- en lager onderwijs, waar de
klassen nu soms tot aan het plafond
toe vol zitten, met veertig tot vijftig
leerlingen in één klaslokaal met één
onderwij skracht.
Zo'n kracht zal 's avonds krachte
loos ineenzijgen en zal de fut en de
tijd missen om zich overdag voldoen
de met ieder kind bezig te houden.
In kleinere klassen kan elk kind
meer individueel les krijgen, waar
door vlugge leerlingen nog vlugger
vooruit kunnen komen en de trage
leerling ook, door meer aandacht,
sneller de gestelde finishlijn berei
ken kan.
Lager onderwijs het middel tot
middelbaar onderwijs en de sleutel
tot hoger onderwijs op allerlei ter
rein.. Beter onderwijs leidt tot een
betere maatschappelijke positie.
Want hoe kunnen mensen die zolang
geslapen hebben, nog tot hun volle
bewustzijn komen en een wakkere
maatschappij scheppen? Hoe kunnen
ze ooit tot iets groots komen, ais ze
bewust zo lang klein gehouden wor
den?
Democratie, inspraak, medezeg
genschap
De redactie van KLIMOP, het
schoolblad van het Gertrudisly-
ceum, heeft het de komende feest-
week erg druk. Ze moet dan na
melijk werken aan een jubel
nummer, dat zo gauw mogelijk
na afloop van het feest uitkomt.
In dit nummer zullen de complete
verslagen staan van alle festivi
teiten in en buiten de school.
De middelbare scholieren willen
inspraak. Blijkbaar hebben velen
nog geen antwoord gevonden op de
vragen, wat dit verlangen heeft doen
ontstaan, of het nodig is, en of het in
praktijk is te brengen, want velen
hebben zich nog geen actief voorstan
der getoond.
In de dertiger jaren wist de scho
lier niet beter of de leiding deed
slechts goed. Hij onderwierp zich on
derdanig, wat hij ook inderdaad was.
Wij niet, wij zijn kritisch, hebben bij
gevolg ook kritiek en wensen die te
mogen uiten. Wij willen onze kritiek
dienstbaar maken aam de verbetering
van het onderwijs. Onze mening
moet in acht worden genomen. We
willen inspraak.
Inspraak van de leerlingen is nodig
om de schoolgemeenschap gezonder
te maken en zodoende de maatschap
pij, want niet kan worden ontkent
dat een leerling léérlimg is, om later
een betere maatschappij op te bou
wen dan zijn voorgangers.
Als wij, leerlingen, géén inspraak
krijgen in het beleid, slapen we op
de duur weer in, verdwijnt ons ver
antwoordelijkheidsgevoel, onze kriti
sche zin, óók voor later.
Een schoolparlemenl is de aange
wezen weg om deze inspraak in
praktijk te brengen. Elke klas moet
haar afgevaardigde hebben, gekozen
met meerderheid van stemmen door
zy'n klasgenoten, met wie hij geregeld
moet beraadslagen over zaken die
aan de orde komen of zijn. Zo zal tot
de grootst mogelijke tevredenheid
van iedereen in gemeenschappelijk
overleg tussen leraar en leerling, het
ongetwijfeld beste beleid worden uit
gestippeld.
Heeft het internaat nog zin en wat
is de functie van het internaat?"
We kunnen een onderscheid maken
tussen het internaat vroeger en het
internaat nü.
De gegoede stand van tèèn stuurde
zijn kinderen naar een internaat uit
statusoverwegingen, voor een Franse
opvoeding en om het contact met an
dere kinderen van gelijke stand.
Deze motieven gelden nu niet meer,
men gaat naar een kostschool uit
„bittere" noodzaak. Uit een contact
tussen verschillende internaten is
gebleken, dat de huidige generatie
kostschool-kinderen er is om de vol
gende redenen:
De werkende vrouw is nu reeds
realiteit en zal in de toekomst nog
algemener wordiem.
Gezinssituaties: ontwricht, ziek
te,, sterfgeval, onmacht, verwatering
van het gezinsleven.
V/ I
Een stap vooruit naar vrede. Vrede
in Vietnam, in Ulster? Het is waar,
wetenschappelijk heeft de mens een
stap vooruitgedaan. Wetenschappe
lijk, maar daardoor nog niet geeste
lijk. Een vrede kan alleen ontstaan
in de harten en geesten van mensen.
Daarom waag ik het Nixons woorden
tegen te spreken.
Zolang wij herrie maken met onze
naaste buurman, waar dan ook, kan
er geen vrede in oiize harten leven.
Enige tijd geleden heb ik iemand
uit Zuid-Vietmam ontmoet. Hij zei:
„Voor velen betekent Vietnam een
probleem, maar voor mij betekent het
mijn ouders, mijn broers en zusjes,
de buren, wier zonen nooit uit de
jungle zijn teruggekeerd. Het doet er
niet toe wie gelijk heeft, maar er
moet iets volkomen nieuws komen".
In Ulster stonden jongelui van 15
en 16 jaar op de barricades om stenen
te gooien of waren er bezig met het
klaarmaken van molotovcocktails.
Te midden van hen Bemadette De
vlin, 22-jarig lid van het Britse la
gerhuis.
Nixon„De voetstappen van
de mens op de maan zijn
een nieuwe stap in de rich
ting van vrede op aarde".
Mijn generatie is in rebellie tegen
over de oudere. Velen beweren, dat
alles waarin zij geloofde, door ons
overboord is gegooid en dat we er
nooit naar zullen terugkeren. Maar
wat komt er om de leegte die daar
door binnen in ons is ontstaan, op te
vullen? Of willen we allemaal op
barrioades gaan staan en brandbom
men naar de politie gooien?
Vele mensen zitten vastgeroest in
wat was. Wij willen dit doorbreken,
maar dat hoeft niet met geweld. Er
zijn ook andere manieren. Als wij nü
al beginnen met herrie schoppen,
verhogen we alleen maar de chaos in
de wereld, waardoor aan zovelen de
hoop op een betere toekomst ontno
men wordt. Is dan alles wat oud is,
automatisch fout? Is er dan niéts, wat
we van de ouderen kunnen leren?
„Wat we nu hebben is ontstaan uit
duizenden jaren ervaring". Natuur
lijk zijn vele dingen weer verouderd,
maar het heeft geen zin ze zonder
meer af te breken. We hebben geen
wrede, omdat we de prijs ervoor niet
willen betalen. Wat we nodig heb
ben is een vreedzame revolutie, die
alles, wat verkeerd is, afbreekt en er
iets positiefs voor in de plaats op
bouwt, een revolutie, die in het hart
van iedereen persoonlijk begint.
De onderwijssituatie: Er worden
steeds hogere eisen gesteld terwijl de
maatschappij de concentratie niet
bevordert, studieleiding wordt nood
zakelijker.
De sfeer van deze tijd onrust
doet steeds meer behoefte ontstaan
aan een stabiele opyoedingssfeer.
Uit het bovenstaande blijkt duide
lijk, dat er een behoefte is aan in
ternaten en helemaal andere dan
vroeger. De internaten van nü her
bergen de hedendaagse jeugd die
eisen kan en mag stellen.
Hierdoor worden er aan de leiders
hogere eisen gesteld in pedagogisch
opzicht (de tijd is voorbij dat men
zich met een handwerkje bezig hield)
en ook de inrichting moet radicaal
veranderen. Er zijn nu enkele moge
lijkheden voor de toekomst:
Er wordt een groot internaat ge
bouwd door het Rijk voor alle gezind
ten en de oude internaten worden op
geheven. Dit zou wel kostenbespa
rend werken maar het is niet demo
cratisch.
We handhaven de bestaande
en het Rijk geeft subsidies en beur
zen.
Om tot een verantwoorde keuze te
komen uit de verschillende mogelijk
heden zouden er studies gemaakt
moeten worden. Op het moment zijn
er in Nederland geen sociologische
of psychologische rapporten over deze
materie en men raadt het zelfs sterk
af veel geld te steken in een dergelijk
onderzoek omdat de materie te com
plex is en omdat het plaatsen op een
internaat in de toekomst zal voortko
men uit bepaalde situaties waarin
ouders en kind op dat moment ge
plaatst zijn.
Deze situaties zijn nu nog niet te
overzien.
De oude schooltypes, die nog op
St.-Gertrudis voorkomen zijn Gym.,
H.B.S. en M.M.S.
De M.M.S. is een typische meisjes
opleiding. Het is echter onmogelijk
na het examen een universitaire op
leiding te volgen zonder een aanvul
lend examen.
Wél kun je ma die M.M.S. veel ty
pische medsjesberoepen kiezen zoals
verpleegster en maatschappelijk
werkster. In deze opleiding nemen de
talen een belangrijke plaats in en het
is daarom niet verwonderlijk dat
veel meisjes een taalcursus aan de
leergangen volgen of tolk worden.
Als we Gymnasium A en B met
elkaar vergelijken blijkt dat Gym. B
de meeste mogelijkheden' biedt. Met
Gym. B kun je alle universitaire rich
tingen kiezen, terwijl Gym. A meer
geschikt is voor talenstudies, econo
mie, geografie, enz. Meestal wordt
verwacht, dat, als men een gymna
siumopleiding volgt, men verder gaat
studeren. Hieruit blijkt, dat het geen
afgeronde opleiding is.
H.B.S.-B is dit tot op zekere hoogte
ook niet. Jongens kiezen na deze op
leiding vaak technische beroepen, al
komt het voor dat ze doorgaan in
H.B.S.-a-vakken, zoals economie. Veel
meisjes echter voelen er niets voor
om nog eens 6 of 7 jaar te gaan stu
deren en volgen een cursus van 2 of
3 jaar.
Voor jongens zijn er na H.B.S.-a
weinig mogelijkheden. Men kan bijna
geen universitaire studie volgen. Wel
kan men een opleiding kiezen aan
de leergangen.
De vraag wordt wel eens gesteld,
waarom moeten H.B.S.-a-mensen
eigenlijk nog boekhouden en handels-
rekenen leren? Wie kan daar nu eens
een antwoord op geven. Dezelfde
vraag kan men stellen bij het Gym
nasium. Waarom leren zij nog oude
talen, vooral Grieks?
Latijn is nog te begrijpen, daar dit
een hulp is bij de moderne talen.
Sommige leraren zouden zelfs willen
dat op de HBS ook Latijn gegeven
wordt om een ondergrond te krijgen,
vooral voor Frans en Engels.
Buitenschoolse activiteiten zijn,
volgens mij, activiteiten die hele
maal los staan van de school, zon
der enige bemoeienis van school
leiding, schoolfinanciën en zelfs
van individuele leraren. Het is
met deze activiteiten, wat Norber
tus betreft, nogal lauwloenen. Ik
vraag me wel eens af: zjjn we te
lamlendig om buiten de school de
handen uit de mouwen te steken
en iets te organiseren dat van en
vóór ons is.
Een schoolvoorbeeld van een der
gelijke activiteit vind ik de KROS-
soos, twee jaar geleden opgezet
door enkele leerlingen en in de kor
te tijd van haar bestaan niet alleen
zeer geslaagd, maar bovendien een
instelling, die in een van onze be
hoeften voorziet.
Gehoord op straat: „Mooie kerel
ben jij, je durft niet eens wat te zeg
gen tegen dat meisje, laat staan er
naast te gaan zitten."
„Nou, zeg jij maar niks, jij hebt nog
nooit een meisje in je handen gehou
den".
Op welke school de twee zaten, is
mij onbekend, maar ik kan me moei
lijk voorstellen, dat het een gemeng
de was.
Er is een gezegde: wat de boer niet
kent, dat lust hij niet. Daarmee wordt
méér aangegeven, dat de „boer" dat
iets niet probeert of durft te ken
nen, dan dat hij het desbetreffende
voedsel niet zou lusten.
Bij de jongens is dit in ieder geval
zo. Dat zo'n situatie gezond is, zal
ieder verstandelijk wezen ontkennen.
Op een gemengde school kan zoiets
niet voorkomen; je bent wel ver
plicht de andere sekse te leren ken
nen, en dat is ontegenzeggelijk een
voordeel.
De mensen, die zich tegen een ge
mengde school verzetten, verdedigen
zich meestal door te zeggen, dat de
leerprestaties van de meisjes dan af
nemen. Dat ze de mensheid hierdoor
discrimineren, valt hun niet op; zij
vinden de mens niet belangrijk,
slechts zijn kennis wordt gewaar
deerd. Door véél te weten zijn maar
weinigen gelukkig geworden
Het bijeenplaats-en van jongens en
meisjes heeft meer vóór- dan nade
len. Ondanks de emancipatie blijft
de vrouw een gevoelstype, terwijl de
man meer verstandelijk is. Eenzijdig
heid is nog nooit goed geweest: door
jongens en meisjes gescheiden te
houden wordt deze eenzijdigheid al
leen maar in de hand gewerkt.
Tegenwoordig probeert men de
mens begrip bij te brengen voor de
medemens. Op een gemengde school
zou men het andere geslacht beter
leren begrijpen. De katholieke kerk
heeft er altijd op gewezen, dat we
onze naasten lief moeten hebben,
maar dat betekent in de afgelopen
50 jaar meer een liefde bijbrengen
uit een soort medelijden, dan uit be
grip.
De mens is een sociaal wezen en
hoe meer verschillende typen hij ont
moet, hoe gunstiger het is. Een school
heeft niet tot taak een leerling(e) vol
te stoppen met kennis. Ze moet pro
beren een leerling(e) geschikt te ma
ken voor deze maatschappij, zodat hij
of zij zich daar in kan passen en
gelukkig worden.
Een gemengde school kan dat altijd
beter, omdat, zoals u dagelijks kunt
ondervinden, de maatschappij nu een
maal bestaat uit mannen n vrou
wen Daar zullen de leerlingen zich
later in moeten passen, tenzij ze in
het klooster gaan, maar misschien
worden ook dié wel gemengd. Je kunt
nooit weten
Nadeel: ze draait alleen op tl
weekends. Wie neemt het initiatief I
om iets op touw te zetten waar I
iedereen, ook niet-leeriingen, elie
dag zo maar binnen kunnen valet I
om te doen en te laten waar hij of zi: I
zin in heeft: een beetje praten, ee:
beetje kliederen met verf,
beetje t.v. kijken of een dansje mi l
ken?
Een andere, zuivere buitenschool-1
se activiteit: het Kreatief LuditS|
Sentrum, waar we elkaar in
laten we zeggen, creatieve s
ontmoeten en waar alle mogelpi.
den aanwezig zijn om latente
tiviteit te ontplooien en eventual I
verder te ontwikkelen.
Voor de rest is er niets en i»l
mendal. Waarom niet? Wij zijn met
z'n achthonderd op school, We 1
men, we luisteren, we zeggen ja a I
amen (soms niet), we gaan nar I
huis, naar de schoolconcerten i I
naar de min of meer verplichte I
film, maar dan heb je het gebi I
Waarom ondernemen we eigenlijk f
niets om, buiten school, als wiet-1
den met elkaar, iets leuks en i
vols te doen.
Maar als iemand het soms nojl
niet weet. Op donderdag in de I
feestweek hebben we in 't Kros eet I
underground en soul- en bluesfeest I
op touw gezet. Het begint om acht r
uur. Ik denk dat daar toch ml be-1
langstelling voor zal zijn..!!
Het KLS, afkorting van krea
tief ludiek sentrum, hult zich
in een waas van geheimzinnig
heid. Belangrijkste doelstelling
is het stimuleren van kreativi-1
teit en van het ludieke in de
mens. Voornaamste aküviteiten
hebben zich tot nu toe afgespeeld
op het literaire vlak en in de
toneelwereld.
Momenteel wordt voorbereid:
a) een protestactie tegen de pro
testactie, die ten doel heeft
het protest in de kiem te
smoren.
b) Het oprichten van nieuwe,
modem geoutilleerde, onder
afdelingen. Bijv. dichtgenoot
schap enz.
c) Opnieuw geven van een to
neeluitvoering, zij het in een
andere vorm dan bij de Au-
dio-Visuele avond. Er komt
een meer satiries kabaret en
ook zal er underground-muse
gebracht warden door een
avant-garde popgroup.
„Leerlingen zijn in staat alle-
hun schoolwereld op te bouwen
te breken, hetzij met hun ha»L
waarop zij neer kunnen kijken, n
met hun voeten, waar zij geen
zicht op hebben."
Het leerlingenbestuur zou verg I
ken kunnen worden met een m I
tenbureau, advocatenkantoor enJl|
vereniging van scheidsrechte» I
als klachtenbureau etc. ziet een
vrij groot percentage van de ie I
gen het door hen gekozen bes I
(meen ik te mogen zeggen I
wanneer wij geen oplossing n I
voor „grote" problemen, ,1
liefderijk de strop om de hals g I
Gelukkig is er ook een aanta
grijpende" leerlingen, zodat een
op leven niet uitgesloten
Een gulden middenweg I
lijkt de beste manier, omdat
docenten „wel iets" met de
hebben uit te staan en vaak een
dere kijk, hebben op het scho
dan de leerling in het algemeen
toegeven en open tegenover
staan dus.
Een voorname taak is ^aar0'
Communicatiemiddel zijn. n ,tl!. j
niseren van discussieavonden, c l
rele meetings, bals (en huisw
zijn slechts bijkomstigheden,
neer men elkaar niet kan
is het ook nauwelijks mogelij
iets te brengen. centen I
Als tussenpersoon tussen a
en leerlingen heeft het t af tc I
bestuur de taak leerlingen wa
remmen (soms wel moei jj J I
er zelf ook één) en docente
te trekken.
Buffer te zijn heeft soms cor. I
delen: wat de ene kant md 0
rigeert de andere kant weer
flinke stoot van haar kant. „y, I
hopen, dat, wanneer er geffl
meer zijn, de volmaakte sc
(al dan niet in het compute"»0
is geschapen.
ARIE KROMHOUT: kof
(Van een
MAASTRICHT Als he
gaat bekqken, wordt het me
een belangrijk ogenblik in z
pelijk onderzoek naar struct
blijkt, dat de vraag naar mei
met het aantal huwelijksvo
Een andere factor van inv
In dat geval gaat het niet
vervanging daarvan.
Meubelprijzen zijn in de
ons liggende jaren niet zo sm
stegen als de kosten van leve
derhoud, zodat wij mogen z
dat meubels relatief nog goei
Of het nu ligt aan méé
welijken, meer neiging tot ve
ging van het oude, of de lage
zen, een feit is dat de toekon
ontwikkeling er (volgens dit w
schappelijk rapport) in ons lam
zonder goed uitziet: bedroeg de
zet in woningmeubelen in 1966
miljoen gulden, voor 1980 ven
men dat het 1.130 miljoen gi
wordt. Dat wil zeggen, ong
een verdubbeling in 14 jaar tiji
Het is goed werken in onze
belindustrie, maar toch kampt
er nu me* Personeelstekort,
rnen bij de naam „Industrie"
schien niet zou verwachten in
gemechaniseerde wereld: Var
17000 huidige werknemers ziji
13.600 handwerkers, waaronder
geveer 5 procent vrouwen!
Wij beginnen ons goed te w
m het buitenland, 10 procent
onze houten meubelen gaat o.
grens over. Binnenkort start
grote exportactie op Duitsland vi
voor een collectieve manifes
van Nederlandse meubelindustrii
ue Keulse Jaarbeurs in jan.
zal plaats hebben. Een van
grootste meubelexporteurs Bo
ocharp Castle Furniture te Ens
?le 1Jleer dan driekwart van
produktie uitvoert, heeft de
van'Museum «f Modern Ar
an Artlfort te Maastricht, pern