Economische eenzijdigheid maakt land onleefbaar eenchippe mantel WEEKEINDE BEGINT IN PRAAG VRIJDAGMIDDAG Totaal nieuw en mildQamerikaans Golden Fiction VIER HEARINGS OVER CULTUURBELEID CHINEZEN MAKEN ZICH OP VOOR 1 OKTOBER FEEST Tsjechoslowakije: teveel geld, te weinig goederen FILTER KINGS mijnHRRDrs Congres Rijen extra milde Kabinetsbeleid Geen antwoord Potverdelers Macht 7 DE STEM VAN VRIJDAG 26 SEPTEMBER 1969 9 door Colin McCullough (ADVERTENTIE) Kunstenaars in verzet: eindelijk succes? Een vlot manteltje, net iets te chic om hip genoemd te kunnen worden. Daarom zeggen we maar liever: chip, Het is afgezet met sportief leer. En bovendien nog zalig warm, licht in gewicht en heerlijk soepel ook. Had u trouwens anders verwacht van een tricot mantel, gebreid uit zuiver wol? We hebben deze Danzl-mantel in drie kleuren (beige, bruin en zwart)z$%- Breda, Grote Markt 2.5, tel. 01600-3 06 50 PEKING China bereidt zich momenteel gedegen voor op de viering van de twintigste verjaardag van het land op 1 oktober aanstaande. In Peking gaan die voorbereidingen ge paard met een grote bedrijvig heid in alle delen van de stad. Overal worden portretten van Ma<> aangebracht, terwijl de stad door ingrijpende „opknap pertjes" een geheel ander aan zicht begint te krijgen. Peking heeft er sinds lang niet meer zo aantrekkelijk uitgezien als nu, aan de vooravond van de okto berviering. Ook in ander op zicht wordt het straatbeeld be heerst door allerhande bijzonde re activiteiten. Overa] komt men groepen tegen, die trainen voor de grote verjaardagspara de. Het hardst wordt momenteel gewerkt op het grote plein, waar volgende maand naar schatting honderdduizend men sen het militair vertoon zullen gadeslaan. Ook hier ziet men het beeld van koortsachtig wer kende Chinezen en paraderende groepjes onder hen zjjn zelfs meisjes met stenguns. Deze voortekenen bevestigen de in druk, dat de parade op 1 okto ber van dit jaar de grootste zal worden in de geschiedenis van de Chinese Republiek. Daarom bereidt Peking zich ook voor op een overweldigende belangstel ling. Vorig jaar stond de parade in het teken van de vorming van revolutionaire comité's. Verwacht wordt, dat de Trote parade dit jaar zijn beslag zal krijgen onder het motto: „Weest voorbereid op de oorlog en houdt de revolutie in ere". Bo vendien zal ongetwijfeld de na druk worden gelegd op de nood zaak om de produktie van het land op te voeren. Aanvankelijk was verwacht, dat in de dagen voor de okto berviering nog een groot Volks congres gehouden zou worden. Diplomatieke waarnemers zijn inmiddels niet meer zo optimis tisch gestemd, wat dit aangaat. Dat wordt algemeen betreurd, omdat velen hoopten, dat het congres meer gegevens zou op leveren over sociale en econo mische plannen en ook over de nieuwe samenstelling van de centrale regering. Het congres zou zijn goedkeuring moeten hechten aan de aanstelling van een nieuw staatshoofd in de plaats van de afgezette presi dent Lioe Tsjao-tsji. Dat zou dan waarschijnlijk Mao, Lin Piao of Tsjoe en Lai kunnen zijn. Tijdens de culturele revolu tie hebben nogal wat hoogwaar digheidsbekleders het veld moe ten ruimen. Van degenen, die hef hoofd boven water wisten te houden, waren verschillende onderhevig aan scherpe kritiek. Behalve Pi-Woe die ambassa deur is geworden, hebben slechts de minister van veilig heid Hsieh Foe-Chim en de mi nister van financiën Li Hsien- Nien een hoge post in de centra le regering aangenomen. Het is goed mogelijk dat de nieuwe Staatsraad slechts uit vier of vijf vice-premiers zal be staan. Dat is dan in overeen stemming met de wensen van de topleiding. (Copyright De Stem Globe and Mail, Toronto) (Van onze speciale correspondent) PRAAG De Tsjechoslowaakse regering moet een aantal onplezie rige beslissingen in haar economie nemen. Zij moet op korte termijn besluiten, hoe zij de huidige hausse in de uitgaven in de economie in goede banen kan leiden met het oog op de grote tekorten in de produk tie. Op lange termijn moet zij be slissingen nemen ten aanzien van een nieuw economisch planningssys teem. Dit heeft allemaal een bredere politieke .betekenis. De lonen, en prijzenpolitiek is het enige terrein, waarop de regering van Husak nog de steun van het volk geniet. De beslissingen op lange termijn zullen uiteindelijk uitmaken in hoeverre het regiem van plan is om de her vormingen van verleden jaar teniet te doen. Op korte termijn ziet Tsjechoslo wakije zich voor het probleem van een vastgelopen hausse in de uitga ven geplaatst. Dat wil zeggen, er is teveel geld, maar er zijn te weinig goederen. De nieuwe koopkracht komt uit verschillende bronnen investeringen en de vraag van de kopers. In 1967 gingen de prijzen en gros (van de groothandel) met ongeveer 29 percent omhoog en daarom maakten de zaken grotere winsten. Deze extra winsten veroorzaakten een enorme stijging in de investe ringen, die in 1968 begon en die tot vandaag de dag voort duurt. De grootste investeringen werden ge daan in de machine-industrie. Meer algemeen kunnen we zeggen dat er een sterkere stijging van de investe ringen in de industrie is geweest dan in de sociale diensten. In 1968 eisten de vakbonden gro te loonstijgingen en de ondernemin gen waren in staat die uit te beta len uit hun gestegen winsten. Maar men stond niet toe, dat de prijzen van de kleinhandel omhoog gingen tot in het begin van 1969. De kloof tussen de en gros en de kleinhandels prijzen werden overbrugd door rege- rings-subsidies. Die op hun beurt weer gefinancierd werden door een verhoging van de winstbelasting voor de bedrijven. Deze loonsverhogingen en de prij- zenstop in de kleinhandel hadden een grote versterking van de koop kracht van de Tsjechoslowaakse consument tot gevolg. Deze hausse werd nog versterkt door het feit, dat men sinds 1948 ontzettend veel had gespaard, omdat er toch niet veel te koop was en door het feit, dat vele Tsjechoslowaakse families verscheidene kostwinners hebben. De meeste Tsjechoslowaakse vrou wen werken ook buitenshuis en vele jonge volwassenen wonen bij hun ouders thuis tengevolge van het wo ningtekort. De vermeerdering in koopkracht werd niet geëvenaard door een produktie-stijging. De pro duktie steeg in de eerste helft van 1969 veel minder dan men gepland had. Het moreel van de arbeiders is laag en er zijn weinig werkers, die erg hard werken, vooral omdat ze weten, dat bijna 70 procent van de Tsjechische export naar het oosten gaat. Het weekeinde begint in Praag vrijdags tegen lunchtijd. De regering heeft tot nu toe op deze crisis gereageerd met een paar kleine beslissingen op het gebied van de prijzen en door waarschu wingen. De kop van de Rude Pravo van 13 augustus luidde: „Woorden zullen de economie niet genezen" Alle belangrijke kleinhandelsprij zen werden op 1 juli vastgelegd, gedeeltelijk vanwege de druk van de vakbonden. De prijzen van bui tenlandse auto's werden aanzienlijk verhoogd. Men voerde een tweede lig prijzensysteem in. Als de men sen bereid zijn om een of twee jaar op hun auto te wachten, dan kunnen ze tot 20 percent reductie krijgen. Ze kunnen ook meer betalen en dan kunnen ze hun auto zo meenemen. De regering moet de belangrijke beslissingen nog steeds nemen. Zij kan de rijen voor de winkels langer laten worden. Zij kan ook de koop kracht van het publiek verminderen door de prijzen te laten stijgen. Of zij kan meer goederen trachten te vinden voor de verkoop. Het probleem op de lange termijn is, hoe het Tsjechoslowaakse econo mische systeem uit de huidige ver warde overgangsperiode kan worden geleid. Het oude systeem van eco nomische planning was gebaseerd op de gedetailleerde vijf-jaren plan nen, die zonder dat daar over ge sproken werd aan het land werden opgelegd en die de status van een wet hadden. Dit was onder het bewind van Novotny. De hervormingsvoorstel len van 1968 voorzagen in een veel grotere vrijheid van de particuliere onderneming, over de produktie en over economische beslissingen. In de praktijk werden de beslissingen maar voor de helft doorgevoerd. De ministeries hadden iets van hun macht verloren maar dit kwam niet bij de zaken terecht maar bij de onhandelbare industriële stich tingen Hoe dan ook, het vijf-jaren plan van 1965 tot 1970 is nu een do de letter dat zo wel door de cen trale ministeries als door de indivi duele bedrijven wordt genegeerd. Op dit moment werkt de econo mie met een tussentijds plan van een jaar, dat zich hoofdzakelijk be perkt tot belangrijke grondstoffen en tot goederen voor de export. Vanaf 1 januari 1970 moet de Tsjechoslowaakse economie een nieuw plan hebben. De grote vraag is of dit een zelfs nog grotere terug keer naar de centralisatie zou bete kenen dan dat de huidige maatre gelen doen vermoeden. De „Rude Pravo" heeft onlangs de hervormers aangevallen, omdat zij de centralisatie verwaarlozen. Maar het is nog niet duidelijk wat de regering in de praktijk gaat doen Misschien zal het moeilijker zijn om de hervormingsgedachte in de industrie uit te roeien dan op ande re terreinen vanwege het feit dat zij gebaseerd is op logisch denken in de industrie. Intussen draait de Tsjechoslo waakse economie zeer langzaam in afwachting van wat voor beslissin gen er zullen worden genomen. (Copyright The Guardian-De Stem) (Van onze kunstredactie) DEN HAAG Cultuur in opspraak. Cultuur in samenspraak. Be halve in het „donkere zuiden" wordt het vaderlandse culturele be leid aan de orde gesteld tijdens vier openbare hearings, waarvan de eerste morgen om 10.30 uur in de Nijmeegse schouwburg zal plaatsvinden na een inleiding van Egbert van Paridon. Je zou er hier misschien een cultureel minderwaardigheidscomplex van over kunen houden, of menen dat het in de drie zuidelijke provin cies uitstekend draait. Willen we meepraten dan moeten we morgen naar Nijmegen of op 4 oktober naar Amsterdam (Concertgebouw, 14 uur inleider J. Bernlef). Ook kan het nog op 11 oktober in Zwolle (Odeon, 10.30 uur inleider André Volten) of op 25 oktober in Botterdam (Doelen, 14 uur inleider Jan Blokker). Discussieren. Waarover? „Als wij niet vooruitzien, zal ons land één grote en onbewoonbare Eu ropoort worden. Wat nu planning heet, is een monstrum van econo mische eenzijdigheid en inhumane kortzichtigheid. Wie zich werkelijk verantwoorde lijk weet voor de toekomst moet er kennen dat die toekomst zonder een accentverlegging in de richting van kunst en cultuur onleefbaar wordt", aldus de voorzitter van de Raad voor de Kunst, prof. Ph. Idenburg. „Kunst en cultuur zijn de zondags- gebieden van onze beschaving", zegt de heer Idenburg. „Ze komen aan de orde wanneer in het materiële vlak alles is gedaan. Het geld dat er aan wordt besteed, is het overschot. Om dat geld moeten ze vragen, heel (ADVERTENTIE) beleefd, en dan zal worden bekeken of er een en ander voor die vrijblij vende wereld van de hogere waarden beschikbaar kan worden gesteld". Er is in Nederland geen cultuur beleid", zegt Egbert van Paridon, di recteur van toneelgroep Centrum en lid van de Raad voor de Kunst. „Er is niets zo funest als de vrijblij vendheid waarmee de politiek zich op de cultuur stort. De politici zeg gen: We willen de wereld van de kunst niets in de weg leggen, het moet van de kunstenaar zelf komen. „Nee,", zegt Van Paridon: „het moet van de politici komen. Het gaat niet om kunstenaarscultuur, het gaat om leven, om creativiteit. Het gaat ook om de amateuris tische kunstbeoefening, om onder wijs, om recreatie en vrijetijdsbeste ding, om meer zekerheid over de musische vorming in de mammoet wet. Schilder Pierre van Soest, die bedankte als lid van de Raad voor de Kunst: „Kunst is nu een luxe. Een cultuurbeleid zou kunst en kun stenaar wezenlijk betrekken bij de totale maatschappij. De kunstenaar is niet zozeer voor op de tijd, het pu bliek is eerder achter. De kunste naar is iemand die het nog niet be kende weet te accepteren. Zo brengt hij misschien de mensen op de hoog te van hun eigen tijd". Vroeger leefde de kunstenaar in een ivoren foren die hij rond zich zelf had opgetrokken; rondom hem hing de mythe van de zonderling. Vandaag wil de kunstenaar een we zenlijke bijdrage aan de samenleving leveren. Hij wil los uit zijn isole ment. Cultuur is geen luxe meer, het is essentieel voor ons samen-le ven. Maar de samenleving gunt hem die nieuwe functie niet. Het zelfgekozen isolement van weleer is veranderd in het opgelegde isole ment van de contraprestatierege ling. Cultuurbeleid moest kabinetsbe leid zijn, stelt de Raad voor de Kunst. En minister Klompé is het daar van harte mee eens. Zij ziet het cultuurbeleid als een onderdeel van het totale welzijnsbeleid. En voor dat welzijnsbeleid wil zij niet als enige minister verantwoordelijk gesteld worden. Alle ministers zijn er samen voor verantwoordelijk, zegt ze, net zoals ze samen verant woordelijk zijn voor de conjunctuur- politiek. Maar in de oegen van de kunste naars blijft het bij schone woorden. Met prof. Idenburg hebben zij over het algemeen veel respect voor de uitstekende bedoelingen van dr. Marga Klompé. Zij zijn op de hoogte van de voortdurende activiteit van de CRM-bewindsvrouwe om in het kabinet haar collega's medeverant woordelijk voor het welzijnsbeleid te stellen. gaat menen dat economische ratio naliteit het hoogste goed is". Van Paridon: „Als ik iets wil be reiken en ik ga schreeuwen, dan krijg ik het in Den Haag' voor elk aar, maar dat is eigenlijk fault! Er is geen beleid". De Raad voor de kunst zou er veel aan willen doen. Hij loopt over van de plannen. Maar de initiatieven lijden schipbreuk op de bestaande instituties, de ambte naren met name die van CRM, waar de plannen van de Raad voor de Kunst in de vorm van adviezen op tafel komen weten blijkbaar niet goed wat ze er mee aanmoeten. „Beschamend"! roept prof Iden burg met een gezicht vol veront waardiging en machteloze teleur stelling. „Geen antwoord werd ont vangen op voorstellen over een jaar boek kunstbeleid, een architecten museum, een plan tot verzameling van filmmateriaal, een voorstel tot verhoging van honoraria van toneel schrijvers, een plan voor betere sub sidiëring van de toneelwerkgroep Proloog, enz. enz.". Machteloosheid karakteriseert de stemming in de Raad voor de Kunst. Veel leden voelen zich medeplichtig aan een cutluurbeleid dat in hun ogen faalt. Verschillende hebben daar hun(!) consequenties uit ge trokken. De Raad voor de Kunst is in 1955 opgericht als adviescollege van de minister van C.R.M. Maar veel belangrijker dan de minister advie zen uit te brengen vindt de raad het te fungeren als schakel tussen over heid en kunstenaars. Van die scha kelfunctie komt echter niets te recht. Het overgrote deel van het werk van de raad bestaat uit het behandelen van verzoeken om sub sidie, waarover C.R.M. een advies wil hebben. „Een club onschadelijk gemaakte potverdelers", noemde schilder Van Soest de leden van de raad. „Daar zit veel in", gaf dr. Jan van Riemsdijk, secretaris van de raad, toe. De kunstenaars verwijten de raad: ontwerp nu eens een cultuurbeleid. De raad komt er niet toe. De leden zouden het graag willen, maar het secretariaat is een struikelblok. Het is veel te klein en minister Klompé wil of kan niet meer geld beschik baar stellen. Maar nu komt er dan toch een reorganisatie van de Raad voor de Kunst. Na veel aarzelingen kwam minister Klompé in mei van dit jaar over de brug en stemde in met een voorbereiding van de reorganisa tie. De raad houdt eerst vier open bare zittingen om de meningen te verzamelen. Daarna wordt in breed overleg met de kunstenaarshonden een plan ontworpen dat als advies naar het ministerie van C.R.M- gaat. Tot dusver is in de raad gepleit Idenburg: „Deze industriële maat schappij en deze op het sociaal-eco nomische gerichte overheid stelt zich (nog steeds) andere prioriteiten De bevolking wordt o.m. door de re clame zo beïnvloed dat zij deze prio riteiten tot de hare maakt. Ook zij (ADVERTENTIE) HOOFDPIJN POEDERS voor een sociaal-culturele raad. Dit zou een adviesorgaan moeten wor den voor het hele terrein tussen on derwijs en maatschappelijk werk. Dat is een bundeling van jeugdwerk, kunstbeoefening, lectuurvoorzie ning, sport, omroep, natuurbescher ming, vormingswerk, recreatie, museumwerk. Naast deze advies raad zou een uitvoerend orgaan moeten komen staan, belast met dienstverlening, uitvoering, raadge ving en initiatiefneminig. In dit in stituut zou het Nederlands Cultureel Contact kunnen opgaan. Op deze manier zou een machts concentratie realiteit worden die een tegenwicht vormt voor de soeiaal- economische macht die momenteel nog eenzijdig het politieke doen en laten beheerst. Een cultuurbeleid onder kabinetsverantwoordelijkheid zou ontwikkeld kunnen worden. Anderen gaat dit niet ver genoeg. Zij zijn tegen isolering van de cul tuur op een eigen machtsblok. In plaats van dit gebundeld isolement willen zij een sociaal-economisch- culturele raad. Met andere woorden: ook de SER zou in dit nieuwe li chaam moeten opgaan. Uitgangs punt is de onderlinge onverbrekelijk heid van economische, culturele en sociale zaken, Hoezeer de ideeën ook uiteenlopen, in de Raad voor de Kunst begint in ieder geval de over tuiging door te brekeh, dat bij de noodzakelijke hervormingen op cul tureel gebied ook de SER moet worden betrokken. Over deze en nog veel andere ideeën zal de komende weken veel gediscussieerd worden. De raad hoopt dat iedereen die een mening heeft over mogelijkheden het „cultu rele klimaat" te verbeteren, zich op de hearings zal laten horen. 11

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 7