Van het epen vuur let ie kille wilt© keuken In Asten weet men waar de klepel hangt HOUTSKOOL ENGELTJES ILLIKETRISCH OM TE WATERTANDEN FRAAIE STUKKEN KLANK „SPEELDOOS" UURWERKEN DE STEM Een keukenkastje dat uit worden. ,de rij" getrokken en op wieltjes gereden kan (Van een onzer verslaggevers) Een van de grootvaders uit onze familie was een zeer vooruitstre vend maar hoogst eigenwijs man. Wat hg in zijn kop had, ging door. Als planter op Java snakte hg naar westerse nieuwtjes en zo kon het gebeuren, dat hjj in 1890 de eerste elektrische keuken van het hele eiland bezat. (Bovendien de eerste trek-w.c. - maar óók stamboekkoeien en een dorpsto rentje, dat hij op zgn Amerikaans had laten afbreken, vervoeren en weer opbouwen.) Oma, die dolveel van koken hield, schikte zich op de manier waarop vroeger vrouwen zich schikten. Zg bediende zeer demonstratief het schakelbord, dat zo groot was als de wand van een moderne woonkamer. Maar intussen be reidde haar kokkin de verrukke lijkste rijsttafel op de hout- en houtskoolvuren, zoals dat al hon derden jaren tot ieders tevreden heid was gedaan. De ontwikkeling van de keuken houdt verband met de ontwikkeling van het stoken. Buikige zwarte pot ten hingen vroeger boven vlammen van het open vuur. Of ze stonden op eigen pootjes, terwij] houtskool eronder lag te gloeien. Voor bakwerk had de pan een deksel met opstaan de rand, zodat ook gloeiende houts kool daar bovenop gelegd kon wor den. Grilleren op een ijzeren rooster stamt uit dezelfde tijd en in deftige keukens van.; men in dat verleden een draaiend spit. Het werd gebruikt maar was ook een statussymbool! (Niets nieuws onder de zon: wel eens van diepvriezer als statussym bool gehoord?). Van de open naar de nog wel ge metselde maar gesloten stookplaats is de eerste stap geweest naar het fornuis. Nu kon de keuken schoner blijven, want de vuurhaard brandde niet meer open in de ruimte, maar was op een schoorsteen aangeslo ten. Potten en pannen konden glanzen op de kookplaat, alléén hun bodem kwam nog in aanraking met het vuur. Ons antiek koper was in die tijd gewoon gebruiksvoorwerp en het fonkelend poetsen was huisvrouwe eer De volgende fase is die van het gietijzeren kolenfornuis. In de tijd dat onze grootmoeder op Java met angst en beven haar schakelaars om draaide en verrukkelijke kip of vis in pisangblad Ot, houtskool liet gril leren, gebruikte een andere oma in het moederland een zwart gietijze ren gevaarte, dat allerliefst was ver sierd met engeltjes en bloemguirlan des. Op boerderijen deden nog aller lei streekkachels dienst; in een Bra bantse plattebuis kon je letterlijk al les stoken en nergens was het gezel liger de benen uit te strekken dan onder dat lang^ kacheleind. Menige huisvrouw vond 't zonde en jammer haar nog zo degelijke kolenfornuis te verruilen voor de kleinere witge- emailleerde gasmachine. Myn grootmoeder die hiertoe over ging, kreeg er een met tien pitten plus een oven- Ik leerde tot elf tel- Afwasautomaatzo romantisch was de vatenkwast ook weer niet len bij die kraantjes. Geen schoor steen meel', geen roet, groot vuur of klein a; naar believen, op bevel van een lucifer. Het gasfornuis deed zijn intrede tegelijk met centrale ver warming. Want die enorme kolenka- chel maakte de keuken 's zomers wel ondraaglijk warm, maar 's win ters verrukkelijk van temperatuur Wie nog geen c.v. had schafte een potkacheltje in de keuken aan. Het gaf met zijn roodgloeiend buikje iets terug van de gezelligheid, die de ou de voorgang .r verspreidde. Het gasfornuis met de elf kraan tjes maakte plaats voor een hand zamer. Grootmoeder werd oud en er hoefde niet zo onnoemelijk veel meer gekookt te worden. Maar ook zij was vooruitstrevend en ofschoon ze die andere oma noch de eigenwijze opa ooit gekend heeft, waardeerde zij de vooruitstrevendheid eveneens zeer. Zij schafte het eerste elektrische for nuis in onze kring aan. Ik kwam graag bij haar logeren, mocht dan rijden in de „illikketrische" tram en was diep onder de indruk op een zo mer een illikketrisch fornuis aan te tireffen. „Anneliesje illikketriesje" werd ik genoemd. De moderne keuken is elektrisch van A tot Z. In mets herinnert de aanblik aan de keuken van vroeger. Eigenlijk moest ©r een nieuwe naam voor gecreëerd worden. Comfort viert hoogtij; de knussigheid en ge heimzinnigheid van brouwen en smo ren op zichtbaar vuur, dat typisch karakter van het eigen huis, zijn ver loren. Geraffineerd kookgerei heeft aan schoonheid van stijl ingeboet. Fornuis, koelkast, diepvriezer, stalen aanrecht, boiler, v/aar is de roman tische sfeer? Gelukkig gaat thans de bouwtech niek in de richting van meer werk op de fabriek en minder op de bouw plaats zelf te verrichten waardoor de industriële prefabricage ook de huishoudkeuken onder zijn hoede neemt. In Zwitserland worden steeds meer huizen te huur aangeboden met compleet ingerichte keukens. Daarin staat het (and vooraan. Het resultaat is een grotere eenheid tus sen al die verschillende elektrische eenheden. Zg worden samengevoegd met bijpassende kasten en bergruim ten, die elk vol efficiënte snufjes zit ten. De bewegingen en loopgangetjes van de huisvrouw zij daarbij bestu deerd. Loop-, reik- en bukschema[s leiden tot het vermijden van onnodi ge inspanning. Er is een stroming waar te nemen die zich probeert af te wenden van dg kille hyperfunc- tionele keukeninrichting. In „de" nieuwe Amerikaanse keuken is veel ongeverfd hout gebi ui kt, we zien pro fielen in deurtjes en speelse jaloezie latjes. Er wordt wat gedecoreerd met kleurige tegeltjes. De allermodernste opvatting is de elementenbouw Men heeft 't geheel van de keuken verdeeld in elemen ten, die in series worden vervaar digd, maar die men naar eigen smaak en behoefte, in eigen geko zen volgorde opstellen kan. Het zijn de aanrecht met onderbouw, daarbo ven de hang.vandkasten. Dan volgt een reeks artikelen om van te wa tertanden: fornuis met of zonder bakoven, heetwatertoestel, koelkast, koeleenheid van verschillende aard, warmkast, vaatwasmachien, doeken- droogkast, pannen kast, flessenkast, bergkast, vuilnisemmerkast, laden- kast, ventilatie-element en elektrische keukenapparaten met eindeloze mo gelijkheden. En als de familie in de beeldige bungalow nu in het bezit is geko men van een dergelijke volmaakte keuken, dan houdt mevrouw een hongerdieet en meneer is dol op barbeeuën- Daarvoor heeft hij in de tuin een stookplaats laten met selen. Hij kan er hout in stoken voor de open vlammen en houts kool voor het grilleren Weliswaar zagen de gongklok- ken, waarop de inventieve Azia ten het klokkenspel beoefenden, er beduidend anders uit dan de klokken zoals wij ze in Europa kennen, doch dat doet weinig af aan het feit, dat de Chinezen niet alleen het buskruit, maar ook het klokkenspel hebben uitgevonden. Eigenlijk een min of meer teleurstel lende wetenschap wanneer men in 't beiaardmuseum te Asten geconfron teerd wordt met de geschiedenis en de glorie van het lagelandse klokken- wezen. Doch al hebben de Chinezen ons de primeur ook ontnomen, er blijft voor Nederland en België nog wel wat over om trots op te zijn. En de tastbare bewijzen daarvan bevin den zich in 't Peelstadje in Brabant, dat zich met enige trots „Asten Bei aardcentrum" noemt. Het Beiaardcentrum is voorlopig nog ingericht op de zolder van het ge meentehuis- Zo komt het, dat 's za terdagsmorgens, wanneer het mu seum voor publiek geopend is, niet alleen carillonklanken weerklinken uit de kerktoren van Asten, maar ook gedempt overwaaien vanuit de ge meentelijke zolder. De benaming Beiaardcentrum is ei genlijk niet volledig, want de geëx poseerde collectie omvat meer dan alleen carillons. Doch uiteraard neemt de beiaardafdeling een belang rijke plaats in. Het stichtingsbestuur heeft beslag weten te leggen op enke le fraaie stukken museummateriaal. Materiaal, waarvan een groot deel vroeger of later op de schroothoop te recht zou zijn gekomen. Zo is het museum in het bezit van twee antieke oefenklavieren, waar van het oudste waarschijnlijk door de Museumconservator André Lehr bespeelt een oefenklavier, dat stamt uit 1780 en vervaardigd is door de beroemde Belgische beiaardier Boudewijn Scheepers. bekende Belgische stadsbeiaardier van Aalst Boudewijn Scheepers om streeks 1780 is vervaardigd en be speeld. Bij dit klavier bevindt zich beiaardmuziek, eveneens waarschijn lijk geschreven door Boudewijn Scheepers of diens zoon. Verder kan men aan de hand van beiaardklokjes vanaf 1600 tot heden een indruk van de bloei, de neergang en de wederopbloei van de klokken- stemkunst krijgen. Daarbij valt het zelfs muzikaal weinig geschoolde le ken op, welk een verschil van klank er bestaat in de onderscheidene klokken. Museumconservator A. Lehr weet te vertellen, dat de oudste klok jes zo weinig welluidend zijn doordat de gietkunst enkele eeuwen geleden nog op laag peil stond. De klank, door zo'n klok voortge bracht, is eigenaardig meertonig en moeilijk na te zingen. Die giet kunst kwam allengs op een beter plan te liggen, en in het begin van de achttiende eeuw waren de klokken gieters in staat klokken te vervaar digen, die een duidelijk en helder ge luid voortbrachten. Ze hebben hun wetenschap kenne lijk niet aan de grote klok gehangen want daarna ging het bergafwaarts. Eerst in de negentiende eeuw begon nen vooral de Engelsen weer met goed werk te leveren, terwijl na de tweede wereldoorlog in Nederland de gietkunst weer op hoog peil kwam te staan. In Asten zelf is de klokken gieterij Eijsbouts een dagelijkse re clame voor het Nederlandse Klokken gieterswezen. Heel wat klokken en carillons bin nen en buiten de landsgrenzen (in Nederland zelf zijn al ongeveer 150 beiaarden) zijn door die Astense gie terij geleverd. Toen de beiaard in vele Europese steden populair werd, begon men al snel te zinnen op een middel, waar door de stadsbeiaardier niet meer bij nacht en ontij in de toren hoefde te klauteren. En dank zij vernuftige geesten ontstond het mechanische speelwerk, in wezen een uit de klui ten gewassen speeldoos. Het beiaardmuseum is de gelukkige bezitter van een mechanisch speel werk, in 1637 gebouwd door Willem Pieterssen en zijn zoon Adriaen voor de stadsbeiaard van Tholen. Dit speelwerk, een van de pronkstukken van het museum lag te roesten op de Tholense gemeentewerf. Totdat het dank zij lieden met enige kijk op de historische waarde ervan voor een weinig glorieus einde bespaard bleef. Onder de hanebalken van het ge meentehuis te Asten toont het nu - gerestaureerd voor zover de midde len het toelieten hoe enkele eeuwen geleden de carillonklokken mecha nisch bediend konden worden. In het museum zijn ook twee toren uurwerken in vol bedrijf opgesteld. De werking van de slagwerken en de Westminstervoorslag - wie wel eens naar de BBC luistert weet wel wat hiermee bedoeld wordt - is zo van na bij te volgen. Tot deze torenuurwer ken zou ook een deel van het trom melspeelwerk uit Tholen moeten be horen. In hetzelfde frame als waar de trommel zich bevindt zaten vroe ger uur- en slagwerken. Helaas is een groot deel van de tandwielen en rondsels verloren gegaan. Het ligt in de bedoeling van de stichting dit unie ke stuk te laten restaureren zo gauw de geldmiddelen daarvoor aanwezig zijn. Tot de kleinere museumstukken, de de bezoeker waardevolle informa tie verschaffen over de geschiedenis van de klok, behoren onder andere enkele oude klepels, stemvorken en een interessante collectie luidklokken. Het oudste klokje stamt uit de twaalf de eeuw en is vermoedelijk door mon niken gegoten. De klokken bestrijken een periode van 900 jaar en geven globaal de evolutie, die de klok in de loop der tijden heeft ondergaan, weer. Aan de hand van een luidbaar opgestelde klok kan men de werking van het luiden volgen, terwijl ook het gieten aanschouwelijk is voorgesteld. Uiteraard is de in het Astense museum ondergebrachte verza meling verre van volledig (en de stichting streeft dan ook naar ver dere uitbreiding), doch wie een bezoek brengt aan Asten is een rondgang door het museum be paald aan te bevelen. Argeloze le ken kunnen in ieder geval na af loop van zo'n bezoek zeggen, dat ze niet alleen de klok hebben ho ren luiden, maar nu ook weten waar de klepel hangt. Een mechanisch speelwerk uit 1637, voor de stadsbeiaard van Tholen ge bouwd door Willem Pieterssen en zijn zoon, is een van de pronkstukken van het beiaardmuseum. iediug geldig tot 1 okt. terdam: Beursplein - Zwart Tilburg; Schouwburgring. j L Leiden; Haarlemmerstr. (Van een onzer verslaggevers) \STEN Wie in ons met carillons en klokken rijk begiftigde land mocht denken, dat het musiceren met behulp van een V'iT ln toonho°gte vcrschillende klokken is uitgevonden door na ™ers.van 'a"e 'an^en aan de Noordzee, zit er helaas aas Iet zijn weer eens de Chinezen geweest, die ook in het zes?0 'T Van blokken haantje de voorste waren, lang voor de lende eeuw, toen hier de beiaard zijn opkomst beleefde. Onberispelijk maar onpersoonlijk, zo'n kilwitte keuken. Wel gemakkelijk werken en in een handomdraai schoon.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 15