iersf een maanden „de boer op", dan pas mijnheer dokter worden ACHTERDOCHT UITTOCHT OOGKLINIEK HALVERING COMBINEREN TOT HET EIND IS KRACHTIG EH REIKT VER DOOR COLIN McCULLOUGH archie III ga"OE STEM' 5 'even wordt uit liefdadigheid en gerechtigheid. Maar dat ze niet. Hier een voorbeeld' miker in Nederland kost bijv per kg- de rietsuiker kost plm. 45 cent per kg. eft de regering op de rietsui. ,-eel invoerrechten, dat de er veel en veel duurder wordt bietsuiker. Dat noemen ze ichermen van de eigen indu- laar dat is toch eigenlijk .ke onrechtvaardig tegenover isen uit de ontwikkelingslan. aat de regering veel te ho. erreehten heffen op de pro. uit de ontwikkelingslanden gaan ze wat geld (eigenlijk weinig aan de ontwikkelings. geven. klopt toch niet? Daar us maar eens verandering rn veranderingen in deze on- ardige toestanden tegenover sen. Dat is nu het thema van desweek van dit jaar. Geen gheid, maar gerechtigheid, u er ook eens aan? 3DONKSVEER van Vught en de klas 4a r.-k, it artikel van de heer C. v.d Oosterhout, geplaatst in uw n 16 september j.l. stelt deze, 't jongste Nipo-opinie-onder- •ederom is gebleken, dat 85 n het Nederlandse volk ach- monarchie staat. Het wil mij voorkomen dat een onderzoek -engemeld niet maatgevend is hierom niet omdat het te zeer t is tot een klein aantal mis- nog wel geselecteerde men- betwijfel of daaruit de opinie t gehele Nederlandse volk zou blijken. De conclusie van v.d. S. lijkt mij dan ook wat ■ig. Als men precies zou willen ïoe het Nederlandse volk over archie denkt, dan zou een re- m daaromtrent het juiste ant- runnen geven. Een vertekend oals een Nipo-onderzoek dit loet dit beslist niet. J.W. leid is plotseling van ons van de genademiddelen 1de broer, zwager, heeroom IANUS ALOYSIUS ECHELEN te Sprundel iaar, het 38e jaar van zijn r 1969. n: van Mechelen n en kinderen Dungen-van Mechelen Dungen en kinderen inn-van Mechelen on Mechelen chelen-Peters en kinderen n: chelen ihelen-Pacilly en kinderen chelen, pastoor jn, kapelaan hoff nog slechts ruim een jaar ijkheid voor zijn parochia- september plotseling van rwaarde Heer V MECHELEN )chie St. Jan de Doper >rundel. deze mens en priester te sn werken. an Requiem, waarna be ogedragen zondag 21 sep- n de parochiekerk. 20 september 19.00 uur. eren na de uitvaartdienst lis te Sprundel. oaard in de parochiekerk. 20 september van 16.30 avonddienst. Het Kerkbestuur. B. de Bruijn, kapelaan. AARDENBURG Aardenburg brengt ter vanaf 25 september li»» gemeente-secretarie voor t het ontwerp-besluit tor enzen van de bebouwde Draaibrug, Eede en Sint ng van de Boswet. ber 1969. e burgemeester voorn., I. G. M. VAN BERCKEL. DE STEM KANTON Het eerste dat me op viel toen we de campus van de me dische faculteit van het dr. Soen Jat- sen-instituut opreden, was de mooie ligging. Overal weelderig groen, gras, overschaduwd door honderden bomen, waarvan er veel in bloei stonden. Het hoofdgebouw, opgetrokken uit rode en gele steen, had iets weg van een middeleeuws kasteel. Het volgende dat me opviel was de doodse stilte: het normale geroe zemoes van een universiteitscampus ontbrak. Er was geen student te zien. Later kwam ik er achter wat daar de oorzaak van was. We zaten met zijn elven rond een tafel. Er werd thee gedronken, gerookt, maar vooral ge praat. Behalve mijn tolk en ik bestond het gezelschap uit twee jonge meisjes-studenten, een mannelijke en een vrouwelijke docent, een staf lid van het revolutionaire comité van de facul teit, een jonge arts en drie leden van een Mao- propagandateam, die in het instituut gestatio neerd waren. De studenten en docenten waren aktivisten van de „studie en toepassing" van de leer van Mao. „Hoeveel studenten heeft de school op het ogenblik?", vroeg ik. „Op het moment hebben we ongeveer 2600 studenten. Zij zijn, evenals de docenten, momenteel op het platteland om te worden heropgevoed door de arme en eenvou dige boeren," antwoordde een lid van het pro- pagandateam. „Bedoelt u," zei ik, „dat zij hun zomervakantie op het land doorbrengen om de boeren te helpen?" „Nee," zei hij, „ze zijn daar al zes maanden om door de boeren werkelijk te worden heropgevoed. Die vertellen hun van de klassestrijd die zij hebben moeten voeren en de bedoeling is, dat ze echt boer met de boeren worden." Hoe deze jonge mensen er toe kwamen om in de uitgestrekte gebieden van de provincie Kwantoeng onder zeer moeilijke omstandighe den te gaan leven is een lang en ingewikkeld verhaal. Een van de mensen die hiervoor verantwoor delijk zijn, zat bij ons aan tafel. Hij was lid van het propagandateam. Een knappe, krachtige jonge man van ongeveer 25 jaar, gekleed in een ruw blauw werkpak. Als lid van het propagandateam was hij o.m. bozig met een drastische hervorming van het lesprogramma, zowel politiek als academisch. De bedoeling hiervan was bekorting van de studieduur voor het artsenexamen tot slechts drie jaar. Deze propagandist was vorig jaar zomer op instructie van Mao met honderdduizenden an deren ingedeeld in propagandateams. De teams bestaan uit betrouwbare en in de politiek onder legde arbeiders, mannen zowel als vrouwen. Zij wercU'n naar de universiteiten en middelbare j™olen in het gehele land gestuurd om daar de „kriiiek-eampagne", die zij in hun fabrieken "iet succes hadden gevoerd, voort te zetten. ho?*5 i?e sc^°.'en en colleges had de rode garde „bourgeois-gezag" reeds ten val gebracht, eerfr ..sturïsntenorganisaties waren veelal uit- 7ballen in splintergroeperingen, die ieder ij. r Zlc" weer .^weerden dat zij Mao's richt- i °P de juiste wijze interpreteerden. De ,?^eams van arbeiders waren echter into™ t l' door Mao goedgekeurd en hun XIE e, van ziJn instructies was hiermee ïii Hit» t "®e'ega'iseer.<i" Met andere woorden: e®en eze arkeider-propagandateams wa- waren in feite tegen Mao Tse Toeng. Niet temin werd het team door de studenten van de dr. Soen-Jat-Sen-faculteit met vijandschap en achterdocht ontvangen. „Sommige studenten waren geschrokken en sloegen op de vlucht," vertelde de propagandist. Anderen hadden op de deuren van hun slaap zaal borden opgehangen met „verboden toegang" er op. Dit schreef de propagandist toe aan de vijan den van het volle, die moeilijkheden uitlokten door het gerucht te verspreiden, dat de cursus sen in Mao's leer, die door het propagandateam gegeven werden, te eenzijdig waren. Pas na veel gepraat van de leden van het propagandateam en na de studenten er van overtuigd te hebben dat de arbeiders hun vrienden waren, kwamen tenslotte 30 pet. van de studenten en 60 pet. van de docenten naar de lessen. „Op een keer vonden we een verstopt toilet, dat overliep. Met onze handen verwijderden wij de faecaliën en maakten de w.c. schoon," zei hij. „Dat maakte grote indruk op de docenten en studenten. Zij beseften toen dat wij hen ook wilden helpen hun geesten te zuiveren van ver derfelijke invloeden." Het propagandateam legde ook aan de stu denten uit hoe zij hun „kritiek-campagne" in hun fabrieken hadden gevoerd en hoe zij als het ware de „spits hadden afgebeten voor de aanval" op de theorieën van (de inmiddels in ongenade gevallen) Lioe Tsjao Tsji. Dit nam waarschijnlijk bij veel studenten de angst weg, dat ook zij zouden worden onderworpen aan kritiek omdat zij in het verleden met Mao's voorstanders van mening hadden verschild. Bin nen een paar dagen was het percentage studen ten en docenten dat de lessen bijwoonde opge lopen tot respectievelijk 90 en 99 pet. Met klem werd er op gewezen dat aan de theorie, volgens welke er reeds een eind zou zijn gekomen aan de klassestrijd, geen geloof moest worden gehecht en dat het leerplan voor de medische opleiding van Lioe Tsjao Tsji moest worden verworpen. Daarna verzocht het propagandateam de stu denten om, ingevolge Mao's instructies, die luidden dat de intellectuelen door de boeren moesten worden heropgevoed, naar het platte land te trekken. Met deze uittocht naar het platteland had men verschillende bedoelingen. Op de eerste plaats moesten de intellectuelen hun hoogmoed kwijt en van de boeren leren nederig en arbeidzaam te worden. Voorts moesten de studenten met eigen ogen zien hoe slecht de medische voorzieningen op het platteland door Lioe Tsjao Tsji's revisio nistische theorieën waren. Op de derde plaats werd de studenten op die manier de gelegenheid geboden de boeren me dische hulp te verlenen. Tenslotte bood het een ideale gelegenheid voor voortgezet politiek werk onder de stu denten. Niet alle docenten en studenten reageerden enthousiast. „Het grootste deel had besloten Mao's instruc ties te volgen," zei de propagandist, „maar er waren een paar studenten die zeiden, dat het platteland niet de juiste voorzieningen en om standigheden bood voor een medische opleiding en zij weigerden te gaan. Zij waren bang voor het harde leven daar." Het propagandateam zette nog een „kritiek campagne" op touw en tegen eind november van het vorige jaar hadden ook de twijfelende studenten besloten deel te nemen aan de mars naar het platteland. Want het was marcheren geblazen omdat het propagandateam had besloten, dat de docenten en studenten de meer dan 320 km naar de ber gen moesten lopen als een voorproefje op het harde boerenleven. Langs de hele route werden politieke hijeen- komsten gehouden. Mao's uitspraken werden geciteerd en er werd kritiek geleverd op de „drie grote en drie kleine ondeugden", die luidden: een medische op leiding volgen om een groot dokter in een groot ziekenhuis in een grote stad te worden en om in het bezit te komen van een klein huis, een klein gezin te stichten en een kleine auto aan te kunnen schaffen. (Een klein huis en een kleine auto zijn in China al heel wat. red.) „We hebben ze naar de moeilijkste gebieden ge bracht waar ze de medische dienstverlening aan een onderzoek onderwerpen en hun campagne van kritiek en afwijzing van Lioe Tsjao Tsji's Medische studenten moeten, buiten het harde werk op het land, ook hard blokken op het rode boekje. revisionistische zienswijzen betreffende de me dische opleiding voortzetten. Verder wonen, sla pen en eten ze met de boerenbevolking," aldus de propagandaman. „Er zijn al grote verbete ringen te bespeuren. Eén student, die met ver keerde ideeën rondliep is er zich nu van bewust, dat hij alleen door president Mao te volgen het volk kan dienen. En een aantal studenten heeft zich al tot aktivist ontwikkeld.'" „In een bepaalde streek hebben een arts en een groep van vierentwintig studenten een oog kliniek van de grond gekregen," zei de arts. „In een maand konden de studenten een simpele oogoperatie verrichten. Tot nu toe hebben ze meer dan veertig patiënten behandeld." „Voor de culturele revolutie," voegde een van de docenten er aan toe, „hadden de bourgeois- autoriteiten bepaald, dat de studenten pas na drie jaar studie van de chirurgie voldoende operatie-ervaring hadden; nu kunnen zij na een maand zonder hulp en met succes een operatie verrichten." Bij toeval hoorde ik dat de studenten naar het platteland waren getrokken eerste- tweede en derdejaars waren. De vierde-, vijfde- en zesdejaars waren meteen gepromoveerd. Dit betekent vermoedelijk, dat er voor 1967 in totaal ongeveer drieduizend studenten inge schreven stonden. Afgezien van de aktivisten zijn er op het ogenblik alleen ongeveer honderd „blote-vöeten- dokters" zo noemen de Chinezen de gezond- heidszorgers die in de communes werken op de dr. Soen-Jat-Sen-faculteit. Men is van plan hier nog veel meer van deze mensen op te nemen wanneer men een perma nent lesprogramma voor hen heeft opgesteld. „Wanneer komen de docenten en studenten weer terug naar de faculteit?" Er staat geen be paalde datum vast, zo vertelde men mij, maar men mag redelijkerwijs aannemen, dat de mees te studenten in september, als de lessen weer beginnen, terug zullen zijn. Dan zullen ook de in het leerplan aangebrachte veranderingen in werking treden, en die zijn niet gering. De voornaamste veranderingen, zoals men ze mij schetste, zien er als volgt uit: de opleidingstijd zal worden bekort met twee of drie jaar; de nadruk zal komen te liggen op de behan deling van meer algemeen voorkomende ziekten en verwondingen; de medische praktijk en de research zullen meer met elkaar in overeenstemming worden gebracht; de traditionele Chinese geneeskunde, zoals acupunctuur en het gebruik van kruiden, zal meer worden gecombineerd met de moderne westerse geneeskunde. Voor een buitenlander is de enige schokkende verandering de halvering van de studieduur. De volgende voor de hand liggende vraag stelde ik aan een van de docenten, een tengere vrouw van ongeveer 35 jaar, gekleed in een bedrukte katoenen blouse met grijze broek. „Uw nieuwe systeem," zei ik, „zal afgestu deerden opleveren met een basiskennis op me disch gebied. Maar wat stelt u zich voor te doen met de opleiding van specialisten de men sen die gecombineerde hersen- of hartoperaties moeten verrichten?" „Wij handelen in overeenstemming met presi dent Mao's instructies", antwoordde ze. „We leggen de nadruk op de plattelandsgebieden. Specialistisch onderzoek wordt op het ogenblik buiten beschouwing gelaten. Door de verkorting van de studieduur zullen we snel resultaten boe ken: we kunnen het geleerde onmiddellijk in praktijk brengen." De arts voegde er aan toe: „De leider Mao zegt, dat we niet met een slak kengang achter anderen aan kunnen kruipen. Vóór de culturele revolutie werd hersenchirur- gie alleen door specialisten bedreven. Na de culturele revolutie durfden ook jonge artsen zulke operaties te doen en de resultaten zijn goed geweest." De docente verduidelijkte dit met de opmer king, dat „de artsen, nadat zij gewerkt hebben en ervaring hebben opgedaan, naar de faculteit mogen terugkeren om hun studie op alle ter reinen af te ronden." Dit schijnt er op neer te komen, dat de opleiding van specialisten en de medische research, voorzover die niet gericht is op actuele problemen, stil komen te liggen. Door de moeilijke omstandigheden waaronder gewerkt moet worden en de gebrekkige facili teiten, waardoor de artsen de technieken die zij geleerd hadden niet in praktijk konden bren gen, voelden zij er in het verleden weinig voor zich op het platteland te vestigen, waar toch 600 van de 700 miljoen Chinezen wonen. Het geboortecijfer ligt percentagegewijs niet bijzonder hoog, maar in ronde cijfers komt de jaarlijkse bevolkingsaanwas toch neer op tussen de vijftien en twintig miljoen. Dit is de reden van de campagne tegen de artsen, die in de steden „roem" zoeken. Als het nieuwe systeem werkt, komen op korte termijn artsen ter beschikking, die dan wel geen gespecialiseerde opleiding hebben ge had en wier theoretische kennis misschien te wensen overlaat. Maar zij kunnen het grootste deel van de problemen, die de medische voor zieningen op het Chinese platteland vormen, helpen oplossen. De drie jaar durende opleiding van de dr. Soen-Jat-Sen-faculteit bestaat uit basis-theorie- leer van de medicijnen, preventieve gezond heidszorg, chirurgie en verloskunde. Ook zullen er cursussen worden gegeven in de studie van de werken van Mao Tse Toeng en in de behan deling van de diverse soorten verwondingen, die soldaten bij gevechten op kunnen lopen. Een lid van het propagandateam vertelde me, dat studenten en docenten bezig zijn aan de samenstelling van een nieuw handboek voor ziekten en verwondingen, die typisch op het platteland en in de industriegebieden voor komen. Bovendien heeft men plannen om de faculteit in tweeën te splitsen: een afdeling zou op het platteland moeten komen en de andere in de stad. Dat schijnt echter een project op de lange termijn te zijn. Toen ik vroeg of de docenten en studenten die nu in de bergachtige streken zijn, de kern van zo'n school gaan vormen, luidde het antwoord, dat zij daarvoor te veel verspreid waren. De nadruk die gelegd wordt op de traditionele Chinese geneeskunde is in overeenstemming met Mao's instructies over „zelfvertrouwen", maar betekent niet, dat „buitenlandse" medi sche kennis terzijde moet worden geschoven. „Wat onze voorgangers over geneeskundige behandelingswijzen hebben geleerd, zal aan de jongere generatie worden doorgegeven,"-zei de propaganda-man, „maar de ervaring heeft ons geleerd dat wanneer men de westerse en de tra ditionele geneeskunde combineert, goede resul taten verkregen kunnen worden." Dit komt er op neer dat niet alleen het ge bruik van kruiden en acupunctuur meer toe gepast zullen worden, maar ook dat patiënten, die in een van de twee hospitalen die aan de faculteit verbonden zijn opgenomen worden, zo wel op de westerse manier als op de traditionele Chinese manier behandeld worden. De docentenstaf zal bestaan uit een paar ar beiders, die medische kennis bezitten, maar vooral 'toegewijde volgelingen van Mao zijn. Verder uit het grootste deel van de oorspron kelijke stafleden, die zowel „rood" als experts moeten zijn; zij moeten alle onderdelen van de geneeskunde kunnen doceren. Deze groep zal veel tijd besteden aan politiek. „Wat is er geworden van de „bour.geois- autoriteiten" van de school, aan wie alle zeg genschap ontnomen is?" Het antwoord op deze vraag was een beetje vaag, maar ik kreeg de indruk, dat deze leiding gevende personen en hoofden van afdelingen bekritiseerd en in discrediet gebracht waren, maar in feite nog steeds op de faculteit werkten. „Als we de instructies van partijleider Mao volgen," zei een van de docenten, „moeten wij hun een uitweg bieden; dat betekent dat wij een afwachtende houding hebben aangenomen. Wij zullen hen naar hun verder gedrag be oordelen." Ik kon er moeilijk achter komen welke maat staven er precies zullen worden aangelegd voor de toelating van nieuwe studenten. Blijkbaar zullen er vier categorieën worden toegelaten: zonen en dochters van boeren en arbeiders; de „blote-voeten-dokters"; gedemobiliseerde soldaten en jonge intellectuelen, die aan de revolutie hebben deelgenomen en ideologische voor uitgang hebben geboekt. (Onder deze groep vallen vermoedelijk ook de kinderen van mensen met leidinggevende of wetenschap pelijke beroepen.) Klaarblijkelijk zullen er veel meer personen in aanmerking komen voor toelating. Ik vroeg de docent dan ook hoe het revolutionaire comité uit deze veel grotere groep van gegadigden een keus zou maken. De docent antwoordde: „We zullen geen examens meer afnemen. We zullen die mensen kiezen, die blijk geven van een goed politiek bewustzijn. Kennis van de genees kunde is niet belangrijk en de kandidaten be hoeven niet speciaal voortgezet onderwijs te hebben gehad." „Nadat ze zijn afgestudeerd," voegde hij er aan toe, „moeten de nieuwe artsen terug gaan naar de plaats waar ze vandaan zijn gekomen, fabriek, mijn of commune." De bestuurlijke organisatie van de medische faculteit is er fundamenteel op gericht, dat de voorgenomen veranderingen inderdaad worden doorgevoerd en van blijvende aard zijn of zoals de Chinezen het stellen dat „de revo lutie tot aan het eind toe wordt voltooid." Het revolutionaire comité van de faculteit, bestaan de uit kadergroepen, soldaten en revolutionaire docenten en studenten, zal worden aangevuld met leden van het propagandateam en dit co mité zal politieke controle uitoefenen op de gehele faculteit. Dat betekent dat het in feite de partij vertegenwoordigt. Meer dan vierhonderd kaderleden van de faculteit volgen lessen op een speciale kadeT- school, elders in de provincie, waar zij de leer van Mao bestuderen en samen met de boeren handenarbeid verrichten. Natuurlijk zal er voortdurend kritiek worden uitgeoefend op de idee, dat „specialisten" de medische faculteit moeten leiden. In alle aangelegenheden, bestuur, lespro gramma, onderwijs en toelating van studen ten, moet de allesoverheersende opzet zijn dat streng de hand wordt gehouden aan de instructies, richtlijnen en leer van Mao Tse Toeng. „Wij moeten steeds de door president Mao uitgestippelde lijn volgen en de arbeiders en boeren met ons gehele hart dienen", zei de studente. „Ja", voegde een lid van het pro pagandateam eraan toe, „bij alles wat er op deze school gebeurt, moet de leer van Mao Tse Toeng steeds voorop staan." Copyright De Stem/Globe and Mail - Toronto

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 5