aardappel- lachine Luitenant Roman Stolarz Luitenant-generaal Guy Simmonds Generaal Stanislaw Maczek ïen idsopzichter 1944-1969 (2) Majoor Daniël Gaitens Szymon Kawaler AONSTRATIE ga voor 'sch-Vlaanderen emonstratie ligingshonden aardappeltelers in ZUID- op 22 September a.s. van ons een demonstratie ver- nu reeds succesvol geble- heren Gebr. NOORDHOEK te KLOETINGE dgenaars van mechanisatie- •te welkom. >mstandigheden blijft be- :hine mogelijk. H. ENGLEBERT N.V. afd. Landbouw Voorschoten ÏNWERKING GOES I.O. gaan van de samenwerken- ïigingen, kan worden ge- alle onderhoudswerken en teringswerken in rond 3000 cht op de aan deze wonin- leel en door derden te ver- sn. sporten omtrent de onder- mingen en het maken van ■S.-bouwkunde of bouw- hter B.N.A. of gelijkwaar- g. ide kwaliteiten, ïsvormen. de C.A.O. voor personeel woningcorporaties. Inde nts in groep VIII. rning in het pensioenfonds, krijgen van woonruimte rerking verleend. dagen te richten aan het loemde stichting, p/a Oost- prichting) BER Wordt dan lid van 10 MORGAN; vr. 13-11 LE PULSION, vr: 22-01 JOANNA DU PARADIS, in samenwerking met de ZVU Geeft U op als lid bij: jel 32. Oostburg (tel. 0D'U er a.s. >r ver. van Duitse herders 21 september 1969. Aanvang 2 uur J BOSCHKAPELLE Entree 1,50 DE STEM VAN ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1969 ïwerkers in de stekend betaalde voorzieningen in vorderen. DE BEVRIJDERS (Van een onzer verslaggevers) BREDA Luitenant Roman Stolarz (56) van de eerste Poolse pantser divisie kon in 1945 nog van geluk spreken. Gedurende zes jaar oorlog was hij er afgezien van de angsten en ontberingen met slechts één granaatscherf in zijn rechter dijbeen goed vanaf gekomen. De verwonding liep hij óp bij een actie in Cappelseveer, waar drie van zijn makkers het leven lieten. Het was 7 januari 1945. Luitenant Stolarz tekende hun namen op in zijn zorgvuldig bijgehouden dagboek. (Van een onzer verslaggevers) HELVOIRT De Canadese oudstrijders, dia zo'n groot aandeel gehad hebben in de bevrijding van Zeeland en Brabant, moet je in deze streken met een kaarsje gaan zoeken. Za zijn na de tweede wereldoorlog gere patrieerd. Alle naspeuringen blijken tevergeefs. Totdat een vriendelijke medewerkster van de Canadese ambassade in Den Haag haar kennissen kring naspeurt en opbelt: „Ik heb er een voor u. Majoor Daniël R. Gaitens, oud-beroepsofficier. Hij woont in het Vildersbosch te Helvoirt". Majoor R. Gaitens (55) mag dan sinds 1963 gepensioneerd zijn, maar de camouflagetechniek is hij nog lang niet verleerd. Zonder een goede staf kaart en een nauwkeurige routebe schrijving van zijn vrouw is de villa, die hij bewoont aan de rand van het Drunense duingebied, onvindbaar. De weldadige rust die daar heerst wordt beschut door dertien hectare privé bos. „Ik heb nooit in de vuurlinie ge staan, al heb ik zowel de acties in Zeeland en Brabant als de barre over tocht over de Rijn meegemaakt", zegt hij verontschuldigend, bevreesd dat wij van hem een verhaal verwach ten, waarbij de fluitende kogels om de oren vliegen. Majoor Gaitens behoorde tot het enorme leger van supplytroops (ra- vitaillerings-troepen), die onover zienbare hoeveelheden munitie en materieel moesten meezeulen, ach ter de frontsoldaten aan. „Toch is de strijd in Nederland voor mij belangrijk geweest", zegt nlajoor Gaitens. „Hij heeft een grote verandering gebracht in mijn leven. Ik leerde hier namelijk mün vrouw kennen". Dat was in St.-Michielsgestel. Hij trouwde met haar in 1946. De Canadezen die het zwaar te verduren hebben gehad bij het bre ken van de Duitse tegenstand, had dein niet de minste moeite met de verovering van meisjesharten. In de jaren na de tweede wereld oorlog vertrokken naar majoor Gaitens zich weet te herinneren vijftigduizend oorlogsbruidjes naar Canada. „Als men daarbij nog eens al die emigranten rekent, die later in Ca nada een nieuw vaderland zochten, dan zijn wij eigenlijk zusters en broeders van elkaar geworden", zegt majoor Gaitens. „Wij werden door de Nederlandse burgers overal bijzonder viendelijk ontvangen," verklaart majoor Gai tens. „Ik herinner mij maar één ge val, waar dat niet was. Enkele van mijn vrienden werden op zekere dag ingekwartierd bij een dame in Uden, die daar niet van gediend was. Zij wilde al die vreemde mannen niet in huis hebben en protesteerde bij de burgemeester. Daar kreeg ze nul op het rekest. Zij moest de Ca nadezen huisvesten. Het viel haar allemaal ontzettend mee en na een paar dagen bleek het ijs gebroken Het duurde niet lang of ze hield in haar woning zelfs instuiven voor Ca nadese militairen". Hoe is de ontvangst voor een oud- militair nu? Beseffen de Nederlanders na 25 jaar nog voldoende welke zwa re offers gebracht zijn om een einde te maken aan dictatuur en geweld dadige bezettingen? Majoor Gaitens: „Ik geloof, dat zeker do oudere men sen in Nederland hier nu nog veel waardering voor hebben. Misschien dat de jeugd niet alles meer begrijpt. Maar dat is in de Verenigde Staten, Engeland en Canada eveneens het geval. Men moet de jongeren niet zo gauw iets kwalijk nemen. Zij heb ben hun tijd en hun leven. Die wil len zij zelf inrichten. De jeugd doet wat ze denkt dat ze moet doen. Wij deden vroeger niet anders. De klachten over de jeugd, lijken mij niet altijd terecht. Slechts een klein deel van de jeugd meent, dat vrijheid niet gepaard hoeft te gaan met discipline. Het grootste deel van de jeugd en dat geldt voor alle landen wil constructief mee werken aan de vooruitgang van de maatschappij." Na het einde van de wereldoor log reisde majoor Gaitens een goed deel van de wereld af. Hij was een tijd in Cambodja, militair waarne mer in Indo-China (Vietnam) en deed jarenlang dienst in Duitsland Eerst na zijn pensionering heeft hij zich in het land van zijn vrouw (die overal met hem is meegereisd) kun nen vestigen De voertaal in huis is Engels. Hij heeft veel van de we reld gezien in zijn leven en vindt het nu heerlijk te spelen in het team van golfclub „De Dommel" en iets te kunnen doen voor het Nederland- scha Rooda Kruis. van de man onderwijzer was. De fa milie Schrauwen bezorgde hem een baan bij de fa. Molenschot in Breda, waar hij 15 jaar werkzaam is ge weest bij de montage van weeginstru menten. Hij kwam in de kost bij de Bredase familie Damen die hij tot op de dag van vandaag als zijn pleegou ders beschouwt. In juni 1947 trouwde hij. Het echtpaar Kawaler heeft in tussen elf kinderen gekregen. Szymon Kawaler heeft het allemaal niet cadeau gehad: „Toen ik nog bij Molenschot werkte stond het al voor me vast dat ik, als het maar even kon, een eigen zaak zou beginnen. In Polen had ik de eerste schreden naar het horlogemakersvak gezet en daar wilde ik eigenlijk nog altijd naar toe. Niemand gaf me veel kans ge zien mijn handicap. In een horloge maker met één hand zag niemand wat. Maar in mijn vrije tijd begon ik met het repareren van uurwerken. Als ik ergens een klok stil zag staan, rustte ik niet voordat ik de klok mee kreeg om ze te repareren. Ik heb het moeilijk gehad in die dagen, dat wil ik nu wel zeggen. Ik heb er onge veer zeven jaar over gedaan voordat ik eindelijk mij vakdiploma's op zak had. Ik heb meer dan eens de nei ging gehad de boel erbij neer te gooi en en er mee op te houden. Nu ben ik blij dat ik heb doorgezet. Ik geloof niet dat het gelukt zou zijn zonder de hulp en medewer king, die ik van verschillende Bre- danaars heb gekregen bij de op. bouw van mijn zaak Ik ben ze daar erg dankbaar voor. Ik ben nu een tevreden man". (Van een onzer verslaggevers) BREDA/AXEL De 77-jarige generaal Stanislaw Maczek, commandant van de eerste Poolse pantserdivisie, was de afgelopen week in Axel. Het stadsbestuur bood hem bij gelegenheid van de herdenking van de bevrij ding van Axel het ere-burgerschap van dit stadje aan. Eind oktober zal de grijze generaal eregast zijn tijdens de herdenking van de bevrijding van Breda. Breda heeft hem eerder al tot ereburger benoemd en hem een jaar toelage verstrekt. Axel en Breda voelen zich zozeer met de in Edinburgh wonende generaal verbonden dat zij een straat naar hem hebben genoemd. Generaal Maczek komt nog geregeld in de plaatsen die door zijn pantser divisie zijn bevrijd. Het meest komt hij nog in Breda, de stad, ie hij door een tactische manoeuvre op 29 oktober vrij gemakkelijk in handen wist te krijgen. Zelf noemt de generaal die 29e oktober „the big day". Om een en ander duidelijk te maken pakt generaal Maczek een wit servetje van de tafel en daarop tekent hij, dwars door enkele vetvlekken, met pijltjes en lijntjes hoe hij en zijn strijdmacht er uiteindelijk in slaagden de Duitsers van hun hoofdmacht af te snijden. De schamier-beweging die daarbij werd gebruikt hadden de Polen al eens eerder en met succes toe gepast bij de grote slag bij Chambois in Noord-Frankrijk. De doorstoot vanuit de Normanidische kust naar het Moerdijkgebied met felle gevechten rond Abbévdie, St. Omer, Yperen, Gent, Goes, Axel en uiteindelijk ook Breda, kostte tweeduizend van de vijftienduizend Polen het leven. Met de vijfduizend gewonden hadden de Poolse bevrijders him bijdrage wel geleverd. Maczek is, ondanks zijn verblijf in Engeland, altijd de leidsman gebleven van de vele Polen, die na de oorlog in Nederland zijn gebleven, er trouwden en hun eigen verenigingen en dansgroepen stichtten. Het lijkt er trouwens op of alle in het buitenland levende Polen deze beminnelijke generaal als het symbool van een vrij Polen beschouwen. Hij kreeg drie uitnodigingen om Poolse herdenkingsplechtigheden bü te wonen in Amerika, Brazilië en Canada. Hij heeft ze moeten afwijzen. Hij was wel bij de uitgestrekte kerkhoven in Noord-Frankrijk, Gent en Axel en hü zal deze herdenkings tocht beëindigen in Breda. Maar hij zal zeker niet op het Poolse kerkhof aan de rond van die stad komen als daar ook autoriteiten aanwezig zijn namens de huidige Poolse regering. „Ik heb geen politieke functie", zo zegt hij, „maar het huidige regime in Polen is voor mij een vorm van bezetting. De Russen hebben het in Polen nog altijd voor het zeggen. Tsjechoslowakije heeft het bewezen. Alleen een politieke verandering in Moskou kan daarin verandering brengen". Behalve over de politieke situatie in Polen is er nog een zaak waap hij liever niet over spreekt: over zijn zorgelijke jaren in Engeland, waar hij slechts een minimaal ouderdomspensioen heeft toegekend gekregen maar waar hij toch moest blijven omdat de aangepaste opvoeding en verple ging van zijn spastische dochter dat van hem eisten. De bezoeken van de generaal aan het oude strijdtoneel zijn een troost voor hem. Hij ervaart dat hij er altijd welkom is. Zelfs jonge mensen blij ken hem goed te kennen. Na afloop van het concert waarmee de recente Torenfeesten in Breda werd besloten, klonk er bijvoorbeeld een spontaan applaus op toen de Bredanaars hem in de Grote Kerk ontdekten. „Veel jongeren kwamen naar me toe om me de hand te drukken. Dat heeft me werkelijk ontroerd", aldus generaal Maczek. In dat dagboek stonden op dat mo ment al tal vap namen van jongens van zijn infanterie-peloton, dat met de tanks deelnam aan de strijd aan weerszijde van de Schelde en aan de Maas. Maar de moeilijkste strijd voor de Poolse pelotonscommandant zou pas komen na de capitulatie van de Duit sers. Maar een gehard frontsoldaat praat niet graag over zijn eigen pro blemen, die slechts bekend zijn bij een vrouw en bij een enkele goede vriend. Ook het dagboek zwijgt hier over. Maar de feiten spreken hun ei gen taal. Roman Stolarz (einddiploma gym nasium, één jaar economie) raakt in de maalstroom, die Hitler in 1939 op gang heeft gebracht. Alle ervaringen van een frontoffi cier moet Roman Stolarz doorstaan. Ontberingen en gevaren liggen bij bergen voor hem opgestapeld. Het verlies van zoveel makkers drukt hem zwaar. Maar hij ziet, dat de mensen in de plaatsen, die hij mee helpt bevrijden, weer blij zijn als hij over de met puin bedekte straten loopt. Dan komt de capitulatie van de Duitsers. De oorlog in Europa is voorbij. De soldaten zijn bedankt. De helden worden onderscheiden, de do den worden verzameld en in strakke rijen neergelegd op massa-kerkho ven. Luitenant Stolarz is bijna 32 jaar. De jaren, die hij had willen benutten voor zijn toekomst liggen vertrapt in de modder van vreemde landen en onder het puin van dor pen en steden, waar men zijn taal niet verstaat. Luitenant Stolarz is bedankt. In augustus 1946 trouwt hij met het meisje, dat hij in Ginneken Nu zal hij niet meer voor haar moe ten vechten maar doodgewoon een stuk brood verdienen. Maar waar Er bestaat een groot verschil tussen economie en krijgskunde, en macht en aanzien zijn sterk lokaal gebonden. De glinsterende sterretjes, die het zo goed doen binnen de kazernepoorten, maken op het fabrieksterrein niet méér indruk dan de sierstrlp van een auto. Met heel veel moeite krijgt de her haaldelijk gedecoreerde oud-strijder een plaats als sjouwer op een leer fabriek. Zes jaar lang. Na een om scholingscursus wordt hij uiteindelijk lasser op een machinefabriek. In zijn vrije tijd leest en studeert hij. Aan de voet van de economische maatschappij ziet de gewezen pelo tonscommandant, dat vrijheid voor velen maar erg betrekkelijk is. Voor al voor de spreekwoordelijke pionnen op het schaakbord. Zou vrijheid niet meer moeten betekenen dan de afwe zigheid van dictatuur? Veeleer de mogelijkheid voor iedereen om zich (Van een onzer verslaggevers) TORONTO De gepensioneerde It. gen. Guy Simmonds die in de tweede we reldoorlog het Eerste Canadese Leger aanvoerde in de strijd om de Schelde teneinde de scheepvaart naar Antwerpen open te stellen, heeft in een exclusief interview met De Stem verklaard, dat de geallieerden door zich te concentreren op de bevrijding van de Franse Kanaalhavens een kans hadden gemist om de oorlog tot een sneller einde te bren gen. Gen. Simmonds zei, dat de resten van de Duitse strijdkrachten die in Normandië werden verslagen, plus de Duitse 15e legergroep, verloren zouden zijn geweest als de geallieerden van de kust af direct achter de Duitse kustverdediging waren opgerukt. Tegen de tijd, dat de noord- waartse opmars werd voortgezet, hadden de Duitsers een solide linie rond de Schelde opgebouwd. Het was de eerste linie, die zij na Normandië hadden kunnen opwerpen. Zoals zou blijken wisten de Duitsers te ont snappen en reorganiseerden zij hun 7e en 8e legers, die later het offen sief van de Ardennen zouden uitvoeren. Het speelde zich af begin september 1944, in een periode toen, naar gen. Simmonds zei, het Duitse opperbevel zich in e enstaat van grote verwarring bevond en haar verbindingen op niets meer leken. „De Duitse generaals die wij in Normandië gevangen namen geloof den, dat de oorlog verloren was. Op het niveau van de Duitse generale staf was de ineenstorting vrijwel vol ledig. De mannen kregen geen orders of, als er wel orders waren, verkozen ze die te negeren." Simmonds zei, dat hij niet in staat was geweest te verhinderen dat een deel van de Canadese troepen naar de kanaalhavens werd gedirigeerd. SHAEF (Supreme Headquarters Ex peditionary Force) nam die beslissing tóch. De redenering van Simmonds was, dat de Duitse troepen die Calais en Boulogne bezet hielden grotendeels defensief waren en de geallieerde op mars geen kwaad konden doen. De Duitsers gebruikten hun lange af- standsgeschut tegen de geallieerde scheepvaart in het Engelse kanaal, maar niet in die mate, dat er geen twee of drie weken gewacht had kun nen worden om het geschut tot zwij gen te brengen. Simmonds die na zijn pensionering in 1955 met succes een zakencarrière opbouwde, verleende het interview op zijn appartement in het centrum van Toronto. Hij brengt zijn tijd door met golf, lezen en het schrijven van zijn memoires. Hij heeft nog wel eni ge commissariaten van maatschappij en, maar is overigens niet actief meer in het zakenleven. Toen Boulogne en Calais bevrijd waren en de aandacht weer op het noorden werd gericht was de Cana dese derde divisie vermoeid van de strijd langs het Kanaal en was het weer het was nu oktober onge schikt geworden voor een campagne in het laag liggende land rond Ant werpen, vertelde Simmonds. De generaal sprak vervolgens over het waarschijnlijk meest controver siële aspect van de slag om de Schel de het besluit om de dijken van Walcheren te bombarderen en het zeewater binnen te laten. De Neder landers waren er tegen. Krachtige druk werd uitgeoefend op de Neder landse regering in Londen. Het ge allieerde „bombarcomand" hield vol, dat het niet uitvoerbaar was. „Ik ging naar een bespreking op SHAEF met luchtfoto's van het ge bied en met foto's van het bombarde mentspatroon dat in Normandië was gebruikt. Ik zei, dat als ditzelfde pa troon werd toegepast, de dijken door broken konden worden. Ik wees er met nadruk op, dat de Nederlanders voedselgebrek leden en dat het zowel voor hen als voor de troepen noodza- kelijk was, dat de toegang naar Ant werpen werd vrijgemaakt." Simmonds won en het „bomber- command" stemde toe het te probe ren. Het resultaat was, dat de dijken reeds bij de eerste poging braken en dat het eiland, met uitzondering van de hoge gebieden rond de kust, over stroomd werd. Het eiland is gelijk een schotel. De rand bevindt zich bo ven het zeepeil, maar het centrum ligt er ruim twee meter onder. „We gooiden pamfletten uit om ie dereen te vertellen dat we het eiland onder water gingen zetten. De Ne derlanders verhuisden naar de boven verdiepingen, verlieten het eiland of gingen naar hoger gelegen grond." Simmonds zei dat hij de overtui ging was toegedaan, dat de Duitsers het te druk zouden hebben om te overwegen de burgers als gijzelaars tegen het bombardement te gebrui ken. Een van de bezwaren van de Ne derlanders was, dat het zoute water voor het bebouwen van het land voor zeven of acht jaar onmogelijk zou ma ken. De generaal vertelt dan, dat on middellijk na het bereiken van de overwinning in Europa de Canadezen hielpen bij het herstel van de dijken en het wegpompen van het zeewater. Hij zei dat het jaar daarop weer een oogst kon worden binnengehaald. Terugblikkend op de oorlog, meent Simmonds dat generaal Dwight Ei senhower, de geallieerde opperbevel hebber, een ernstige fout heeft ge maakt toen hij besliste om over een breed front in Europa op te rukken. „Als we de Duitse verwarring na Falaise gekapitaliseerd hadden, zou den we de oorlog veel eerder hebben kunnen beëindigen. Misschien zelfs al tegen kerstmis 1944. We hebben een grote kans door onze vingers la ten glijden." Sinds de oorlog is Simmonds een controversiële figuur geweest. Van 1951 tol 1955 was hij chef van de Canadese generale staf. Later zorgde hij voor grote opwinding toen hij verklaarde dat hij was afgetreden omdat de regering in gebreke was geblevpn een in Canada te bouwen supersonisch gevechtsvliegtuig te ontwikkelen. (Van een onzer verslaggevers) BREDA „De 20ste april van het jaar 1945 zal ik nooit vergeten. Voor mij was op die dag de oorlog ineens uit. Het gebeurde bij Aschen- dorf in West-Duitsland. Mijn pelo ton was aan de beurt bij het opruk ken voorop te gaan. Ik reed met mijn tank aan de kop. Nauwelijks waren we de eerste huizen van Aschendorf gepasseerd toen mijn tank door een granaat uit een anti- tankgeschut werd getroffen. Van de vijf mannen, die in de tank zaten, werden er twee op slag gedood, twee zwaar gewond, waaronder ik zelf, en een licht gewond. Meer dood dan levend hebben ze me naar België getransporteerd en vandaar naar Engeland, waar ik twee jaar lang onder handen van chirur gen en doktoren ben geweest voor dat ik weer op de been was. Gehan dicapt voor het leven. Mijn rechter arm was ik kwijt. Maar ik ben het gevecht voor een zelfstandig bestaan aangegaan en ik heb, mede dank zij de hulp en medewerking van een aantal prachtmensen uit Breda, ge wonnen." De Pool, Szymon Kawaler, die erbij was, toen 25 jaar geleden Breda werd bevrijd, is nu 49 jaar en van zijn „overwinning" getuigt de bloeiende horlogerie, die hij in 1956 aan de Dreef in Princenhage is begonnen. Szymon Kawaler is na zijn herstel in Engeland naar Breda gegaan om dat hij zulke goede herinneringen had aan de familie Schrauwen waar- ongeremd als mens te ontplooien? En waarom drukt de maatschappe lijke status zo zwaar op de weegschaal der waardering en moeten kinderen die naar school gaan of solliciteren nog altijd invullen wat het beroep van hun vader is?, zijn vragen die hem bezighouden. „Wij brachten een kwart eeuw ge ledein de vrijheid, maar de vrede kwam niet", concludeert de frontsol daat. Minstens eens in de maand gaat hij de graven van zijn jongens be zoeken. Meestal helemaal alleen. Hij zou dan graag een stem willen horen, die antwoord geeft op de vraag, waarom zij geleden hebben. De stem antwoord niet. De pelotons commandant noemt de jongens bij hun naam en zegt: „Ik sta met lege handen".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1969 | | pagina 23