Drie eeuwen opstand
en onderdrukking
SINN FEIN
DE VALERA
GLADSTONE
PARNELL
HOME RULE
MOORD
JACOBUS II
WILLIAM PITT
KLOOF
DE STEM
Fen paar weken geleden is de Britse
minister Callaghan in Londen terugge
keerd van een driedaags bezoek aan
Noord-lerland, waar hij de /frontlijnen'
tussen katholieken en protestanten
heeft bezocht en waar hij met de
Noordierse autoriteiten overleg ge
pleegd heeft over nieuwe veiligheids
garanties en maatregelen Een van zijn
successen is geweest, dat er wegen
zijn geopend naar een nieuw kies
stelsel, dat de achtergestelde katholie
ken zal verzekeren van hun stemrecht:
one man, one vote. „Het is duidelijk,"
zo heeft Callaghan bij zijn terugkeer in
Londen gezegd, „dat we in drie dagen
niet kunnen herstellen, wat in drie
eeuwen is vernietigd".
En er is veel vernietigd in de laatste
drie eeuwen in Ierland. Dit artikel wil
een (zij het globaal) overzicht geven
van van de lijdensweg van het Ierse
volk aan de rand van Europa en aan de
rand van de Europese geschiedenis.
Mede door de actie van Parnell werd hem dat onmo
gelijk: geweld vroeg om tegengeweld en bovendien
kon Gladstone zijn home-rule-plannen niet van gei
ser harte presenteren, omdat de Unionisten in zijn
eigen partij er niets van wilden weten. Om 'n op
lossing dichterbij te brengen, waagde hij zich aan
een geheim overleg met Parnell maar juist tijdens
dat overleg werd in 't Phoenixpark in Dublin de
Ierse minister voor Ierse zaken, Lord Cavendish
doodgestoken door leden .van de bende. Het geheim
overleg moest worden afgebroken.
In februari 1886 vormde Gladstone het derde kabi
net in zijn politieke loopbaan en deze keer, zo nam
hij zich voor, zou hij de Ierse kwestie tot een op
lossing brengen en de Home rule doordrijven. In
april van datzelfde jaar kwam hij met een desbe
treffend voorstel in het Lagerhuis en verdedigde
het in een der meestbewogen en langste (ruim drie
uur) redevoering, die ooit in het parlement was ge
houden. Gladstone verloor: het Lagerhuis wees de
Home rule met een kleine meerderheid af en er stond
hem niets anders te doen dan af te treden. Nog een
keer zou hij terugkomen als premier: in 1892 en op
nieuw begon hij aan zijn grote onderwerp. Het suc
ces leek nu dichtbij: het Lagerhuis stemde met zijn
plannen in. Maar het Hogerhuis zei met overweldi
gende meerderheid neen. De Home rule zou pas een
feit worden in 1911, maar de uitvoering zou nog op
zich laten wachten.
Een jaar eerder, in 1910, hadden de zaken in Ierland
een beslissende wending genomen. Edward Carson
had zich aan het hoofd gesteld van de Unionistische
Partij, die een Unie met Engeland voorstond en hij
kondigde aan, dat Ulster zich desnoods met de wa
pens in de hand zou verzetten tegen losmaking van
Engeland en de zelfstandigheid van Ierland. Carson
had de beschikking over een kapitein Craig, een
oude houwdegen, die in Zuid-Afrika had gevochten
en de kunst verstond, een legertje te commanderen,
dat door Carson en hem werd gevoi-md onder de
naam „Ulster Volunteer Force". Tegelijkertijd wa
pende zich in het overige Ierland de nationalistische
groep Sinn Fein („Wij zelf") en een burgeroorlog
scheen onvermijdelijk. Hij werd slechts voorkomen
door een grotere ramp: de eerste wereldoorlog en de
Ierse partijen schenen vrede te hebben met de status
quo voor zolang die oorlog duurde. De Ulster Volun
teer Force sloot zich aan bij de Britse troepen en
werd bij de slag aan de Somme in 1916 gedecimeerd;
de Sinn Fein speelde een andere rol: Engelands vij
anden waren haar vrienden en de rebellen stelden
zich voorlopig tevreden met sabotage. Voorlopig,
want in 1916 riskeerden zij een opstand in Dublin
op eerste Paasdag. In acht dagen waren de Britten
de toestand meester.
Na de wereldoorlog (Eamon de Valera was intussen
als grote leider uit de Sinn Fein naar voren geko
men) werd de Ierse zaak opnieuw opgenomen. In
1918 verpletterde de Sinn Fein bij de verkiezingen
al haar tegenstanders; de organisatie vormde in Du
blin een eigen parlement, de Dail Eireann, dat De
Valera uitriep tot president. Onuieuw brak een bur
geroorlog uit tussen Sinn Feiners en voorstanders
van een Brits Ulster.
Pas in 1922 werd de Ierse situatie geregeld: de Ierse
Vrijstaat kreeg de status van Dominion, Ulster bleef
deel van Engeland. Langzaam maakte sedertdien
Eire zich uit het Dominion-statuut los; in de tweede
wereldoorlog bleef het neutraal met echter duide
lijke sympathieën voor Engelands vijanden. De Ierse
Vrijstaat liet er in die tijd geen twijfel over bestaan,
dat het ondanks alles Ulster als een deel van zichzelf
beschouwde: toen de Amerikaanse troepen daar voet
aan wal zetten, volgde uit Dublin een officieel pro
test.
Op 18 april 1949 verklaarde Ierland zich te zijn:
een „onafhankelijke republiek" en het werd als
zodanig ook door Engeland erkend. Maar Ulster
bleef 'n pijnlijk punt en aanleiding tot nieuwe
problemen. „Wat in drie eeuwen is scheef ge
groeid", zei Callaghan enkele weken geleden
machteloos, „kan in drie dagen niet worden
rechtgetrokken". Daarom branden de gevoe
lens verder
De slag bij Londonderry, waarbij de legers van
Jacobus II werden verslagen.
(Van een onzer redacteuren)
In Ierland is de rust nog steeds niet terug
gekeerd; de gevoelens branden verder, zo
wel in Ulster als in de Ierse republiek en
ze zullen door blijven branden tot de ge
lijkheid voor allen verkregen is.
Over de vraag, wat die gelijkheid voor al
len inhoudt, zullen de Ierse gemoederen
dan andermaal verhit worden. Voor die
van Ulster betekent het: gelijkheid van
maatschappelijke kansen en rechten voor
katholieken en protestanten, maar voor
velen in Eire betekent het iets anders: vol
ledige losmaking van Noord-lerland van
de Britse overheersers en de uiteindelijke
„bevrijding" van onderdrukte Noord-Ier
se katholieken.
In Ulster werd de actie tegen de Home Rule ge
voerd met middelen, die we nog al te goed kennen.
Voor. en tegenstanders gingen met elkaar on de
vuist en de politie spaarde de knuppel niet.
gische beelden als enkele weken geleden, met dit
onderscheid, dat er open en bloot geroofd werd: pro
testantse groepen trokken in 1872 plunderend door
de katholieke wijken van Belfast in een tragische
augustus-maand. Hoe het elders in Ierland was, be
schreef generaal Gordon in een rapport in 1880:
„Onze landgenoten leven daar in slechtere omstan
digheden dan enig ander volk ter wereld. Zij zijn
uitgehongerd en wonen samengedrongen in hutten,
die zo slecht zijn, dat wij er ons vee niet in zouden
willen stallen".
Een dergenen, die na decennia van nutteloos ge
praat over de „Home rule" ernst wilde maken met
de Ierse zaak was Gladstone, de „great old man"
van de Victoriaanse periode. Tussen 1868 en 1874,
toen hij voor het eerst minister-president was, wist
hij door te voeren, dat de Anglicaanse Kerk in Ier
land niet langer Staatskerk zou zijn en in dezelfde
periode kwam de eerste Ierse landwet tot stand. Het
werd hoog tijd, want de onrust in Ierland steeg met
de dag en wat meer gewicht in de schaal legde
ze werd gebundeld in een krijgshaftige organisatie,
de Irish Land League, onder leiding van Charles
Parnell, die naast een flinke hoeveelheid Iers bloed
ook Engels bloed in de aderen had, hetgeen hem
echter niet verhinderde, Engeland te haten als geen
ander land ter wereld. Parnell deed in 1875 zijn in
trede in het Lagerhuis en in een van zijn eerste
redevoeringen liet hij geen twijfel aan zijn gevoelens
bestaan: „Moorden en plunderen door de Engelsen is
dagelijks werk in vele delen van de wereld", blafte
hij de verbijsterde Lagerhuisleden toe, „maar als een
van hen in Ierland wordt omgebracht, dan gaan ze
tekeer of het einde der tijden nabij is. Dan is het
namelijk een doodslag, die Engeland geen voordeel
oplevert".
Alle strijdmethoden waren Parnell welkom. In Ier
land zelf zag hij met welgevallen de steeds driester
optredende moordenaarsbenden hun activiteiten te
gen de Engelsen uitleven. Van hem was ook het plan,
dat Britse landeigenaars die het waagden, de pach
ters van hun land te zetten, economisch dodelijk zou
treffen. Deze bedrijven werden door de Ieren „dood"
verklaard; niemand wilde er als nieuwe pachter
heen en de ongelukkigen, die zich ertoe lieten ver
leiden tóch het land te gaan bewerken, werden door
de gemeenschap uitgestoten. Onderwijl voerden
Parnell en de zijnen acties in het parlement: wan
neer er niet-Ierse kwesties werden behandeld hiel
den rij lange, niets ter zake doende redevoeringen
om het parlementaire werk te stagneren en op te
schorten; het kwam zelfs voor, dat Parnell bij gebrek
uit de ellende, waarin zij eeuwen hadden verkeerd.
De Unie-wet was daarvan het begin: zij zou het Ier
se en het Engelse parlement verenigen. Pitt besefte,
dat dit slechts een eerste stap kon zijn. Hii wilde
verder gaan: hij wilde de emancipatie der Ierse ka
tholieken bevorderen en de weg naar staatsambten
voor Ieren openleggen. Zo zeker was hij van zijn
zaak, dat hij deze beloften reeds tegenover de Ieren
had uitgesproken, er amper aan denkend, dat zijne
majesteit koning George III er wel eens iets tegen
zou kunnen hebben. George, zwak van geestvermo
gens en tegen het einde van zijn leven een geestelijk
gestoorde mens, had er iets tegen. Hij zei „neen" te
gen de plannen van Pitt en de minister kon niets an
ders doen, dan zijn ontslag aanbieden, na 18 jaar zijn
land als eerste minister gediend te hebben.
aan een onderwerp voor een redevoering de ver
slagen van vroegere zittingen ging voorlezen, een
bezigheid die hij uren wist vol te houden.
Pas wanneer Ierse kwesties aan de orde kwamen,
voegden Parnel c.s. zich naar de gewone orde van
de dag.
Wilde Parnell de Ierse zaak met geweld oplossen,
Gladstone streefde een vredelievende oplossing na
met gelijke rechten voor allen.
Ie rland viel ondanks de Unie-wet terug in de ellen
de van voorheen, maar steeds sterker werd de roep
om een eigen bewind, een „home rule". Na het her
stel van de Europese orde na het bewind van Napo
leon kwam de Ierse kwestie steeds terug in het
Britse parlement als inzet van wanhopige en vruch
teloze debatten.
Terwijl Londen debatteerde, leed Ierland armoede.
Een hongersnood omstreeks de helft van de 19de
eeuw, kostte aan 750.000 Ieren het leven. Ongeveer
twee miljoen Ieren verdrongen zich op de schepen,
die naar de nieuwe wereld voeren. De achterblijvers,
die de hongersnood, overleefden, waren gedwongen
verder te dansen naar de pijpen der Britse land
eigenaars, die zichzelf zelden lieten zien, maar die
hun waarnemers opdracht gaven, de pachters van
de hoeven er uit te smijten, wanneer de oogst niet
„naar behoren" was.
De nieuwe welvaartsbron, de industrie, ging een
groot deel van Ierland voorbij, alleen in het noorden,
in Ulster, wierpen de nieuwe fabrieken vruchten af,
die echter niet toecicVn aan de katholieke meerder
heid. De kloef tas*»<n p.ote:t...it bcbek werd
in de loop der ncga» JLnno e„uw ir .et i-oc -den van
het land nog verbreed en Li te zt c-d:'er jaren bo
den steden als Belfast en Lo ndomierryjdezelfde itna.
Waar men in de laatste drie eeuwen ook de draad
van de Ierse geschiedenis zou oppakken, overal zou
het een bloedige draad zijn. Bloedig vooral om de
interne twisten, die dit land lang verscheurd hielden,
maar bloedig vooral om de strijd tegen Engeland,
die we zullen proberen te volgen vanaf de zeven
tiende eeuw, omdat de erfenis van die eeuw nog
steeds de Ierse historie en de ontwikkelingen daar
van in deze dagen bepaalt.
De Iers - Engelse tegenstellingen dateren van ver
voor de reformatie, maar de reformatie gaf er een
extra - dimensie aan. Ierland, het eerste katholieke
land van Europa's uiterste westen en brenger van
het Christendom in de lage landen aan de Noordzee,
hield vast aan de oude tradities toen het gehate En
geland zich van de moederkerk losmaakte. Tegen
het einde van de zeventiende eeuw was Ierland nog
vrijwel geheel katholiek, maar de protestantse in
filtratie was al begonnen. Cromwell (dezelfde die
de oorlog met de Nederlanden beëindigde) had er
na de onderdrukking van de Ierse opstand garnizoe
nen achtergelaten met niet-katholieke Engelse sol
daten, die door hun aanwezigheid alleen al de haat
der Ieren wakker hielden en de herinnering aan het
feit. dat Cromwell de Ierse bevolking van anderhalf
miljoen zielen had verkleind tot een povere zes
honderdduizend door bloedbaden en verbanning
naar de nieuwe wereld. De Ierse kloosters waren
door de troepen tot ruïnes gemaakt en in de be
schadigde kerkgewelven hadden de Britten de mon
niken opgehangen.
Het was derhalve geen wonder, dat de Ieren met
opluchting Jacobus II, de katholieke, de Engelse
troon zagen bestijgen. Maar de zwakke vorst hield
het op die troon maar drie jaar vol en zijn schoon
zoon, stadhouder Willem III, kwam de protestantse
Britten snel te hulp, om hen van de roomse vorst te
bevrijden. Jacobus nam de wijk naar Frankrijk.
Korte tijd later was hii terug op Ierse bodem met
een leger dat oprukte naar Londonderry, waar gou
verneur Hamilton graag bereid was. de stad aan de
koninklijke troepen over te geven.
Maar dat was niet naar de zin van Jacobus' tegen
standers in de stad: drie jonge protestantse werklui
gooiden de stadspoorten dicht en gaven 't parool uit:
„Geen overgave".
Deze daad deed het protestantse verzet opleven. Ja
cobus kreeg Londonderry niet en zijn legers werden
bij Drogheda verpletterend verslagen. Deze veldslag
zou het lot van de katholieke Ieren voor eeuwen
bepalen: ze werden van hun schamele bezittingen
verdreven, hun land werd verdeeld onder protestant
se nieuwkomers.
Deze vrees wach echter niet de drijfveer van Wil
liam Pitt, Engelands eerste minister, toen die in 1801
de Unie-wet door het parlement sleepte. Pitt had
namelijk de achterstelling van Ierland onderkend en
sociaal bewogen mens als hij was, wilde hij aan die
achterstelling een einde maken en de Ieren opheffen
En intussen werd de kloof steeds breder tussen het
meest verprotestantste deel van 't land: 't Noorden
en het overige deel, dat, zo zeiden de Britten met
verachting, „een land was van dieven, moordenaars,
luilakken en priesters". Dat laatste was geen over
drijving: het katholieke deel van Ierland leverde
een ongewoon groot aantal priesters op, dat evenwel
de „vrede" niet diende: zij vormden vaak de kern
van weerstandsgroepen, die zich bleven verzetten
tegen invloed van Londen en de verprotestantise-
ring van het noorden van het land.
Niet alle Engelsen evenwel zagen Ierland als een
achterlijk land vol dieven of als een wingewest. Bij
het uitbreken van de Franse revolutie werd het
sommigen in Londen ook duidelijk, dat Ierland een
gevaar kon zijn. Het behoefde niet meer de eerste
keer te worden, dat de „vervloekte Ieren" pacteer
den met Engelands tegenstanders en de gedachte
was niet vreemd, dat dit na de Franse revolutie wel
wéér eens zo kon zijn en dat die merkwaardige
Franse generaal Bonaparte Ierland wel eens zou
Het protestantse Ulster stelde zich fel op tegen de
Home Rule en jongelui vormden onder kapitein
Craig een legertje, dat snel bewapend werd.
Ierland viel weg uit de internationale belangstelling
en het volk verpauperde.
Waar in Ierland in de zeventiende en achttiende
eeuw welvaart heerste, woonden Britten. Dublin
kreeg in de achttiende eeuw zijn eigen (Britse)
universiteit.
Het literaire leven bloeide, maar de „Ierse" auteurs,
die in deze eeuw naam zouden maken in de wereld
literatuur waren zonen van naar Ierland gekomen
Engelsen. De Ieren kregen geen kansen: zij hadden
geen enkele invloed op het landsbestuur, alleen de
Engelsen waren stemgerechtigd. Viel de aardappel
oogst in een jaar tegen, dan stierven de Ieren bij
duizenden van de honger. Jongelui ontvluchtten het
land en namen als desperado's dienst in de legers
der mogendheden op het continent.
kunnen gebruiken als opstapje naar de geheiligde
bodem van Albion.
Noord-lerland 1969: brand van drie eeuwen.